home > discussie > “Nederlands, let op uw zaak!”

discussie

“Nederlands, let op uw zaak!”

Jan Roukens, oud-medewerker van de Europese Commissie - 24/05/06

“De EU omarmt tegenwoordig opnieuw haar veeltaligheid. Dit veeltalenbeleid bevestigt voor de Nederlandse en andere taalgemeenschappen de gelijkwaardigheid van hun talen in de EU. Het streven naar de culturele eenheidsworst in Europa is niet meer. De Europese Unie is geen natiestaat. Wij spreken Nederlands en met anderen spreken wij een taal naar keuze.» Tot die conclusie komt Jan Roukens na een decennium van angst dat het Nederlands onder het Europese gewicht zou verdwijnen. Of de strijd voor het behoud daarmee gestreden is? «Het is belangrijk dat we de Europese Unie er aan blijven herinneren dat ze zèlf met de burgers in hun eigen talen moet communiceren! Ook en vooral via het web.”

1994. Internet en wereldweb breken door. In de Europese Commissie maken enkelen zich zorgen over het op Internet dominerende Engels en de schijn dat het nieuwe medium geen andere talen verdraagt. Een neutrale technologie zou de verscheidenheid van talen in Europa en andere werelddelen niet van de kaart gaan vegen. De ‘volkstalen’ hadden de uitvinding van de boekdrukkunst ook overleefd. Wij bedachten de veeltalige informatiemaatschappij (zie o.a. http://taalunieversum.org/taal/technologie/multilingual_information_society/), een paradigma dat de bestaande taalverscheidenheid op Internet en andere technologieën projecteerde. Sterker, informatietechnologie zou het door elkaar gebruiken van een bijna oneindig aantal talen vergemakkelijken en goedkoper maken, in vergelijking met de ‘oude’ communicatiemedia. Na tien jaar is er veel veranderd, maar in het gebruik van het nieuwe medium zien we de Engelstalige wortels nog. Dat ligt niet aan de technologie maar aan de achterop hinkende gebruikers.

Solidariteit

Meer dan een kostbaar reliek uit het verleden, is taalverscheidenheid een kostelijk sociaal en cultureel doel voor de toekomst. Het Europese parlement, op zoek naar de culturele component van de Unie, reageerde enthousiast op de voorstellen. Maar in andere instellingen werden wenkbrauwen gefronst. Nederland had geen belangstelling, Vlaanderen wel. De algemene teneur was dat er in Europa meer dan genoeg verscheidenheid was op allerlei gebieden. De opdracht was juist eenheid en uniformiteit na te streven. Er was een initiatief om het aantal ‘werktalen’ van de Unie te beperken tot vijf, zoals in de Verenigde Naties. Maar voor de keuze geplaatst om hún taal dan maar te laten vallen, gaven alle lidstaten niet thuis. Dàt is de Unie, geen verenigde staten maar een statenbond die een grote mate van autonomie vooral in culturele aangelegenheden garandeert.Verheven geformuleerd in de preambule van de EU verdragen: (De staatshoofden,) verlangend de solidariteit tussen hun volkeren te verdiepen met inachtneming van hun geschiedenis, cultuur en tradities.

Eenheidsworst

2005. De tijden zijn veranderd. Het aantal lidstaten en het aantal officiële EU-talen is in 2004 bijna verdubbeld. Elf officiële talen wordt twintig, een zevental talen staat te wachten. Een aantal werd veel. Duitsland en Frankrijk zijn zichzelf gebleven, maar werden kleiner. Het aantal door EU-burgers gesproken talen is verdubbeld tot bijna honderd. In die context omarmt de EU opnieuw haar veeltaligheid, aangespoord door een Slowaakse Eurocommissaris. Een beleidsdocument (zie http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/nl/com/2005/com2005_0596nl01.pdf ) herhaalt de argumenten uit 1994 en verbindt daarmee de noodzaak tot het aanleren van vreemde talen.

Dit veeltalenbeleid bevestigt voor de Nederlandse en andere taalgemeenschappen de gelijkwaardigheid van hun talen in de EU. De groten zijn kleiner geworden, de verheffing van enkele talen boven andere is verminderd. Wèl blijft elke taalgemeenschap verantwoordelijk om aan een eigen taalbeleid vorm en inhoud te geven. De EU zorgt niet voor talen. Taalkwaliteit, aanpassing van de taal aan veranderende tijden, hoogwaardig taalonderwijs, goed taalgebruik, dienen lidstaten en regio’s zelf ter hand nemen. Misschien het belangrijkste: het streven naar de culturele eenheidsworst in Europa is niet meer. De EU is geen natiestaat. Wij spreken Nederlands en met anderen spreken wij een taal naar keuze. Principieel en pragmatisch, zo is het altijd geweest.

Het is belangrijk de EU voortdurend aan haar eigen principes te herinneren. De Nederlandse Taalunie lijkt goed geplaatst om de feiten te verzamelen en naar de politiek verantwoordelijken te vertalen. De EU zèlf dient de talen van de burgers te gebruiken. De Europese verdragen zijn duidelijk: Iedere burger van de Unie kan de (EU) instellingen of organen aanschrijven in één van de (officiële) talen en ook in die taal antwoord krijgen. Ook en vooral via het web, voegen wij toe.

archief

reacties


Bart B. Van Bockstaele - 30/05/06

Het hele idee van een beperkt aantal werktalen was op zich al belachelijk. Toegegeven, 5 talen zorgt voor een maximum van 20 combinaties terwijl 100 talen leidt tot 9900 combinaties, maar er is tussen beide alleen maar een kwantitatief en geen kwalitatief verschil.

Als je het aantal werktalen beperkt, dan beperk je dat logischerwijze tot 1 enkele werktaal. Welke taal?

De taal die door de meeste burgers als moedertaal wordt gesproken? In West-Europa is dat Duits. In Europa is het Russisch.

De taal die door de meeste burgers als moedertaal en/of tweede taal wordt gesproken? Dat is Engels in West-Europa, en Russisch in Europa.

Of kies je voor de kleinste taal om zo weinig mogelijk mensen een kunstmatig voordeel te geven ten op zichte van de anderen? Dan zijn Luxemburgs of Brugs misschien wel een goede keuze.

Of misschien kies je voor een volledig kunstmatige taal zodat niemand een moedertaalvoordeel heeft? Velen denken dan aan Esperanto. Daar zit wat in, maar Esperanto is erg beperkt en veel minder internationaal dan veel niet-ingewijden denken. Hoewel het een regelmatiger taal is dan de natuurlijke talen, is het toch nog altijd behoorlijk inefficiënt. Als je dan toch voor een kunstmatige taal kiest, ontwerp er dan eentje dat veel efficiënter is.

De EU moet zelf de talen van de burgers gebruiken. Fijn, maar ook intern? Het spreekt vanzelf dat ik daar als vertaler heel blij om zou zijn, en nog blijer als de Unie mij met haar klandizie zou vereren, maar na meer dan 25 jaar ervaring in het vak, ken ik daar ook de gevaren van.

Volgens mij bestaat de ideale oplossing uit een verplichte, volkomen kunstmatige taal als interne taal, terwijl elke burger zelf kan beslissen in welke taal hij/zij met de EU communiceert. Principieel en pragmatisch. En het leukste is dat er eigenlijk een voorbeeld bestaat dat bewijst dat dit echt werkt, zij het dat de interne taal hier geen kunsttaal is. Dat voorbeeld is Toronto.

Het proces is hier nog niet volledig, maar er wordt duidelijk naar gestreefd. De officiële taal is Engels, maar het stadsbestuur doet zijn best om de burger in zoveel mogelijk situaties in zoveel mogelijk talen te woord te staan. Nederlands is hier een schrijnend voorbeeld van. Terwijl de Belgische Jean-Luc Dehaene het Nederlands in Europa wilde afschaffen kun je hier in Toronto als burger in het Nederlands terecht (niet altijd, en niet overal, het proces is verre van compleet, maar er wordt aan gewerkt en naar gestreefd).

In een volgende stap zou je die kunsttaal overal kunnen onderwijzen, naar het voorbeeld van China waar iedereen Mandarijns leert als tweede taal.

De Taalunie kan hier zeker een rol spelen, maar dan moet de Taalunie minder muf en ambtenaarlijk worden, en moet ze er naar streven zelf minder eenheidsworsten te draaien en minder normerend op te treden. Meer tolerantie en versoepeling leidt tot verrijking, niet tot verloedering. Nauwkeurigheid hoeft daar niet onder te lijden.

Een voorbeeld maar: de hetze rond de tussen-n kun je doodeenvoudig oplossen door te zeggen dat de tussen-n vrij is: dat met of zonder gelijkwaardig zijn, dat geen enkele keuze beter is en dat geen enkele keuze de voorkeur geniet EN dat je niet consequent voor de ene of de andere moet kiezen. Nederlandse teksten boeten hierdoor geen spatje leesbaarheid in en iedereen zal beter slapen. De tussen-n-regeltjes kun je vergelijken met de verplichte kromming van de bananen: een absoluut belachelijke regel waar niet de minste objectieve grond voor is.

Vooral via het web? Neen. Ook via het web. Dat wel. In ALLE communicatie, ongeacht het medium. Dat moet het zijn.


Bart B. Van Bockstaele - 30/05/06

Ik merk net dat het hoofdblad vermeldt dat er op 'Nederlands, let op uw zaak' 1 reactie(s) is/zijn. Ik weet het, dit wijkt af van het onderwerp, maar volgens mij is het belangrijk. Het legt een pijnlijke situatie bloot. Het laat zien hoe weinig belang programmeurs (pardon, softwarebouwers, softwarearchitecten...) en andere over het paard getilde deskundologen nog hechten aan gebruikersvriendelijkheid.

In de programma's die ik ongeveer 25 jaar geleden heb geschreven voor een grote school hield ik daar rekening mee. Een voorbeeld in het onvolprezen BASIC:

IF reacties=1 THEN
PRINT reacties; "reactie"
ELSE IF reacties>1 THEN
PRINT reacties; "reacties"
ELSE
PRINT "Geen reacties"
END IF

Of het equivalent in gelijk welke andere taal. Je kunt me toch niet vertellen dat dit te ingewikkeld is of te veel werk is zonder rood te worden? Is een beetje respect voor de taal van de gebruiker werkelijk zoveel te veel gevraagd?


margreet - 30/05/06

Esperanto als Europese (volkomen...?) kunstmatige taal…?

Ik weet niet of Jan Roukens, in de comissie “één Europese taal” heeft gezeten. Het voorstel was toen het Esperanto als algemeen Europese taal te introduceren. Om het geldverslindende vertaalwerk (vertaalbureau dat in Luxemburg en voor een deel in Duitsland gevestigd is) http://europa.eu/agencies/community_agencies/cdt/index_nl.htm en, ... heeft de comissie jarenlang onder andere mee geworsteld, de Europese landen er van te overtuigen, ‘niet’ het Engels als voertaal te gebruiken maar het Esperanto.

Vanaf de tachtig- en negentigerjaren was er al een zelfde discussie losgebarsten als die Jan Roukens nu loslaat op Taalschrift. Neem bijvoorbeeld deze lijst eens door:

Blanke, Detlev. ''Planned languages - a survey of some of the main problems.'' in Schubert (red.), 1989, blz. 63-87.
- Internationale Plansprachen. Eine Einführung. Berlin, Akademie-Verlag, 1985
Branegan, Jan. ''Bubbling up from below.'' Time, 21 Augustus 1989.
Chiti-Batelli, Andrea. La politica d'insegnamento delle lingue nella Comunità Europea: stato attuale e prospettive future. Roma: Amando, 1988.
Dasgupta, Probal. ''Sanskrit and Indian English: Some linguistic considerations. New Quest 67 (1988), blz. 15-25.
Duc Goninaz, Michel (red.) Studies on the International Language. Gent, AIMAV, 1987.
Forster, Peter G. The Esperanto Movement. Den Haag: Mouton, 1982.
Hagège, Claude. ''Les enjeux de l'internationalisme en matière de langue.'' in Lo Jacomo (red.) 1986, blz. 257-263.
Knowlson, James R. Universal Language Schemes in England and France 1600-1800. Toronto: University of Toronto Press, 1975.
Large, Andrew. The Artificial Language Movement. Oxford: Basil Blackwell, 1985.
Lins, Ulrich: La dan襲a lingvo. Studo pri la persekutoj kontra�speranto. Gerdingen: Bleicher, 1988.
- ''Marxismus und internationale Sprache.'' in Duc Goninaz (red.) 1987, blz. 26-37.
Lo Jacomo, François (red.) Plurilinguisme et communication. Parijs: SELAF, 1986.
Martinet, André. ''The proof of the pudding.'' in Schubert (red.) 1989, blz. 3-5.
Piron, Claude. ''A few notes on the evolution of Esperanto.'' in Schubert (red.) 1989, blz. 129-142.
- Les réactions psychologiques à l'espéranto. Documents sur l'espéranto 25 F. Rotterdam: 1988.
- ''Créativité et expression linguistiques.'' in Duc Goninaz (red.) 1987, blz. 145-152.
Price, Glanville. The languages of Britain. London: Edward Arnold, 1984.
Schubert, Klaus (red.) Interlinguistics. An introduction to the Study of Planned Languages. Berlijn: Mouton de Gruyter, 1989.
- ''An unplanned development in planned languages.'' in Schubert (red.) 1989, blz. 249-274.
Sherwood, Bruce Arne en Chin-Chuang Cheng. ''A linguistics course on international communication and constructed languages.'' Studies in the Linguistic Sciences 10 (1980), blz. 192.
Steiner, George. After Babel. Oxford: Oxford University Press, 1975.
Tonkin, Humphrey. ''Technology and the language barrier.'' in Lo Jacomo (red.) 1986, blz. 21-27.
Van de Sandt, Udo. Report in Initiative Media News Bulletin (Januari 1989). Londen: Lintas Worldwide.
Verloren van Themaat, W.A. ''Esperanto literature and its reception outside the Esperanto movement.'' Babel 35 (1989), blz. 21-39.
Wood, Richard E. ''The development of standard phonology in Esperanto.'' in Duc Goninaz (red.) 1987, blz. 58-76.
- ''A voluntary non-ethnic, non-territorial speech community.'' in William Francis Mackey en Jacob Ornstein (red.) Sociolinguistic Studies in Language Contact: Methods and Cases. Den Haag: Mouton, 1979, blz. 423-450.

… of lees het bekroonde essay op http://www.esperanto.be/fel/nl/een.html waarin al het werk al (generaties ervoor) gedaan is, voordat er iemand ergens in Europa zich een specialist over dit onderwerp zou kunnen noemen. Elk land blijft een eiland, met haar specifieke cohesie en sociaal-culturele eigenbelang. Soms loopt dit hoog op en voed het de haat. Elk land heeft een of meerdere taaluitingen. Dat elk land in zijn eigen moerstaal mag blijven communiceren is een normaal recht. (Art 308 van de Europese grondwet?, even uit mijn geheugen)

Er wordt nog steeds door iedereen wat af geklets over dit onderwerp. Het is soms vreselijk wéér de informatie te moeten nemen; waarmee iemand het onderwerp nog eens dunnetjes overdoet. Uiteindelijk spreekt uit het schrijven van Jan Roukens dat hij oud-medewerker van de Europese Commissie was, maar… welke precies, zeg hij er niet bij?! De Europese Commissie dat is een paraplu waar tientallen comissies onder schuilen. Een van die comissies heeft al een plan en conclusie voorgelegd voordat Jan Roukens maar iets begreep van het probleem. Hij, Roukens is de zoveelste die naar het huiswerk gedaan te hebben wat af brabbelt. Je kunt het vergelijke met een ANWB verwijzingsbord die, je de goede richting opwijst maar er zelf niet heen gaat.

André Martinet 1989: ''Ik kom tot de conclusie, dat het probleem van een taal voor internationale communicatie zich nu voordoet als het conflict tussen een plantaal, Esperanto, waarvan men weet dat zij bevredigend voor haar gebruikers functioneert, en een overheersende nationale taal, die, zoals wij allen weten, op het ogenblik het Engels is.'' ( professor linguïstiek aan de Sorbonne-universiteit, Parijs)

Blijf je eigen moerstaal spreken en schrijven…, Roukens heeft de juiste oplossing allang gevonden. Ik ben er van overtuigd dat (misschien niet het Esperanto of het Engels) er een generatie komt die een volstrekt andere oplossing heeft dan de miljarden Euro’s die nu worden uitgegeven aan vertaalwerk. Die generatie webkids zullen vanaf mars (even een metafoor) ontdekken dat er tussen al die moerstalen geen enkel verschil zit. Dan misschien als de generatie Roukens voorbij is, zullen we bereid zijn de eilandjes van eigenbelang op te heffen en één taal spreken.


Gaston D'Haese - 30/05/06

Ik ben tegen een kunstmatige taal en pleit voor Engels als wereldwijde Lingua Franca.


Peter Kleiweg - 30/05/06

De burger moet in zijn eigen taal met de EU kunnen communiceren. Maar daarvoor hoeven nog niet alle EU-talen als werktaal gebruikt te worden. Het is ondoenlijk om alle documenten altijd in alle talen te vertalen of bij elk overleg te tolken tussen de moedertalen van alle deelnemers.

Het hangt een beetje van de situatie af hoeveel werktalen je wilt gebruiken. Soms is het voor de efficiëntie nodig om je tot één taal te beperken. Interlingua lijkt mij dan de meest geschikte kandidaat: http://www.interlingua.com (Het lijkt mij ook een goede kandidaat voor tussentaal, als men voor twee-staps tolken altijd dezelfde tussentaal wil gebruiken. Of als wetstaal, de taal waarin de geauthentiseerde versie van elke wet wordt opgesteld, en vanwaaruit de wetten in andere talen worden vertaald.)

Maar ik denk dat het best wel mogelijk is om drie werktalen naast elkaar te gebruiken. Neem dan een Germaanse, een Romaanse en een Slavische taal, het Duits, Frans, en bijvoorbeeld Pools, zodat je werkt met talen waar zoveel mogelijk EU-burgers enige affiniteit mee hebben. (Alhoewel Interlingua natuurlijk ook voor de meeste mensen redelijk begrijpbaar is.)


Daniël Mantione - 30/05/06

Het probleem van het niet kiezen van werktalen betekent dat de sterkste taal de winnaar is: Immers de ambtenaren en politici moeten ook in één taal met elkaar spreken, en ze spreken echt niet allemaal alle 20 talen.

Het gevolg is dat er extern wel in de officiële talen gecommuniceerd worden, de website van de EU is keurig vertaald, maar intern een redelijke monocultuur heerst. Het Nederlands is in Brussel tegenwoordig dan ook beduidend slechter af dan twintig jaar geleden, toen ook intern zeer veel documenten in het Nederlands opstellen.

Wat hebben wij er mee te maken? Welnu, indien men de website bezoekt ziet men een keurig vertaalde website. De delen die lang hetzelfde blijven zijn allemaal keurig vertaald. Anders is het bij de delen die veranderlijk zijn. Kijk bijvoorbeeld maar eens bij de persberichten, en hoeveel Nederlandse documenten daarbij zitten.

Gaat man wat dieper graven naar deelwebsites, een goed voorbeeld is DG-concurrentie waar onze eigen Nelie Kroes werkt, http://ec.europa.eu/comm/competition/index_nl.html dan zien we de praktijk: op zich staat er wat Nederlands op de website, maar iets op die website vinden zonder Engels te kunnen is krak onmogelijk.

Ook een mooi voorbeeld is de website van de Europese Centrale Bank: www.ecb.de. Is dit nu een website van het twintigtalige Europa?

Dit heeft alles niets te maken met de bedoelingen van de EU. Europa probeert oprecht veeltalig te zijn, geen instituut dat er zoveel aan uitgeeft als de EU. Taalhulpmiddelen die de EU aanbiedt, zoals Eurodicautom, http://europa.eu.int/eurodicautom/ zijn bijzonder waardevol voor iedereen die wel eens een tekstje vertaald. Aan de inzet ligt het niet, het is gewoon zo ontzettend lastig om alles in 20 talen te doen.


Yves Nevelsteen - 30/05/06

Ik gebruik in mijn gezin en voor internationale contacten dagelijks Esperanto en begrijp hoegenaamd niet waarom een eenvoudige, internationale neutrale brugtaal "nog altijd behoorlijk inefficiënt" is. Wat doet u dit denken? Ik denk dat er uiteindelijk voor de taalproblematiek in Europa geen betere oplossing bestaat.

Je hoort er weliswaar weinig over (er is geen geld voor reclame e.d.), maar het Esperanto is veel meer verspreid dan over het algemeen wordt gedacht. Een nieuwe kunsttaal ontwikkelen lijkt me eerder utopisch; geen enkele taal is perfect. Zie ook www.esperanto.be/wiki voor een overzicht van de Esperantocultuur.


Jaap J. van Veen - 30/05/06

Men zou kunnen beginnen met de Interinstitutionele schrijfwijzer van de het publicatiebureau van de EU zoals te vinden op
Http://publications.eu.int/code/nl/nl-000500.htm te vernederlandsen.
Bijvoorbeeld:
'geüpdatete' in 'bijgewerkte',
'van de site' in 'van hier',
'downloaden' in 'ophalen',
'uitprinten' in 'afdrukken'.
Dan zijn we al een eind op de goede weg in de handhaving van het Nederlands als institutionele taal.


Peter Kleiweg - 30/05/06

Esperanto de ideale voertaal voor de Europese Unie? Onzin. Het is het broddelwerk van iemand die niks van taalkunde afwist. Het is lelijk, tegennatuurlijk, en voor niet-ingewijden totaal onbegrijpelijk. Esperanto overleeft slechts als bindmiddel van een beweging met totalitaire aspiraties. Esperanto is geen taal, het is een ideologie. En die ideologie is onverenigbaar met een democratisch Europa.


Frans Vermeulen - 30/05/06

Jan Roukens heeft over de gehele lijn meer dan gelijk! Hij besluit heel terecht zijn betoog met: "Iedere burger van de Unie kan de (EU) instellingen of organen aanschrijven in één van de (officiële) talen en ook in die taal antwoord krijgen". Wat zitten die Nederlanders dan in Gods naam weer te mopperen over de kostprijs en dat het niet-te-doen is om alles in al die talen te vertalen?

De jongeren worden al maar door aangewakkerd om talen te leren en dus ook te leren voor tolk, terwijl de ervaring leert dat veruit de meeste tolken met ander werk moeten genoegen nemen, omdat er geen vertaalwerk genoeg is. Sommige gevestigde vertalers zitten te zuchten en te kreunen over het niet te doene werk alsof alle vertaalwerk door hen zou moeten gedaan worden ...

Als er voor twintig talen een redelijk veelvoud van vierhonderd vertalers beschikbaar zijn, dan kan ieder vertaalwerk vanuit gelijk welke taal naar alle talen tegelijkertijd verlopen (alles is maar een kwestie van samenordening!), wat wil men dan nog meer of nog beter? Enkele honderden topvertalers zullen niet opwegen tegen het leger van duizenden andere werknemers bij de Europese instellingen die misschien heel wat minder zinnig werk moeten doen of zelfs niets te doen hebben omdat ze er gewoon zijn, want Europa pleegt niet vies te zijn van "onregelmatigheden". Het is ook niet omdat het ledental verdubbelt in Europa dat ook het aantal wetten en verordeningen mee verdubbelt, integendeel. Iedereen heeft de mond vol van meer- en veeltaligheid en van "communicatie" ofte gedachtenwisseling, welnu dan? Nu heeft men eens een schitterende gelegenheid hier werk van te maken in het volle besef dat dit echt een economisch verantwoorde beslissing is; wederzijdse erkenning -ook taalerkenning want dit is het wezen van het volk- levert altijd zijn vruchten af, want de huidige diepliggende Europese moeilijkheden zijn juist te wijten aan een schromelijke tekortkoming van deze erkenning en het gevoel van onevenwaardigheid gaande van de eerste rang naar de zoveelste rangplaats, dus tweede- of zoveelste-rangburgerschap!

Ik denk dat het zeer (pijn) eigenlijk elders ligt: namelijk de achterhoedegevechten van de grote talen waarvoor de Nederlanders en de Vlamingen zich zo gewillig laten doen en van alles laten wijs maken (a.h.w. laten "pooieren")!

"Het is belangrijk de EU voortdurend aan haar eigen beginselen te herinneren." kan niet genoeg worden benadrukt!


Ron Reijnders - 31/05/06

Bij het vertalen van de wetten en regels (tussen 2 reguliere talen zoals engels en frans) ontstaan er al inhoudelijke fouten en verschillen. Dit komt omdat bepaalde begrippen of gebruiken niet in elke land voorkomen of inhoudelijk wezenlijk afwijken.
Welke taallogistiek men ook toepast in EU, dergelijke zaken zullen altijd blijven bestaan. Beperking tot 1 of 2 talen maakt dit probleem misschien nog wel groter.
Een ijzersterk argument vind ik wel dat elke burger in zijn eigen taal moet kunnen blijven communiceren en info tot zich nemen.
Jammergenoeg zie ik echter dat sommige wetten en regels niet in alle talen worden vertaald. Dat vind ik een slechte ontwikkeling. Ik loop hier weleens tegenaan en omdat ik vreemde talen überhaupt niet of zeer slecht beheers stoort mij dat.


frits - 31/05/06

Ik heb eens ergens het volgende verhaal gelezen:

"1 Ooit werd er op de hele aarde één enkele taal gesproken. 2 Toen de mensen in oostelijke richting trokken, kwamen ze in Sinear bij een vlakte, en daar vestigden ze zich. 3 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur.’ De kleiblokken gebruikten ze als stenen, en aardpek als specie. 4 Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.’ 5 Maar toen daalde de HEER af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. 6 Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal, dacht de HEER, en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik. 7 Laten wij naar hen toe gaan en spraakverwarring onder hen teweegbrengen, zodat ze elkaar niet meer verstaan. 8 De HEER verspreidde hen van daar over de hele aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt. 9 Zo komt het dat die stad Babel heet, want daar bracht de HEER verwarring in de taal die op de hele aarde gesproken werd, en van daar verspreidde hij de mensen over de hele aarde."
(noot: In het Hebreeuws, de taal waarin dit verhaal is overgeleverd, is er een woordspel tussen de naam Babel en het werkwoord balal, ‘verwarring brengen’.)

Het is frappant dat de Europese samenleving, die dit verhaal en het boek waar het in voorkomt al eeuwenlang kent maar niettemin massaal bezig is zich te ontworstelen aan haar christelijke historische wortels, hier niets van heeft willen leren. Geen wonder dat een algemeen gevoelen is dat het vooruitgangsgeloof van de Verlichting (motto: ni dieu, ni maître) zijn tijd gehad heeft. In de praktijk wordt het nog slechts beleden door de instituties van de Europese Unie. Ik durf de stelling wel aan dat aan de discussie over de talen geen eind komt voordat deze aarde ophoudt te bestaan (een te verwachten gebeurtenis waarover in het bedoelde boek ook veel te vinden is!). Maar zolang 'Europa' niet leert een minder grote broek aan te trekken is het gedoemd de veeltaligheid van de Unie als probleem te beschouwen en te ervaren.


joke hoobroeckx - 31/05/06

Kijk voor een objectief onderzoek naar talen op:

cisad.adc.education.fr/ hcee/documents/rapport_Grin.pdf.

Korte samenvatting in 21 talen: http://www.lingvo.org/grin.


Maestraccio B. Thomasse - 31/05/06

We kunnen het wel fijn hebben over de werktalen van de EU, maar volgens mij staat er boven de discussie: "Nederlands, let op uw zaak". Ik interpreteer deze boodschap en het bijbehorende artikel als: "Zorg ervoor dat het Nederlands niet verdrongen wordt". We zitten hier toch niet als vertegenwoordigers van het Esperanto (Yves Nevelsteen), het Russisch (Bart B. Van Bockstaele) of het Interlingua (Peter Kleiweg) of een willekeurige andere taal?
Ik werp mijzelf op als vertegenwoordiger van het Nederlands (M+º B. Thomasse) en heb het "fort" Peperklips gebouwd tegen de dreigende taalvervaging.
Gaan jullie allemaal maar lekker Esperanto of Interlingua leren, laat mij dan, met alle anderen die Nederlands willen blijven spreken, in mijn fort zitten, en daar slechts uitkomen wanneer daar werkelijk noodzaak toe bestaat.

M+º B. Thomasse
www.peperklips.nl
www.schrijvenenlezen.nl


Dan Van Herpe - 31/05/06

De Europese talenproblematiek situeert zich op twee niveau’s: 1/ de instellingen en 2/ de burger. Ik beperk mij tot de laatste categorie.

In een gebied waar het aantal door EU-burgers gesproken talen verdubbeld is tot bijna honderd (Jan Roukens), los je het communicatieprobleem niet op door te stellen dat iedere burger minimum twee vreemde talen moet leren, zoals de Europese officiële talenpolitiek voorhoudt. Dit is niet realistisch omdat kennis van twee vreemde talen a/ het communicatieprobleem niet oplost en b/ voor het gros van de burgers niet haalbaar is. Hoogleraar Wilfried Decoo zegt over het leren van talen: “je moet als leerder zélf, op allerlei wijzen, en zoveel mogelijk, dagelijks met de taal bezig bezig bezig zijn” (De Standaard 20/03/2001). Ik zie dit, met alle respect, niet onmiddellijk met leerlingen uit het technisch en beroepsonderwijs gebeuren. Dat zijn meestal mensen die dagelijks met hun handen bezig bezig bezig zijn. Bovendien is een geregeld en (relatief) langdurig verblijf in een land/milieu waar uitsluitend de te leren taal gesproken wordt, een absolute voorwaarde om kennis en spreekvaardigheid levendig te houden. Ook dit is om sociaal-economische redenen niet voor iedereen realiseerbaar.

Het gezond verstand zegt dat één gemeenschappelijke tweede taal voor iedereen, de meest logische oplossing is. Wil men een eerlijke, democratische en economische oplossing, dan moet die taal voldoen aan twee voorwaarden: EENVOUD (ze moet voor “iedereen” haalbaar zijn) en NEUTRALITEIT (ze mag niemand discrimineren, intellectueel noch sociaal-economisch). Een plantaal (Esperanto, Interlingua, of …) is de enige taal die aan deze voorwaarden voldoet: ze is omwille van haar eenvoud door “iedereen” te verwerven met een minimale investering van tijd, geld en energie.

Een vlotte beheersing van de standaard-moedertaal en een goede kennis van een G.E.N.T- taal (Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede) legt de lat al meer dan hoog genoeg voor een meerderheid van de Europese burgers. Deze G.E.N.T-taal doet bovendien geen afbreuk aan de (meer)waarde van meertaligheid voor wie daartoe gemotiveerd is op basis van interesse en/of noodzaak (en voor wie zich dure taalstages kan veroorloven).

De tot in den treure herhaalde kritieken op het Esperanto (geen cultuur, geen gevoel, onvolwaardig, niet efficiënt …) zijn duidelijk gebaseerd op nattevingerwerk en niet op objectief, wetenschappelijk verantwoord onderzoek, wat je van iemand die zich intellectueel noemt toch zou mogen verwachten.
1 .“PEN-International”, de wereldorganisatie voor dichters, theaterauteurs, essayisten, redacteurs en romanschrijvers, heeft de Esperanto-PENklubo reeds in 1993 na grondige onderzoekingen en discussies als volwaardig lid opgenomen, aldus publiekelijk Esperanto erkennend als een literaire taal en uitdrukkingsmiddel tot cultuur.
2. De “Akademio Internacia de la Sciencoj” met zetel te San Marino gebruikt vijf talen als werktaal: Esperanto, Engels, Frans, Italiaans, Duits. (http://www.ais-sanmarino.org)
3. De Schotse Esperantodichter William Auld werd reeds tweemaal (1999 en 2000) genomineerd voor de Nobelprijs literatuur. En dat is heus niet omdat hij ooit eens twee karamelverzen geschreven heeft! ( http://www.geocities.com/adrianneilson/enkonduko2.htm)
4. Op het jaarlijks Esperantowereldcongres zijn 2 à 3000 deelnemers uit plm. 70 landen aanwezig. Vertaalkosten: 0,0 €. Zónder discriminatie en mét respect voor ieders taal en cultuur.

Telkens de intelligentsia in het algemeen en de politici in het bijzonder met het Esperanto geconfronteerd worden, gaan echter onmiddellijk de oogkleppen vóór, de oordopjes ín en de neusknijper óp: we zien niks, we horen niks en we ruiken niks, want Esperantosprekers laten de wereld een poepje ruiken wat eenvoudige, eerlijke, economische en efficiënte communicatie betreft!


Daniël - 1/06/06

Het grootste probleem voor esperanto is niet de taal zelf, er zijn misschien zwakheidjes aan te wijzen, maar die zijn allemaal oplosbaar. Het probleem is dat niemand van de tienduizenden werknemers van de EU Esperanto kan, en dus in de praktijk niet binnen afzienbare tijd Esperanto gebruikt kan worden.

Zou men daar zeer veel energie in steken, dan zit men met het probleem dat buiten de EU-muren geen arbeidskrachten te vinden zijn die Esperanto kunnen. Ook daar zou dus flink geïnvesteerd moeten worden.

De voorstanders van Esperanto hebben gelijk dat dat de meest eerlijke situatie zou opleveren. Om het echter mogelijk te maken moet voor zeer lange tijd Europabreed een sterke wil zijn om dit in te voeren. Dit ontbreekt.


robert - 1/06/06

Margreet heeft gelijk: taal is een beleving. Elke taalsoort is een beleving, dito het Esperanto... (Ik vind de reactie van Hr. Kleiweg grof als hij zegt dat Esperanto geen taal is...) De metafoor van de marsmannetjes zegt genoeg: ’Als taal iets met genetische aanleg te maken heeft, ieder kind een bestaande taal leren kan, dan vind dit zijn oorsprong in een universele grammatica die alleen ons, als mens, als specifieke soort, daartoe aangeboren is. Russische taal mag ogenschijnlijk volkomen anders zijn dan het Spaans of Esperanto, maar alle drie steunen op de zelfde universele grammatica, de aangeboren basis van alle mensentaal. Marsbewoners die terugkeren naar Mars zullen er van overtuigd zijn dat Aardbewoners over één taal beschikken: “een taal die zich op tal van oppervlakkige variaties toont”.

Heeft taal dan niets met de realitiet te maken?

Wat betreft of er ooit overtuigende resultaten zijn geboekt bij het onderzoek naar en over de universele grammatica weet menigeen; maar het waren zeker géén neurale of genetische onderzoeken geweest. Dat waarschijnlijk er een dag komt dat er wel eenduidige aanwijzingen zullen ontdekt worden, misschien ook om de zaak te vereenvoudigen door te wijzen op dat taal een neurale organiserende denkvermogen van de mens is. En, dit was nu juist wat die Marsmannetjes ontdekten toen ze op de Aarde een onderzoek naar de taal van de Aardbewoners deden; welke taal dan ook, het blijft bij een taal beleven zonder enig wetenschappelijk verklaring dan ook (een buiten de werkelijkheid). Een taal die zich door denkresultaten communicabel maakt maar, het blijft neuronenwerk.

Die universele-, Europese taal, zal er heus wel komen alleen aan de reacties te zien is iedereen er een beetje bang voor.(Elke evolutie doet pijn.)

Nederlands gaat dan vanzelf op in een meer realistische taal...


Dan Van Herpe - 1/06/06

Geachte,

Dank voor uw vriendelijke reactie.

Ik weet niet wie u bent, (al heb ik de indruk dat u wel weet wie ik ben) maar wil toch nog reageren, met het verzoek evenwel deze tekst NIET in het forum te plaatsen.

U hebt gelijk als u stelt dat Esperanto niet binnen afzienbare tijd gebruikt kan worden en dat een sterke wil om die taal in te voeren, ontbreekt. Anders gezegd: er is geen breed maatschappelijk draagvlak. Het is in ieder geval een langetermijnoplossing, al was het maar omdat er onvoldoende leerkrachten zijn om het in het onderwijs te kunnen invoeren. Er zou dus eerst een lerarenkorps moeten gevormd worden, wat, gezien de eenvoud van de taal, op relatief korte tijd kan worden gerealiseerd.

Anderzijds stel ik dat er voor de oprichting van de Europese Unie en daarna voor het invoeren van de Euro ook geen Europabreed maatschappelijk draagvlak was. Er waren echter wel financieel-economische belangen en enkele politieke kopstukken die er hun schouders onder gezet hebben. In verband met Esperanto is dit natuurlijk wensdenken: hier gaat het trouwens vooral om sociaal-culturele belangen.

Ik weiger echter me zo maar neer te leggen bij de hypocrisie, de volksverlakkerij, de arrogantie in intellectuele en politieke middens, die pers en media weigeren aan de kaak te stellen.

1. Theoretisch pleit men vóór gelijkheid van kansen voor iedereen en tégen discriminatie op basis van herkomst en huidskleur, maar praktisch sluit men de ogen voor discriminatie op basis van taal die maakt dat alleen al in het Brusselse honderden jobs (twee jaar geleden stonden er meer dan 1.000 op de webstek van de Europese Esperanto-Unie) uitsluitend voorbehouden zijn voor NESsy’s (native English speakers). In de praktijk zijn er dus 3 soorten burgers: 1/ de NESsy’s (die overal hun moedertaal kunnen spreken), 2/ de non-Nessy’s (die tijd, geld noch moeite gespaard hebben om Engels te leren en die uiteindelijk niet eens in aanmerking komen voor talloze, meestal lukratieve, jobs), 3/ zij die (om economische, sociale of intellectuele redenen) geen Engels spreken. Als dàt geen discriminatie is!
2. Theoretisch pleit men voor een multiculturele wereld met gelijkheid van alle talen, maar praktisch loopt men schaamteloos achter de angloculturele vlag.
3. Officieel stelt de Europese Commissie dat de Europese burger minimum (!) twee vreemde talen moet leren (wat een utopie is) terwijl officieus, tot in de EU- instellingen toe, het Engels als “lingua franca” fungeert.

Ook al lijkt/is het een gevecht tegen windmolens: ik zal blijven reageren tegen zoveel onrecht en schijnheiligheid, al was het maar om een tegengewicht te vormen voor de vele onjuistheden die in pers en media over het Esperanto verspreid worden door ‘intellectuelen’ die in hun glazen bol kijken, liever dan zich objectief te informeren. Hun afwijzende houding t.o.v. het Esperanto is gebaseerd is op arrogantie, want: wat goed is voor de massa (een ‘eenvoudige’ taal), is - per definitie - niet goed genoeg voor de elite.

Vriendelijke groet!



Johan Nijhof - 2/06/06

Een opmerking in reactie op Daniël:
Hoe wil hij het probleem oplossen, door Kleiweg terecht genoemd, dat Esperanto zo lelijk en tegennatuurlijk is? Ook de andere kwalificaties van Kleiweg zijn moeilijk te weerspreken.

En dan: Waarom wordt er toch zo zwaar getild aan het voordeel dat één volk zou ontlenen aan de keuze van zijn taal als voertaal? Hun voordeel is toch nauwelijks ons nadeel, afgewogen tegen het nadeel waarvoor we inderdaad ook allemaal eendrachtig zouden kunnen kiezen. In gelijke mate benadeeld, oh wat bevredigend! Ik zie daar een heel lelijke karaktertrek van afgunst in naar voren komen.

Is het niet veel redelijker om mededogen met de Engelsen te hebben? Het zal je moedertaal maar wezen. Je zult toch maar kleuter zijn en het moeten leren schrijven. Heeft niemand hier enig inlevingsvermogen?


Frans Vermeulen - 2/06/06

Wat zit men nu eigenlijk te zeveren over 100 talen als er hoop en al maar 20 zijn en voor de toekomst (als het ooit zover komt) nog altijd maar 24!!!

De huidige lidstaten = 25 = 20 erkende bestuurstalen

De mogelijke toetreders = 5 = 4 bijkomende erkende bestuurstalen = 24

Het gaat nu dus over 20 talen te vertalen naar elkaar, wat neerkomt op 400 tolken, als die telkens maar één taal vertalen naar hun eigen moedertaal, te vermenigvuldigen naargelang de te vertalen hoeveelheid teksten of gesprekken. Als men ziet wat de Europese Eenheid maar voortbrengt aan teksten zal het vermenigvuldigertal heel laag blijven, tenzij de vertalers lui zijn en opzettelijk buitensporig veel kosten, zoals nu blijkbaar het geval is, dit alleen maar om de redenering kracht bij te zetten dat al die vertalingen te veel geld kosten ...

Zoals ik schreef in mijn bijdrage van 30/05/06: "Enkele honderden topvertalers zullen niet opwegen tegen het leger van duizenden andere werknemers bij de Europese instellingen ..."

De 20 erkende talen moeten ook volwaardige werktalen blijven, zoniet zet men de deur wagenwijd open voor onderdrukking van een meerderheid aan inheemse talen wat vierkant tegenstrijdig is met het nieuw Huis Europa waarin ieder lid zich noodzakelijk moet kunnen thuis voelen. Een erkende taal kan men, alleen al uit beleefdheid en wederzijdse waardering, onmogelijk uitsluiten als werktaal!


Bargoens Zele - 2/06/06

Met stijgende verbazing ziet men dat deze discussie zich moeit met het Eperanto en dat nog wel onder auspeciën van de Nederlandse taalunie? Lopen wij thans zover achter op de tijd of is het een terug in de tijd, daar het Esperanto al wel een eeuw achterhaald?

Ik zal verder niet ingaan op welk een onzin zich hier openbaard. Doch de terechtwijzing van P.Kleiweg was voldoende.

Gelukkig dat de zetel van het Esperanto in San Marino staat: of was het de bedoeling van de Nederlandse taalunie om deze naar Den Haag te halen?


Peter Kleiweg - 2/06/06

Met slechts 400 tolken kan de EU volledig twintigtalig functioneren. Uiteraard moet dan wel elke tolk zich in 30en kunnen splitsen, moet elk splitsing 120 uur per dag werken, 60 dagen per week, en 200 weken per jaar. Met een beetje goede wil moet dat lukken.


margreet - 2/06/06

Johan Nijhof, Bargoens Zele: "Lopen wij thans zover achter op de tijd of is het een terug in de tijd, daar het Esperanto al wel een eeuw achterhaald?" Wie is 'wij' en in welke tijd leeft u?

Dat beide heren menen een wit voetje te halen bij Kleiwegs vernedering en schade die hij aanricht ontrent het Esparanto.

Elke taal (zelfs het Diets) wat door mensen gesproken wordt; waarmee mensen communiceren binnen hun eigen groep, moet je respecteren. Om een duidelijke uitspraak te kunnen doen over de werkelijkheid is het eerst zaak, goed te omschrijven hoe die werkelijkheid in elkaar zit. En, in welke taal dit gebeurt maakt niet uit. Iedere spreker (subject) heeft een bepaalde relatie met zijn of haar werkelijkheid; op deze manier fungeert taal als een afbeelding van de werkelijkheid.

Als Kleiweg, Nijhof, of Hietbrink hun eisen op deze manier op tafel gooien, dan vrees ik de opmerking van Nijhof: Heeft niemand hier enig inlevingsvermogen?

De reactie van robert mag wat licht brengen.



Herman Callens - 2/06/06

Frans, ik kan me vergissen, maar ik dacht dat het aantal teksten dat de EU "maar voortbrengt" veeleer indrukwekkend was. Ik zou dat toch niet gaan onderschatten.


Dan Van Herpe - 2/06/06

Waarom een plantaal (Esperanto, Interlingua…) in discussies als deze op zijn plaats is.

1. Met 20 officiële talen bedraagt het aantal vertaalcombinaties 20(20-1)= 380. Indien men zou werken met één brugtaal daalt dit tot 40. Dit zou leiden tot een drastische verlaging van de tolk- en vertaalkosten. Het zou bovendien de efficiëntie en accuraatheid van het systeem ten goede komen. Wil men dit op een democratische manier doen met respect voor het principe van de gelijkheid van alle burgers en de talen die ze spreken, kan men niet naast een neutrale plantaal als brugtaal. Onze Europarlementairen verkiezen echter een log, inefficiënt, inaccuraat en geldverslindend tolk- en vertaalsysteem in stand te houden… op kosten van de Europese belastingbetaler! Als blijk van respect voor de hardwerkende burger kan dit tellen, niet? Als men de tolken/vertalers een riante premie zou uitbetalen (geld is blijkbaar toch geen probleem) om één brugtaal te leren, dan kan iedereen, politici zowel als burgers, zijn moedertaal blijven gebruiken in de contacten met de Europese instellingen. Dát zou nog eens een bewijs van goed beleid zijn, niet?

2. Als men een oplossing wil voor het Europees, en zelfs mondiaal, communicatieprobleem, met behoud ván en respect vóór ALLE taal- en cultuurgemeenschappen, dan moet men ALLE mogelijke opties op een objectieve, wetenschappelijk verantwoorde manier evalueren. Totnogtoe wordt de meest democratische-economische-efficiënte optie, het gebruik van een plantaal, door academici, politci, pers en media a priori uitgesloten. Deze optie, die als enige garant staat voor het behoud van de ‘kleinere’ talen zoals het Nederlands, is zelfs niet bespreekbaar. Gelukkig is er het forum van de Nederlandse Taalunie!



Daniël Mantione - 3/06/06

@Johan Nijhof: Wat ik hier en daar zoal lees is dat de Britten maar liefst een half jaar extra kwijt van de voor mensen zo belangrijke periode waarin we makkelijk leren aan het aanleren van hun absurde spelling. Dat wordt echter ruimschoots gecompenseerd doordat zij geen of minder vreemde talen leren ten opzichte van de rest van de wereld. Dit is een eerste punt waar een Brit voordeel heeft van de dominantie van zijn taal.

Als we het Rapport Grinn mogen geloven dan is de dominantie van Engels een debet aan een miljardenstroom van geld naar de Engelstalige landen. Owning English is big business. Meertaligheid, waarbij je bevolking veel vreemde teksten moet vertalen lijkt zelfs goedkoper dan dat je bevolking alles in een vreemde taal leest. Esperanto komt in het Rapport Grinn nogal goed uit de verf, het blijkt de meest eerlijke en goedkoopste optie, en wordt daar door Esperantovoorstanders vaak aangehaald. Een Nederlandse vertaling van het rapport is te vinden op http://www.tejo.org/uea/GrinNL, klik op de GRINNNL linkjes in de rechterkantlijn op de Nederlandse tekst te zien.

Of Esperanto lelijk en tegennatuurlijk is, daar heb ik te weinig kennis over om een goed oordeel te geven. Wat we natuurlijk niet uit het oog moeten verliezen is dat Esperanto geen Germaanse taal is en daarom voor ons minder natuurlijk zal overkomen.


margreet - 3/06/06

Toch nog een aanvulling:

"Het is het broddelwerk van iemand die niks van taalkunde afwist", zegt Kleiweg.

Taalkunde is een wetenschappelijke studie van natuurlijke talen (niet een studie van basis feiten - zoals neurale en genetische invloeden - zoals ik al eerder over heb gerept). Studie van het verschijnsel (natuurlijke)taal zegt niets over ‘hoe het komt dat wij elkaar begrijpen’ en hoe wij de feiten beter kunnen leren kennen: het is een scoop. Interdisciplinair Taalkunde legt wel verbanden tussen hersenwerk en taal. (zie heironder Saussure)

Ludovich Zamenhof publiceerde zijn eerste boekje in 1887. Esperanto behoort niet toe tot een moedertaal; Esperanto is makkelijker te leren dan een moedertaal; Esperanto is een plantaal…etc.

Wat wist men in 1887 van taalkunde af. Heeft Kleiweg zich dit gerealiseerd toen hij het broddelwerk van iemand uit 1887 beoordeelt in 2006 (veroordeelt)? Honderd achttien jaar verder is de taalkunde toch niet meer dan voortborduren op het broddelwerk van haar voorgangers…(…)!

Neem bijvoorbeeld Saussure 1851-1913 “Taal (langage) bestaat uit een gesproken dimensie (parole) en een systeem (langue). Gaat het in het eerste geval om het individuele gebruik, het tweede betreft het door regels bepaalde systeem dat constitutief is voor de parole. Dit houdt echter niet in de eerste los van de tweede kan bestaan. "de 'langue', los van de 'parole', is een object dat men gescheiden kan bestuderen". (Hoe wetenschappelijk een werk is het parole kun je nooit vermijden.)

Ik vind het niet vreemd dat rond 1887 Zamenhof zijn fantasie heeft laten gaan en een kunstwerkje heeft verwezenlijkt dat nu nog gebruikt wordt: het Esperanto. Ik vind het niet vreemd dat Freud rond die tijd de wereld schokte met zijn driften theorie-; of het Dadaïsme met haar elegant en bijzondere, taalgebruik. Niet de wereld bood de mens nieuwe mogelijkheden, het brein organiseerde anders dan voorheen een nieuwe kijk op de wereld; en noem dat voor mijn part wetenschap.

Het Esperanto hoort daar ook bij. Ik kijk (niet altijd tijd) uit naar het nieuwe werk van Kleiwegs langue in samenwerking met Taalschrift.


Johan Nijhof - 3/06/06

Eisen, Margreet, heb ik hierin niet, zelfs geen oplossing. En als er één discussie een beklemmend déja-vu gevoel oproept, is het wel die over de EU-werktalen, meteen doorwoekerd met esperantisme.

Uiteraard zal het obsolete Esperanto het nooit halen, en zelfs het in alle opzichten betere Interlingua evenmin, uiteraard heeft Nederlands of welke vorm van “Diets” dan ook geen schijn van kans tegen het Engels, hoeveel bezwaren die keuze ook heeft. Al deze discussies zijn eindeloos vermoeiend en alleen nuttig om u van de straat te houden, zodat daar althans geen Nederlands hoeft te worden gesproken. Van mij mag er best ook aan Freud gemorreld worden, en het badwater van de homeopathie kan helemaal zonder kind weggegooid worden. Het probleem is niet dat Zamenhof negentiende-eeuwer was, maar dat hij een leek was op het gebied van taalkunde.

Daniël:
1) Ook bij ons leert de jeugd geen vreemde talen, (behalve dan Engels, maar hoe vreemd is dat nog?). De rest is verspilde moeite, die niet tot communicatie leidt. Dacht je dat Nederlandse rechercheurs op basis van hun multiple-choice ervaringen uit de voeten kunnen met de antwoorden van hun Beierse arrestant, voordat de tolk is gearriveerd?

2) Een miljardenvoordeel voor Engelstaligen, inderdaad. Het Nederlandse bedrijfsleven kan daar voor een stukje van mee profiteren. De Calimero-attitude – niemand is op mijn verwijt ingegaan - is hier ook nog eens volkomen contraproductief.

3) Een taal die opgezet is als een allegaartje van ontleende woordstammen uit diverse bronnen, als een soort verdelende gerechtigheid (en dan gebruiken we “kaj” voor en, dan hebben de Grieken ook wat) is alleen om die reden al niet serieus te nemen, en kennelijk meer een gedateerde ideologie (het unanimisme) dan een nep-taal. Een experimentje als Walden of voor mijn part zoals Lebensborn, ondoordacht en al lang en breed mislukt. Dansen om de meiboom.

Niet Germaans en daarom misschien minder natuurlijk overkomend? Dat is echt behoorlijk kort door de bocht. De Romaanse taal van mijn partner klinkt uit haar mond heel natuurlijk, van Letzebürgisch snap ik weer geen hout, en Catalaans lees je zonder voorkennis dan weer vlot.

4) Een één-op-één vertaling is per definitie kwalitatief beter dan gebruikmaking van een tussentaal. Dat kan iedereen gemakkelijk checken, als hij een Nederlandse liefdesbrief in het Esperanto laat vertalen en dan weer door een ander terug in het Nederlands.
Die 380 vertaalcombinaties zijn best betaalbaar zolang je maar bedenkt welk immens economisch voordeel we van de EU hebben.


Suske Pluske - 4/06/06

Zamenhof ja ja Niets van taalkunde afwist. Knip de woorden van twee verschillende talen doormidden en plak de verschillende helften aan elkaar en ziet....gij hebt een vernieuwde taal....zo is het Esperanto ontstaan. Een spelletje waar mede te veel lezers van taalschrift zich in laten, verloren taalschriftenergie, al wil ik de hobby van een bepaalde groep mensen niet misgunnen, doch taalschrift is hier reeds historisch blunderend te ver in gegaan.

Zaag een Opel en een Saab doormidden, monteer beiden helften de een aan de ander...en gij hebt meteen twee nieuwe modellen. Lachen jongens! Voorwiel wordt achterwiel aandrijving, of andersom. Voorvoegsels worden achtervoegsels. Woordbeelden worden voorgoed uit oorspronkelijk verband gerukt... Etymologen kunnen nog meer ongekontroleerd verzinnen. Hallee knoei de boeken maar verder vol en verkopen maar.


ed van der meulen - 4/06/06

Toen ik 7 was speelde ik in en speeltuin en de opaaser was en oude zeekapitein die machtig kon vertellen. Maar ook Esperanto kon spreken een schrijven.

Ik weet wel als je eerst Esperanto leert dan lukt het makkelijker een andere vreemde taal te leren. De grammatica is eenduidiger en eenvoudiger.

Het is door die meneer Zamenhof opgebouwd ook met poëzie erin. met Russisch em Romaanse grammatica als basis. Er zijn en paar duizend spekers uit geboorte bij en ergens en miljoen anmdere mensen.

Schuim internet maar eens af en dan vind je zelf ook wel meer.

Bijvoorbeeld wikipedia heeft er flink wat over. Maar ja een oordeel is ook snel geveld. Vooral als mensen zich er niet in willen verdiepen. We noemen dat ook wel eens vooringenomenheid.

groeten

ed


M+o B. Thomasse - 5/06/06

Kan iemand de Nederlandse woorden "taalschrift" en "discussie" voor mij in het Esperanto vertalen? Wellicht vinden jullie daar een klankbord voor deze discussie...


Frans Vermeulen - 5/06/06

Men is daar weer eens met de "verlaging van tolk- en vertaalkosten": Dan Vanherpe - 2/06/06; anderzijds getuigt Johan Nijhof - 3/06/06: "Een één-op-één vertaling is per definitie kwalitatief beter dan gebruikmaking van een tussentaal. Dat kan iedereen gemakkelijk checken, als hij een Nederlandse liefdesbrief in het Esperanto laat vertalen en dan weer door een ander terug in het Nederlands.
Die 380 vertaalcombinaties zijn best betaalbaar zolang je maar bedenkt welk immens economisch voordeel we van de EU hebben."; en dat terwijl Peter Kleiweg - 2/06/06 hier helemaal de trappers blijkt kwijt te zijn.

Hierbij moet men bedenken dat het alleen gaat over het onderdeel tolk- en vertaalwerk en niet over het geheel van de bestuurlijke diensten van de Europese Instellingen! Niettemin is de vertaling van iedere taal naar ieder van de twintig talen een weergaloze maar ook heelveelbelovende uitdaging voor de hedendaagse komputtermatige spraak- en taalverwerking. Het gemakshalve terugvallen op één beheertaal, zij het mogelijks een kunstmatige, zou een jammerlijk en in zekere zin ook schandelijk falen betekenen voor deze uitermatig belangrijke bedrijfstak met zijn tot op heden reeds voldoende verworven en voldoende overtuigende toepassingen. De huidige taaltechnologie kan reeds bogen op bewijzen van verbazingwekkende mogelijkheden op gebied van tolk- en vertaalwerk, wel te verstaan in handen en onder toezicht van deskundige tolken en vertalers. Hier moet zij voor eens en voor altijd haar laatste kans krijgen tot de prachtigste en zonder twijfel ook volstrekt haalbare verwezenlijking die ieder Europees burger eerbiedigt in zijn taal, zonder enige kleinering en zonder enige onderdrukking door een paar grotere talen die steeds alles naar zich toe willen trekken opdat iedereen naar hun pijpen zou dansen.

Aan Dan Vanherpe: op diepmenselijke beleefdheid mag geen prijs staan of anders raakt men aan de waardigheid van de mens waarom het allemaal te doen is, wil men de bewering kracht bijzetten dat de menselijke samenleving menswaardiger moet.

"Taaltechnologie" in dienst van de hoogste menselijke waardigheid! "Taaltechnologen" laat hier deze enige kans niet ontglippen!


Peter Kleiweg - 5/06/06

Als het om economisch of politiek gewin gaat, dan gaat het voor een groot deel om wat zich in de wandelgangen afspeelt. Dan heb je niks aan tolken en vertalers. Met het Engels is het behelpen. Je hebt pas een voorsprong als je de belangrijke partners in hun eigen taal kunt aanspreken. Dus zijn een uitstekende beheersing van het Duits en het Frans van veel groter belang dan beheersing van het Engels. En juist de kennis van het Frans en Duits schiet in Nederland ernstig tekort. De belangen van de Nederlandse taal staan hier helemaal los van.


Daniël Mantione - 5/06/06

@Johan Nijhof: Je haalt twee zaken door elkaar:
1) Kennis van een vreemde taal verhoogt de economische waarde van een persoon of bedrijf.
2) Om die kennis te bemachtigen is een investering nodig, die geldstromen richting het gebied wat eigenaar van die taal is veroorzaakt.

Dat we tegenwoordig goed Engels en geen Duits/Frans meer leren staat hier buiten, evenals de discussie of we ons misschien als een half Engelstalig land moeten beschouwen. Juist wij zijn een volk dat bijzonder veel investeert om het Engels te bemachten.

Dat voor ons punt 1 tegen punt 2 opweegt is leuk voor ons, maar ook dat doet niets af aan het ingebrachte argument dat Engelse dominantie ongelijke situaties in de Europese verhoudingen oplevert.


johan nijhof - 5/06/06

Gelijkheid tussen grootmachten en de kleintjes, Daniël, is onbereikbaar. Moeten we daarom jaloers zijn? Kijk anders eens hoe de EU de baas speelt in de Balkan. Dat ziet men toch met verwondering?

En, ik heb het al eerder gezegd: de suprematie van het Engels berust alleen maar op economische macht, niet op de kwaliteiten van de taal. Ëén forse Tsunami, die de VS vernietigt, en de positie van het Engels is hier ook verdwenen.

En, tenslotte, die economische meerwaarde van mijn persoontje mocht wel wat meer zijn, want ik heb echt mijn tenen nodig om door te tellen, maar merk bar weinig van die economische waarde.


ed van der meulen - 6/06/06

Dat is helemaal waar, Johjan Nijhof. De suprematie van Engels berust op de economische macht van de USA. Maar de BRIC landen, Brazilië, Rusland, India en China trekken massa investeringen weg uit de USA. En hun talen zijn er ook nog.

In de staat California daar spreekt al menigeen Spaans.

http://msnbc.msn.com/id/13158092

Senator Byrd schreef al de rijke Amerikanen willen de USA niet meer betalen.

Met onveranderde zaken zal het wel gauw over kunnen zijn met die economische macht.

Blijf gewoon goed Nederlands gebruiken en dat blijft onze taal ook wel.

groeten

ed


Theodor Hollemann - 6/06/06

Kan de labiele berichtgeving van Ed Vermeulen niet ophouden...Dat die zelf eens nadenkt en niet alles overschrijft dat wij met z'n allen al lang weten. Taallabilteit bestaat wel degelijk dus!


Jaap de Wit - 7/06/06

geachte redaktie en deelnemers aan de diskussie,

wat maken we ons druk! Over enkele jaren blijven er vanzelf enkele hoofdtalen over... en over het Nederlands hoeven we ons geen zorgen te maken, die komt steeds meer in de belangstelling. Onze Taal overleeft het wel.

ELKE TWEE WEKEN VERDWIJNT ER EEN TAAL (Februari 2006)
PARIJS - Meer dan de helft van de ongeveer 6.000 talen in de wereld dreigt te verdwijnen. Dat heeft de VN-organisatie voor kultuur, onderwijs en wetenschappen, UNESCO, gisteren gezegd. Gemiddelt verdwijnt er elke twee weken een taal. UNESCO beschouwt het internet als een goed medium om talen voor de toekomst te behouden. Momenteel zijn er internetsites in ongeveer 10 % van alle talen. De organisatie heeft opgeroepen om veel meer talen op het internet een plaats te geven. Daarmee blijven deze talen beschikbaar voor toekomstige generaties.

vriendelijke groeten,
Jaap de Wit


Daniël Mantione - 7/06/06

@Jaap de Wit: Uitsterven is niet iets waar het Nederlands zich zorgen over moet maken, maar daar gaat deze discussie dan ook niet over. Het probleem wat wel dreigt voor het Nederlands is dat voor veel alledaagse zaken opeens een vreemde taal nodig is, zoals dat je tegenwoordig op de universiteit bij wijze van spreken alleen stiekem op de gang Nederlands kunt praten.

Deze discussie gaat over de taal die de overheid, en wel de Europese overheid gebruikt om met ons te communiceren en welke talen de EU zelf gebruikt om intern te communiceren.


robert - 8/06/06

Schrijf in je eigen moerstaal maar,... publiceer dan niet in het Engels.


Karina - 9/06/06

Is het niet zo dat alle talen op hunne zaak letten? Ik bedoel dat er per taal ook taalhandel bestaat. Van welke taal het meest gesproken, komt ook de meeste verdienste binnen. Dat brengt leerplicht, cursusmatriaal, tolkengedoe, woordenboekenaanmaak, vertaalindustrie, prestige in wie waar wat de grootste en meest gesproken taal ter wereld mag zijn. Nu: dan is het teruggaan naar een natuurlijke taal een aan diezelfde afstamming toch het meest natuurlijke dat er bestaat en verwijs ik deze discussie terug naar Frits 31/5/06.

Ik ben er van overtuigd dat al die talen terug te restaureren zijn tot die ene oorspronkelijke taal mits politiek en commerce dit niet belemmeren. Lees Frits er nog eens op na en dan zijn we er toch uit?


margreet - 12/06/06

Wie uitroept dat hij weet wat taal is, of grammatica moet gaan oppassen. Dat de ander – in dit geval het Esperanto - maar wat aanklooit kan nu beter op zijn woorden gaan passen; dit soort associatief denken kan hij of zij aan de eerste de beste taalboom hangen.(Zelfs deze zin begrijpt bijna iedereen) Het Diets kan zich op de borst wrijven van genoegen. (Diets is een Middelnederlandse benaming voor de eigen volkstaal ter onderscheiding van vooral het Frans en het Latijn.)

Diets of Esperanto horen niet thuis in de grammatica maar zijn lexicale constructies: zo zou je kunnen schrijven. Om dat er volksstammen taalgeleerden (tot de laatste god Chomsky) met een ongekende regeldrift geprobeerd hebben de grammatica te ontcijferen; door alsmaar te hameren op grammatica, grammaticale regels, is er nu langzaam toch een verlichting gekomen. Adele Goldberg: “Grammatica bestaat niet, er zijn slecht constructies van lexicale uitdrukkingen”. (Het verschijnsel dat een woord een of meer betekenissen krijgt die niet zonder meer afleidbaar zijn uit de samenstellende delen.)
Als de Amerikaanse taaltheoretica Adele Goldberg gelijk heeft dan is dit wel heel erg slecht nieuws voor diegene die nog steeds steunen op wat ik al eerder genoemd heb: gereutel van taalgeleerden. “Alles wat je uit lexicons kunt ophalen is makkelijker dan te hammeren op gramatica”, beweert Goldberg.
Er is alleen nog maar een lexicon. Het Nederlands is een constructie van woorden met aangeleerde koppelingen waarvan wij er ongeveer driehonderdduizend in ons hooft hebben.

Het Esperanto krijgt wat meer ruimte; zelfs het Diets en kan niet zomaar de bio-taalbak in. Het is de moeite waard als Taalschrift iemand weet te vinden die er meer van af weet dan ik en, een discussie hierover op een humanistische manier, weet aan te zwendelen.

Laten we de evolutie een kans geven en haar niet tegenwerken met beweringen die slecht zijn voor de ontwikkeling…(…) Er zal heus wel een universele taal komen!

Voor meer informatie zie NRC van Zaterdag pagina 51


Frans Vermeulen - 13/06/06

Hier reikt Karina - 9/06/06 de gekende stelling aan als zouden alle talen van één en de zelfde taal komen. Niet alleen dit "bijbels" verhaal beaamt dit, maar ook vele geleerden, te veel om op te sommen. En toch maakt het voorstel van Karina geen de minste kans bij de taalkundigen. De reden: te ouderwets en te logisch, terwijl volgens hen taal alles behalve logisch is.


Johan Nijhof - 14/06/06

Wel, de taal die de oudste echt bekende vorm is van onze grote taalfamilie is het Sanskrit, en de taal die daar nog het meest op lijkt tegenwoordig, het Hindi, is tevens de grootste taal ter wereld. Ik wens Vermeulen veel plezier met de vele uurtjes studie daarvan, die hij voor de boeg lijkt te hebben. Of is die conclusie niet logisch?


Frans Vermeulen - 14/06/06

Johan Nijhof - 14/06/06 gaat ervan uit dat het Sanskrit -met het Hindi als de grootste taal ter wereld- de oudste vorm is van onze taalfamilie (De Germaanse - Indische Talen, e.n.), wat echter reeds een hele tijd achterhaald is na het eerste uitgebreide taalvergelijkend onderzoek van Franz Bopp. De grote westerse spil van de taalboom staat dus voor de oudste vorm. Er is dus duidelijk een uitvloeiing vanuit het westen naar het oosten, maar dit laatste stuit op "dogmatisch" verzet. Zonder mij gelegen te laten aan dit "dogma", vind ik het maar logisch eerst te beginnen zoeken vanaf het westen zoals het samengeordend onderzoek van vijf westerse universiteiten (reeds eerder aangehaald in Taalschrift) intussen heeft bevestigd. Men wil het altijd te ver zoeken ... en liefst vanuit de verkeerde richting ... voor mij niet gelaten, iedereen heeft tenslotte recht op zijn eigen mening. Het is zelfs heel bevorderlijk en noodzakelijk voor het deugdelijk onderzoek, dat er verschillende stellingen zijn en vanuit verschillende uitgangspunten de "waarheid" wordt benaderd. Het bestrijden van tegengestelde stellingen en het verguizen van onmiskenbaar verdienstelijke geleerden( Becanus, Scriecius, Stevin, De Ryckholt en en heel wat anderen) is dus welbepaald een onnuttige bezigheid en een jammerlijke verspilling aan tijd en krachten. De bewijzen zullen uiteindelijk aantonen wie het meeste gelijk had.


Frans Vermeulen - 14/06/06

Volgens Margreet - 12/06/06 krijgen de op hun kop gezette taalkundige begrippen weerom hun redelijke plaats toegewezen, zich steunend op de Amerikaanse taalkundige Adele Goldberg; jammer dat de niet ingeschreven NRC-lezers dit niet rechtstreeks kunnen natrekken. De woorden blijken zo dus opnieuw minstens even belangrijk te zijn als de taalkundige regels; tot voor kort had men zelfs de woorden niet meer nodig en kon men genoegen nemen met de regels en hierop zelfs grootscheeps onderzoek verrichten naar de Papoeatalen (weerom geldverspilling dus).

Diets is niet zonder meer een Middelnederlandse benaming voor de eigen volkstaal ter onderscheiding vooral van het Frans en het Latijn, zoals Margreet het uitdrukt. Diets gaat veel verder terug in de tijd en is daar de taal van de "Dieders" of "Duiders" of "Duyders" (verfranst tot "Druïden"); het "Nederduyts" en het Engelse "Dutch" zijn eveneens hiervan afgeleid. Diets was dus de taal van de "Dieders" of de naamgevers van vele eeuwen terug, zodat het niet hoeft te verwonderen deze naamgevingen terug te vinden in vele talen over een groot deel van de wereld. De stelling Hietbrink is bijlange niet zo dwaas als men het wel zou willen. Verder kan men Diets, de natuurtaal bij uitstek, niet zomaar vergelijken met Esperanto, een kunsttaal bij uitstek zoals het Middeleeuwse Latijn trouwens.

Mocht men tot een wedersamenstelling komen van dit Diets, dan zou dit een ernstige kanshebber moeten worden voor de Europese tussentaal (ten minste als men technisch in gebreke blijft met de komputtermatige taaltechnologie die een tussentaal overbodig moet kunnen maken),want iedere Europese taal heeft immers Dietse wortels, zelfs met Turkije erbij als bakermat van de Hettieten en de vele Oudgriekse vestigingsplaatsen, zonder de oude Westeuropese nederzettingen te vergeten en de Koerden die met hun taal tot dezelfde taalfamilie behoren.


Peter Kleiweg - 16/06/06

Het valt niet mee te volgen wat er de laatste tijd aan reacties op Taalschrift verschijnt. Dietse mystificaties, anti-intellectuele fulminaties, nationalistische grootheidswaan, Van der Meulens onontwarbare stream of consciousness, Esperantistische heilstaatprediking, Hietbrinkiaanse egomanie, geklaag dat de gevestigde orde luchtkastelen niet serieus neemt... Tegen zoveel onzin kan de weldenkende mens niet op. Sowieso zijn de hardnekkige fantasten ongevoelig voor argumenten, en zwepen ze elkaar op tot nieuwe hoogten van waanzin, die door zijn overdaad op Taalschrift onweersproken blijft.

Is dit wat de redactie van Taalschrift wil? Ziet ze het als haar taak dergelijke onredelijkheid een door de Taalunie gesanctioneerd platform te bieden? Taalschrift lijkt dit soort reacties uit te lokken. De columns die de aanzet moeten zijn tot discussie provoceren het sentiment, en doen nauwelijks een appèl op het intellect. En dan laat de redactie ook nog toe dat de reacties finaal afdwalen van het onderwerp van wat als discussie was bedoeld.


Frans Vermeulen - 17/06/06

Gelukkig is Peter Kleiweg niet de gespreksleider, anders zouden alleen die mensen nog kunnen meedoen die berecht ("correct") zijn door en gelijkgestemd zijn met hem. Van vrije meningsuiting heeft hij blijkbaar geen kaas geëten.


Johan Nijhof - 17/06/06

Het hele idee van oudere en jongere talen is uiteraard een beetje rammelend. Sinds de mens taal ging gebruiken creëerde hij de wortels voor de talen die thans gebruikt worden.
Zeker, als constructie kan de ene taal veel jonger zijn dan de andere, maar onze taal of het Zweeds bijvoorbeeld, talen waaraan de laatste millennia niet zo gek veel gewijzigd hebben, zijn qua afstamming per definitie even oud als het Hindi.

Wat ik vermeldde - en wat Vermeulen dus, daarop kan men zich verlaten, verkeerd las - is dat Sanskrit de oudste echt bekende vorm is van deze hele taalfamilie. (Voor hem zou dat “gekende” moeten zijn). Schriftelijke bronnen dus. Prettig is ook dat in het Sanskrit al taalkundige werken zijn geschreven, zodat niet alleen de taal, maar ook de eigen interpretatie is overgeleverd.

Het is mooi dat Vermeulen de achttiende-eeuwse taalgeleerde Franz Bopp kent, maar waarom hij deze geleerde niet in ere houdt, en verdwaasde fantasten als Becanus en De Ryckholt wel, wil maar niet duidelijk worden.
De Germanen kwamen diep uit Azië vandaan, dat wordt historisch niet betwist. Hetzelfde geldt overigens voor de Romeinen en de Kelten. Aeneas moge een mythe zijn, de nauwere verwantschap tussen Latijn en Litouws is veelzeggend, en als Paulus zijn brief aan de Galaten schrijft, kunnen we daarin Kelten herkennen. Veel omgekeerde bewegingen, dus van West naar Oost, hebben we sindsdien niet gehad, de kruistochten beperken zich tot Klein-Azië, Napeoleon zal in Moskou geen taalsporen hebben achtergelaten.

De betekenisrelatie tussen Diets en bedieden is er overigens een van uitgaande van “volk” overgedragen op “uitleggen, betekenen” (diets maken, den volke kond doen) en niet, zoals Vermeulen wil, het omgekeerde. De stam van het woord komt in de betekenis van volk in de oudste bronnen voor. (Gotisch 4e eeuw als Thiudi), en daarbij in alle Germaanse talen. Dat is dus niet slechts een hypothese, het is een hard feit.
Jammer dat we niet echt weten waar “druïden" vandaan komt, maar Franz Bopp wist wel dat de r niet zomaar verdwijnt, en u en i niet zomaar van plaats wisselen.

Het is gevaarlijk om zoals Margreet lijkt te doen, een wereldbeeld af te leiden uit een krantenkop. Het lijkt me zeer twijfelachtig dat de NRC-journalist die Goldberg interviewde haar ook geheel begrepen heeft.

Wat Goldberg met haar constructies doet, is een vorm van taalbeschrijving waarin het idee dat voor elk verschijnsel een uitdijend regelapparaat dient te worden ontworpen, wordt verworpen, een heel zinnige aanpak.

Chomskys transformaties echter zijn een levend bewijs voor de realiteit van een dieptestructuur. Als men "Het geven van een boek aan de leerling door de leraar” kan omzetten in “De leraar geeft de leerling een boek" en omgekeerd, is er onmiskenbaar een structuur aanwezig die de wijze beheerst waarop die omzetting plaatsvindt. Altijd zal het element in de nominalisatie achter door in de zin een onderwerp opleveren, altijd zal het element achter van hierbij een lijdend voorwerp worden.


margreet - 22/06/06

Peter 'waar is de pindakaas' reactie onderstreep ik maar, doe eens zelf een duit in het zakje. Er is meer onzin dat onbesproken blijft dit hoeft echt niet alleen het lijstje mongolen van Peter waar is de pindakaas, te zijn.


margreet - 25/06/06

Majesteit,

Over de verslonzing van de Nederlandse taal..

Het klinkt een beetje oneerbiedig, maar zoals de lamme en de blinde op elkaar zijn aangewezen, zo is samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland een voorwaarde om binnen de uitgebreide Europese Unie de toekomst van het Nederlands als officiële taal veilig te stellen. In Uw eigen woorden Majesteit: 'De taal is de drager van onze eigen identiteit die we in een eenwordend Europa willen handhaven en beschermen.

Reactie KNAK Belgie op bezoek van de koningin.


Frans Vermeulen - 12/10/06

Deze bijdrage hoort eigenlijk onder het discussieonderwerp "Stijl hoeft geen wetenschap te zijn" van Luc De Vos - 29-06-06 te staan, maar daar is verwonderlijk genoeg geen plaats voorzien.

Luc mag dan al een vlotte jongen zijn, maar hij steekt dan toch maar een pleidooi af voor een kwalijke vorm van taalverloedering. Als dat kan voor het Engels, op z'n Hemingway's, tot daar aan toe.







print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot

     
recente reacties

Frans Vermeulen:
"Deze bijdrage hoort eigenlijk onder het discussieonderwerp "Stijl hoeft geen..."

margreet:
"Majesteit, Over de verslonzing van de Nederlandse taal.. Het klinkt..."

margreet:
"Peter 'waar is de pindakaas' reactie onderstreep ik maar, doe..."

Johan Nijhof:
"Het hele idee van oudere en jongere talen is uiteraard..."

Frans Vermeulen:
"Gelukkig is Peter Kleiweg niet de gespreksleider, anders zouden alleen..."

Peter Kleiweg:
"Het valt niet mee te volgen wat er de laatste..."