home > reportage > Taal verandert? Niet zeuren maar meedoen!

reportage

Taal verandert? Niet zeuren maar meedoen!

- 28/06/09

“Alle talen moeten meebewegen met de samenlevingen waar ze in gesproken worden”, stelt Felix van de Laar. Laten we dus niet zeuren over taalverloedering, maar “alle taalveranderingen gretig en nieuwsgierig volgen, net zoals we naar concerten en tentoonstellingen gaan.” Mee eens?

Onlangs zakte 83 procent van de eerstejaars studenten in Rotterdam voor een taaltoets. 83 procent - dat zijn ze bijna allemáál! Het kruim van de natie kent geen fatsoenlijk Nederlands meer!

Ik heb die toets bekeken, althans wat ervan openbaar is gemaakt. Een multiple choice-geval met spelling, moeilijke woorden, als/dan, zijn/haar, spelling onder het mom van grammatica (onze beruchte d/t), uitdrukkingen, vaste voorzetsels bij werkwoorden, het meisje die/dat, en nog zo wat. Die toets zei mij meer over de opstellers dan over de taalvaardigheid van de studenten. Dus er is wel iets aan de hand, maar, dacht ik: met de taal zelf. Die is aan het borrelen en we willen het niet geloven, we willen het tegenhouden. De pennen kwamen weer in beweging, het hele onderwijs moest beter, in Oxford zou je er niet inkomen, enz.

Tandenpoetsen

De toets toetste louter schrijftaal. Ik schrijf al jaren dat de spelling van het Nederlands veel te moeilijk en veel te rigide is, en dat we er veel te krampachtig mee omgaan. Het Groot Dictee geeft mij elk jaar meer gelijk, je kunt het nu al winnen met acht fouten! Ik krijg van mijn beste taalkundige vrienden e-mails met d/t-fouten. Dat is geen teken van afnemende taalvaardigheid; wél van het primaat van onze communiceerlust boven onze taalverzorging. Eerst eten, dan tandenpoetsen.

Veelomvattender

Maar het gaat om meer. Die studenten waren zelf verbaasd over hun slechte scores, ze dachten dat ze best goed in taal waren. En dat zijn ze ook - maar in een licht andere taalsoort. De hunne, niet die van de opstellers van die taaltoets. Dat verschil is niet zomaar een kwestie van jongerentaal, het is een doorgaande beweging in alle domeinen van de taal tegelijk, een beweging waar we, al communicerend, zelf ook deel van uitmaken.

Moraal

Hoe ouder we worden, des te moeilijker accepteren we dat de taal die we geleerd hebben, verandert. We dachten een vis in het water te zijn, maar het water krijgt een andere samenstelling. Andere, nieuwe taalgebruikers doen dingen die niet in ons systeem passen. Steevast reageren vooral oudere mannen als door wespen gestoken, verontwaardigd, alsof de taal een kwestie van moraal is. Ze vergeten hoe hun eigen opa’s indertijd mopperden.

Monumentenzorg

Bovendien hebben we bibliotheken en archieven vol met ‘taal’. Langzaam maar zeker wordt al dat verzonken cultuurgoed minder toegankelijk. Maar wie zou er nog in onze oude monumenten willen wonen? Zonder elektriciteit, stromend water, isolatie, een lift? Alle talen moeten meebewegen met de samenlevingen waar ze in gesproken worden. Woorden komen en gaan. Het voorbestaan van een gesproken taal hangt af van zijn bruikbaarheid en zijn aanpasbaarheid aan alle veranderingen. De geschreven taal volgt, op afstand.

Stelling

Vindt u met mij dat we dus moeten ophouden met zeuren? Dat we juist alle taalveranderingen gretig en nieuwsgierig moeten volgen, net zoals we naar concerten en tentoonstellingen gaan en andere dingen doen waar Vondel nooit van gehoord heeft? Geef uw mening in onderstaande discussie!

Felix van de Laar, socioloog, tekstschrijver en redacteur van Tekstblad, Antwerpen.
archief





print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot