De jump start van een taalbadTekst: Maarten Dessing - 13/07/10Hoe zorgen een maaltijd en een bokswedstrijd ervoor dat je snel een vreemde taal leert? De taalinstituten Regina Coeli in Vught en Dialogue in Spa weten het wel. Zij stoppen hun cursisten in een intensief taalbad. “We krijgen hier een echte ‘jump start’.” Beeld van Alix le Clerc bij de ingang van Regina Coeli. Esther van Berkel: “Soms verwachten cursisten dat ze in een klooster les krijgen. Niet dus.” Een voetbaltrainer gaat in Duitsland aan de slag. Een manager wordt overgeplaatst naar de Spaanse divisie van zijn bedrijf. Een journalist wordt correspondent in Italië… Hun eerste uitdaging? Juist, de taal van hun nieuwe werkplek leren. Een week, of langer, doen zij niets anders dan de vreemde taal spreken. Ze nemen letterlijk een taalbad, waaruit ze verrijkt stappen. Wie zijn nieuwe taal snel moet kunnen gebruiken, kiest voor deze taalonderdompeling. Maar waar dat kan? Bij de nonnen van Vught natuurlijk. Veel media vinden dat vanzelfsprekend. Voetstoots nemen ze iedere keer aan dat beroemdheden daar hun kennis hebben opgedaan. “Een voetbalblad legde eens uit waarom Guus Hiddink zo’n succes had als bondscoach van Rusland”, zegt Director of Studies Esther van Berkel van Regina Coeli - zoals het taleninstituut in het echt heet. “Omdat hij bij ons was geweest. Wij doceren niet eens Russisch!” “We staan niet op beurzen verkleed als nonnen” De Kanunnikessen van de Heilige Augustinus werken al jaren niet meer bij Regina Coeli. Alleen het beeld van zuster Alix le Clerc, stichter van de orde in 1597, staat nog bij de ingang. Dat beeld is ook verwerkt in het logo van het taleninstituut. “De nonnen zijn een sterker merk dan onze echte naam. Maar we staan niet op beurzen verkleed als nonnen om onszelf te promoten”, lacht Van Berkel. “Soms verwachten cursisten wel dat ze in een klooster les krijgen. Niet dus.” Belangrijker dan de fysieke aanwezigheid van nonnen is hun erfenis. De pijlers van de methode staan bijna vijftig jaar na de oprichting van het talenpracticum recht overeind. “Wij bieden individuele lessen. Maatwerk toegesneden op ieders persoonlijkheid. Ook bieden wij volledige ontzorging in een prettige omgeving. Onze cursisten hoeven alleen de lessen te volgen, te oefenen en opdrachten te maken. Wij zorgen voor al het andere: het programma, het eten, noem maar op.” Esther van Berkel: “Cursisten leren veel van elkaar. Vooral tijdens de maaltijden.” Het is een concept dat aanslaat. Iedere week kunnen ongeveer 85 cursisten terecht in het moderne pand. Desondanks moeten veel mensen wachten op een plaatsje. Voordat de economische crisis losbarstte, kon dat oplopen tot een half jaar. Inmiddels liggen naast het gebouw de fundamenten van een uitbreiding. Medio volgend jaar is dat klaar. Dan kan Regina Coeli langzaam groeien naar 140 cursisten. Langzaam, omdat er voor alle nieuwe cursisten ook trainers moeten worden aangetrokken. “Het is zoal tennis: hoe vaak sla je de bal als je een privécoach hebt?” Uiteraard is Regina Coeli niet het enige taleninstituut gespecialiseerd in taalonderdompeling. Het Belgische instituut Dialogue biedt cursisten een taalbad in acht verschillende locaties verspreid over Europa en Amerika. Op iedere locatie doceert men de taal van de omgeving. Nederlands leer je in Sint-Pieters-Leeuw (bij Brussel). Frans in Kerfiac (Bretagne) of Spa (in de Ardennen). Spaans in Barcelona. In iedere vestiging is plaats voor slechts een klein aantal cursisten. Het oudste filiaal is gevestigd in een ruime villa aan de rand van Spa. Hier startte Jean-Luc Godard twintig jaar geleden zijn taleninstituut. De aimabele zestiger die ooit Nederlands leerde bij Regina Coeli, heeft ruime ervaring als docent Frans voor anderstaligen. Hij gaf les in Burundi en was directeur pedagogie en directeur kwaliteit aan het talencentrum Ceran in Spa. Uit onvrede met de groepslessen van Ceran richtte hij het instituut op waarin de individuele aanpak centraal staat. “Als je alleen met de docent bent, praat je tijdens een les van 45 minuten de hele tijd”, legt hij uit. “Als je met zijn tweeën bent, praat je de helft van de tijd. En als je met een groep van tien bent, praat je nog maar een paar minuten. Bovendien verslapt je concentratie als de docent met een andere leerling bezig is. Vergelijk het met een tennisles. Hoe vaak mag je de bal slaan als je een privécoach hebt? En hoe vaak als je met een groep van zes les krijgt?” Ook leert niet iedereen even snel. “Stel, je begint met een groep waarvan iedereen exact hetzelfde niveau heeft. Binnen twee dagen zie je al grote verschillen. Het niveau van de groep gaat dan vooruit tegen het tempo van de langzaamste leerling.” “Soms nemen we zelfs bokswedstrijden op” Het voornaamste verschil tussen Regina Coeli en Dialogue is de omvang. In Vught eten de cursisten in grote groepen met elkaar aan een aantal tafels. Ruimte om te slapen is er niet. Daarvoor kunnen de cursisten uitwijken naar twee hotels in de omgeving. In Spa gebruiken alle aanwezigen de maaltijd aan één tafel: cursisten, docenten, de assistent van Godard. Alle cursisten, maximaal zes per week, brengen hun lesuren en vrije tijd in een eigen kamer in de villa door. Jean-Luc Godard: “Je begint met een groep waarvan iedereen exact hetzelfde niveau heeft. Binnen twee dagen zie je al grote verschillen.” In essentie is de aanpak van de twee instituten hetzelfde - al hebben beide hun unieke methode officieel gedeponeerd. Regina Coeli en Dialogue geloven in een individuele en gepersonaliseerde aanpak. Voor iedere cursist moeten de lessen worden aangepast op zijn kennis en vaardigheden, snelheid van leren, leerdoelen en persoonlijke interesses. Ook wordt iedere minuut nuttig gebruikt: idealiter hoort en praat de cursist de hele dag de taal die hij wil leren. “Iedereen is anders”, zegt Van Berkel. “Zodra je een standaardoplossing biedt, wordt de tijd hier niet optimaal besteed. Maatwerk leveren wij op alle niveaus. Ook voor echte beginners. Eenvoudige oefeningen pas je dan toe in relevante situaties, zoals een ander begroeten of de weg vragen. Andersom helpen we cursisten die goed Engels spreken, maar een presentatie in Amerika willen voorbereiden. Met specifieke woordenschat, maar ook met de culturele aspecten: moet je wel of niet met een grap beginnen?” Maatwerk motiveert ook, weet Godard. “Ooit hadden wij een Fin die veel moeite had met Frans. De taal was hem te vreemd. Maar hij bleek erg geïnteresseerd in boksen. Toen hebben we een bokswedstrijd van televisie opgenomen. Samen luisterden we naar het commentaar en bespraken dat uitvoerig. Prompt ging hij daarna met een grote sprong vooruit. En de dvd voegden we toe aan onze bibliotheek, die inmiddels meer dan tweeduizend banden telt.” “Na iedere les maken we een nieuwe cd” In Vught begint iedere cursist met een intake. Zes tot acht weken voor de lesweek doet hij een test. Met een trainer praat hij een uur. Zo worden niveau, leerdoelen, leerstijl en interessegebied vastgesteld. Tijdens de week volgt de cursist tien uur taaltraining per dag: privélessen, vaardigheidstrainingen in het taalpracticum en zelfstudie. Aan het eind van de week krijgt hij een getuigschrift. Daarop staat het eindniveau, volgens het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor het moderne vreemde talenonderwijs. In Spa geeft de cursist op zijn inschrijfformulier aan wat hij wil. Welke taalaspecten: grammatica, uitspraak enz. En binnen welk interessegebied hij zich wil verbeteren. Zijn niveau wordt vastgesteld op de eerste dag. Hij doet dan een test die vijftien minuten duurt. Daarna heeft hij, naar keuze, vier tot acht privélessen van 45 minuten per dag. De rest van de tijd besteedt hij aan zelfstudie. Aan het eind van de cursus doet hij dezelfde test opnieuw om vast te stellen hoeveel hij vooruit is gegaan. Beide instituten maken gebruik van zelf ontwikkeld lesmateriaal. Bij Dialogue wordt dat bovendien gepersonaliseerd. Aan het eind van iedere les zet de docent enkele zinnen op een cd, die dat uur aan bod kwamen. Zinnen die rechtstreeks betrekking hebben op de interesse én de problemen van de leerling. Tijdens de zelfstudie moet de leerling de zinnen minstens zes keer herhalen en zelf opschrijven. Door op deze manier vertrouwd te raken met de zin kan hij een stap vooruit komen. “Ook aan tafel leren de cursisten van elkaar” Van Berkel en Godard zweren allebei bij les van verschillende docenten. ‘Vier op één’, noemen ze dat bij Regina Coeli. “Dat houdt de beweging erin”, zegt Van Berkel. “Alle trainers hebben andere accenten en een andere manier van aanpak. Allemaal roeren ze andere onderwerpen aan. Als je vier uur achter elkaar hetzelfde doet, is op een gegeven moment de chemie op. Dan neem je niets meer op. Terwijl wij de cursist zo prikkelen om steeds de volgende stap te zetten.” Jean-Luc Godard: “We nodigen regelmatig iemand uit om met de cursisten te praten. Het liefst iemand die hetzelfde beroep uitoefent.” Daarnaast leren cursisten van elkaar. Vooral tijdens de maaltijden. In Vught staat op iedere tafel een vlaggetje dat aangeeft welke taal daar gesproken wordt. Zo kan iedereen kiezen of ze in hun doeltaal praten of even willen ontspannen door in hun moedertaal te praten. Zo spreken aan iedere tafel native speakers en cursisten met elkaar. In Spa is er geen keus: hier klinkt uitsluitend Frans. Om te zorgen dat het voor iedereen zinvol is, worden cursisten en docenten zorgvuldig naast elkaar gezet. Ook zijn er in Vught twee keer tijdens een week ‘s avonds groepslessen. In Spa nodigt Godard regelmatig iemand uit om met de cursisten te praten. Het liefst iemand die hetzelfde beroep uitoefent. Van de Franstalige omgeving maakt hij daarentegen zelden gebruik: zijn studenten hoeven hun kennis niet in de praktijk te brengen. “Alleen toen er iemand uit Koeweit was die op de markt wilde onderhandelen, gingen we de stad in. Een docent noteerde zijn fouten en kwam daar in de volgende les op terug.” “Elke cursist krijgt een dip, maar daarna volgt de doorbraak” De intensieve onderdompeling is gericht op een snelle opbouw van de taal. Input, toepassen, herhaald toepassen en weer nieuwe input. Anders gezegd: eerst leren cursisten de conjunctief in het Spaans, dan herhalen ze die kennis, vervolgens gebruiken ze de conjunctief en ten slotte gebruiken ze die in een vrije context. Doel is de studenten in een flow te brengen, waardoor ze veel kennis kunnen opnemen. Het hoge tempo en de omgeving waarin de nieuwe taal centraal staat, moeten dat garanderen. Regina Coeli is gelegen in een prachtige omgeving. Esther van Berkel: “Als je vier uur achter elkaar hetzelfde doet, is op een gegeven moment de chemie op.” Vanzelfsprekend heeft iedere cursist gedurende een week een terugslag. Vaak bereikt hij op woensdag een punt van verzadiging. Een punt van ontmoediging ook, waarin hij denkt niet meer vooruit te komen. “Ook dan hebben cursisten wat aan elkaar”, zegt Van Berkel. “Ze zien dat anderen hetzelfde hebben. Toch passen we zo nodig het programma aan. Lezen ze de krant in plaats van oefeningen maken. Vaak zie je dan de dag erna opeens een doorbraak: dan lukt het praten wel.” Ook bestaat het risico dat de kennis na het taalbad ook weer snel wegzakt. De instituten drukken hun cursisten daarom op het hart de taal bij te houden, maar bieden ook nazorg. Regina Coeli heeft bijspijkercursussen en online language support. Deze dienst helpt cursisten na afloop van hun training met specifieke vragen over hun rapport. Dialogue geeft de gemaakte cd’s mee. Godard raadt zijn studenten aan daar drie maanden lang mee te blijven oefenen. “Dat kost maar tien minuten per dag.” “Docenten moeten altijd geïnteresseerd kunnen meepraten” Om les te mogen geven op Regina Coeli of Dialogue moeten docenten native speaker zijn. Dat garandeert dat ze een taal doorgronden en gebruiken in de juiste context. Regina Coeli vraagt ook dat ze een studie aan een hogeschool of universiteit hebben gevolgd. Niet per se een taalstudie. Ook juridische of economische kennis is van waarde voor studenten die juist op die terreinen een taal willen leren. Wel is het een voordeel als docenten weten wat het is om een taal te leren. In totaal heeft Regina Coeli ongeveer honderd veertig taaltrainers tot haar beschikking. Allemaal werken ze halftijds, maar in vaste dienst. “Dan bind je ze aan deze organisatie en kun je een hogere kwaliteit garanderen”, zegt Van Berkel. “Ook bevorder je het teamwork. Bij onze vier-op-éénmethode is het belangrijk dat ze elkaar goed kennen.” Nieuwe trainers vinden is nooit een probleem. Er zijn genoeg buitenlanders die hier wonen en zich melden bij het instituut. Of Nederlanders die van het reguliere naar het individuele onderwijs willen overstappen. Dialogue moet het doen met drie docenten die de maximaal zes cursisten afwisselend privéles geven. Mensen met specialistische kennis heeft het instituut anders dan Regina Coeli niet in huis. Volgens Godard compenseren grote sociale vaardigheden van de docent dat. “Een docent moet flexibel zijn om alle typen mensen op hun gemak te stellen en een sfeer van vertrouwen te scheppen. Ook als hij niets weet van het beroep van de leerling, moet hij daar toch geïnteresseerd over kunnen praten.” -------- » Kadertekst 1: Identikit Regina Coeli en DialogueRegina Coeli
-------- Dialogue
» Kadertekst 2: Cursist Regina CoeliRobin Turkenburg, materiaal manager van Nedtrain, volgde onlangs een cursus Engels bij Regina Coeli. Hij heeft de taal nodig omdat hij voor zijn werk veel contacten in het buitenland heeft. Contracten, vergaderen, onderhandelingen - het gaat allemaal in het Engels. Aan het begin van de week was hij ‘redelijk blanco’, zegt hij. “Ik heb LTS gedaan en een aantal vervolgopleidingen, maar nooit stond een vreemde taal op het programma.” Waarom koos u voor taalonderdompeling bij Regina Coeli? “Als ik een cursus van een avond per week volg, ga ik geleidelijk vooruit. Dan zou ik al gauw een half jaar verder zijn voor ik een aanvaardbaar niveau heb. Collega’s op het werk hadden goede ervaringen met Regina Coeli. Ze zeiden: ‘Als je daarheen gaat, spreek je binnen een week goed genoeg Engels.’” Ook uw ervaring was goed? “Het was heel intensief. Dat vond ik het grote voordeel. Van ‘s ochtends acht tot ‘s avond negen ben je bezig. Dan kom je terug in het hotel en denk je: eindelijk rust. Maar nee. Aan de bar zitten Engelstaligen en ander cursisten die Engels leren, en is de voertaal toch Engels.” Hoe hebt u de cursusmethode ervaren? “Je wordt daar van uur tot uur gevolgd. Eerst een uur begeleiding van een docent. Dan een uur oefeningen maken achter de computer. En dan weer een uur waarop de docent meteen terugkoppelt op je prestaties. Ze spelen kort op de bal, dat is erg prettig. Je ziet jezelf echt groeien.” Speelden de docenten ook in op uw professionele interesses? “Ze vroegen in welke branche ik werk. Toen kreeg ik veel onderwerpen die met treinen te maken hebben. Een discussie over de vraag of treinen op tijd rijden. Maar ook technische aspecten kwamen aan bod: treinsoorten, baanvakkers, tractiemotoren. Daaraan merk je dat de docenten zich hebben voorbereid. In principe hebben zij niets met treinen. Maar voor mij zijn die woorden erg belangrijk. Juist op die woorden loop ik vast als ik Engels spreek voor mijn werk.” Heeft de methode ook nadelen? ‘Als je niet goed bent voorbereid op de intensiviteit, kun je daar echt moe van worden. Ik heb mensen gezien die ‘s avonds helemaal klaar met hun taal waren. Zelf had ik daar niet zo’n last van, omdat ik naar Vught ging met het idee: en nú ga ik potverdorie die taal leren.” Heeft u in één week inderdaad een grote sprong kunnen maken? “Zeker. Na de intake zei de mevrouw: ‘Je moet alvast eens het nieuws op de BBC volgen.’ Ik kon het wel volgen als het over politiek of het weer ging. Maar echt de nuance? Nee. Toen ik weer thuiskwam, dacht ik meteen: toch eens proberen. Ik kon het echt volgen. Dat was een openbaring. Ook op mijn werk gaat het veel beter. Bij een telefonische conferentie weet ik bijvoorbeeld waar interrupties mogelijk zijn. En ik heb meer zelfvertrouwen om die te plaatsen ook.” Hebt u wel vervolgcursussen nodig om de taalvaardigheid vast te houden? “Ik denk het niet. Ik gebruik Engels zeker twee dagen per week. Dat lijkt me voldoende.” » Kadertekst 3: Cursisten DialogueDrie studenten zijn er deze week bij Dialogue. De Australiër Andrew Crocker, manager in de mijnbouw, wil in het Frans kunnen praten met zijn personeel in Frankrijk en Québec. George Zodiates, ambassadeur van Cyprus in Portugal, is vanaf december gestationeerd in Brussel. En de Nigeriaanse student Bankole Aluko wil een tweede taal leren om zijn carrièrekansen te vergroten. Crocker is een echte beginner, de andere twee hebben al enige kennis van het Frans. Cursisten Andrew Crocker, George Zodiates en Bankole Aluko. Waarom kozen jullie voor de methode van het taalbad? Zodiates: “Om echt even uit mijn dagelijks leven te stappen en me te kunnen concentreren op het leren van de taal. Anders word je altijd gestoord door de telefoon. Of je gaat voor een uur terug naar kantoor. En een uur wordt altijd langer.”
Hebben jullie ook op een gewone manier Frans proberen te leren? Aluko: “Ja. Iedereen moet je altijd compromissen sluiten met andere leerlingen. Daardoor deed je alleen wat je moest doen en was er weinig interactie.”
Hoe groot achten jullie de kans dat het Frans na deze week weer wegzakt? Zodiates: “Als ik thuis ben zal ik iedere week moeten oefenen. Ik zal veel met mijn zoon in het Frans praten, die de taal ook beheerst. Daar gaat het mij om: praten. Met Frans lezen heb ik weinig moeite.”
Waarom kozen jullie juist voor Dialogue? Crocker: “Zoveel plaatsen zijn er niet waar je zo intensief les kan krijgen. Ik vond Dialogue via Google.”
-------- Weblinks:
-------- |
|