home > discussie > Dialecten verdwijnen, of we dat nu leuk vinden of niet

discussie

Dialecten verdwijnen, of we dat nu leuk vinden of niet

Wim Daniëls - 6/12/08

Onze dialecten verdwijnen en dat leidt tot merkwaardige reacties, stelt taalkenner Wim Daniëls vast. Sommige mensen verdedigen luidkeels dialect, maar ze doen dat in de standaardtaal. Anderen spreken op het lachwekkende af een dialect waar ze niet mee zijn opgegroeid. “Het enige wat je nog kunt doen, is je dialect vastleggen en er zo lang mogelijk van genieten”, besluit Daniëls. En wat denkt u ervan?

De Nederlandse en Vlaamse dialecten zijn in ras tempo aan het afkalven. Her en der heb je resistente kernen, maar voor steeds minder mensen is dialect de moedertaal. In oktober werd in de Zuidoost-Noord-Brabantse plaats Aarle-Rixtel een dialectonderzoek gehouden in de hoogste klassen (100 leerlingen) van twee basisscholen. Wie spreekt er thuis nog dialect, was een van de onderzoeksvragen. De score was nog geen 10 procent. Uit aanwezig vergelijkingsmateriaal van 40 jaar geleden blijkt dat de situatie indertijd in het dorp min of meer omgekeerd was: 90 procent sprak toen thuis dialect.

Dat dialecten verdwijnen, is logisch. Dialecten kunnen alleen bestaan bij de gratie van grenzen. Je woont in een dorp en komt dat dorp niet al te vaak uit. En mensen van buitenaf komen niet blijvend in jouw dorp wonen. Bovendien werk je in je dorp of in de directe omgeving ervan en trouw je met iemand uit de buurt. Maar zo gaat het allang niet meer. Wat je als dialectliefhebber nog kunt doen, is het verdwijnende dialect vastleggen en er zo lang als kan van genieten. En om de levensuur van het dialect te rekken, moet je het bovenal praten. Maar dat laatste doen maar weinig mensen meer. Opvallend vaak zijn dat ook de mensen die roepen dat het zo jammerlijk is dat het dialect verdwijnt. Sommigen van hen pleiten voor invoering van het dialect als schoolvak en willen zelfs een beschermde status voor hun dialect. Vaak houden ze hun betoog over de waarde van het dialect en de gewenste bescherming ervan echter helemaal niet in het dialect zelf, maar in de standaardtaal. Ze lijken het dialect daardoor zelf niet serieus te nemen. Ze gaan er min of meer van uit dat dialect niet in elke situatie gebruikt kan worden.

En dan heb je ook nog mensen die juist heel erg overdreven hun best doen om dialect te gebruiken terwijl het niet hun moedertaal is. Het klinkt veelal nergens naar. Acteurs die in een tv-programma een Noord-Brabander spelen, toveren steevast een soort Limburgs uit de hoge hoed. En er is inmiddels een hele schare aan liedjeszangers en cabaretiers die een graantje willen meepikken uit de nostalgische ruif die hoort bij iets wat aan het verdwijnen is. Maar wat ze te berde brengen, is geen dialect of regiolect. Het is een tenenkrommende opeenstapeling van dialectfouten.

In beide gevallen dringt zich de vergelijking op met negentiende-eeuwse Vlamingen als Hendrik Conscience en Jan Frans Willems, de prominente voorvechters voor de Vlaamse taal. Zij streden voor het Vlaams, maar zij leefden in het Frans, zei hun jongere eeuwgenoot en cultuurflamingant Hugo Verriest eens. Voor het Nederlandse taalgebied van nu geldt dat veel mensen zich weliswaar ogenschijnlijk hard maken voor het dialect, maar dat ze in de standaardtaal leven. Sommigen van hen verloochenen in feite het dialect, terwijl anderen het met enige regelmaat verkrachten. Wie vecht voor een zaak, ook al gaat het in feite om een bij voorbaat verloren zaak, moet het echt en oprecht doen. Wie dat niet kan, doet er beter het zwijgen toe.

archief

reacties


Herman Crompvoets - 12/12/08

Hoi Wim,

Met je artikel kan ik het in grote lijnen eens zijn. Ik heb dezelfde negatieve ervaring over dialectgebruik in Meijel bij groep 7 en 8 van de Basisschool. Onlangs heb ik een kleine enquête gehouden en de laatste vraag was: "Spreek je thuis Meijels?" Ik moet de enquête nog goed bekijken. Maar op die vraag heb ik toch al een visie. Van de 23 of 24 leerlingen per klas antwoorden er gemiddeld drie dat ze thuis Meijels spraken. Het percentage niet-Meijelssprekers komt ongeveer overeen met jouw percentage in Aarle-Rixtel. En dan te bedenken dat Meijel een zeer homogeen dialect kende en het aantal dialectsprekers in mijn jeugd wel zo'n 98% was. Voor het Meijels een zeer ongunstige ontwikkeling.


Leo Vermeulen - 13/12/08

Je kan het jammer vinden of niet, maar het is wel een logisch gevolg van de algemene schaalvergroting waar we op dit moment in leven. In een tijd waarin het Nederlands al dreigt onder te sneeuwen door het Engels, zal het typische dialect weinig kans meer maken. Weinig mensen zullen tegenwoordig hun hele leven meer wonen, leren en werken in een kleine plaats zoals bijvoorbeeld Meijel. En zodra je over die grenzen komt, zul je wel Nederlands moeten spreken. Net zo goed alsdat je op een gegeven moment wel Engels moet leren.

Zelf werk ik bij een internationaal bedrijf en is de voertaal Engels. Voor zoiets kies je niet; het overkomt je gewoon.

Maar zolang er nog voldoende liefhebbers zijn, die hun dialect koesteren, zal het nog wel even voortbestaan...


W. Pols - 14/12/08

In zijn column wijst Wim Daniëls erop dat hij het gebruik van het dialect achteruit ziet hollen, iets wat wordt bevestigd door Herman Crompvoets, die meldt dat het gebruik van het dialect in Meijel (Brabant) in enkele jaren tijd sterk is verminderd.

Natuurlijk ga ik hier niet betogen dat het gebruik van dialect in het algemeen niet terugloopt. Maar ik wil hier wel een relativerende opmerking bij maken: de positie van het dialect in de provincie Limburg is nog erg sterk, sterker dan Daniëls en Crompvoets wellicht denken. Die sterke positie van het dialect in Limburg blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht, uitgevoerd in 2007. Sterker nog, uit dat onderzoek blijkt zelfs dat de laatste jaren in Limburg steeds méér jonge ouders kiezen voor dialectgebruik bij de opvoeding. Zo slecht is het in Limburg dus niet gesteld met het dialectgebruik!

In een andere discussie in Taalschrift wordt gesteld dat het A(B)N, de Nederlandse standaardtaal, in zijn voortbestaan wordt bedreigd. Als er straks geen ABN en nauwelijks dialect meer wordt gebruikt, zullen de Nederlanders en Vlamingen zich onderling toch op de een of andere manier verstaanbaar moeten maken. Haha, misschien komt de voorspelling van de dialectformatie Rowwen Hèze dan toch uit: "Het is een kwestie van geduld, dat heel Holland Limburgs lult".

Dagblad De Limburger besteedde op (afgelopen) zaterdag 13 december 2008 op de voorpagina een artikel aan het genoemde wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit Utrecht. Ik citeer het artikel hier volledig:

------

(Ondertitel / onderkop:) Enquête: Streektalen in Brabant en Zeeland veel minder populair
(Titel / (vette) kop:) Limburgs dialect nog zeer vitaal

door Guus Urlings

MAASTRICHT - De Limburgse dialecten zijn nog uiterst vitaal. Beduidend vitaler dan de dialecten in Noord-Brabant en Zeeland.

Dit blijkt uit een grootschalige internet-enquête die vorig jaar werd gehouden naar het streektaalgebruik in Zuid-Nederland, begeleid door de Universiteit Utrecht. De resultaten zijn samengevat in het deze week verschenen Jaarboek 2007 van Vereniging Veldeke Limburg. Aan het onderzoek deden 5000 mensen mee, van wie bijna de helft (2347) uit Limburg.
Niet alleen zijn er meer Limburgers die dialect spreken dan Brabanders en Zeelanders, Limburgers gebruiken het dialect ook in veel meer situaties als voertaal. Bijna de helft van de Limburgers spreekt dialect op school en op het werk, tegen nog geen 20 procent van de Zeeuwen en maar 8,8 procent van de Brabanders. Ook het personeel in de supermarkt wordt door ruim 80 procent van de Limburgers in het dialect aangesproken, terwijl van de Zeeuwen 34 procent en van de Brabanders slechts 20 procent dan de thuistaal hanteert.
'Zeer ongebruikelijk' is volgens de onderzoekers het hoge percentage Limburgers (43,1 procent) dat ook in de contacten met de huisarts het dialect gebruikt. In Zeeland en Brabant is dat 10 procent of minder. Bij het chatten, e-mailen en sms'en met dialectsprekenden kiest ruim een derde van de Limburgers voor dialect als voertaal.
Het gebruik van dialect als de taal waarmee de kinderen worden opgevoed, is in Limburg veel populairder dan in Zeeland en Brabant. Kiezen acht van de tien Limburgse ouders voor dialect, in Zeeland is dat vier van de tien, in Brabant ampere en kwart. "Er is in Limburg zelfs een tendens naar méér dialectgebruik bij de opvoeding. De laatste jaren kiezen meer jonge ouders voor het Limburgs, een ontwikkeling die afwijkt van wat we in de andere provincies zien", melden de onderzoekers van de universiteit en streektaalfunctionarissen.

------


Daniël Mantione - 14/12/08

De juiste manier om een dialect te bevorderen is niet het dialect te gaan emanciperen, dus op school gaan onderwijzen, boeken in het dialect gaan vertalen enz., want dat zijn situaties waar een dialect het nooit van de standaardtaal kan winnen: taal is een communicatiemiddel en het gebied van een dialect is te beperkt om in bepaalde situaties effectief als communicatiemiddel te kunnen dienen.

Een betere aanpak is het gebruik in situaties waar dialectgebruik normaal is te bevorderen: thuis, de kroeg, op straat. Zo lang dat niet lekker loopt is emancipatie van een dialect bij voorbaat verspilde moeite.

Bij gebieden waar het dialect nog sterk is, waaronder, inderdaad, Nederlands Limburg, is dát juist wat goed functioneert. Tegen een vreemdeling communiceert men ook daar in het A.B.N. Maar, als je in Limburg wonen, dan zorg je maar beter dat je het dialect kent.


Leon - 15/12/08

Het dialect van de as Roermond-Belfeld-Venlo, Roermond-Kessel-Venlo, rond Helden, en ook in een driekhoek Sittard-Roermond-Weert is ZEER VITAAL.

Vanaf Castenray gaat het mis: Venray. Daar is de schaamte voor dialect enorm. Het wordt er nog wel gesproken, maar alleen binnenskamers en alleen door oudere mensen. Oostrum idem dito. Daar wonen veel artsen, en managers en die gaan zich niet verlagen tot dialect.

Heerlen is wel een donkere vlek in Limburg. Ze spreken een soort Nederlands, maar heel zingerig en geen limburgs. Dus ze missen daar geheel de boot.

Dialecten kun je niet dwangmatig in stand houden door verenigingen of met carnavalswagens. Dat moet je zelf willen en dan blijft het.

Ik erger me enorm aan ouders die tegen iedereen dialect spreken behalve tegen hun eigen kinderen. Kinderen die thuis dialect spreken en op school Nederlands zijn beter af. Door het dialect worden ze taalgevoelig (bijv. Duits) en op school leren ze goed Nederlands. De talen worden gescheiden. Bovendien kan je in de taal van je ouders je gevoelens beter kwijt en de kloof met de ouders is kleiner dan wanneer de ouders een andere taal spreken. Ik zou mijn kinderen het dialect nooit onthouden, al was het alleen maar om geen kakker te zijn.

Als ik de mensen in Heerlen hun zogenaamd Nederlands hoor spreken, schaam ik me echt om Limburger te zijn!


Huub - 16/12/08

Grappig dat in het verhaal van Wim Daniëls en de reacties (althans tot op dit moment) dialecten zich slechts onder "de grote rivieren" lijken voor te doen cq aan het verdwijnen zijn.

In mijn jonge jaren (vanaf 1950, einddatum nogal schimmig) was ik een "kakker" zoals Leon hierboven het noemt. Ik had gruwelijk de pest aan het Overijssels/Sallands dialect en wilde "die mensen" ook niet verstaan. Thuis spraken wij ABN zoals het toen heette en op de één of andere manier was ik het daar zeer mee eens, al was ik nauwelijks uit de luiers. Twee anekdotes:
- Mijn pianoleraar (die van ergens uit het verre westen des vaderlands in Nijverdal was neergestreken) vroeg mij om een voorbeeld van dialect. Ik was 10 jaar (give or take a year). Ik sprak en zeide: Wie gôat nôar húus hèn. "En wat betekent dat?" vroeg de onderwijzende toetsenist. Mijn antwoord was "Wij gaan naar huis heen".
-Lagere school, een warme zomerdag en een meisje riep: "Meester, mag 't raam los?"
Waarop Huubje in de klas brulde: "open, dom kind, je moet open zeggen!" Meisje is dus niet een vriendinnetje geworden.

Nu, en ver achteraf, betreur ik het dat ik ons dialect beschouwde als een soort van derdewereldtaal. Veel te laat ontdekte ik dat dialect geen spraakgebrek is maar een zelfstandige taalwereld. Bovendien een taal met humor, spot, wijsheden en vondsten waar ons ABN maar bijzonder magertjes achteraan sukkelt en een soort van kiloknaller is.

Overigens, dialect kan -nog steeds- vastgelegd worden. Zie bv. het bewonderenswaardige project van de IJsselacademie: Woordenboek van de Overijsselse Dialecten. (Geen reclame!)


Anton Claessens - 16/12/08

Mijn moedertaal is een Oost-Vlaams dialect, geen Zeeuws. Ik ben geboren en opgegroeid in het Zeeuws-Vlaamse dorp Lamswaarde, gelegen iets benoorden Hulst. Tot mijn twaalfde heb ik dit dialect gesproken, dag in dag uit, met wat tussentalige varianten op de kleuter- en basisschool. Het klonk bij benadering zo: "Gô, manneken, da moejegij weetn ofdagegij meerait naor Ulst".

Ik spreek die taal nog altijd graag en ik verdedig het gebruik ervan een enkele keer ook, maar die verdediging gebeurt inderdaad, zoals Wim Daniëls opmerkt, in het Standaardnederlands. Ik kan in mijn dialect onmogelijk converseren met mensen die die taal of een nauw verwante streektaal niet beheersen. In een gesprekssituatie word je nu eenmaal over en weer ook talig geïnspireerd. Tijdens zo'n gesprek of in zo'n verdediging gebruik ik elementen uit mijn dialect (woorden, klanken, constructies, intonatiepatronen, accenten) als illustratie- en vergelijkingsmateriaal, maar niet om erin te communiceren.

Ik vind het fijn om zowel mijn dialect als de standaardtaal te beheersen. In een regiolect of in een tussentaal vlucht ik niet. Spijtig genoeg vind ik nauwelijks meer zuivere dialectsprekers in mijn dorp van herkomst. Het 'burgerlijke' en 'democratische ABN', termen van Joop van der Horst, zijn er al decennialang aan een stevige opmars begonnen.


(anoniem) - 16/12/08

Tsja, wat wil je ....wie uit de geboortestreek verhuist laat veel achter.
Enne, ..... het heeft geen zin om dialect tegen je kinderen te spreken als de hele omgeving ABN spreekt. Mijn oudste moest op de kleuterschool naar de remedialteacher omdat hij af en toe in het vuur van het spel dialectuitdrukkingen gebruikte. (Slechte kleuterschool, ja. Maar om de hoek ...)


Wilco - 18/12/08

De Limburgse dialecten zijn aan het veranderen. Ik ben opgegroeid als een spreker van het Maastrichtse dialect, maar woon al 20 jaar in Engeland. Bij mijn bezoeken aan familie in Maastricht valt mij op hoe het dialect van de jongere generatie aan het 'verhollandsen' is. Niet alleen woordenschat en uitspraak, maar ook grammaticale constructies zoals meervoudsvorming (klinkerwijziging wordt niet meer juist toegepast), werkwoordsvormen (bv. verleden tijd van 'zeggen' "hij zei" was in Maastrichts "heer zag". Mijn neefjes zeggen nu "heer zeij"). In het centrum van de stad is het ook minder gebruikelijk geworden om in dialect met winkelpersoneel te spreken, doordat veel (studenten?)personeel het dialect niet kent.


Jan Duchateau - 21/12/08

Je kunt dialecten zien als taaie plantjes in een snel stromende beek. Het water overspoelt ze en trekt aan ze, maar het krijgt er geen vat op. Hoe lang nog? Hoe passen ze zich aan aan het geweld van het water? Houden ze het alleen maar voor zolang het duurt, of groeien en verspreiden ze zich ook nog? Dat is mooi en interessant. Maar de hovenier moet er met zijn vingers afblijven. Die maakt er een nicheproduct van, vervolgens wordt het cult, en het eindigt bij Intratuin. Nu met oplaadbare batterijen.



André Hellofs - 25/12/08

In Genk wordt haast geen dialect meer gesproken. Heeft te maken met het groot aantal migranten dat zich hier vestigde. Toen ik nog kind was (begin jaren vijftig) spraken we nog dialect op de speelplaats.

Toch doen we in Genk pogingen om het dialect te onderhouden. Regelmatig organiseert Veldeke-Genk dialectavonden waarop telkens een honderdtal mensen aanwezig zijn.

Mooiste actie is de website waarop we het dialect vastleggen. Een woordenboek, verhalen, gedichten en liederen. De site kwam tot stand via Veldeke en de steun van de stad. Zeker bekijken: www.dialectingenk.be


Karel van Heusen - 27/12/08

Dialekten hebben de eeuwen door stand gehouden.
Vandaaruit zijn dus de standaardtalen langzaam aan geconstrueerd. (eerste woordenboeken waren nog dialektisch)
Dorpen en afgelegen plaatsen zullen deze eeuwen oude dialekten behouden in niet geschreven talen zullen deze moeiteloos blijven bestaan. Analfabeten vooral zorgen daar wel voor.
Het is toch 100.000 jaren goed gegaan zonder standaardtalen; daar waar onze taal en splellingsleerplicht nog geen honderd en tien jaar. Veldeke schreef nog in dialekt.
'So schient fur dich di sonne, so schient mi der maene' Bedoeld; dat Veldeke ook al met maanlicht tevrede was.


Ernst Niessen - 30/12/08

Mijn stelling over de dialecten in verhouding tot de standaardtaal is eenvoudig: De dialecten verdwijnen niet, maar passen zich aan voor een groter bereik; een dorpsdialect regionalisert tot een regiolect en een regiolect schuift geleidelijk over in (een vorm van) standaardtaal.

De dialecten, en dan vooral de aan prestige winnende grachtengordelspraak, kannibaliseren de standaardtaal in ernstige mate: er treedt normvervaging op in de geldende conventies, zoals vastgelegd in (gezaghebbende) woordenboeken en grammatica's van de standaardtaal als gevolg van (politiek-)maatschappelijke tendensen. In Vlaanderen heeft de tussenvorm een naam gekregen: Verkavelingsvlaams. In Nederland begint nu ook een tussenvorm te ontstaan met een eigen, bijna non-conformistische uitstraling, die zo treffend de eerder genoemde tendensen bevestigt: Poldernederlands of Achterbuurthollands. Kenmerken van deze tussenvariant zijn onder meer een vereenvoudigde werkwoordsvervoeging (hij heb), merkwaardige verhaspelingen van voornaamwoorden (hun/zullie/hullie hebbe[n]), een Gooische r en een harde g (charaasje "garage"). Uiteraard zijn finesses uit de standaardtaal, zoals een goed gearticuleerde uitspraak ("iiis goed!"), het gebruik van de juiste lidwoorden en voornaamwoordelijke aanduiding geheel vreemd. Voorts is het Poldernederlands diepgaand beïnvloed door migrantentalen. Sprekers van deze variant zijn over alle lagen van de bevolking, hoog en laag opgeleid, te vinden en zij achten zichzelf dermate geëmancipeerd dat zij elkaar aanspreken met maar één vorm van de tweede persoon, namelijk het algemeen gebruikte 'je', waarmee 'je' zelfs 'je'zelf kunt bedoelen.

Tussen de Nederlandse Standaardtaal en haar dialecten bestond ooit een scherpe (taal)grens, die hoe langer hoe meer aan het vervagen is. De tussenvarianten, "Verkavelingsvlaams" en "Poldernederlands" of "Achterbuurthollands" kunnen taalkundig beschouwd worden als moderene pidgintalen (mengtalen), die, zoals onderzoeken laten zien, inmiddels "creoliseren" (worden overgenomen door de kinderen).

Ik wil hier derhalve een lans breken voor het ook in taalkundige zin handhaven van normen en waarden om niet alleen de Algemene Nederlandse Standaardtaal te handhaven op een wetenschappelijk draaglijk en aanvaardbaar niveau, maar ook om de dialecten in al hun verscheidenheid en diveriteit tot in lengte van jaren te koesteren.


Johan Nijhof - 4/01/09

Dialecten zijn heel vergelijkbaar met biologische variaties. Zoals er raciale verschillen ontstonden, ontstonden er eveneens verschillende tongvallen. Alleen: dialect kun je imiteren, en dat gebeurde ook op grote schaal. Een spraakgebrek van een bewonderde leider kon navolging vinden.

In de DDR was er in Berlijn een leidende groep met een Saksische tongval. Het resultaat was, dat men in brede kring ijverig ging “sächseln”, en geloof me: dat deed pijn aan je oren. Nu spreken Berlijners weer normaal. Onze beruchte Gooise r is ook zoiets. Imitatie van via de TV bekende lijders aan dat spraakgebrek.

Als er een brug wordt geslagen, verdwijnen taalverschillen. Natuurlijk kan men de zeggingskracht van een uitdrukking bewonderen, zoals ik in het Twents, waartussen ik ben opgegroeid, een woord als “kuierdroad” voor telefoon koester. De neiging om de litotes te gebruiken is een cultureel gegeven dat ik omarmd heb. Maar men moet mij toch niet kwalijk nemen als ik weiger om datzelfde dialect te spreken – ik zou het ook niet kunnen.

Dialect is een taalvariant die het niet heeft gemaakt. Die geen onderscheidbare cultuur of staatsverband heeft opgeleverd. Of dat heeft verloren.

Dwepen met het Engels als mondiaal communicatiemiddel betekent tevens onderwerping aan een vreemde cultuur en zelfverloochening. Maar kan men daarmee de lijn onverbiddelijk doortrekken en hetzelfde mutatis mutandis van het Nederlands en het dialect van Genk zeggen?

Discussieer er eerst maar eens over, of dialecten überhaupt beschermwaardig zijn, voor je naar adequate methoden daarvoor gaat zoeken.

Het lijkt mij wel vast te staan, dat veel kinderen last hebben van thuisdialect bij hun schoolvorderingen. Een valide argument tegen dialect.
Dialect kan oogkleppen en inteelt bevorderen. Het zet mensen er toe aan veilig in eigen kringetje te blijven, en dat kringetje is inderdaad dat van de kienclub of het kerkkoor.

Een laatste discussieaanzet: het Raetoromaans is aan het uitsterven. Het dal waar het gesproken werd, ligt zo geïsoleerd, dat het alleen bij de gratie van dat isolement tot dusver heeft overleefd. Wat gunt men de bevolking meer: ontsluiting van de regio of behoud van de taal?


Stephan - 26/01/09

Sommige dialecte meschie sturve uit (Rhoons), andere groeie meer naer 't Nederlááñs toe en weer andere binne zo levendeg dan ze zelfs méér gesproke (Urks, Volendams, Ouddurps) worre is mijn ervaoring. Om dus te zegge dat áálle dialecte minder worre is dus een bietjie te schis gezaaid.

Ik zelf praot Rezoors (al het ik ok een hortie in de Alblasserwaerd geweund), bin jong (1979) en hôôg opgelaaid (universiteit) en praot in d'n aerd héél waaineg Nederlááñs, zeker niet in Zuid-Holland. Niet dat ik 't niet ken maor meñse doen maor moeite om me te verstaon.

Het ken dus wel, dialectspreker zijn én far komme in de maotschappij. Hier in Nederland doene we dikkels veuls te bekrompe over streektaol, ieuwers en nieuwers in Europa binne dialecte de geweune daegelijkse verkeerstaol. Neem Noorwege of Zwitserland: iederêên praot daer dialect en bekant niemand de standaordtaol.

We motte grôôs weze op ôôñze streektaole en ze zôôveul mogelijk gebruike....ommers: tis ôôñze ketting naer 't verleeje, 't vurmt wie we binne en zonder gistere hebbie gêên marge.


Jeroen - 30/01/09

Dialecten nemen af, dat is al wat langer bekend. Ik beperk mij hier even tot het Twents, een Nedersaksisch dialect, dat ik zelf spreken kan.

Er is voor het Twents oa het van Deinse instituut dat streeft naar behoud van en koestering van Twents. Persoonlijk kan mij dat niet zo bekoren, ik zie er het nut niet van in omdat in deze tijd het zeker zo dat je fatsoenlijk Nederlands moet kunnen spreken en overal duidelijk kunnen zijn anders word je al snel als onderontwikkeld gezien.

Zeker in Twente heeft men nog altijd de neiging het twents als een 'mindere' taal dan het Nederlands te zien. Eigenlijk best raar. Want wat is nou "Nederlands"? Niks meer een verbasterd zuid hollands dialect, dat in de loop van de tijd een eigen leven is gaan leiden.

Ik persoonlijk begin steeds meer waardering voor het Twents te krijgen. Er zijn wel mensen die trots zijn op het Twents, maar die spreken het zelf ook vaak niet altijd. Ze noemen dan een paar zinnen als: brommers kiekn en beginnen hard te lachen. Ok, het is een soort humor, maar het maakt het Twents er niet slimmer op.

Het echte Twents is al heel oud en uniek in zijn soort. Als je kijkt naar de woordenschat is die gigantisch. Het is gewoon een aparte taal die eeuwen naast het "Nederlands" bestaat, het heeft soms kenmerken van het Duits, soms kenmerken van het Engels, zoals het weglaten van de slot-r, waar je nu met de gooise-r iets dergelijks ziet gebeuren in het Algemeen Nederlands. Eigenlijk is het heel jammer dat ze zo weinig gesproken wordt en verdwijnt.

De zogenaamde slot-n die in het Nedersaksich zo nadrukkelijk tot vermaak de rest van Nederland word uitgesproken. Zoals loop'n, weet'n, lach'n etc is niets meer dan een vertwentst Nederlands. In Twente zegt men namelijk wie loopt, wie lacht, wie wet. Dat klinkt toch heel anders. De slot-n zo karakteristiek voor het Nedersaksisch, DENKT MEN, in de rest van Nederland is gewoon een wanhopige poging van de Nedersaksische mensen "Nederlands" te spreken.

ABN bestaat niet: het is een norm, waarna gestreeft kan worden, maar het is geen taal. ABN spreken valt niet mee en daarom kun je denk ik beter of Twents of "Nederlands" spreken en dan kom je heden dage toch bij de laatste uit denk ik.


digibudi - 1/07/09

Persoonlijk ben ik redelijk opgelucht dat het meeste dialect verdwijnen zal. Ik begrijp het namelijk nooit. En de bedoeling van taal is toch communicatie. Op reactie van Jeroen, ABN bestaat inderdaad niet meer maar AN wel. Algemeen Nederlands is heel handig als je met verschillende streken in België wil communiceren.


Koen Dircksens - 28/07/09

Reactie op Herman Crompvoets (12.12.08)
Beste Mannus,
Witte wa nauw zu verrekkes sunt is, da ge nie gevraoge het: "Protte thuis Meijels?" Ik denk bij m'n eige da ge dan andere reacties zut hebbe gekrege. Kan navraog lije...


Johan J. VINCENT - 4/08/09

Dat het dialect langzaam zou verdwijnen vind ik echt niet erg. Bepaalde uitdrukkingen, gezegden kunnen best bewaard worden omdat ze wel typisch en recht uit het volk komen. In het Nederlands zouden we ook dergelijke (leuke) uitdrukkingen spontaan kunnen gebruiken als iedereen de taal zou beheersen. Wat nu niet het geval is. Er zijn vele argumenten om geen dialect meer te spreken (ook niet thuis) al ware het maar voor de nieuwkomers die Nederlands leren en dan vaststellen dat iedereen maar een ander taaltje er op na houdt. Trouwens ik heb echt niet de indruk dat het dialect verdwijnt, wel dat het “platte” ervan verdwijnt en een soort beschaafd dialect is ontstaan. Maar het blijft wel dialect. Kinderen die thuis alleen maar dialect horen en spreken moeten op school een nieuwe taal leren. Energie en tijd die nuttiger kan gebruikt worden.


Jolanda Demeyere - 28/11/09

Ik vind het niet erg dat het verdwijnt. Het is voor kinderen en volwassenen gemakkelijker als iedereen AN spreekt. Op school en op de werkvloer moet je toch AN praten. En op die manier verstaan we elkaar tenminste.


Marja van Trier - 5/01/10

Wat raar!

Iedereen is trots op een extra taal die hij spreekt.
Meertaligheid wordt altijd als een verdienste beschouwd en is dat ook. Dialect vormt zo ook een extra bagage bij het ABN dat in dit land iedereen verplicht moet leren. Wie al jong met meer "talen" te maken krijgt heeft geen achterstand maar een voorsprong. Zeker in sociaal opzicht want kan zich genuanceerder uitdrukken. Maar voor een dialect schamen mensen zich soms.
Schaamte voor het dialect is gelukkig uit de mode maar komt nog wel voor in de generatie die het op school moest afleren en zich er later van "bevrijden" wilde omdat dat meer "kansen" gaf. Een generatie die alleen nog dialect voor de lol gebruikt en de echte waarde niet meer kan en wil onderschrijven. Maar dialect kan best een generatie missen. Let maar op! De nieuwe generatie pikt het weer op misschien ietsje anders maar dat is eigen aan taal. Voor degenen die het al of niet gedwongen hebben afgeleerd: Wat let je om het weer eens te proberen.

Marja van Trier







print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot

     
recente reacties

Marja van Trier:
"Wat raar! Iedereen is trots op een extra taal die..."

Jolanda Demeyere:
"Ik vind het niet erg dat het verdwijnt. Het is..."

Johan J. VINCENT:
"Dat het dialect langzaam zou verdwijnen vind ik echt niet..."

Koen Dircksens:
"Reactie op Herman Crompvoets (12.12.08) Beste Mannus, Witte wa nauw..."

digibudi:
"Persoonlijk ben ik redelijk opgelucht dat het meeste dialect verdwijnen..."

Jeroen:
"Dialecten nemen af, dat is al wat langer bekend. Ik..."