“Kennis en vaardigheden sluiten elkaar niet uit”
Jan T’Sas, hoofdredacteur Taalschrift - 20/12/06
“Je kunt kennis en vaardigheden niet tegen elkaar afwegen zoals prei en wortelen”, zegt Jan T’Sas. “In modern onderwijs zijn beide noodzakelijk. Maar niet alle leraren (willen) weten hoe ze dat moeten aanpakken.” Daarmee reageert hij op het ‘kennisalarm’ dat na Nederland ook Vlaanderen beroert en waarbij vanuit sommige hoeken wordt gepleit voor de terugkeer van het pure geheugenwerk. Reageer in het discussieforum van Taalschrift.
De Vlaamse media springen de afgelopen weken massaal op de alarmkreet van een Brugse leraar uit het secundair/voortgezet onderwijs. ‘De parate kennis van onze leerlingen is tot een alarmerend peil gedaald’, daar komt het op neer. In een spelprogramma op een commerciële tv-zender weet een meisje niet te zeggen waar de toren van Pisa zich bevindt, leerlingen schrijven niet meer correct, velen kennen hun geschiedenis niet meer, laat staan hun tafels of werkwoordvervoegingen…
Nederland uitte die kreet al eerder. De Nederlandse Onderwijsraad heeft zelfs een onderzoek laten uitvoeren om na te gaan hoe (erg) het werkelijk is gesteld met het kennisonderwijs en om adviezen te geven. De recent ingevoerde canon van honderdvijftig te memoriseren geschiedkundige feiten is een ander signaal dat men zich duidelijk zorgen maakt. ‘Ze kennen niets meer’, zegt een docent.
Nu is het Nederlandse onderwijsbeleid avontuurlijker dan het Vlaamse. Denk maar aan de drastische en plotse invoering van het studiehuis. Leraren en leerlingen waren zo slecht voorbereid op het concept van (weinig) begeleid zelfstandig leren dat het wel moest mislopen. En in kennisaspecten van taalvakken – denk maar aan grammaticale regels – is destijds zo draconisch geschrapt ten voordele van vaardigheidstraining dat men er tegenwoordig een vaardigheidskater aan overhoudt, want het inzicht in het taalsysteem blijkt compleet zoek.
In Vlaanderen wordt voorzichtiger gelaveerd. Begin jaren 90 koos het Vlaamse talenonderwijs niet voor een radicale ommezwaai naar vaardigheden, maar voor een accentverschuiving. Langzaam maar zeker ontdekten de meeste leraren hoe ze kennis en vaardigheden op effectieve wijze kunnen integreren in hun les.
Zij worden tegenwoordig echter nogal gratuit beledigd. Een bepaalde groep leraren klaagt over het tekort aan kennis en een teveel aan vaardigheden, zowel in het basis– als in het secundair onderwijs. Massaal schieten die leraren met scherp op het beleid, de onderwijsinspectie, de lerarenopleiders, de didactici, de pedagogisch begeleiders... Leerplannen worden voor de galg gesleept als kennisontwortelende keurslijven en sommigen pleiten ronduit voor een terugkeer naar het traditionele onderwijsmodel van pure kennisoverdracht met veel geheugenwerk en – in taalonderwijs – driloefeningen om de grammaticale regels er opnieuw in te pompen. De enigen die in al dat gezeur buiten schot blijven, zijn de aanvallers zelf. Ik moet de eerste reflectie nog lezen van een leraar die in de spiegel durft te kijken en zegt: ‘Misschien pakken wij het anno 2006 verkeerd aan.’ En ja, misschien zit daar wel de kiem van het probleem.
Pedagogen zeggen al tweehonderd jaar dat de jeugd steeds dommer wordt. Eenvoudige wiskunde leert me dat dit onzin is. Jongeren kennen en kunnen andere dingen dan vorige generaties (net zoals wij, vergeleken met de generaties voor ons), en ook hun attitude tegenover leren is veranderd. Veertig jaar geleden was lesgeven zo goed als dogmatisch kennis overdragen. De leraar was alwetend, punt uit, en je had als leerling maar te slikken en te reproduceren, op straffe van een slecht rapport of vroegtijdige uitsluiting. Dit was het model waarin kinderen en jongeren braaf wachten tot de leraar zijn kennis voor eens en altijd in hun hoofden giet en dat ervan uitgaat dat leerlingen per definitie gemotiveerd zijn om gelijk welk soort kennis zonder enige kritische zin op te slaan en later te reproduceren. Naïef en uit de tijd, geef toe. Via louter geheugenwerk win je misschien een quiz, maar geen debat.
Vandaag de dag is de samenleving complexer en veeleisender en zijn de informatiebronnen oneindig veel groter, boeiender en toegankelijker. Bovendien is 85 procent van bijvoorbeeld de technische kennis jonger dan vijftien jaar (en straks wellicht jonger dan tien of vijf jaar). Dat zijn wel heel veel veranderingen om als leraar de baas te kunnen. Wat me daarom in het hele debat stoort, is het gebrek aan definiëring van het begrip kennis en de simplistische manier waarop kennis en vaardigheden tegen elkaar worden afgewogen. (Over attitudes en waarden wordt zelfs niet gesproken.) Ook over al of niet effectieve didactieken lees ik weinig.
Natuurlijk moet je een referentiekader van parate kennis hebben. Zonder dat referentiekader bekijk je de wereld enkel door het sleutelgat van je eigen belangen of problemen. Maar zonder vaardigheden krijg je de deur naar de wereld niet open. Kennis en vaardigheden zijn dus met elkaar verweven, je legt ze niet als prei en wortelen naast elkaar op een weegschaal.
Bovendien is de didactiek om op een motiverende manier vanuit vaardigheden met de leerlingen kennis op te bouwen, al jaren gekend, zeker binnen het taalonderwijs. Een leraar die weet hoe het moet, vertrekt vanuit elementen uit de leerstof die relevant zijn voor leerlingen en hen kunnen inspireren. Vervolgens bouwt hij met de leerlingen mee aan inzicht en aan een ruimer denkkader. Dat lukt niet zonder vaardigheden. Dit alles legt hij ten slotte mee vast in de vorm van gegevens die leerlingen (jawel!) uit het hoofd moeten leren maar die ze ook moeten kunnen toepassen, transfereren, in verband brengen met andere kennis. Dat zijn ook weer vaardigheden. Haal die eruit en je krijgt plat trucjesonderwijs dat elke relevantie verliest en waarvan weinig blijft hangen. (Dat hebben velen onder ons genoeg ervaren, of spreken we met z’n allen in Vlaanderen zo goed Frans tegenwoordig?).
Toegegeven, het is veel makkelijker om vooraan in de klas je verhaal te doen en verder naar niets te kijken. Maar zelfs de beste verteller zal merken dat dit lang niet meer volstaat om leerlingen tot leren aan te zetten. Misschien is het signaal van de Vlaamse ‘kennislobby’ dan ook vooral een kreet van frustratie dat het op de traditionele manier niet meer lukt.
Is de roep om meer kennis in het (Vlaams) onderwijs sterk overdreven en
pakken leraren het verkeerd aan? Geef je mening hieronder in het (discussie)forum.
Frauke Pauwels - 30/12/06
Blijkbaar is het vakantie voor de leerkrachten... De discussie die in media en leraarskamer al wekenlang woedt, lokt hier geen enkele reactie uit. Straks worden lesvoorbereidingen opnieuw gestart, en wordt de discussie weer wakker - of dommelt ze zachtjes in. Ik (zelf 'jonge' leerkracht) vrees dat een groot deel van wat hierboven staat, waar is. De opmerking dat ik het niet helemaal eens ben met die kreet om kennis, werd op school op meewarige blikken onthaald.
Maar wat doen we dan met al die jonge leerkrachten, die in de brief van de Brugse leraar zo onwetend afgeschilderd worden? Misschien zijn zij wel de eerste generatie(s) die niet meer in het strakke keurslijf van louter kennisoverdracht zijn onderwezen, en precies daarom zoeken naar een geschikte omgang met de leerplannen? Zoeken, ja, want het gaat met horten en stoten, zodat het resultaat soms wat op zich laat wachten. Maar wordt in elke andere 'gedoceerde' les dan zo aandachtig opgelet?
En dan de bewering dat, opnieuw de jonge, leerkrachten niet weten wat in de bedrijfswereld wordt verwacht? Geen mensen die volgepropt zijn met kennis en zelf niet kunnen handelen, dat mag duidelijk zijn! Vele bedrijven willen werknemers met sterke vaardigheden, de nodige creativiteit en een degelijke algemene kennis. De specifieke opleiding verzorgen ze graag zelf. Eens te meer zou ik willen pleiten voor de ooit voorgestelde bedrijfsstages. Want hoe kan iemand die zijn hele leven nooit anders dan een schoolomgeving heeft gekend (tot 18 achter de schoolbanken, ergens tussenin van 18 tot 21, en dan alweer ervoor), leerlingen opvoeden tot goed presterende, aangepaste burgers?
Dit kennisdebat is een gevaarlijke discussie: een correct en omzichtig geformuleerd antwoord vraagt minstens het volume van een boek, wat kennis is en wat vaardigheden zijn, moet duidelijk worden beschreven, een schietspel tussen voor- en tegenstanders moet worden vermeden. Maar laten we alstublieft niet alles overboord gooien, omdat het zoveel makkelijker is om alles bij het oude te laten. Lesgeven aan 25 zwijgende leerlingen is gemakkelijk, maar de leerlingen en de leerkracht worden er geen stap slimmer van.
Een verkoper die zijn waar niet kent, maar goede verkoopstrategieën hanteert, verkoopt de eerste keer misschien wel iets, maar later weinig meer. Een verkoper die zijn waren kent, maar er niet in slaagt om erover te praten, verkoopt misschien nog minder. Geen van beide is een goede verkoper. Hebben we er dus niet alle baat bij om de beste verkopers voor de klas te plaatsen? Iemand die verkooptechnieken én zijn waren kent? De leerling is nu al een kritische consument. Maar wil hij zijn bedenkingen gepast uiten en de argumenten van de verkoper kritisch doorzien, dan heeft hij nog heel wat kennis én vaardigheden nodig. Alleen een soep van prei én wortelen kan hem die schenken.
|
ed van der meulen - 30/12/06
De oliebollen voor nieuwjaar
De knallen hier en daar.
De ongelukken o zo waar.
Nou we werken aan en Nieuwe ERA met ook wereld vrede en een boel meer. En voor de scholen feestlessen. Nu is er ook veel uitval van leerlingen. Dus er kan heel wat verbeteren.
Wij, aan onze kant, hebben pech gehad met drie mensen die ons met toneelspelers konden verbinden. Dus we zoeken nog zo iemand met een pracht baan na afloop.
In Nederland willen sommigen een kennismaatschappij. Enkel vaardigheden hebben de BRIC landen meer te bieden (Brazilië, Rusland, India en China)
Toch een interessant artikel van Jan T’Sas.
Het gaat altijd om een combinatie van vaardigheden en kennis. Je kan wel veel van taal weten maar niets kunnen uitdrukken. Dat is wat raar.
Fijn 2007
|
Johan Nijhof - 2/01/07
In februari 1997 schreef ondergetekende in het Parool het volgende artikeltje, in reactie op een wat onbezonnen uitlating van een Delftse professor. Het heeft kennelijk nog niets aan actualiteit ingeboet en lijkt hier bij uitstek relevant. Mag ik mijzelf even citeren?
De nieuwe nitwit
De bewering van prof. dr. J.W. Koolhaas in het Parool van 3 februari dat veel kennis de creativiteit in de weg staat, staat meteen onder verdenking een briljante vondst te zijn die nu eens niet door overmatige kennis werd gehinderd. Helaas is dit onjuist: deze gedachte vind ik al terug in tien jaar oude boeken in mijn bibliotheek.
Dat leidt meteen tot een dilemma: als Koolhaas deze kennis eerder had bezeten, hadden wij niet tot 1997 behoeven te wachten met het dienovereenkomstig inrichten van het onderwijs. Anderzijds: als deze kennis waardevol is, hadden we het kind bijna met het badwater weggegooid.
Socrates - een enkeling weet het nog - stelde indertijd dat het enige dat wij weten is, dat wij niets weten. De “nieuwe nitwit” wil zelfs daarvan echter niets weten. Op inzichten wordt voornamelijk gehoopt. Zij moeten ons volgens James Redfield (schrijver van De Celestijnse Belofte) aan komen vloeien.
Wij lezen van Kamerleden die feiten maar onzin vinden, van geestelijken die de Tien Geboden niet meer zo gauw zouden weten.
Alleen op de frisse creativiteit lijkt het nog even wachten.
De nieuwe nitwits onder onze vroede vaderen nemen steeds meer hun toevlucht tot trial and error. Als het erg misgaat, word je wel teruggefloten. Of het nu over paspoorten, asielbeleid, luchthavenuitbreiding of werkloosheidsbestrijding gaat, men roept maar wat.
In onze hersenpan ligt een melkweg van mogelijkheden, schier eindeloze ruimte voor de opslag van feiten. Zulke kennis ballast noemen, is wat eigenaardig. Ze weegt namelijk even weinig als de informatie in de computer: helemaal niets. De hersenpan wordt echter steeds meer onbenut gelaten, althans alleen nog als klankkast gebruikt voor wat ons vanuit de ether toewaait.
Het bezwaar van veel kennis is de onjuistheid en onvolledigheid. Kennis veroudert zo snel dat veel ervan eigenlijk nooit waar is geweest. Het is moeilijk voorstelbaar dat kennis met eeuwigheidswaarde (zoals een wiskundige stelling) creativiteit dodende ballast is.
Wie weet dat de aarde een platte pannenkoek is, wil haar niet omzeilen.
Dat het bij talenkennis niet zo werkt, begrijpt ook een Delftse hoogleraar. Praktische talenkennis moet parate kennis zijn om gebruikswaarde te bezitten, maar of het op andere kennisgebieden wel werkt, staat nog te bezien.
Het onmiddellijke effect van Koolhaas’ spreekbeurt is wel voorspelbaar. De stelling zal zeker bij de minister van onderwijsbezuinigingen goed gevallen zijn.
|
Robert - 5/01/07
"Pedagogen zeggen al tweehonderd jaar dat de jeugd steeds dommer wordt".
Hoe kan je dit nu in godsnaam schrijven. Ik ben echt verbaasd. "Waren die pedagogen nooit jong geweest dan hadden ze misschien méér hersens en een beter geheugen dan nu”.
De schrijver wil toch aantonen dat ondanks de ontwikkeling van kennis wij niet veel meer zijn opgeschoten dan 200 jaar geleden?
Of is het geheugen van de mens zo geëvolueerd dat de mens zijn vaardigheid heeft vergroot maar zijn kennis niet?
Het laatste is waar.
|
margreet - 6/01/07
Mooi gezegd Robert... De letters blijven het zelfde toch
|
Frans Vermeulen - 7/01/07
Uit kennis vloeit kunde voort. Opbouwen van kunde naar kunst -of de overtreffende trap van/en afgeleid van kundigst- gaat hand in hand met het raadplegen en medeopbouwen van kennis; als die dan is/wordt opgeschreven in klare taaleigen woorden, kan ze ongerept worden doorgegeven aan nieuwe lerende opbouwers. Dit is ook het wezen van het onderwijs (wijzend op de onderbouw).
Kunst wordt hier verstaan in de breedste zin van het woord: de kunst van het onderwijzen, de kunst van het leren, de kunst van het opbouwen, de kunst van de juiste woordkeuze, de kunst van het leven.
|
Rob Stravers - 8/01/07
Leren kunnen we allemaal; de een zal alleen wat meer tijd - of een andere vorm van overdracht - nodig hebben dan de ander om hetzelfde op te slaan. Creatief omgaan met wat we weten is een heel ander verhaal. Dat vermogen hebben we, of hebben we niet. Kijk alleen maar naar de grootmeesters in de schaak- en bridgewereld. Zonder zichtbare inspanning staan ze straatlengten voor op de kanslozen die zich suf leren om aan de top te komen. Wat docenten wel kunnen doen is de leerlingen helpen hun aanwezige creatief vermogen op te starten, uit te buiten. Maar, om dat goed te kunnen doen, zullen de docenten moeten beschikken over (creatieve) vaardigheid...
|
Armand De Meyer - 8/01/07
De hele discussie lijkt me erg futiel. Ik zou echt niet weten hoe je wiskundig vaardig wordt zonder kennis van de inhouden. Hoe zou ik aan meetkunde kunnen doen zonder kennis van de stellingen? Toch herinner ik me vanuit mijn middelbaar onderwijs (ruim 50 jaar terug) dat sommige leerlingen het wel eens probeerden met kennis alleen: ze memoriseerden de stellingen en slaagden dan enkel in de wiskundezwakke richtingen, waar enkel stellingen opgevraagd werden. Wiskunde vergt oefening, de basis van elke vaardigheid.
Ik herinner me ook een proefje bij het begin van mijn universitaire opleiding (psychologie,40 jaar terug). De hoogleraar didactiek stelde (schriftelijk) een aantal eenvoudige vragen zoals 1/2:1/2. 3/4de van de groep gaf 1/4 als antwoord. Of nog: de periode gedurende dewelke Keizer Karel regeerde, de oppervlakte van een parallellogram. De meerderheid antwoordde fout of niet. De conclusie van de hoogleraar (een aanhanger van de denkpsycholigie van Selz): het hameren op parate kennis is niet vruchtbaar.
De voorbeelden die ik hierbij aanhaalde dateren van lang voor de "vernieuwingen" binnen het secundair onderwijs. Overigens is het duidelijk dat onderwijsvernieuwing in Vlaanderen vooral terug te vinden is in het basisonderwijs, in het secundair onderwijs was dit, ook met het inmiddels gesneuvelde VSO, heel wat minder het geval.
Het is ongetwijfeld zo dat jongeren in Vlaanderen meer spelfouten maken (net zoals de onderwijzers overigens, enkele decennia terug ondenkbaar), het is ongetwijfeld zo dat ze gemiddeld genomen hun tweede landstaal minder goed beheersen. Maar hiervoor moet natuurlijk niet enkel het onderwijs op afgerekend worden: de motivatie om goed Frans te spreken, correct te schrijven vermindert immers samen met de maatschappelijke waardering hiervoor.
|
Paul van de Weg - 8/01/07
Mijn mening zou ik kort in een zin kunnen weergeven "Ze kennen en kunnen steeds minder".
Als ik in een supermarkt moet afrekenen, het bedrag bijvoorbeeld 70 cent bedraagt en ik geef € 1,20, komt de verbaasde reactie "Mijnheer, dat is veel te veel".
Ik ben lid van een oostenrijks "klassieke muziek"-forum. Toen ik eindexamen deed (1960 of 1961), werd nog veel aan grammatica der vreemde talen gedaan.
Ik schrijf veel in dit forum, maar als ik een belangrijke bijdrage wil leveren, stuur ik het concept ter correctie naar een der forumleden, alvorens het artikel op het internet te plaatsen. En dan ben ik altijd verbaasd, wat er nog aan fouten te vinden is.
Moeiteloos echter slaat mijn bijna 89-jarige moeder mij op dit grammaticale gebied. Regeert dat voorzetsel hier derde of vierde naamval? Is deze constructie niet eigenlijk aanvoegende wijs, etc.
Maar ook op het gebied der engelse en franse taal is haar grammatica veel beter dan de mijne.
Toen ik van de 2e naar de 3e klas van het lyceum overging, had ik een taak voor frans gekregen. O.a. alle franse onregelmatige werkwoorden kennen.
Daar zaten we, in het buitenland, zonder boeken. Want mijn rapport werd mij nagestuurd.
Er werd een leeg schrift gekocht, en zij begon te dicteren:
"Schrijf op battre - battant - battu - je bats - je battis
tu bats
il bat
enzovoort.
De jongere garde (30+) ziet regelmatig duitse, franse en engelse vrienden van ons.
Daarbij is mij geblekem, dat hun spreekvaardigheid in de engelse taal beter is dan de mijne. Grammaticaal zijn we ongeveer gelijkwaardig.
Daarentegen is het met de franse en duitse spreekvaardigheid erbarmelijk gesteld. Hoewel zij op het gymnasium t/m de vijfde klas beiden alle vreemde talen hadden en eerst in de zesde klas frans c.q. duits lieten vallen. En over hun grammaticale kennis zwijg ik maar.
Nog zoiets "stoms". Een tijdje was ik sportmedewerker bij een dagblad. Daar leverde ik een artikeltje in, waarin ik geschreven had "De dames, die haar dubbel hadden gewonnen...". De dienstdoend redacteur haalde er een streep door, zeggende "Mijnheer, het is hun. Haar is fout".
Laat in 's hemelsnaam weer meer parate kennis als eis gesteld worden. En begin met verplicht te stellen, dat iedereen de tekst van het Volkslied kent.
|
Achim - 8/01/07
Kijk kijk kijk...
Al een hele tijd terug stelde ik mij vragen bij de nieuwe aanpak.
Ikzelf heb nét volwassenenonderwijs voltooid om zo mijn ASO (voor Nederlanders: VWO) te behalen. Nu timmer ik aan mijn traject om leerkracht te worden voor de vakken Nederlands, geschiedenis en aardrijkskunde.
In dat "TweedeKansOnderwijs" werd ook eensklaps het "nieuwe systeem" ingevoerd. Weg van cognitieve kennis en volop naar verworven vaardigheden. Voor mij was het nagenoeg een hel, maar ik heb het traject desondanks met vrucht weten te behalen, gelukkig. Maar wat ik heb geléérd? Wel, hoe meer de lessen werden geschoeid op de leest van "verworven vaardigheden", hoe minder ik ervan leerde. Eén leerkracht, namelijk de leerkracht biologie en chemie, werkte 100% op "verworven vaardigheden", namelijk "opzoeken, interpreteren, verwerken".
Mooi is dat. Dat kon ik daarvoor ook al. Ik heb dus niets bijgeleerd. Ook niet van die beide wetenschapsvakken, want ik kan me er nauwelijks iets van herinneren. Wél weet ik nog een en ander van de les chemie van daarvoor, die een jaar langer geleden is en die cognitief was georienteerd.
Maar als je gewoon even nauwkeurig bekijkt wat de andere reacties waren, kan je metéén aflezen wat onze schoolpsychologe mij ook bevestigde en wat mij evenmin verbaast als de kennis dat de aarde rond is: het één is even dwaas als het andere!
Het is namelijk onzin om te stellen dat cognitieve kennis belangrijker of onbelangrijker is dan verworven vaardigheden!
Het is tevens onzin om te stellen dat het aanleren van vaardigheden gemakkelijker of moeilijker is dan het aanleren van congnitieve kennis.
Wij zijn allen mensen en de ene werkt op deze manier, de andere verkiest de andere methode...
Als je erg nuchter en bewust nadenkt over de hele situatie, dan kom je maar tot één sluitend resultaat, volgens mij:
Het (al dan niet in praktijk) splitsen van beide groepen. Kinderen moeten van in het lager onderwijs voorbereid worden op de hen onbekende manier van werken.
Dat betekent concreet:
De kleurterschool stelt vast hoe een kind van nature uit leert.
Die kennis wordt gebruikt in het basisonderwijs, zodat in het eerste jaar lagere school gewerkt word op de manier die het beste past bij het kind. Stilaan krijgt het kind de andere werkwijze aangeleerd, zodat het tegen het zesde leerjaar tenminste een minimum van beide manieren beheerst.
In de middenschool kan daarop worden verder gebouwd.
Zo krijgt het kind stapje per stapje een coherent geheel van vaardigheden en cognitieve kennis.
Mooie tekst, trouwens, Jan! Proficiat! En beste wensen voor 2007 en groetjes aan je broer! ;-)
|
robert - 9/01/07
¨Zo krijgt het kind stapje per stapje een coherent geheel van vaardigheden en cognitieve kennis¨.
Vreselijke zin. Ik leerde vroeger (ja ik ben school gegaan) op de Universiteit Amsterdam dat een kind ´niet´ stap-voor-stapje leert. Het ene moment meer dan het andere moment. Soms niets en ineens véél. En om dit nu ´cognitieve kennis´te noemen = een verdubbeling.
Doe mij ook de groeten en een sukses vol jaar. (Zonder smoeltjes.)
|
Johan Nijhof - 11/01/07
Met het “tegen elkaar afwegen zoals prei en wortelen” heb ik wat moeite. Wie weegt die nu tegen elkaar af? Op de verhoudingen komt het immers niet zozeer aan, als beide elementen maar in royale mate aanwezig zijn in de soep.
Als men kijkt naar de technische mogelijkheden die de afgelopen kwart eeuw ons heeft geschonken om het leerproces te vergemakkelijken, is het wel heel droevig wat daar uit gekomen is.
In misschien twee à drie uur kun je van een simpel interactief programmaatje leren zinsontleden. Gebeurt dat? Welnee: Ik citeer Trouw 8/1 (over dt-fouten) „Het is mij op de basisschool ook nooit goed uitgelegd. Als ik er nu problemen mee heb, antwoordt een leraar dat ik dat toch ondertussen wel had moeten weten, en dat hij geen zin heeft om het weer uit te leggen.”
Het punt is dat de kenniscomponent systematisch is ondergraven, er is geroepen dat kennis ballast zou zijn. Inderdaad is van alles vindbaar, maar hoe voorkomen we b.v. de fouten uit het verleden als hoogleraren geschiedenis ook niet meer weten hoe het zat?
De staatsrechtelijk nogal wringende oplossing van de jongste kabinetscrisis in Nederland is aangedragen door een premier die hoogleraar is geweest, een doctoraal geschiedenis heeft en rechtsgeleerdheid, waarin hij is gepromoveerd.
Een leerling in het Trouw-artikel: “Ik vind het goed dat we ons alleen hoeven te verdiepen in wat we leuk vinden.”
Elk ander hoger zoogdier voedt zijn kroost op, o.a. door met eindeloos geduld voor te doen. Wij laten ze ontdekken wat onze generatie nog wel had geleerd, maar wat de huidige generatie docenten blijkbaar zelf niet leuk vond.
Dit kan ons aardig opbreken. Niet alleen kabinetten storten in, door rekenfouten ook bruggen en stadions. En dat gebeurde in de middeleeuwen nu juist zelden of nooit.
“Pedagogen zeggen al tweehonderd jaar dat de jeugd steeds dommer wordt” Oh, ja, 200 jaar? Zulke klachten vind je anders ook in het antieke Egypte al hoor. Als het toen wellicht niet waar was, zegt dat echter nog helemaal niet dat het nu niet waar is. Die kennisoverdracht is immers inmiddels bij wet afgeschaft.
Collega Martin Slagter, docent in het hbo, toont in zijn artikel - HBO niet klaar voor internet –(NRC 9 jan) glashelder aan de hand van de normering aan, dat het niveau van schriftelijke taalbeheersing “in tien jaar is gedaald beneden het niveau van de vroegere meao-leerling”
Mogen we met deze harde feiten misschien waarschuwen dat het mis gaat? En de discussie moet dus niet gaan over een verdediging van het bijbrengen van vaardigheden in het moderne onderwijs, want die worden door niemand verketterd. Alleen zou er een enorme hoeveelheid kennis bij horen te zijn aangeleerd. (Wát er toegepast moet worden en waaróp gereflecteerd wordt, is echter steeds minder duidelijk, schrijft Slagter.)
Kennis is geheel pijnloos, geef toe. De oude mythe, dat Zeus vreselijke hoofdpijn had toen hij Pallas Athene baarde, is onzin. De dogmatische kennisoverdracht die T’Sas kritiseert, is immers precies wat wij in de natuur ook zien gebeuren. Daardoor overleeft generatie na generatie.
Maar ook dingen als de appreciatie van poëzie, een vaardigheid zo u wilt, zijn vormen van kennis die voorgeleefd moeten worden.
En een debat win je gemakkelijk met de oude rhetoricaregels. Heeft u dat wel eens een leerling zien doen?
|
Femia Cools - 12/01/07
hink stap sprong wellicht beter. maar wie zegt dat de stapjes gelijk zijn?
merkwaardig het splitsen van cognitief en vaardigheid. wie verzint zoiets? iemand die heel ver buiten het veld met een omgekeerde verrekijker het veld bestudeert; en vervolgens bindend voorschrijft hoe het in het veld moet toegaan?
het belangrijkste van onderwijzen is de mens nieuwsgierig (aldus leergierig) maken. zowel cognitief als op het gebied van vaardigheden.
daarnaast is voor de training van het jonge geheugen het stampen (herhaling) een wetenschappelijk bewezen probaat middel. dit geldt op alle gebied: evenwicht (zowel innerlijk als fysiek), spel en sport en omgangsvormen, etc.
|
Roussou - 12/01/07
Ik was leraar en ben blij, dat ik op m'n zestigste jaar nog min of meer gezond uit de school ben gekomen. Ik had het niet nog eens vijf jaar uitgehouden.
Wat heb ik in schei- en natuurkunde vastgesteld? De dames en heren leerlingen kunnen telkens minder. Repetities van 10 jaar terug kun je niet meer gebruiken.
Hoe komt dat? De leerlingen worden 'gepamperd'. Als de resultaten niet goed zijn, wordt het niveau aangepast. Ook al weerde ik me daar zoveel mogelijk tegen, op een gegeven moment moet je mee. Al was het maar om je zelf te beschermen. Wan jij leraar moet je in de school altijd rechtvaardigen. Het ligt nooit aan het systeem.
Als ik ex-leerlingen spreek, hoor ik dikwijls hoe zeer hen de broodnodige basiskennis ontbreekt.
Leraren die met goede cijfers rondstrooien hebben het heel gemakkelijk in de school. Een goede leraar geeft goede cijfers.
Klaar. Maar als je zo'n klas overneemt begrijp je niet waar deze resultaten vandaan komen.
Dat mijn kijk niet geheel en al fout was, zag ik tot mijn genoegen aan de eindexamen resultaten.
|
peter - 12/01/07
citaat: "De enigen die in al dat gezeur buiten schot blijven, zijn de aanvallers zelf. Ik moet de eerste reflectie nog lezen van een leraar die in de spiegel durft te kijken en zegt: ‘Misschien pakken wij het anno 2006 verkeerd aan.’ En ja, misschien zit daar wel de kiem van het probleem. "
Jan T'Sas had eens bij eens op school moeten komen luisteren! Ik ben het als één van de weinigen helemaal met hem eens. Reden waarom ik besloten heb dat dit mijn laatste schooljaar zal zijn.
Aan iedereen die achter blijft in het onderwijs: succes met veranderen!
peter
|
Roger Rambour - 12/01/07
Geachte,
Als leraar Frans kan ik beamen dat men TE VEEL de nadruk legt op de vaardigheden. Eén vaardigheid is heel belangrijk: de SPREEK-vaardigheid en dit moet in het talenonderwijs gestimuleerd worden. Maar onze leerlingen kunnen geen zinnen meer bouwen; ze kunnen niet meer zonder fouten schrijven. Hoe zou dat komen? De kennis wordt inderdaad verwaarloosd. Of zal de computer alle problemen oplossen? Of de pedagogen achter hun bureau?
Hoogachtend,
Roger Rambour
|
Roel - 12/01/07
Alle verandering is nog geen verbetering. (Wat een cliché!) Maar je kunt uit elke verandering toch dat pikken wat je goed dunkt?
Ik ben een "ouderwetse" leraar, sta pas 36 jaar voor de klas. Basisonderwijs, directie en voortgezet onderwijs. Ik ben voor het leren van veel kennis. Ik moet velen gelijk geven: de kennis wordt echt minder. Maar dan hebben we het wel over kennis die wij moesten hebben. Die kennis is nu ook nodig, maar niet alles. En daarvoor in de plaats weten (kennen/hebben) leerlingen van nu, andere kennis, waarin ze hun "leermeesters" verre overtreffen. I-pods, megabits en gigahertzen, ze flitsen mij voorbij om bij mijn leerlingen wel te landen.
Het tweede deel van de discussie ging over vaardigheden. Laat ze alstublieft ook meer vaardigheden leren dan wij vroeger! Vaardigheden o.a. in het verzamelen van kennis...! Maar ook in argumentatie/discussie, vergaderen, het leren van oplossingsmethoden en ga zo maar door.
Ik wens mijn onderwijscollega's veel wijsheid toe in dit prachtige beroep, maar sla nooit door naar één kant. Ook al wil een ministerie/schoolinspectie dat!
(o ja, robert -Robert??- fijn dat je school bent gegaan -klopt dat echt?- ik weet niet wat een sukses vol jaar -succesvol??- is)
|
marc hullebus - 12/01/07
Geachte/Beste collega,
in december 2006 heb ik via de media de aandacht gevestigd op het probleem van de afnemende kennis en vaardigheden bij onze schoolgaande jongeren. Ondertussen is het probleem in zijn juiste context geplaatst en is het probleem veel groter dan toen geschetst. Wat toen aan het licht kwam, was het spreekwoordelijke puntje van de ijsberg. Momenteel gaat het dus al helemaal niet meer over kennis versus vaardigheden, maar over “ontscholing”.
Ik hou er aan om u op de hoogte te houden van mijn verdere plannen, vandaar deze mail. Ik hoop op uw gewaardeerde steun te mogen blijven rekenen voor een niet-aflatende aandacht voor dit belangrijke probleem. Ik hoop bij u meer steun te vinden dan bv. bij het lerarentijdschrift (bij uitstek) “Klasse” waar het probleem doodgezwegen wordt, of bij de “Guimardstraat” alwaar een oorverdovende stilte in acht wordt genomen.
De actie gaat verder met als slagzin:
‘Meester, het mag weer!’
Ontscholing = onderbenutting van talenten
Zwak voor de sterke leerlingen, zwakst voor de zwakkere
En nog maar eens het - zoveelste (anekdotisch) - bewijs: onlangs op de Franse televisie (in de Franse tegenhanger van “Wie wordt multimiljonair”) denkt 56% van het publiek dat de zon rond de aarde draait!!! Met als gevolg dat de kandidaat er dan maar voor kiest om de stem van het publiek te volgen!! Lijkt met een leuke titel bij een eventueel artikel/interview.
Vandaag (12 januari 2007) kregen alle politieke partijen in Vlaanderen deze mail.
In zijn decemberrapport heeft nu ook de Nederlandse Onderwijsraad gewezen op de zorgwekkende daling van het onderwijsniveau. Bij de voorbije verkiezingen hebben de Nederlandse leerkrachten overigens massaal gestemd op politieke partijen die kozen voor herscholing in plaats van ontscholing. Vlaanderen is Nederland niet, maar ook in Vlaanderen werkt de ontscholing allang als een sluipend gif. Het gaat om veel meer dan om een discussie over kennis versus vaardigheden. Het gaat om de toekomst van ons onderwijs en om het beter benutten van alle talenten. Ontscholing = zwak voor de sterke leerlingen, zwakst voor de zwakkere. Als de ontscholing verder toeneemt, dan zal er straks geen weg terug meer zijn.
Door mijn oproep van eind november en de vele reacties erop is deze thematiek heel actueel geworden. Met de meer dan tienduizend mailreacties kunnen we al een boek van honderden pagina’s vullen. Samen met enkele geïnteresseerden hebben we de vereniging O-ZON (Onderwijs – Zonder ONtscholing) opgericht. We willen de thematiek verder uitdiepen en een breed en sereen debat voeren; we willen herscholing i.p.v. verdere ontscholing stimuleren. Een manifest/boek, met daarin ook fragmenten uit de ontvangen reacties zal in boekvorm uitgegeven worden. In maart/april 2007 plannen we ook een symposium over ontscholing/herscholing. Er is verder ook een website van de vereniging O-ZON in de maak, www.o-zon.be wordt actief eind deze week.
Prof. Elchardus schreef onlangs in KNACK dat ook de politici in het debat betrokken moeten worden. Terecht o.i. In het te verschijnen boek, op het komende symposium en ook vanaf eind deze week op www.o-zon.be willen we dan ook graag de standpunten van alle Vlaamse politieke partijen en van politici over het debat opnemen. Alle standpunten zijn welkom (pro, contra, enz.). We zullen uiteraard vermelden dat we alle partijen hebben aangeschreven.
Met deze mail willen we u informeren over onze nieuwe initiatieven.
In bijlage/op aanvraag (marc.hullebus@vhsi.be) sturen we u:
- een proefdruk van het manifest, dat deze week ook op de website geplaatst wordt,
- in dit manifest is ook een kleine bloemlezing uit de ontvangen mails opgenomen.
Wil deze informatie ook bezorgen aan de politici uit uw partij en in het bijzonder aan de leden van de onderwijscommissie.
We vermoeden dat de duizenden leerkrachten, ouders, directieleden, pedagogische begeleiders, ... uitzien naar de reacties vanwege de politici en de politieke partijen en hiermee ook rekening zullen houden.
Dank bij voorbaat voor uw medewerking aan het debat.
En verder een succesvol jaar.
Groeten,
Marc Hullebus (namens O-ZON)
En nu mijn vraag aan jullie:
het aangekondigde symposium geeft de microfoon aan de werkvloer.
Ik zoek sprekers die op het aangekondigde symposium positief uit de hoek wensen te komen met hun voorstel om ontscholing tegen te gaan. Zend mij de kern van uw betoog en uit de binnengekomen reacties selecteer ik een aantal sprekers. Ik zoek reacties uit alle onderwijslagen (van basisonderwijs tot universitair onderwijs), van ouders, directieleden, pedagogische begeleiders, studenten, ...
Grijp uw kans,
het woord is aan u.
(Marc Hullebus - marc.hullebus@vhsi.be)
|
Ruud Deyl - 12/01/07
Als volstrekte leek op het gebied van onderwijs geef ik hier toch graag mijn mening als ervaringsdeskundige:
Niemand kan een taal leren spreken zonder EERST de grammatica onder de knie te hebben gekregen. Uit de losse pols voor (bij voorbeeld) het Frans: de vervoeging van de regelmatige en de onregelmatige werkwoorden, de vorming van het meervoud, etc.etc.
VERVOLGENS (niet te lang mee wachten)het eigen maken (doen verwerven) van het idioom oftewel het taaleigen. Op de basis van een goede kennis van de grammatica zo snel mogelijk overschakelen naar het Frans van alle dag. "Doe de groeten aan uw vrouw!" "Zal ik doen!" ("Bien de choses à votre femme!" "Je n'y manquerai pas!" ). Dus: Eerst de kennis, dan de vaardigheden. Ik ben derhalve in het geheel niet afkerig van de "ouderwetse" grammatica-drill, die volkomen onterecht is afgeschaft door onwetende nieuwlichters. Er moet gewoon weer geblokt worden, zoals vroeger. De tijden mogen dan veranderd zijn, de mens is nog steeds dezelfde en ook zijn manier van leren. Gedenk Cicero's: Haurit aquam cribro qui discere vult sine libro. En voor de exacte vakken geldt mutatis mutandis hetzelfde grondbeginsel: eerst de wetmatigheden, dan de practische toepassingen. Eerst stampen, dan de praktijk.
"Onderwijsvernieuwing" is maar al te vaak "onderwijsvernieling" gebleken, ten detrimente van hele generaties inmiddels.
Ik ga nu vrolijk verder met de studie van mijn dertiende taal, het Japans.
Ruud Deyl
|
ed van der meulen - 12/01/07
Zo zit dat.
Ja, een project krijgen en er nog niets van weten. Dat is ook een grap. Alles zelf moeten uitzoeken. We zouden dat besparingen op het onderwijs kunnen noemen. Je moet wel gek zijn die holhoofdige parlementariers te geloven. Voor al die baasjes van hen kunnen van mij de put in. De voor eigen macht baasjes. Laat die maar opdonderen.
Kijk dus niet elkaar aan. Maar kijk naar onze betrekkelijk hoge politici. Die vermoorden het onderwijs. Van de kleuters tot de studenten. Besparen maar. Ha ha.
Vaardigheden en kennis zijn twee kanten van een zelfde vermogen. Leren is doorbraken meemaken. Nieuwe werelden ingaan. Ik kan er niets aan doen Robert. Maar je hebt gelijk. Zo veel mensen op dit topic hebben gelijk.
groeten
|
robert - 14/01/07
(o ja, robert -Robert??- fijn dat je school bent gegaan -klopt dat echt?- ik weet niet wat een sukses vol jaar -succesvol??- is)
Ik woon in Catalunya (dat is dus niet Spanje) Ik spreek Catalaans en 4 andere talen. Dit is het 5de land waarin ik woon. Soms redigeer ik mijn reactie niet en lopen op een of andere amnier verschillende talen doorelkaar...,...,
Vandaar
|
margreet - 14/01/07
Hier lees je weer een reactie van iemand die ‘niet’ geïnteresseerd is in KENNIS maar in ´taalfouten´. En aub weer géén reactie op Robert...,...!
Vaak reageren mensen op taalfouten horzelachtig. Succes vol zijn, kan óók. Een succesvol jaar ook. Ik wil diegene nog spreken die een succesvol jaar had. Aan de reacties te lezen niet dus. De wens is daarom cynisch en niet terecht; een onzinnige wens. Ik heb in mijn 25 jaar dat ik voor de klas sta nog nooit 1 succesvolle dag gehad. Andere in het onderwijs evenzo. Ik vind dat Robert een prachtige Volkskrant blog heeft. Weinig taalfouten maar héél véél KENNIS. Leraren die zo reageren – als op Robert – hoeven voor mij niet voor de klas te staan: die gaan niet voor kennis alleen maar voor vaardigheid.
“Domme mensen denken het te weten, daarom geloven ze ook wat ze zeggen en schrijven”, schreef Rusell.
In België is al veel langer een discussie over onderwijs verloedering. De filosoof Vande Veire heeft al heel wat werk verricht en als ik mij goed herinner zijn er al honderden boeken over geschreven. Alleen het is geen politiek onderwerp. Het kost bakken met geld en niemand heeft zin in het karwei. Dat sluit niet uit dat al die leraressen en leraren gezamenlijk er een jamboel van hebben gemaakt. Ik kan het weten. Ik heb 25 jaar in het onderwijs gezeten. Empirisch en met veel kennis zit ik thuis.
Robert een sukses vol jaar toegewenst.
|
margreet - 14/01/07
Ojaeenvoorbeeldje...,
(...) eerste honderd dae in hul nuwe pos ¨sukses vol¨ wil wees, in die eerste plek 'n goeie span moet saamstel en verenig.
´Nederland uitte die kreet al eerder´. Vind ik een vreemde zin. Ik maak onderscheid tussen Nederland en Holland. Hollanders zijn geen Nederlanders en spreken en denken anders. In Nederland is het onderwijs anders dan in Holland.
´Zonder dat referentiekader bekijk je de wereld enkel door het sleutelgat van je eigen belangen of problemen´.
Dit is ook weer een vreemde zin. Als iedereen nu door een sleutelgat kijkt dan is dat geen enkel probleem. Iemand die een ander begluurt door een sleutelgat (Satre) is niet van goedertrouw.
|
Marcel De Cauwer - 14/01/07
In de ogen van sommigen (of velen?) wellicht totaal onbelangrijk: om te reageren op dit forum moest ik mijn "e-mail adres" opgeven, waar ik "e-mailadres" had verwacht. Voor mij een ergerlijke spelfout en dan nog op de website van een "Tijdschrift voor taal en taalbeleid". Onvergeeflijk! Ben ik de eerste die het had opgemerkt? Het niet meer inzien of aanvoelen wanneer we te doen hebben met een samenstelling en het daardoor fout schrijven (met spatie) is m.i. een van de meest voorkomende spelfouten in het hedendaags Nederlands (zie ook "sukses vol" bij 'Robert', een van de voorgaande forumschrijvers, ondertussen gecorrigeerd door Roel tot "succesvol"...). Of deze materie nu behoort tot de prei of tot de wortelen zal mij worst wezen. Belangrijk vind ik dat een elementaire basiskennis als "wat zijn samenstellingen en hoe spellen we die woorden?" opnieuw meer aandacht krijgt. Ik erger mij dagelijks aan soortgelijke spelfouten, bv. in de wereld van de horeca (Dag Menu - Suggestie Menu - Wild Schotel...), op affiches, op websites (On line bericht, online dossier,...). Zonder veel moeite kan ik een hele 'verzameling' voorleggen! Voor meer ergerlijke (of lachwekkende) voorbeelden verwijs ik graag naar de site www.spatiegebruik.nl. Via dat kanaal kunnen we (op dit beperkte terrein) misschien toch iets bereiken...
---
Reactie redactie: oeps, inderdaad een foutje dat 'e-mail adres'...
|
ed van der meulen - 28/01/07
Hoepla
Margreet:
Ik heb in mijn 25 jaar dat ik voor de klas sta nog nooit 1 succesvolle dag gehad.
ed:
Dat snap ik niet Margreet. Je bent er toch zelf bij om er meer van te maken. Of maken anderen de dienst uit. Ik dacht dat de leerkracht vrij was in de klas. Dat lijkt me ook veel beter. Dan komt een leerkracht beter uit de verf.
En het onderwijs is ook best te verbeteren. Mensen moeten het alleen maar met elkaar willen en niet zo achter anderen aanlopen die er verder niets van weten. Gewoon wat meer zelfstandigheid. Wat eigenwijzer zijn.
groeten
ed
|
Peerke - 1/07/07
"In een spelprogramma op een commerciële tv-zender weet een meisje niet te zeggen waar de toren van Pisa zich bevindt,"
Ik heb ook even moeten zoeken, want hij is niet overal vanuit de stad zichtbaar, maar als je de stroom toeristen achterna loopt, kom je er vanzelf.
|
|
Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.
|
|