home > discussie > “Het moet maar eens uit zijn met onze angst voor de literaire canon”

discussie

“Het moet maar eens uit zijn met onze angst voor de literaire canon”

Thomas Vaessens, hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde Universiteit van Amsterdam - 22/09/06

Het lezen van klassieke Nederlandse Literaire Meesterwerken, de canon, zit niet langer in het verdomhoekje. Dat stelt Thomas Vaessens van de Universiteit van Amsterdam. Het bewijs: dit jaar schreven zich aan Nederlandse universiteiten aanmerkelijk meer studenten in voor de BA-opleiding Nederlandse Taal en Cultuur. Wie is nog bang van de klassiekers?

‘Waar moet het heen met Nederland?’ Of: ‘waar komen wij vandaan? Wat bindt ons?’ Zulke vragen worden dezer dagen opvallend vaak gesteld. Als het waar is dat Nederland sinds 9/11, Fortuyn en Van Gogh in crisis verkeert, dan biedt die crisis wellicht een verklaring voor de opmerkelijke groei van de studentenaantallen van sommige ‘klassieke’ letterendisciplines, en met name voor de groei van het aantal studenten Nederlands. Zeventig eerstejaars schreven zich dit jaar in voor de BA Nederlandse Taal en Cultuur aan mijn universiteit, de Universiteit van Amsterdam. Dat is zo’n dertig procent meer dan in de voorgaande jaren. Ik beschik niet over de exacte gegevens van mijn collega’s in den lande, maar ook uit Utrecht en Nijmegen bereikten mij opgetogen geluiden over de plaatselijke inschrijvingscijfers bij neerlandistiek.

Het is achteraf makkelijk praten, maar eerlijk gezegd verbaast deze toename me niet echt. Alles wijst erop dat wij neerlandici op het moment de wind in de zeilen hebben. In geen decennia zijn er zoveel publieke debatten gevoerd waarin onze inbreng vanzelfsprekend en nodig is: we vragen ons af wat ons bindt en wie we zijn en raken er steeds meer (opnieuw) van overtuigd dat antwoorden op zulke indringende vragen in de literatuur te vinden zijn. Dat fictie, drama en poëzie van heden en verleden ons kunnen helpen om na te denken over wie we willen zijn. We ontdekken opnieuw wat we dreigden te vergeten: literatuur helpt ons te bepalen wie wij zijn. Geen wonder dat er juist nu overal gediscussieerd wordt over ‘de canon’. Ook onder studenten Nederlands.

Ik heb al eens eerder beweerd dat mijn studenten veel te benieuwd zijn naar het (nog) onbekende om zich als lezers te beperken tot die reeks van Grote Meesterwerken uit de Nederlandse literatuur die de canon vormen. Er is zoveel meer, er zijn zoveel ándere verhalen te vertellen over literatuur… De hedendaagse multimediale cultuur is zoveel breder… Zij kennen bovendien de minder aangename gevolgen van canonisering maar al te goed. Dat in schoolboeken over literatuur nog steeds de indruk gewekt wordt dat er in de Nederlandse literatuur maar weinig ‘grote’ vrouwelijke schrijvers zijn, bijvoorbeeld. Of dat er over literatuur uit ‘de West’ lange tijd weinig geschreven en gediscussieerd werd. Maar ik bespeur de laatste tijd toch ook de tendens dat zij ook heel graag willen weten waarover wél gediscussieerd is. Ze willen de historische teksten kennen die in debatten over Nederlandse identiteit en cultuur als referentie kunnen gelden; ze willen bij de gemeenschap horen waarin dat referentiekader gedeeld wordt.

In een door enkele van mijn meest enthousiaste studenten opgesteld ‘Manifest’ — ja, er broeit iets! — stond het enkele maanden weer zonneklaar: we willen méér klassieke teksten lezen. En als dat binnen het curriculum van de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur niet kan, dan maar daarbuiten. De koppen werden bij elkaar gestoken, een Leesclub werd opgericht. Er ontstond activiteit en beroering. Mijn leerstoelgroep wilde zich bij dat overrompelende enthousiasme niet onbetuigd laten en we besloten om náást de bestaande colleges een reeks facultatieve hoorcolleges te starten waarin we wekelijks een van de ‘hoogtepunten’ uit de Nederlandstalige literatuur met de studenten bespreken. Heftige discussies, grote betrokkenheid: geweldig!

Decennia lang hebben we geleden aan canonangst. In het middelbaar onderwijs werd ‘de canon’ geassocieerd met de boekenlijst, met ‘lezen omdat het moet’. En aan universiteiten hielden we niet op haar te ontmaskeren als machtsmiddel: de canon is selectief, ze sluit uit, ze creëert en bevestigt machtsverschillen tussen ‘ons’ en ‘de anderen’. Ik geef toe dat het een beetje moeilijk is deze scrupules terzijde te schuiven. Het zijn niet de fijnste politici die momenteel de algehele paniek na 9/11, Fortuyn en Van Gogh aangrijpen om ons te wijzen op de noodzaak van een herbezinning op ‘onze’ nationale identiteit. Maar als ik mijn nieuwsgierige studenten bezig zie — toch de critici, journalisten, uitgevers en (vooral!) de leraren van morgen —, dan geloof ik dat er ook erg veel goeds zit in de huidige herontdekking van de literatuur als bindmiddel. De canon is voor hen geen vaststaand gegeven en geen reservoir van kant-en-klare antwoorden op onze levensvragen, maar een veranderlijke verzameling van (onder andere) literaire teksten die vooral belangrijke vragen oproepen.

Laten we onze canonangst maar opzij te schuiven, al is het maar om te voorkomen dat de neoconservatieve inburgeringsfetisjisten het debat over canon, erfgoed en identiteit gaan beheersen.

archief

reacties


Jan Therouw - 29/09/06

Helemaal eens met de stelling: lang leve(n) de klassieken! Maar ik houd mijn hart vast... Ik vraag me af of onze docenten Nederlands die canon kennen én er op boeiende wijze over kunnen vertellen. Er zijn tal van docenten die bijvoorbeeld nauwelijks iets weten over onze zeventiende-eeuwers Hooft, Huygens, Cats en Vondel. Dat merkte ik laatst nog op de ouderavond op de school van een van mijn kinderen...


Werner De Vijver - 29/09/06

Mee eens, ja, maar hopelijk doen leraren meer en andere dingen dan gewoon vertellen, zelfs als ze veel over die klassiekers weten. Laat ze vooral de gepaste methoden hanteren om leerlingen zelf de klassiekers te laten ontdekken en krijgen ze in de klas veel verschillende impulsen aangereikt om erdoor geboeid te worden, bijvoorbeeld via links met hun eigen leefwereld en met de literatuur en andere kunstvormen van vandaag. Vondel ontdekken door te rappen of via sms-taal? Graag! Het klassieke verteluurtje werkt immers al lang niet meer. Daar vallen de jongeren van vandaag enkel van in slaap.


robert - 29/09/06

Eens met de stelling. Een mens kan niet zonder geschiedenis van zijn klassieken. Hij ontleent er zijn cultuur aan.


Gooitske Hornstra Moedt - 30/09/06

Ik ben het ermee eens dat het belangrijk is je klassiekers te kennen, dat is in alle beschaafde landen zo, waarom niet in Nederland? Maar ik hoop wel dat men niet in het verleden blijft steken en zijn ogen voor nieuwe ontwikkelingen sluit!


Johan Nijhof - 30/09/06

Hernieuwde aandacht voor de klassieken zou ik uiteraard toejuichen. Inderdaad is er misschien weinig kennis over onze Gouden Eeuw, laat staan over de middeleeuwse schrijvers meer beschikbaar.

Beslist geen reden om die onkunde te verhullen met een moderne aanpak en Vondel te gaan rappen. Daar draait toch je maag van binnenstebuiten! Er zijn bar weinig links met de eigen leefwereld, en wie nieuwsgierig is naar de literatuur van vroeger moet dat juist leren accepteren.

Dat elke tijd zijn eigen appreciatie zal hebben van oudere literatuur is een andere zaak. Ik ben er van overtuigd dat bijvoorbeeld Schimmel, een halve eeuw terug nog gezien als een schrijver van het tweede plan, nu veel meer lof zou oogsten.
Waarom?, omdat hij sluimerende conflicten in de samenleving verwoordt.

Heijermans blijft heel goed speelbaar, maar laten regisseurs het lef hebben tot voorstellingen met de accenten die hij zelf bedoelde, en niet alles willen "vereigentijdsen". Als je Othello een "multi-culti"-sausje wilt geven, ben je mijns inziens heel verkeerd bezig.

De jongeren van De Vijver die dan in slaap vallen, moeten dat maar doen. Wat noodzakelijk is, om hernieuwde aandacht voor de klassieken te bewerkstelligen, is die begrensde blik en tot armzalig egocentrisme beperkte mentaliteit om te buigen, niet ervoor te buigen.


Fleur Speet - 2/10/06

Vaessens heeft het over het doorgeven van de canon aan de universiteit, in de reacties wordt nagedacht over hoe dat moet gebeuren in het voortgezet onderwijs. Voor studenten is het weinig interessant, zo'n rap, hoogstens als curiosum kan de rapversie van de Gijsbrecht van Aemstel boeien. De studenten zijn immers zelf nieuwsgierig naar de bronteksten, constateert Vaessens. Dus waarom de boel dan weer opleuken?
(Het is overigens wel een grappig idee om regels uit de canon meer de maatschappij in te sturen; iedere dag een verse sms van staatswege, voor iedereen, om zo te prikkelen dat mensen zelf verder willen lezen: 'Ik zag de mensen in de straten/ hun armoe en hun grauw gezicht/ toen streek er over de gelaten/ een luisteren, een vleug van licht' - Het carillon, Ida Gerhardt)
Dat de studenten zelfs een 'Manifest' opstellen omdat zij meer klassiekers willen lezen, zou er wel eens op kunnen wijzen dat zij ook meer klassiekers tot zich hadden willen nemen op de middelbare school. Heel voorstelbaar. En dan zijn er toch altijd nog prachtige hertalingen, zoals de Visioenen van Hadewijch door Imme Dros en de brieven van Bilderdijk door Marita Mathijsen, of zelfs de 'schrijversinterviews' van Mathijsen met natuurlijk allang gestorven negentiende-eeuwse auteurs, waaronder Truitje Bosboom-Toussaint.
Vraag het de studenten zelf eens, waarschijnlijk hebben zij de klassikale behandeling van canonschrijvers juist node gemist. In plaats daarvan leerden ze van alles bij elkaar te shoppen en zelf te ontdekken (ook belangrijk). Maar zelf ontdekken gaat veel prettiger en sneller, en wordt veel spannender als er een basis is.


Dieter Vranckx - 2/10/06

Zijn die dingen nog leesbaar... goede vraag in het licht van de discussie die plaats heeft op www.klara.be/ramblasblog waar Chris Van Camp een brief schreef aan Tom Lanoye na een aanval die hij te verduren kreeg in Knack aangaande zijn onleesbaarheid boven de Moerdijk. Wat denken jullie hierover reageer op bovenstaande link op de Klara site!


(anoniem) - 3/10/06

De herontdekking van de klassiekers is goed en ik hoop dat men er inderdaad op middelbare scholen weer meer van gaat lezen, maar ik hoop vooral dat de scholieren en studenten ontdekken dat de grote Nederlandse literatuur weliswaar iets over onze "nationale identiteit" (als er zoiets bestaat) kan vertellen, maar dat ze vooral internationaal en tijdloos is. Grote literatuur is ten allen tijde actueel en internationaal van belang.


ed van der meulen - 4/10/06

Een plant zonder wortels verdort. Prachtig! We kunnen er niet zonder. Schitterend Thomas Vaessens. Fijn doorzetten. Vooral als de nieuwe ERA er is.

Gefeliciteerd ermee,

ed van der meulen


Johan Nijhof - 5/10/06

Niet alleen bij de anonimiteit van de bijdrage van 3/10, maar ook tegen de stelligheid van de wel zeer algemene beweringen heb ik bedenkingen.
Dat hoor je wel eens, over die tijdloosheid en tevens over die actualiteit.
Maar als het Gilgamesj-epos tijdloos is, kan het dan tevens actueel zijn?
Zijn de Grotsonnetten van Jacques Perk wel internationaal van belang?
En zegt Van den Vos Reijnaarde echt iets over onze "nationale identiteit" en zo ja, hebben wij dan soms dezelfde?


Gooitske Hornstra Moedt - 6/10/06

Johan, ik was vergeten mijn naam in te vullen, de anonieme bijdrage was dus van mij.
Laatst las ik nog eens Anna Karenina en ik was verbluft over de actualiteit van dit boek. Wat ik bedoel is dat in grote klassiekers vraagstellingen, thema's - hoe je het maar wilt noemen - aan de orde komen die ook lange tijd na dato nog van belang zijn.
Wat de zogenaamde nationale identiteit betreft ben ik net zo sceptisch als jij. Dat stond zo ook in mijn anonieme bijdrage.
Wat is het Gilgamesj-epos? En de Grotsonnetten ken ik ook niet. Verklaar je eens nader....


ed van der meulen - 6/10/06

Is dat een echte vraag Gooitske? Gewoon opzoeken op internet. Of in een boekhandel. 1 minuut zoeken:

http://www.theosofie.net/sunrise/sunrise2000/mrtapril2000/gilgamesj.html

Grotsonnetten?

http://www2.let.uu.nl/solis/nederlands/mod-ltk/bloemlezing/kloos-inleiding2.html

En er is nog veel meer.

groeten

ed van der meulen


Johan Nijhof - 7/10/06

Ed Vermeulen geeft de link naar een zeer degelijke behandeling van Gilgamesj.
Wie zulke teksten leest, zal er waarschijnlijk mee instemmen, dat ze tijdloos genoemd kunnen worden. Als dat betekent, dat ze niet aan een bepaalde tijd gekoppeld kunnen worden, maar door mensen van alle tijden herkend worden als geldig, met een behoorlijk waarheidsgehalte, ben ik het daar ook mee eens. Als tijdloosheid echter betekent, dat ze voor nu evenzeer als voor de oude Babyloniërs als actueel worden ervaren, wil ik die kwalificatie liever niet gebruiken.

De grotsonnetten kan men duiden zoals Kloos dat deed, nogal hoogdravend, maar wat wist Kloos met zijn homoseksuele geaardheid nu helemaal van wat er woelde in de geëxalteerde boezem van deze jongeling, die bepaald van Mathilde, die al met heel iemand anders verloofd was, geen aanmoediging kreeg, en voor wie Mathilde vermoedelijk meer model stond als de onbereikbare schone waaraan verzen gewijd konden worden? Mathilde vond hem, zoals zij zelf verklaarde, “saai en klef”.
Maar zijn deze verzen, die aan de dageraad van de beweging van tachtig staan, daarmee van internationaal belang? Ik zie dat belang zelf niet, zonder er ook maar iets op af te willen dingen.

Als we Van den Vos Reijnaarde lezen, zien we in de dierenfabel menselijke zwakheden geportretteerd en uitgebuit. Reijnaard is Vlaams, en anders dan het Verdriet van België, de Duivel en de Maagd, of de Kapellekensbaan, fraai maar duidelijk uit een vreemde belevingswereld stammend, wil ik Reijnaard onmiddellijk tot eigen erfgoed verklaren. Waarom is dat? We moeten vast een Vlaamse en een Nederlandse canon opstellen, maar Reinaard hoort in elk geval tot beide.


Gooitske Hornstra Moedt - 8/10/06

Bedankt Johan, ik denk dat wij het wel eens zijn met elkaar.


Kees Boxma - 17/10/06

Een herwaardering van de klassieken lijkt op een golfbeweging in neergang. Het nieuwe in de literatuur lijkt namelijk een grote oceaan geworden waar de student Nederlands van tegenwoordig gemakkelijk in verzuipt. Dat er daarom teruggegrepen wordt op klassieken is eerder een hang naar rustiger vaarwater te noemen, dan een lekker surfervaring.

Maar, het moet gezegd, het zoeken van een rustiger vaarwater heeft een herwaardering tot gevolg - wat is dan die canon, uit welke werken bestaat deze? De klassiekers van zeg tien jaar geleden verschillen in belangrijke mate van die van vijfentwintig jaar geleden. Las ik niet laatst de opmerking over de grote vier die de grote drie werd, doordat Wolkers ophield romans te schrijven, en de grote drie die nu nog alleen Grunberg mag heten, omdat de rest dood is of Mulisch heet? Wat is nu die canon? Is Grunberg dat al? Is Ter Braak dat nog?

Ik hou van lijstjes, moet ik toegeven, en ook van de canon heb ik een bepaald beeld. Maar een algemene canon? Leuk voor de Vrij Nederland - dat levert weer een leuke boekengedeelte op, waarin auteurs hun top 10 kunnen opgeven. Of hoogleraren. Of studenten. Of Buch-fanatici. Of Thriller-lezers. Of wie er ook eigenlijk wat over wil zeggen. Het zal niet mijn lijstje worden. Consensus, of druppels in het midden van de zee. Af en toe een golfje waar iedereen het wel mee eens kan zijn. Dat DE AVONDEN best een goed boek is. Maar ZONSOPGANGEN BOVEN ZEE is ook meesterlijk gecomponeerd. Komt dat in een lijstje voor? Ik heb het nog niet gezien. Een golfje in vergelijking met een paar jaar later verschenen DE NIEUWE REVISOR. Een monument in literatuurgeschiedenissen, dat echter achter de feiten aanliep. Ook ik kan anderen nabouwen.

Een tijdje in rustiger vaarwater moet geen probleem zijn. Om te herwaarderen en in discussie te gaan over wat klassieken zijn. Consensus, wat daar net iets buiten ligt, de buitenbeentjes en dat als een prettig samenspel. Wil je terug naar de kust, waar het leukste toch plaatsvindt, is het goed in het diepe te zijn geweest. Je gaat naar de branding in de moderne literatuur. Je leest (om er maar twee te noemen) Peter Terrin naast Christiaan Weijts, en kan hun boeken in de lijn zetten van al die andere boeken die de canon rijk is. Of daarbuiten plaatsen. Maar altijd als verbonden met die kolkende zee. Als wat over je heen valt als je net het literaire veld in zwemt.

Om een andere metafoor in te voeren: de canon is als de brie onder de kazen. Een leuke introductie, en een goed referentiekader, maar het is niet altijd de lekkerste kaas. Je kan fijnproever worden, of je houdt het bij de diverse soorten brie. Want ook daar zijn er vele van. Maar je kunt natuurlijk altijd die goedkope van de euroshopper nemen. Die doet het tenslotte altijd goed op uw feesten en partijen!

Samengevat - een (her-)vorming van de canon als voorbereiding op verandering en vernieuwing in de literatuur lijkt me zeer welkom. Een canon om de canon daarentegen volkomen overbodig.

Tenslotte: je kunt zwemles krijgen, maar je zult het uiteindelijk toch zelf moeten doen. Je kan een beetje pootjebaden, maar je kunt ook het diepe opzoeken.


Jan Paradijs - 17/10/06

@Johan Nijhof - 30/09/06
"Beslist geen reden om die onkunde te verhullen met een moderne aanpak en Vondel te gaan rappen. Daar draait toch je maag van binnenstebuiten! Er zijn bar weinig links met de eigen leefwereld, en wie nieuwsgierig is naar de literatuur van vroeger moet dat juist leren accepteren."

...en als we alsmaar onnodig Engels gebruiken, blijven er nog minder "links" over. Waarom nou "links"? Verbindingen, schakels, raakpunten...je hebt het voor het kiezen. Maar nee, het moet "links" zijn. En "rechts" dan?

"Wie zijn eigen taal niet beheerst, beheerst geen enkele taal"


Johan Nijhof - 19/10/06

Een standje van de taalpolitie dus. Het gebruik van het woord „link“ wordt gelaakt.
Jan Paradijs vraagt zich kennelijk niet af, of er een reden was om af te zien van raakvlakken (raakpunten bedoelde ik al helemaal niet!).
Links kan behalve golfvelden nog een paar andere dingen betekenen. Ik had een paar van die associaties nodig, maar het woord links is blijkbaar niet lang genoeg geleden in het Nederlands overgenomen. Rappen wel?


Jan Paradijs - 22/10/06

"Taalpolitie". Ach Johan, komt u nou toch. U mag zo slecht schrijven als u wilt, niemand kan het u verbieden, ik al helemaal niet. Maar doet u nou niet, alsof u hele diepe semantische redenen had om "link" te schrijven. U dacht er gewoon niet verder bij na. "link" zegt iedereen toch? Is toch allang overgenomen? Maar dat is toch juist het punt, Johan. Door wie overgenomen? Waarom? Om een zinvolle verrijking van het Nederlands te krijgen? Of was het de gebruikelijke gemakzucht en slordigheid? Hoort het niet eerder in dezelfde klasse thuis als "zijn maaind opmaken", "iemand bleemen", "steetment", "impekt", "deddikeetet spoorlijn" (eerlijk, zelf gehoord uit ministermond), "treinkresh", "gebrainwashed" etc. etc. etc.?
Waar gaat het uiteindelijk om in de diskussies op een stek als deze als het niet de kwaliteit van het Nederlands is?
Stel dat u teveel zout in uw soep doet en iemand zegt daar wat van. Spreekt u dan ook van "kookpolitie"? Verandert u liever uw recept!
P.S. Volkomen terzijde en hier niet op z'n plaats: Weet u wat ook leuk is? Nederlandse presentatoren denken dat buitenlandse woorden om het even uit welke taal op z'n Engels uitgesproken moeten worden. Zo hoorde ik de voornaam van de Franse toneelschrijver Eugène Scribe als "Joedzjien" uitspreken en "Walter Benjamin", de Duitse filosoof en literatuurkritikus als "Wolter Bendzjemin" (meer voorbeelden op aanvraag). Is blijkbaar geaccepteerd, doet iedereen. Nou, dan wij toch ook?


Gooitske Hornstra Moedt - 24/10/06

Paradijs lost?! Link is een ingeburgerd woord, inderdaad ja. Nou en? Waarom zou je daar wat op tegen hebben? Bovendien vind je het woord link in de betekenis "betrekking", "relatie" ook in de Van Dale, of is het nu linke soep dat ik dit schrijf?


Jan Paradijs - 30/10/06

Dat "link" in de Van Dale staat doet, met verlof gezegd, absoluut niet ter zake. De Van Dale volgt op afstand de veranderingen die er in het Nederlands plaatsvinden. Wanneer Nederland collectief besluit zich als het taalkundig debiele Henkie van Europa te gedragen, dan wordt dat in de Van Dale weerspiegeld. De vraag is dus: Gedraagt Nederland zich zo? Paradijs vindt: Ja, tamelijk. Dat heeft op zichzelf niets met "vreemde woorden" van doen. Het heeft te maken met ons volslagen gebrek aan interesse aan taalvaardigheid en taalcultuur, waaronder overigens ook de kennis van de vreemde talen in Nederland lijdt. Dat Nederlanders goed Engels zouden kunnen is een sprookje en wie eens goed wil lachen, moet beleven hoe een "Duits" sprekende Nederlandse politicus op de Duitse TV ondertitelt moet worden.
"Link" is heus niet het "ergste" voorbeeld. Maar in een forum als dit lijkt me toch de vraag "waarom gebruik je nou "link" terwijl er zoveel andere mogelijkheden zijn?" geheel op zijn plaats. Als je hier niet over nadenkt, waar dan wel?

"Wie zijn eigen taal niet beheerst, beheerst geen enkele taal"


Jan Paradijs - 31/10/06

ondertitelt -> ondertiteld. Mea culpa.
Paradijs


Johan Nijhof - 3/11/06

Kunnen nu de drie (3) andere taalkundige missers in het stukje van Paradijs ook even gecorrigeerd worden? Immers: "Wie zijn eigen taal niet beheerst, beheerst geen enkele taal"







print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot

     
recente reacties

Johan Nijhof:
"Kunnen nu de drie (3) andere taalkundige missers in het..."

Jan Paradijs:
"ondertitelt -> ondertiteld. Mea culpa. Paradijs..."

Jan Paradijs:
"Dat "link" in de Van Dale staat doet, met verlof..."

Gooitske Hornstra Moedt:
"Paradijs lost?! Link is een ingeburgerd woord, inderdaad ja. Nou..."

Jan Paradijs:
""Taalpolitie". Ach Johan, komt u nou toch. U mag zo..."

Johan Nijhof:
"Een standje van de taalpolitie dus. Het gebruik van het..."