home > discussie > Nederlandstalige tv-programma's ondertitelen? Soms kan je niet anders! |
Nederlandstalige tv-programma's ondertitelen? Soms kan je niet anders!Ruud Hendrickx, taaladviseur van de Vlaamse publieke omroep VRT - 15/06/08Nederlanders verstaan Vlaams en Vlamingen verstaan Nederlands. Het verschil in tongval tussen beide taalgroepen is dan ook zelden een argument om tv-programma's te ondertitelen. Tenzij de acteurs van dienst niet goed articuleren, en laat dat nu net een groeiend probleem zijn. Volgens taaladviseur Ruud Hendrickx is ondertitelen soms bittere noodzaak. Denkt u daar ook zo over? De Vlaamse minister van Media, Geert Bourgeois, heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid: Vlamingen en Nederlanders moeten ermee ophouden elkaars tv-programma's te ondertitelen. Het is niet de eerste keer dat de minister dat zegt en dat hij de oorzaak van al dat ondertitelen met name noemt: het Verkavelingsvlaams en het Poldernederlands. De minister heeft een beetje gelijk. Als ik alleen voor de Vlamingen mag spreken: we begrijpen de Poldernederlanders wel, maar we verstaan hen niet. Minister Bourgeois heeft zich nogal ongelukkig uitgedrukt. Hijzelf heeft de VRT, de publieke omroep in Vlaanderen, opgelegd dat in 2010 95 procent van alle tv-programma's ondertiteld moeten zijn. Eind vorig jaar haalden we nog maar 65 procent, er zal dus nog veel meer ondertiteld moeten worden. De minister wil dat we Nederlandse tv-series niet meer open ondertitelen, met vaste ondertitels in het beeld, maar via teletekst. Zo'n gek voorstel is dat niet. Een Leuvense student heeft samen met de VRT-studiedienst de zaak onderzocht. Bijna een kwart van de horende kijkers noemt de open ondertitels storend, twee op de drie ergeren zich eraan dat ze niet woordelijk overeenkomen met wat gezegd wordt, ze vinden dat de omroep hen betuttelt (‘Denken ze nu echt dat ik dit niet begrijp?’) en sommige taalvarianten discrimineert (‘West-Vlamingen zijn altijd ondertiteld, Antwerpenaren nooit’). Uit Nederlands onderzoek blijkt dan weer dat twee op de drie gebruikers van teletekstondertitels helemaal niet slechthorend of doof zijn. De grootste gebruikers zijn jongeren tot 24 jaar en 75-plussers. De jongeren zetten de tv zachter omdat de kinderen slapen, de ouderen verstaan de sprekers niet goed omdat het achtergrondgeluid - muziek, gelach - vaak te luid is. Ook anderstaligen, onder wie bijna de helft van de allochtonen, zijn grote gebruikers van teletekstondertitels. De VRT heeft zijn kijkers ook gevraagd wanneer ze ondertiteling bij gesproken Nederlands nodig vinden. We kunnen minister Bourgeois meteen geruststellen: een Nederlandse tongval komt zelfs niet voor in de top tien van redenen. Onduidelijk articuleren is wel een belangrijke reden. En laat dat nu in Nederlandse tv-series voor Vlaamse oren vaak het geval zijn. Natuurlijk hoeft De Cock met c-o-c-k ook voor een Vlaming niet ondertiteld te worden, maar zijn assistent Vledder is voor minstens de helft van de Vlamingen niet te verstaan (dat weten we uit kijkersonderzoek): de man houdt gewoon zijn kaken op elkaar geklemd. Hetzelfde geldt voor series als Van Speijk en Koppels. Ook daarin komen personages voor die Vlamingen zonder enige twijfel wel zouden begrijpen, als we hen tenminste maar konden verstaan. Als minister Bourgeois bang is dat we elkaar binnenkort niet meer verstaan, dan moet hij zijn Nederlandse collega van Onderwijs er misschien maar eens van overtuigen het vak uitspraak op de Nederlandse scholen in te voeren. Intussen kan een omroep niet anders dan ondertitelen, ter wille van het kijkcomfort, en ja, dat kan misschien maar beter via teletekst. Ruud Hendrickx ----- Koppelingen:
|
|