Taal verandert? Niet zeuren maar meedoen!
Felix van de Laar, socioloog, tekstschrijver en redacteur van Tekstblad, Antwerpen. - 28/06/09
“Alle talen moeten meebewegen met de samenlevingen waar ze in gesproken worden”, stelt Felix van de Laar. Laten we dus niet zeuren over taalverloedering, maar “alle taalveranderingen gretig en nieuwsgierig volgen, net zoals we naar concerten en tentoonstellingen gaan.” Mee eens?
Onlangs zakte 83 procent van de eerstejaars studenten in Rotterdam voor een taaltoets. 83 procent - dat zijn ze bijna allemáál! Het kruim van de natie kent geen fatsoenlijk Nederlands meer!
Ik heb die toets bekeken, althans wat ervan openbaar is gemaakt. Een multiple choice-geval met spelling, moeilijke woorden, als/dan, zijn/haar, spelling onder het mom van grammatica (onze beruchte d/t), uitdrukkingen, vaste voorzetsels bij werkwoorden, het meisje die/dat, en nog zo wat. Die toets zei mij meer over de opstellers dan over de taalvaardigheid van de studenten. Dus er is wel iets aan de hand, maar, dacht ik: met de taal zelf. Die is aan het borrelen en we willen het niet geloven, we willen het tegenhouden. De pennen kwamen weer in beweging, het hele onderwijs moest beter, in Oxford zou je er niet inkomen, enz.
Tandenpoetsen
De toets toetste louter schrijftaal. Ik schrijf al jaren dat de spelling van het Nederlands veel te moeilijk en veel te rigide is, en dat we er veel te krampachtig mee omgaan. Het Groot Dictee geeft mij elk jaar meer gelijk, je kunt het nu al winnen met acht fouten! Ik krijg van mijn beste taalkundige vrienden e-mails met d/t-fouten. Dat is geen teken van afnemende taalvaardigheid; wél van het primaat van onze communiceerlust boven onze taalverzorging. Eerst eten, dan tandenpoetsen.
Veelomvattender
Maar het gaat om meer. Die studenten waren zelf verbaasd over hun slechte scores, ze dachten dat ze best goed in taal waren. En dat zijn ze ook - maar in een licht andere taalsoort. De hunne, niet die van de opstellers van die taaltoets. Dat verschil is niet zomaar een kwestie van jongerentaal, het is een doorgaande beweging in alle domeinen van de taal tegelijk, een beweging waar we, al communicerend, zelf ook deel van uitmaken.
Moraal
Hoe ouder we worden, des te moeilijker accepteren we dat de taal die we geleerd hebben, verandert. We dachten een vis in het water te zijn, maar het water krijgt een andere samenstelling. Andere, nieuwe taalgebruikers doen dingen die niet in ons systeem passen. Steevast reageren vooral oudere mannen als door wespen gestoken, verontwaardigd, alsof de taal een kwestie van moraal is. Ze vergeten hoe hun eigen opa’s indertijd mopperden.
Monumentenzorg
Bovendien hebben we bibliotheken en archieven vol met ‘taal’. Langzaam maar zeker wordt al dat verzonken cultuurgoed minder toegankelijk. Maar wie zou er nog in onze oude monumenten willen wonen? Zonder elektriciteit, stromend water, isolatie, een lift? Alle talen moeten meebewegen met de samenlevingen waar ze in gesproken worden. Woorden komen en gaan. Het voorbestaan van een gesproken taal hangt af van zijn bruikbaarheid en zijn aanpasbaarheid aan alle veranderingen. De geschreven taal volgt, op afstand.
Stelling
Vindt u met mij dat we dus moeten ophouden met zeuren? Dat we juist alle taalveranderingen gretig en nieuwsgierig moeten volgen, net zoals we naar concerten en tentoonstellingen gaan en andere dingen doen waar Vondel nooit van gehoord heeft? Geef uw mening in onderstaande discussie!
Johan Nijhof - 8/07/09
Ten eerste wil ik vaststellen dat Felix van de Laar zelf zonder twijfel met vlag en wimpel zou slagen voor zo’n taaltoets. Prikkelend is, dat een Nederlander het zinnetje “Het kruim van de natie kent geen fatsoenlijk Nederlands meer!”, een Belgicisme dus, na een lang verblijf in Antwerpen in de mond neemt. Het gebruik van het woord "kruim", dat geduid kan worden als het binnenste, naar vroegere opvatting het beste van het brood, is stellig beïnvloed door het Franse "crème", en hij vraagt meteen al veel van ons, om dat zomaar te slikken. Kruimels wekken bij uitstek hoestbuien.
Wat hij stelt is zonder meer juist. Tempora mutantur, et nos mutamus in illis. Tekenen van verandering zijn tekenen van leven, en dat leven heeft onze taal broodnodig, om vergelijkenderwijs toch maar bij de kruimels te blijven.
Ik ben bang dat een discussie over de stelling zal leiden tot een nieuwe herhaling van zetten. Zeker, de Nederlandse spelling is voor veel verbetering vatbaar, maar als hij tevens de d/t-kwestie noemt, zet hij de lezers mogelijk op het verkeerde been, en gaan opnieuw allerlei mensen zeuren over afschaffing van de -t in de werkwoordsvorm. Daarmee wordt het taalgebruik beslist niet verbeterd. Ik heb de opmerkelijke observatie gedaan, dat buitenlandse studenten Nederlands in eerste instantie geen moeite daarmee hebben. De regel is eenvoudig en volkomen logisch. Pas als ze erg vertrouwd zijn met de taal, duiken de fouten op.
Het Duits wordt momenteel geteisterd door gebruikers die Sie en sie, ihr en Ihr door elkaar halen. Ik kwam laatst zelfs een samengestelde zin tegen, overigens gewrocht door een Oostenrijker, waarin een niet herhaald "sie" zowel naar u als naar hen verwees. U ziet, zolang we taal hebben zullen we de meest waanzinnige fouten tegenkomen.
Vaste voorzetsels bij werkwoorden, van mij mogen ze zo nodig best veranderen. Een uitdrukking als “als door een wesp gestoken” mag van mij - als oudere man – best eens gevarieerd worden.
Iets moeilijker ligt "het meisje die", aangezien het een inbreuk betreft op een grammaticale regel. De consequentie zou dan gebieden, “dat” overal in soortgelijke gevallen te vervangen door “die”. Ik denk niet dat Van de laar dat nu al bepleiten wil.
Tot het bittere eind zullen we moeten vechten tegen het gebruik van “hij is een van de weinigen die inziet dat…”. Je komt bijna niet anders meer tegen. Maar toch is het een aantasting van de logica die toch ook in taal schuilt. Het vervuilt uw denken. (Ja, úw denken. Het mijne is daar nog helemaal vrij van.)
Dus, niet zeuren in zijn algemeenheid, maar verschillende aspecten zijn wel degelijk vatbaar voor wat Van de Laar zeuren noemt.
|
Emma Janssens - 8/07/09
De heer Nijhoff voelt zich meteen geroepen om even een sneer te geven: 'belgicismen' zijn blijkbaar een voorwerp van ergernis. Ik zou nu op mijn beurt kunnen argumenteren dat zijn, van veel zin voor taalpurisme getuigend betoog ergerlijke 'hollandismen' bevat, maar dan word ik zelf een purist en daar bedank ik voor. Als positief denkend mens met een open blik voor verandering (en jawel, ook met een kritische blik als het om de schoonheid van taal gaat), heb ik gewoon geen zin om 'tot het bittere eind te vechten' tegen taalveranderingen. Die zijn nu eenmaal eigen aan de evolutie van de samenleving en doen een taal leven. Sorry, dan lees ik liever een zomerse poëziebundel, eventueel vol belgicismen of hollandismen.
|
Gerard Klaassen - 9/07/09
Spellingregels lastig? Ik vind dat wel meevallen. Natuurlijk zijn er lastig te spellen (dictee)woorden. Die kun je opzoeken. Maar de d/t-spelling bij werkwoorden is toch werkelijk heel eenvoudig. Toch ontvang ik in mijn juridisch bedrijf regelmatig sollicitatiebrieven die wemelen van de d/t-fouten. Ook ontbreken er vaak hoofdletters en leestekens in die brieven...
Mensen die de toch uiterst simpele regels voor de d/t-spelling niet beheersen, zijn óf te lui om te leren óf te stom om bepaalde simpele (spelling)regels onder de knie te krijgen. Als mensen niet met dit soort eenvoudige regels kunnen omspringen, hoe zullen die mensen dan wel niet omspringen met de veel ingewikkeldere wetregels waar mijn bedrijf mee te maken heeft? Nee, dit soort mensen zal ik nooit in mijn bedrijf aannemen!
|
P.Bal - 10/07/09
Misschien kunt u zich voorstellen dat ik er genuanceerd tegenover sta. Ik zal bijvoorbeeld nooit een boek lezen waarin 'fouten' zijn gemaakt. (Iets zegt mij dat de heer Van de Laar dat ook niet doet.) Ook vind ik dat studenten de d/t-regels moeten beheersen, (al valt er met mij ook te praten over afschaffing ervan).
Maar hoewel niet alle voorbeelden uit de Rotterdamse taaltoets mij de haren te berge doen rijzen, ik ben ik er toch ook wel bij voorbaat van overtuigd dat menige taaltoets op een verkeerd spoor zit.
|
Jaap - 10/07/09
Helaas worden er meer fouten gemaakt in de inhoud van de boodschap dan in de spelling. Zinnen waarin alle logika ontbreekt komen helaas maar al te vaak voor. Verwarrende foute samentrekkingen van zinnen, foute of ontbrekende voegwoorden, ze maken een tekst nodeloos ingewikkeld of onbegrijpelijk. Natuurlijk is het fijn als iemand alle d-tjes en t-tjes foutloos schrijft, maar hoofdzaak is dat iemand in staat is zijn gedachten op heldere wijze te formuleren. Spelling is een onderwerp waar heel veel mensen heel erg emotioneel op reageren en dat is jammer, want het leidt af van de boodschap van een tekst. Dat is ook de enige reden om aandacht aan spelling te besteden, voorkomen dat lezers zich laten afleiden door spelfouten. Overigens lezen de meesten over spelfouten heen, omdat ze zich richten op de betekenis van een tekst. Ik vraag me al enige tijd af wat iemand die alle spelfouten opmerkt van de tekst onthoudt en begrijpt.
|
Johan Nijhof - 10/07/09
Hoe goed Emma Janssens leest, is meteen al aan haar spelling van mijn naam te zien. Belgicismen zijn, zoals zij vast wel weet, varianten van het Nederlands die alleen in België voorkomen. Ik begrijp niet waarom zij daaromheen aanhalingstekens plaatst. Ik kan als Nederlander moeilijk bezwaren maken tegen vormen die in mijn taal niet voorkomen, en waarmee ik feitelijk nooit geconfronteerd word. Ergernis daarover blijkt dan ook nergens, en die voel ik ook niet. Er is ook geen sprake van sneeren, alleen van een oppakken van de uitdaging die mijn landgenoot in Antwerpen stellig met opzet in zijn tekst plaatste.
Begrip voor de behoefte aan logica in taal is blijkbaar teveel gevraagd. Wanneer de “evolutie” ons berooft van de interne logica in onze taal, kunnen we beter meteen Frans gaan spreken.
|
Adriaan Pels - 10/07/09
Ik mis in het verhaal een voorstel om de spellingregels aan te passen. Niet toevallig waarschijnlijk, want de geschiedenis laat zien hoe moeilijk aanpassingen zijn en Van de Laar weet waarschijnlijk ook niet hoe zijn ideeën in de praktijk gebracht moeten worden.
Een nutteloze discussie derhalve. Of moeten de veranderingen langs langs een natuurlijke weg gaan? Een onmogelijkheid. Taal dient om een boodschap over te brengen en dan is de eerste vereiste dat je de vorm afstemt op de ontvanger. En die kan het bijvoorbeeld nodig vinden dat je de officiële en gebruikelijke (spellings)regels hanteert. Je kunt als (af)zender nog zo je opvattingen hebben, de ontvanger maakt uit hoe de boodschap overkomt. En dan kun je weleens iets anders bereiken dan je voor ogen had. Dus, veranderingen in taal moeten eerst door de ontvanger geaccepteerd worden en het kan wel eens heel lang duren voordat je als afzender zekerheid hebt dat jouw ideeën ook de zijne zijn.
Trouwens hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor hoe je je kleedt. Ik vind een pak en stropdas onzin. Maar in de lunchpauze loopt op het Plein hier in Den Haag de helft van de werkende massa in pakkie deftig. Wil ik in hun gezelschap als gelijke geaccepteerd worden, dan zal ik er ook aan moeten geloven. Net zo als je iemand iets wilt verkopen of van iemand iets gedaan (een baan geven) wilt hebben. Kom je anders over dan hij verwacht, sta je bij binnenkomst al op achterstand.
Dus, hou je aan de spellingregels. En als die weer (hopelijk duurt het nog lang) weer veranderd gaan worden, verwacht ik veel voorstellen van Van de Laar. Die dan wel moeten aansluiten bij de algemene trend. Aan theoretische beschouwingen hebben we niets. Ongewilde, opgelegde veranderingen komen er in de praktijk niet in. Zie het Witte Boekje. Als vrijwel iedereen vindt dat vrouwen slank moeten zijn, dan kun je nog zo aannemelijk academisch redeneren dat aan dik zijn niets mankeert, maat 36 blijft toch populair.
|
Gerard Klaassen - 10/07/09
Jaap schreef: "Ik vraag me al enige tijd af wat iemand die alle spelfouten opmerkt van de tekst onthoudt en begrijpt."
Mijn antwoord: niets tot vrijwel niets. Ik erger me alleen maar en neem de schrijver en zijn tekst niet serieus. Een brief die in de eerste alinea al enkele forse spelfouten bevat, lees ik gewoon niet uit. Heel jammer misschien, omdat de schrijver misschien heel zinnige dingen te melden heeft...
|
Adriaan Pels - 10/07/09
Nog even over 'kruim'. Van Dale vermeldt: "(...) (Belg) crème de la crème, neusje vd zalm". Zolang mensen al vallen over het gebruik, door een Belg nota bene, van deze betekenis, zal het zeuren over afwijkingen van de officiële spelling standhouden. Kassian meneer Van de Laar.
|
Wil Rikmanspoel - 11/07/09
Beste Johan Nijhof,
Je kunt beter geen vreemde talen gebruiken, als je niet weet hoe je dat moet doen. "Tempora mutantur, et nos mutamus in illis"? Mag het 'mutamuR' (i.p.v. 'mutamuS') zijn?
|
Corianne Roza - 11/07/09
Het aardige is dat de reacties ook spelfouten bevatten (sneeren, logika). Spelfouten zijn voor een deel geen gevolg van onkunde, maar van slordigheid of snelheid. Eerst eten, dan tandenpoetsen, schreef Felix. Ja, dat blijkt. Bij elektronische communicatie wordt nog gulziger gegeten dan op papier. Maar soms is het belangrijk om niet te schransen. Een sollicitatiebrief vol taalfouten is voor mij hetzelfde als solliciteren met je mond vol etensresten. Net zoals je je tanden poetst voor je op pad gaat, moet je ook je teksten nakijken voor je ze op de bus doet. Dat er een enkele keer een stukje spinazie blijft kleven, pijnlijk, maar dat kan gebeuren.
Het gekissebis over wel of niet spellingsfouten accepteren, is echter niet de kern van Van de Laars betoog. Het gaat om taalverandering in veel bredere zin, ook grammaticaal. In Nederland gebruiken we al eeuwen geen dubbele ontkenning meer. In Frankrijk verdwijnt 'ne pas' langzaam uit de spreektaal en over tientallen jaren misschien ook uit de schrijftaal. Daar gaat tijd overheen, maar dát taal verandert staat vast.
Oude mannen (en vrouwen) klampen zich vast aan wat ze vroeger geleerd hebben. Waar ik vóór de vorige spellingsverandering nog veel uit mijn hoofd goed spelde, moet ik nu regelmatig naar het groene boekje grijpen. Nieuwe ontwikkelingen automatiseer je kennelijk minder makkelijk. Vasthouden aan wat ooit geleerd is, geldt niet alleen voor spelling, maar ook voor bijvoorbeeld etiquette.
Ik vind het absoluut geen nutteloze discussie die Van de Laar uitlokt. Het gaat er alleen niet om óf we taalverandering moeten accepteren, maar in welk tempo. Mag de oude garde tot haar pensionering de regels bepalen, of moet er minder dan een generatie overheen gaan? Ik pleit voor het laatste, hoeveel moeite 'een meisje die' me ook kost. (Met 'hij is een van de weinigen die inziet dat' heb ik geen moeite. Ik zal me wel diep moeten schamen, maar wat is daar fout aan?). Als 83 procent van een groep hoog opgeleide jongeren, die denken goed te zijn in taal en die hun best doen op een taaltoets, een taalfout maakt, dan is het geen taalfout meer, dan is een taalverandering een feit. Dan is het alleen nog wachten tot deze lichting de woordenboeken samenstelt.
|
Peter Motte - 11/07/09
Hier is al veel geschreven over spelling.
De eenheidsspelling heeft eigenlijk ook taaleenheid geschapen: het is een spelling die wordt gebruikt in een gebied waar meer dan één taalvariant wordt gesproken.
Toen die eenheidsspelling ontstond, eind 19e eeuw, was dat nog meer het geval dan nu.
Het is dan ook niet mogelijk om een goede spelling op te stellen. Daarom alleen al zijn spellingveranderingen nutteloos.
Maar daarom ook is het tamelijk zinloos om te eisen dat de spelling zich zou aanpassen aan de taalgebruiker.
De spelling zorgt ervoor dat taalgebruiker uit verschillende streken met elkaar kunnen communiceren.
|
Joost Scheifes - 11/07/09
Helemaal mee eens. Als tekstschrijver manoeuvreer (of maneuvreer, maar ik zeg "manoevreer" en soms "manuvreer") je tussen gesproken en geschreven taal.
|
Johan Nijhof - 11/07/09
Uiteraard komt er een belerend vingertje over mijn "mutamus". Dat was ingecalculeerd. Dat in de gebruikelijke uitdrukking veranderen passief wordt gebruikt, verbiedt mij niet het actieve mutamus te gebruiken, als ik wil beweren dat wij de mettertijd taal veranderen. Volkomen correct Latijn, maar niet helemaal de geijkte kreet. Maar het is leuk dat u uw punt gemaakt heeft. Het is mijn gewoonte nu en dan wat kruimeltjes te strooien voor de andere betweters.
Mijn handhaven van de spelling sneeren is ook niet uit slordigheid. Mijn generatie (vandaag 66) gebruikt, als ik goed hoor, sneer nog met de Engelse uitspraak, en ik verdom het dus dat voortijdig te vernederlandsen.
Corianne Roza verwijst naar etiquette. Zelf denk ik dat wij ouderen gemakkelijker etiquettewijzigingen verwerken dan taalveranderingen. Kijk eens naar de discussie over de geweigerde handen. "in Nederland geven we elkaar een hand", volkomen in strijd met Groskamp-ten Have.
|
Nico Schram - 13/07/09
Gezien hun materiële bezit en de wachtlijsten bij SOA-polies meen ik te mogen stellen dat studenten excelleren in communiceren. Ze weten alles voor elkaar te krijgen door te schrijven in 160 tekens en ik hoor nooit een student die zich druk maakt om eigen, of andermans, taalgebruik (of taalfouten) op sociale netwerksites of internetfora. Vrij van alle juk die de docenten Nederlands hen oplegden opereren ze nu in eigen 'taalsoort'. Zodra ik ze, in een onderwijssituatie, laat rapporteren in een standaardtaal lijkt het mis te gaan. Het wordt tijd dat we met z'n allen gaan inzien dat jongeren, die er een eigen taalsoort op na houden, in die taalsoort verdraaid goed werk kunnen leveren. Dat de gevestigde orde daar niet in mee kan is nu nog het probleem van de jongeren, maar dat duurt nog maar een halve generatie. Rustig wachten dus.
|
Emma Janssens - 13/07/09
Aan al wie, zoals Johan Nijhof, een grote behoefte heeft aan logica in taal: alleen het absurd hoge aantal pagina's van de Algemene Nederlandse Spraakkunst bewijst dat dit een illusie is. Alleen het Esperanto geeft blijk van veel logica (en het succes van die taal is navenant). Je kunt hooguit proberen wat meer logica te creëren in detailkwesties, maar je bent per definitie veroordeeld om daarbij aan de (puur vormelijke) oppervlakte te blijven. En dat is maar goed ook.
|
taalprof - 13/07/09
@Johan Nijhof: 'sneeren' niet voortijdig vernederlandsen? Het ligt er maar aan wat je voortijdig noemt. Volgens het WNT stamt 'sne(e)ren' al uit de 17e eeuw. Van Dale vermeldt tegenwoordig twee spelwijzen: 'sneren' en 'snieren.' Ik denk dat de "Engelse" uitspraak bij de spelling 'snieren' zou horen. Ik neem trouwens aan dat de oudere generatie de 'r' niet op zijn Engels uitspreekt, dus het gaat in dit geval alleen om de klinker.
|
Marc - 13/07/09
Als ik "eerstejaars studenten" zie staan, dan blijf ik daarop een poos staren. Iets verder struikel ik (opnieuw) over "multiple choice-geval".
Twee domme spatiefouten waardoor ik al héél weinig zin heb om nog verder te lezen.
Voor mij is taal als muziek. Heb ik een elpee waarop een kras zit, dan zit ik op de duur op de tik van die kras te wachten, de schoonheid van de muziek ontgaat mij compleet.
Ik heb het nooit meegemaakt dat men elpees met krassen verkocht. Zoveel minachting zouden muziekliefhebbers immers nooit pikken. Waarom zouden mensen, die wensen dat men moeite doet om hun tekst te lezen, dan fouten mogen schrijven?
|
Marc - 13/07/09
Ook slordig: "dt-fout" verkeerd schrijven.
|
Felix van de Laar - 13/07/09
@Marc: wat doet u als u tijdens een concert van Martha Argerich hoort dat zij een verkeerde noot aanslaat - en later nog een? Klagen en de prijs van uw kaartje terugeisen? Taal is muziek, ja! Beiden zijn fenomenen in beweging en (dus) nooit perfect. U doet me met uw overdreven aandacht voor spellingdetails - waarvan de vergeten spaties en streepjes tot de ergste horen - denken aan Kuifje die zich als een Zuid-Amerikaanse generaal voordoet en 'zijn' troepen inspecteert op niet goed gepoetste knopen. U hoeft mijn tekst niet te lezen hoor, ik wil niet dat u valt en u verleiden om eens te genieten van de onvoorspelbaarheden en de speelse mogelijkheden van de taal, lukt me toch niet.
Hartelijke groet aan iedereen wiens bijdrage toch weer over de spelling gaat.
|
Lau Kanen - 14/07/09
Voor mij - en misschien nog voor een paar anderen - is taal, vooral geschreven taal, het middel bij uitstek om gedachten en andere innerlijke roerselen met andere mensen te kunnen uitwisselen, met tijdgenoten, maar zeker ook met mensen in het verleden en de toekomst.
Naarmate wij echter vaker veranderingen in de schrijfwijze van onze taal aanbrengen of toelaten, wordt die uitwisseling moeilijker en de kans op misverstanden groter. Daarom bepleit ik terughoudendheid en een zekere intolerantie jegens taalveranderingen. Voor het openhouden van het verbale communicatiekanaal is het beter eisen aan schrijvers te stellen dan onachtzaamheid te gedogen, zeker bij degenen die als hoog opgeleid beschouwd wensen te worden. Ik gebruik hier met opzet het woord 'onachtzaamheid', want wie de hedendaagse 'taalveranderingen' bekijkt, zal ontdekken dat erg vele daarvan uit achteloosheid en gemakzucht voortkomen.
Daarmee pleit ik overigens niet voor de muggenzifterij die er toe leidt dat de spellingskampioenen (foei, tussen-s!) bij het Groot Dictee der Nederlandse Taal nog tenminste acht of tien fouten maken.
|
Gerard Klaassen - 14/07/09
@ Felix:
In uw stuk lees ik aan het einde "dat we juist alle taalveranderingen gretig en nieuwsgierig moeten volgen, net zoals we naar concerten en tentoonstellingen gaan en andere dingen doen waar Vondel nooit van gehoord heeft". En u vindt aandacht voor spellingdetails overbodig.
Natuurlijk durf ik nu niet te gaan zeuren over uw opmerking "Taal is muziek, ja! Beiden zijn fenomenen in beweging", waarin volgens mij 'Beiden' zonder n moet worden geschreven. Sorry, kon het niet laten...
Waar het mij om gaat, is dat veel jongeren in hun schriftelijke communicatie (o.a. op internetfora) de meest basale regels overtreden: ze schrijven vaak geen hoofdletters, schijnen eenvoudige leestekens als punten en komma's niet te willen gebruiken en maken onnoemelijk veel spelfouten. Hun hoofdletterloze, leestekenloze schrijfsels vol spelfouten komen op mij over als een onontwarbaar braaksel van woorden, letters, waar gewoon door niemand (ook door jongeren niet!) een touw aan vast te knopen valt. Ik kan me niet voorstellen dat dat het nieuwe Nederlands is waar u en ik op zitten te wachten.
Of maak ik nu volgens u een denkfout? Dit is een oprechte, niet cynisch bedoelde vraag. Of heb ik het nu verknald bij u met mijn opmerking over 'Beiden'?
|
Felix van de Laar - 14/07/09
@Gerard:
Ha, kennelijk beschouwde mijn interface (brein/vingers/toetsenbord) taal en muziek als personen, en gaf ik ze met 'Beiden' die status...
Wat betreft uw hoofdpunt. Ik geloof heilig in communicatie en ik vermoed dat iedereen zijn of haar taalmiddelen zó inzet, dat die tot een voldoende effectieve communicatie leiden. Als jongeren of wie dan ook erachter komen dat ze hun doel niet bereiken zullen ze het gebruik van hun middelen aanpassen. Dat is de belangrijkste motor achter alle taalveranderingen, achter het verval van talen en het ontstaan van nieuwe (combinaties, meestal) - en overigens ook van nieuwe manieren van communiceren.
En verder heeft taal er recht op om slordig en achteloos gebruikt te worden; ik heb soms het idee dat mensen taal een goddelijke status geven, terwijl het een puur stukje mensenwerk is. En al die regels zijn natuurlijk al helemaal geen onaantastbare waarheden, eerder opnames van de stand van zaken en giswerk over hoe het misschien in taal werkt of zou kunnen werken.
Verwachten dat mensen netjes altijd alle regels toepassen, is een volstrekte overwaardering van de moraal en een ontkenning van een hele tak van wetenschap, namelijk de psychologie.
|
charlotte hartmann - 14/07/09
Geachte wijze dames en heren,
Zoveel zinnen, zoveel meningen. En dan is er ook zoiets als 'de praktijk'. Spreektaal? Onze jonge productmanagers willen voortaan de woorden gebruiken waarmee op google (of een andere zoekmachine) wordt gezocht. Dus voortaan geen wasautomaten meer, maar wasmachines. Geen afwasautomaten maar vaatwassers en geen droogautomaten maar wasdrogers.
Dus brengen wij de technologie terug naar waarschijnlijk het moment waarop de wasmachine werd geintroduceerd - eerste helft van de vorige eeuw - toen de was (koken, wasmiddel toevoegen, wasgoed bewegen in het sop, spoelen, wringen, spoelen, wringen, spoelen, wringen, drogen) een hele dag duurde....
Of op zoekmachines zowel 'spreek'- als 'schrijf'- taal vermelden....
of strikt vasthouden aan de wasautomaat van nu (vul de wasautomaat, voeg wasmiddel toe, select programma...en over een uurtje een schone, gecentrifugeeerdee was...
Wat vind u?
|
Johan Nijhof - 15/07/09
Nog even over "sneeren”. Dat is interessant, omdat – als het klopt wat ik stelde, en de uitspraak niet alleen een familiale eigenaardigheid is - die inburgering wel heel lang duurt. Het moet een van de eerste woorden zijn die ontleend zijn, want Engels was voor Huygens het ging leren vrijwel onbekend in Nederland. Nee, bij “sneer” hoor ik ook niet de gebruikelijke eind-r, maar eerder een Engelse versie. Juist om de oorsprong nog aan te duiden, zou “sneeren” dus de betere spelling zijn. Van mij hoeft de oorsprong van een woord niet verdonkeremaand te worden, zo krijgt een tekst meer leven.
Intelligentsia met een s uit het Russisch, föhn met een h, die in de nieuwste Duitse spelling alweer verdwenen is. Maar doorslaggevend is, dat de spelling qua incorporatie niet dient vooruit te lopen op de uitspraak.
Mijn behoefte aan logica anderzijds, die Emma Janssens signaleert, zal toch wel seksebepaald zijn. Ik kan namelijk niet volgen waarom het aantal bladzijden van de ANS uitsluitsel zou kunnen geven over het logisch gehalte van onze taal. Wordt dat gemeten aan het Esperanto? Esperanto heeft veel logica? Is het dan logisch Romaanse woorden met een Poolse grammatica te mixen en andere talen niet helemaal te vergeten door bijvoorbeeld het Griekse “kai” voor "en“ te ontlenen? Interlingua is qua structuur en überhaupt veel logischer. Ik sprak ook niet over het creëren van logica, maar over het behoud van logica in de taal. De gewraakte constructie kunnen we misschien nog terugdringen, met het gebruik van "enigste" lijkt dat zelfs enigszins gelukt te zijn.
Waarom moet het aan de oppervlakte blijven? Heeft Emma Janssens Viktor Klemperers `LTI, die Sprache des dritten Reiches` gelezen? Taal kan je denken behoorlijk vervuilen. In de newspeak van ons huidige kabinet zie je dat ook bewust gebeuren (b.v. prachtwijken).
Als ik me erger aan het taalgebruik van de jongere generaties, gaat het vooral om kreten als `boeit niet´ en ´dat wil je niet weten´, indicaties van een mentaliteitsverschuiving. Hoe kan iemand nu iets niet willen weten?
|
Richard Pauwels - 17/07/09
Nederlands wordt gebruikt in een zeer klein (taal)gebied. Indien de taal voortdurend veranderd raakt de gebruiker van de wijs. Naast Nederlands moet men tegenwoordig ook Engels en Duits kunnen spreken. Nederlanders zijn meertalig. Een groot aantal spreken Engels, Duits, Frans en/of Spaans. In al dat taalgeweld moet de eigen taal niet veranderen. Door veranderingen wordt Nederlands onbruikbaar. Indien een taalgebruiker iets verkeerd doet hoeft nog niet onmiddellijk het groene boekje of het woordenboek te worden aangepast.
Wel is het noodzakelijk dat het Nederlands eenvoudiger en standvastig wordt gemaakt. Daarmee bedoel ik: stel algemene regels op en sta zo min mogelijk uitzonderingen toe. Haal de onzin en de onlogische factoren uit de taal. Sta zo min mogelijk woorden uit vreemde talen toe.
Een grootschalige opschoning van de Nederlandse taal is zeer belangrijk. De taal wordt zo bruikbaar en blijft bruikbaar. Anders zou het wel eens kunnen gebeuren dat Nederlands een dode taal wordt die alleen nog maar in het gebouw van de Nederlandse Taalunie wordt toegepast.
Richard Pauwels
|
George Philip - 17/07/09
De Nederlandse taal zoals die circa een halve eeuw geleden was is voor mij nog steeds de basis. Natuurlijk kan een taal verrijkt worden met nieuwe termen die bijvoorbeeld uit de wetenschap komen.
Maar wat "de taal laten meegroeien" tegenwoordig duidelijk inhoudt is dat de taal ondergeschikt wordt gemaakt aan de nonchalance (ja ja dit is geen Nederlands) van het socio communicatief gedrag van de bevolking. Het is uit pure laksheid dat er maar weer van die zogeheten "coole" termen in de woordenboeken terecht komen. Het gevolg daarvan is dat de alsmaar slordig wordende taal ook weer de slordigheid in menselijke omgang stimuleert.
Nederland is slordig geworden, en dat is geen understatement (ja ja dit is geen Nederlands) en wel in die mate dat men niet eens meer weet hoe de taal op fatsoenlijke wijze gebruikt dient te worden. Men kan niet eens meer goed spellen.
Het onderwijs sux (ja ja dit is zeer modern Hollansch).
Als mensen in de jaren '60 gewoon met elkaar konden communiceren met behulp van de Nederlandse taal, waarom zou dat 50 jaar later niet meer kunnen? Hoezo "dode taal"? Hoezo "ouderwets"?
Ik ben modern en houd mij bezig met dingen waar zelfs science fiction (oh pardon, wetenschap verzinsel) schrijvers zich niet aan zouden wagen, maar ik spreek nog altijd gewoon ouderwets Nederlands zoals ik dat 50 jaar geleden ook deed.
Nederlands moet gewoon Nederlands blijven. Daar is immers toch niets mis mee? Het feit dat wij eierkolen hebben ingeruild voor aardgas betekent nog niet dat wij Nederlands in moeten ruilen voor Bargoens.
Waarom zouden wij andere talen moeten importeren? Bedenk wel dat zulk een import tevens het Paard van Troje met zich mede brengt. Namelijk, een besmettelijk "taal-virus", om het zo maar eens op andere wijze uit te drukken.
"Effe googelun"? Nee, ik niet. Ik ga op "internet zoektocht".
"Spreek je dan een voicemail in me gsmmetje?". "Nee, maar ik neem wel een stempost voor uw telefoon op".
"En u bepaald dat?" "Ja, maar wel met een 't' in plaats van een 'd'.
Kiep koel ;-)
|
Huub - 19/07/09
16 miljoen mensen op dit hele kleine stukje aarde hebben niet kunnen voorkomen dat Nederland met bijvoorbeeld het verdwijnen Postbank, Daf en nu onlangs de WC-potten uit Maastreech zichzelf een prominente plek onder de economische guillotine heeft bezorgd.
Nieuwgierigheid is voorwaarde voor vooruitgang!
En gaat het in de discussie over zorg om veranderende taal, of om angst m.b.t. identiteit, om je leefgebiedje?
Uit de boekenkast trek ik zomaar de 2e druk (1707) van Vondel's treurspel Palamedes. Onmiskenbaar Nederlands, maar toch ietsiepietsie ouder dan mijn fototoestel of ijskast. Blz 12:
"Wie, tot staat en ampten beroepen, zich poogt te quyten voor het gemeene beste, zet goet en bloet in de weegschale om het gemeene beste: want naardien de weg ter deugt, ten opzigt der boosen, die zig doorgaans tegens de vromen en oprechten kanten, stiel en moeielijk valt, wort die baan van weinigen gezogt, weiniger bewandelt: hierom munten deugtzame en dapper mannen boven anderen uit, en worden van de gemeente bemint en ge-eert, zoo lang zy van haare vaderen en voorstanderen gesond oordeelt."
Al heeft Vondel het niet over taal, dit lijkt mij voortreffelijk van toepassing op diegenen die vernieuwing en verandering voorstaan alsmede een hart onder de riem aan hen die "haare vaaderen en voorstanderen gesond oordeelt".
Vraagje dus: Wat willen we. Blijven we in de touwen van onze "vaaderen" hangen of durven we ook te springen?
Huub
|
Scrubs Scrubman - 23/07/09
Richard Pauwels: "Indien de taal voortdurend veranderd raakt de gebruiker van de wijs."
Nou, blijkbaar brengt ook de werkwoordvervoeging heel wat mensen van de wijs. Dat blijkt uit de vervoeging van 'veranderen' in deze bijdrage.
Maar daar wil ik niet bij blijven stilstaan, dat lijkt me een eerlijke vergissing. Belangrijker zijn de voorstellen die Richard Pauwels formuleert.
Meer lezen? Dan kun je hier terecht:
http://taalpuristen.web-log.nl/taalpuristen/2009/07/een-opening-naa.html
|
Johan Nijhof - 29/07/09
Weet u nog waar het ongeveer over ging? Over de aanvaarding van het feit dat Nederlands, net als alle andere talen, voortdurend verandert. Maar inmiddels willen de door die verandering van de wijs gebrachte gebruikers weer even klagen en is de vrijwel permanente spelfout "veranderd" alweer veel belangrijker. Triest.
Nederlands is met zijn 23 miljoen sprekers geen kleine taal, en zeker geen zeer kleine. Het wordt bovendien gesproken in zeer uiteenlopende gebieden, zoals een plekje in Brazilië, Suriname, Indonesië, en nog goed begrepen in Zuid-Afrika, op Ceylon, en waarschijnlijk nog veel meer plaatsen.
Niks aan de hand dus? Zeker wel, van alles aan de hand. Nederland wil zijn taal blijkbaar niet meer, en verdomt (ja met t) het dus die mee te laten groeien met de ontwikkelingen. Veranderingen in gebruik berusten inmiddels al vaak op loutere onbekendheid met de grammatica. Een woord creëren voor een nieuw verschijnsel? Daar is men te bedonderd (ja met een d) voor.
Dat is waar het mis gaat.
Als u dus niet allemaal braaf doet wat Felix voorstelt (ja, met een t) is het een aflopende zaak.
|
taalprof - 25/08/09
Misschien een beetje off-topic (en laat), maar mag ik ingaan op uw ergernis over 'dat wil je niet weten'? Als ik zo'n uitdrukking zie, dan denk ik meteen: "Hee, modaal hulpwerkwoord!" En dan ligt meteen het hele modale betekenisveld van waarschijnlijkheid en wenselijkheid open. In dat kader lijkt het me een uitspraak over de inschatting van de spreker over de wenselijkheid voor de luisteraar om ergens kennis van te nemen. Met andere woorden: "Ik denk dat het voor jou onwenselijk is om dit te weten." Dit wordt gezegd om te benadrukken dat de bedoelde informatie niet prettig is om te horen.
Vind ik toch wel een fraaie uitdrukking. Wil ik wel weten.
|
Johan Nijhof - 29/08/09
De grammaticale analyse van taalprof is correct, de conclusie m.i. niet. Het wordt b.v. gezegd als de president-commissaris een mooie bonus in de wacht heeft gesleept. Hoeveel? Dat wil je niet weten. Het zou maatschappelijk in het algemeen best nuttig zijn als we die informatie wel wilden hebben.
Mijn ergernis berust dan ook niet in het minst op grammaticale bedenkingen, maar op de kennelijke afkerigheid van wetenschap in het algemeen. Ik ben blij dat taalprof althans het nog wel wil weten.
|
Johan Nijhof - 19/09/09
Graag wil ik hier de gevoelens kwijt die ik had toen ik voor het eerst werd geconfronteerd met de term "eergerelateerd geweld". Het smaakte niet. Het klinkt zo tenenkrommend politiek correct, terwijl wij toch een oud en bruikbaar woord "eerwraak" hebben.
Ik ben me bewust van het feit dat deze term niet bedacht is, maar - misschien zelfs gedachteloos - overgenomen is uit het Engels: honour related violence. Maar dat is juist het punt. Er verdwijnt meer dan taal, er nestelt zich iets in ons hoofd dat niet van ons is, wezensvreemd. In dit geval verengelsing.
|
|
Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.
|
|