home > reportage > Wereldklas pept anderstalige jongeren op

reportage

Wereldklas pept anderstalige jongeren op

Tekst: Gaby De Moor; foto's: Ben Salemans - 21/05/03

Negar en Fatima

Negar (links), ex-vluchtelinge: "Ik bedacht de naam 'Wereldklas', nu zeven jaar geleden nadat ik uit Iran als vluchtelinge in Nederland opvang vond."

Negar (20) is vluchteling uit Iran. Ze woont nu zeven jaar in de Gelderse groeistad Ede. Al vlug na haar aankomst in 1996 in Nederland merken haar begeleiders dat ze begaafd is. Maar een gebrekkige beheersing van het Nederlands vormt voor haar een beletsel om meteen door te stromen naar een gewone middelbare school. Gelukkig biedt een gloednieuw taalintegratietraject van het Pallas Athene College in Ede uitkomst: de Wereldklas. Dit jaar doet Negar eindexamen VWO. Ze gaat daarvoor slagen. Natuurlijk heeft ze dat te danken aan haar intelligentie en haar doorzettingsvermogen. Maar zonder de Wereldklas had ze het heel waarschijnlijk nooit zo ver geschopt. Wat is het succesrecept?

"Uitzetten?" Lilit (14) uit Azerbeidzjan zet angstogen op. Haar taalboek heeft het over 'zalm uitzetten in de vijver'. Zij is asielzoekster en voor haar betekent 'uitzetten' zoveel als het land uit moeten omdat de asielprocedure negatief uitdraait. "Jongeren die nog niet lang in Nederland verblijven, hebben veel Nederlandse woorden nog niet helemaal scherp", zegt Marjon Daane, docente van de Wereldklas. "Daarom oefenen we in het begin met 'schooltaalwoorden', zoals regelmatig, tot slot, zich aanpassen aan, vanzelfsprekend..."

verhuizen

Jack (12) uit de VS en Yahya (12) uit Marokko maken zelfstandig oefeningen uit Taal op school. Samar (12) uit Soedan zet intussen thee. 'Talen verbreden je horizon' staat op de wereldkaart. Jack is Texaan. Hij zit sinds twee weken in de Wereldklas. "Mijn moeder is Nederlandse, maar mijn vader is Amerikaan" vertelt hij. "We woonden in de VS en Groot-Brittannië en verhuisden vaak. Ik spreek Engels. Nu moet ik hard werken om Nederlands te leren."

Yahya is Berber en woont al anderhalf jaar in Nederland. Samen met zijn broer en zus kwam hij naar Nederland in het kader van een gezinshereniging. "Arabisch is veel moeilijker dan Nederlands" zegt hij. "Nu help ik ook mijn moeder met het Nederlands."

taalbad

De Wereldklas integreert anderstalige leerlingen die minder dan vier jaar in Nederland zijn, zo snel mogelijk in het gewone voortgezet onderwijs. In het begin zitten de nieuwelingen tot 34 uur per week in de Wereldklas, waar ze een Nederlands taalbad krijgen. Hoe beter ze het Nederlands beheersen, hoe meer lesuren ze doorbrengen in hun gewone klas waar ze samen met hun 'gewone' klasgenoten vakkenonderricht krijgen. Sommige anderstalige leerlingen zijn heel snel helemaal 'doorgeschakeld' naar een gewone klas. Op het ogenblik bezoeken 15 leerlingen de Wereldklas.

Marjon Daane

Wereldklasdocent Marjon Daane: "Anderstaligen maken veel minder dt-fouten dan moedertaalsprekers."


De Wereldklas is een ruimte in het Pallas Athene College in Ede (Gelderland). Het College is een openbare scholengemeenschap voor MAVO (middelbaar algemeen voortgezet onderwijs), HAVO (hoger algemeen voortgezet onderwijs) en VWO (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs). De hoofdvestiging van de school in Ede telt 560 leerlingen.

aardrijkskunde

Voorlopig bestaat er geen enkele andere klas in het voortgezet onderwijs die deze bijzondere vorm van opvangonderwijs voor allochtone jongeren aanbiedt. Marjon Daane: "De jongeren die wij hier opvangen, hebben een culturele bagage, zijn intelligent en hebben natuurlijk al school gelopen in hun land van herkomst. Zij komen eerst terecht in een speciale dependance van onze school voor anderstalige asielzoekers. Van sommigen valt op dat ze snel iets oppikken. Als ze in een taalschool of in de afdeling voor anderstaligen zouden blijven, dreigen ze veel leerachterstand op te lopen voor de vakken."

Fatima (15) bijvoorbeeld is een leerlinge van de Wereldklas. Marjon Daane: "Zij leerde hier behoorlijk Nederlands praten, lezen en schrijven. Daardoor kan zij haast alle vakken bij de vakdocent zelf volgen. Maar straks verwacht ik haar in de Wereldklas. Ze heeft wat problemen met het Nederlands van de aardrijkskundeles. Sommige woorden begrijpt ze niet. Ik help Fatima een toets maken. Maar ik geef geen aardrijkskunde, natuurkunde of scheikunde. Ik help de leerlingen alleen met de taal van die vakken. In de Wereldklas krijgen ze wat ze aankunnen of meer. Ik heb alle referentieboeken van de school ter beschikking. João, een Angolese jongen, moest voor wiskunde doorhebben welke Nederlandse woorden horen bij wat hij in Angola al geleerd had. Nu draait hij voor wiskunde in de gewone klas mee. Voor Nederlands en ook voor aardrijkskunde komt hij nog bij mij."

vieze woorden

Het volgende lesuur begint. Mohammed (14) uit Somalië, Maekel (14) uit Egypte, Mahmoud (14) uit Marokko en Samar (12) uit Soedan zetten zich voor de tv. De een is samen met zijn moeder overgekomen in het kader van een gezinshereniging. De anderen zijn asielzoekers. Allen zijn minder dan vier jaar in Nederland.

Ze gaan naar Het Klokhuis kijken ( een populair educatief televisie jeugdprogramma dat elke dag van 18.30 - 18.50 uur wordt uitgezonden. Red). "We snappen niet alle woorden maar we begrijpen waar het over gaat" zegt Maekel. "Je leert ook niet alles op school. De omgangstaal en de vieze woorden leren we wel op straat." "Zinnen in elkaar zetten en heel die grammatica vind ik erg lastig" getuigt Mahmoud. In de geschiedenisles begreep ik het woordje 'geboorteoverschot' niet. De jongens dromen ervan om later een eigen zaak te beginnen. Politieagent worden is ook leuk meegenomen. Of dokter of advocaat.

"Behalve naar Het Klokhuis kijken we elke dag naar het jeugdjournaal" zegt Marjon Daane. "Dat is een aanvulling op de eenvoudige teksten met schooltaalwoorden. Gedurende een week zijn we op alle mogelijke manieren met tien woorden bezig. Ik zoek authentieke stukjes tekst uit een krant of tijdschrift waar deze woorden in voorkomen. Daarbij krijgen ze vragen zodat ze de betekenis van een woord kunnen achterhalen. Of ze maken met de tien woorden uit de les zelf zinnen. Zodra we nu in Het Klokhuis een schooltaalwoord tegenkomen, refereer ik eraan."

op proef

Het verschil met een taalschool voor anderstaligen? "Daar blijven ze een heel jaar. Ongeacht hun niveau" verduidelijkt Marjon Daane. "In de Wereldklas kunnen de leerlingen sneller doorschakelen waardoor ze helemaal in een Nederlandse omgeving komen. Ze stromen per vak uit als ze daaraan toe zijn. Daarmee gaat hun eigen niveau nog eens omhoog. Als ze zich inzetten, krijgen ze meer kansen. Dat merken ze en dat stimuleert. Er is nog geen enkele leerling blijven zitten. Het lastigste is voor mij het individuele niveau van de leerlingen goed inschatten. Aanvoelen wanneer hij doorschakelbaar is."

Wereldklas

De Wereldklas: voorlopig een uniek initiatief in de lage landen. In het begin zitten de nieuwelingen tot 34 uur per week in de Wereldklas, waar ze een Nederlands taalbad krijgen. Ze zijn allen wild enthousiast.

De leerlingen van de Wereldklas komen eerst een maand op proef. De doorschakeling naar het gewone klassikale onderwijs gaat geleidelijk. Aanvankelijk volgen de anderstalige leerlingen alleen lessen waarbij taal niet erg belangrijk is, zoals gymnastieklessen en handvaardigheidslessen. Hierdoor krijgen ze een band met de andere leerlingen van hun klas. De rest van de tijd werken ze aan hun Nederlands in de Wereldklas. Als hun Nederlands beter wordt, gaan ze, afhankelijk van hun kennisniveau, ook andere lessen volgen, zoals wiskunde of scheikunde. Als ze bepaalde woorden in die lessen niet begrijpen, kunnen ze altijd terecht in de Wereldklas voor nadere uitleg van die woorden. Hoewel de Wereldklas bedoeld is voor het voortgezet onderwijs zou een gelijksoortig initiatief ook geschikt zijn voor anderstalige leerlingen van de basisschool.

slavenhandel

João (16) is een ama, een alleenstaande minderjarige asielzoeker. Toen hij 13 was, vluchtte hij uit Angola naar Nederland. Na een half jaar kreeg hij te horen dat hij mocht blijven. Hij woont, samen met twee andere jongens, zelfstandig. Drie tot vier uur per dag is er een mentor aanwezig. De asielzoekers krijgen op verzoek psychische begeleiding. Verder moet João zelf boodschappen doen, koken en schoonmaken. "Dat valt wel mee" zegt hij. "In de Wereldklas kreeg ik de kans om beter te worden. Eerst zat ik in de taalschool, een internationale schakelklas, die asielzoekers opvangt. Ik spijbelde vaak. Aan de lessen had ik helemaal niets. Het niveau lag er erg laag. Als ik daar gebleven was, had ik naar een ROC (regionaal opleidingscentrum) gemoeten voor een beroepsopleiding. Ik probeer goed te studeren zodat ik later in de mijnbouw kan. Dat is leuk en het verdient goed." João leerde intussen de Nederlandse geschiedenis. Over de Gouden Eeuw en de slavenhandel. Zinsontleding vindt hij het leukste in de Nederlandse les.

hartverscheurend

Wereldklasleerlingen moeten niet alleen in het programma meelopen. Ze moeten ook inhalen. Daarom krijgen ze per dag anderhalf à twee uur huiswerk mee naar huis. Daar is weliswaar geen begeleiding, maar er wordt van hen verwacht dat ze het aankunnen. Wie niet zelfstandig kan werken en wie niet in staat is het tempo tijdens de proefmaand vol te houden, kan niet via de Wereldklas in de gewone school komen. Zo'n proefleerling gaat terug naar de taalschool om nog meer Nederlands te oefenen.

Vluchtelingen, alleenstaande minderjarige asielzoekers, zijn een aparte groep in de allochtone nieuwkomers. "Ik heb hier diverse kinderen die nog steeds niet weten of ze mogen blijven"getuigt Marjon Daane. "We hebben een leerling die terug moet. Die gaat spijbelen, ziet het niet meer zitten. Voor mij is het afscheid hartverscheurend. Maar ik blijf vinden dat je zulke kinderen een houvast moet geven door ze naar school te laten komen."

minder dt-fouten

"Vorig jaar scoorde een Bosnisch meisje het hoogste eindexamencijfer van de hele school op het vak Nederlands" vertelt docent Nederlands Hans Abels. "Zij schakelde via de Wereldklas door naar het gewone onderwijs en behaalde een 6 VWO-diploma. Voormalige Wereldklasleerlingen maken overigens minder dt-fouten dan Nederlandse leerlingen. Ze vinden zinsontleding leuk, omdat het technisch is. Dat kunnen ze leren. Ze kunnen taal uitstekend op een abstracte manier benaderen. Maar als je ze vraagt een opstel te schrijven, barst het van stijl- en spelfouten. Met spelfouten bedoel ik niet zozeer de werkwoordsvervoegingen, maar al die andere woorden. Ze kunnen zich moeilijk schriftelijk uitdrukken omdat ze soms maar een jaar of twee in Nederland zijn. Mondeling gaat het vlotst, al is het vaak handen-en-voeten-Nederlands. Zelfs na vier jaar blijft er vaak een groot verschil met de autochtone leerlingen. Dat is logisch omdat er een achterstand blijft. De Nederlandse leerlingen van de vierde klas hebben tenslotte een zestienjarige taalervaring."

onaantrekkelijk

Hoe denkt het management van het Pallas over de Wereldklas? Conrector Jan Hietbrink: "Wij geven hier alleen maar les in het Nederlands. Wij geven absoluut geen Arabisch, Berbers, Turks of Marokkaans. Dat is slecht voor de integratie. We hebben nu 160 aanmeldingen voor de brugklas. Daarvan is 17 procent allochtoon. Als een school niet meer dan 20 procent allochtonen telt van heel verschillende achtergronden is er minder neiging tot groepsvorming. De allochtone leerlingen zijn dan meer geneigd om met Nederlandse kinderen contact te maken en Nederlands te praten. Je moet je school onaantrekkelijk durven maken voor een bepaalde groep allochtonen. Je kunt het niveau optrekken door afdelingen af te stoten. In de plaats daarvan kun je speciale sport- en expressieklassen of cultuurklassen starten. Daar willen allochtonen niets van weten. Op die manier kun je een goede mix krijgen. Enerzijds zijn er allochtone leerlingen die op het reguliere programma afkomen en anderzijds komen er Nederlandse leerlingen die wat extra's willen. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien op discriminatie, maar dat is het niet. Ik denk dat de overheid een vorm van discriminatie bedrijft door toe te staan dat er 'zwarte scholen' komen. Daar krijgen de kinderen geen enkele kans om te integreren. Zo blijven ze in hun eigen cultuur en taal. Ze blijven in hetzelfde sociale patroon zitten en komen er nooit meer uit. Dat is pas discriminatie."

snoepje

Met Negar (20), ex-vluchtelinge uit Iran, begon het allemaal. Zeven jaar geleden wilde ze samen met een vriendin naar een gewone middelbare Nederlandse school. Maar ze werden niet aangenomen. De plotselinge overstap was te moeilijk. Niet hun intelligentie was een belemmerende factor, wel de taal. Als oplossing voor hun probleem werd de Wereldklas gesticht. "Ik heb de naam bedacht" vertelt Negar. "Ik blijf wel vaak het verkeerde lidwoord gebruiken", geeft de toekomstige tandarts bescheiden toe, terwijl ze intussen smetteloos Nederlands praat. De elektronische bel gaat. Bij het afscheid bevestigt Marjon Daane dat de Wereldklas tot nu toe geen navolging kreeg. Maar vanaf volgend schooljaar zou de Echnaton Scholengemeenschap in Almere met een eigen Wereldklas beginnen. Bij het buitengaan krijgt de docente een snoepje van een Wereldklasleerling toegestopt. Tonen dat je om de juf geeft, zit hem soms in kleine dingen.

In 2001 was het Pallas Athene College met de Wereldklas genomineerd voor de Taalunie Onderwijsprijs.

De Wereldklas in een notendop

De Wereldklas van het Pallas Athene College in Ede helpt allochtone nieuwkomers om zo snel mogelijk en met succes in te stromen in het gewone voortgezette onderwijs op school.

De Wereldklas is in 1996 opgericht en bezield door voltijdse docente Marjon Daane toen zij merkte dat intelligente anderstalige nieuwkomers achterstand oplopen omdat ze moeilijkheden hebben met het Nederlands als school- en instructietaal.

De Wereldklas is voor allochtone leerlingen vanaf 12 jaar die minder dan vier jaar in Nederland verblijven en er niet geboren zijn.

De Wereldklas mikt vooral op leerlingen uit het nabije gelegen asielzoekerscentrum, waaronder vrij veel ama's (alleenstaande minderjarige asielzoekers). Zij moeten wel op een redelijk niveau het Nederlands beheersen (Jip en Janneke-niveau).

Via deze voorbereidings- en doorschakelklas integreren anderstalige leerlingen zich stapsgewijs en op een flexibele manier in het gewone onderwijs. Ze blijven over het algemeen één tot zes maanden in de Wereldklas.

Basisscholen kunnen een intelligente allochtone leerling doorsturen naar het voortgezet onderwijs, via een proeftijd van minimum twee weken in de Wereldklas. Oudere leerlingen volgen veelal eerst een lesprogramma op maat. Ze krijgen allen een individueel Nederlands taalbad. Na een tijd, die voor iedereen verschillend is, hebben ze de schooltaal van een vak onder de knie. Dan is het tijd om zelfstandig dat vak in de gewone klas te volgen. Dat worden er almaar meer tot de leerling helemaal is 'doorgeschakeld'.

In het begin blijven de leerlingen 34 uur per week in de Wereldklas. Naarmate ze het Nederlands als schooltaal én als hun omgangstaal beter beheersen, volgen ze steeds vaker de gewone lessen. In hun individuele leertraject kunnen ze voor steun, begeleiding en hulp altijd terugvallen op de Wereldklas.

Op het ogenblik bezoeken 8 leerlingen de Wereldklas. Er is plek voor 42 leerlingen.

» 13 randvoorwaarden voor een Wereldklas
  1. Voor een goede intake zorgen.
  2. Rust en tijd geven om uit te zoeken welk niveau en welk schooltype passend is voor de leerling.
  3. Laat geen jaar verliezen. Tussentijdse instroom moet het hele jaar door mogelijk zijn.
  4. Alle docenten op de hoogte brengen van de mogelijkheden die het opvang- / begeleidingssysteem biedt (korte communicatielijnen, wandelgangen).
  5. Informatiestromen onderhouden.
  6. Een vast lokaal ter beschikking stellen.
  7. Een vaste docent voltijds aanstellen.
  8. De Wereldklas moet kunnen beschikken over alle boeken van de school.
  9. Een overzicht van het rooster van alle klassen opstellen.
  10. Veiligheid cre�ren voor de leerlingen.
  11. De inspectie voorlichten en op de hoogte houden.
  12. Open kaart spelen, ook over de financiering.
  13. Er mag en kan meer dan je denkt.!
» 13 voorwaarden voor een Wereldklasdocent
  1. Affiniteit hebben met de doelgroep.
  2. Bij voorkeur docent Nederlands zijn.
  3. Flexibel zijn.
  4. Een goed organisatorisch vermogen hebben, om onder meer een planbord te beheren voor de individuele begeleiding.
  5. Overzicht hebben van leergangen van klas 1 MAVO (middelbaar algemeen voortgezet onderwijs) tot en met 1 VWO (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs).
  6. Het instapniveau van de leerlingen kunnen bepalen.
  7. Geduld hebben.
  8. Je kunnen inleven in de problemen en achtergronden van de leerlingen.
  9. Na schooltijd tijd vrijmaken voor huisbezoek.
  10. Een netwerk opbouwen en onderhouden met medewerkers van het centrum voor asielzoekers en begeleiders van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama's).
  11. Een groot relativeringsvermogen bezitten.
  12. De grenzen van eigen mogelijkheden kunnen onderkennen.
  13. Goed kunnen samenwerken met collega's.
» 13 voorwaarden voor een Wereldklasleerling
  1. 12 jaar of ouder zijn.
  2. Ten minste basisschool in eigen land doorlopen hebben.
  3. Vier jaar of korter in Nederland verblijven.
  4. Aanspreekbaar zijn in het Nederlands.
  5. Redelijk kunnen lezen en schrijven in het Nederlands.
  6. Beheersen: optellen - aftrekken; delen - vermenigvuldigen; breuken - procenten.
  7. Gemotiveerd en leergierig zijn. Inzet vertonen.
  8. In staat zijn zelfstandig te werken.
  9. Studievaardigheden bezitten.
  10. Bereid zijn ten minste twee uur per dag aan huiswerk te besteden.
  11. Willen leren omgaan met computer en internet.
  12. Is soms te oud voor de basisschool maar nog niet op niveau om de brugklas of hogere klas binnen te stromen. Oudere leerlingen moeten in hun eigen land al Engels / Frans / Wiskunde hebben gevolgd.
  13. Openstaan voor de Nederlandse taal en cultuur.
archief





print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot