home > discussie > Leeservaring is even belangrijk als kennis van de literatuur

discussie

Leeservaring is even belangrijk als kennis van de literatuur

André Mottart (Universiteit Gent) - 5/03/07

"Literatuuronderwijs dat aansluit op de leefwereld van leerlingen bevordert het inzicht in de structuur en functie van literatuur en literaire communicatie", zegt didacticus André Mottart. Met deze stelling verzoent hij twee kampen in een heftig debat. Of u zich daar ook mee kunt verzoenen?

Wie openlijk wil nadenken over de waarde van het tegenwoordige (tekstbestuderende) literatuuronderwijs, merkt al vlug dat er momenteel twee heftige debatten gaande zijn: ten eerste, het debat of onderwijs leerstofgericht (kennis) of leerlinggericht (vaardigheden) moet zijn; ten tweede, het debat of de ‘canon’ belangrijker is dan ‘populaire cultuur’. Volgens mij gaat het hier echter om valse tegenstellingen. Literatuuronderwijs dat aansluit op interesses, problemen en belangen van leerlingen bevordert precies het inzicht in de structuur en functie van literatuur en literaire communicatie.

Literatuur als zodanig bestaat bij gratie van het debat rond een gedeelde kennis.  Het gaat  immers om een groep van teksten die een gemeenschap een aparte waarde en status heeft toegekend op basis van een gemeenschappelijke ervaring. Rond die ervaring is een complex discours ontstaan via publieke debatten, recensies, intertextuele verwijzingen, verkoopscijfers enz. In de samenleving speelt kennis van zaken waarop argumentatie gebaseerd is uiteraard een centrale rol. Wie bijvoorbeeld op een redelijke manier wil praten over literatuur dient het discours, de context te kennen waarin men nu eenmaal over literatuur praat.

In het licht van een literatuuronderwijs op school vallen hier twee zaken bij op te merken:

1. Ons onderwijs is van oudsher gebaseerd op ‘objectieve’ kennis. Daarmee bedoel ik kennis die buiten de individuele ervaring om zou bestaan en die we via schoolvakken onveranderd aan leerlingen zouden kunnen doorgegeven. Vandaag weten we dat kennisoverdracht binnen een sociale context gebeurt.  We moeten ons daarbij de vraag stellen of kennis die ontstaat binnen één context in een andere is in te brengen. Vergeten we immers niet dat ‘literaire kennis’ ontstaan is in een (elitaire) context die binnen de werkelijkheidsvoorstelling van leerlingen en ‘gewone’ mensen niet relevant was en is: ik spreek hier over de context van Griekse retorica, middeleeuwse ‘grammatica-onderwijs’, katholicisme/reformatie, 19de eeuwse nationalistische ideologieën.

2. Binnen het literatuuronderwijs spreekt men als vanzelfsprekend over auteurs, stromingen en literaire technieken. Men gaat nauwelijks in op wat lezen zelf betekent. Vreemd, want dat is toch de basis van die literaire kennis! Is literair begrip dan niet méér dan tekstbegrip? Alle discussies gaan steeds over wat er gelezen wordt, niet over hoe er gelezen wordt en over wat een lezer er zou kunnen meedoen. Hoe lezen jongeren? Krijgen ze nieuwe inzichten over de wereld? Doen ze iets met de andere werkelijkheidsvoorstellingen, het ander taalgebruik... waarmee ze tijdens het lezen van literatuur geconfronteerd worden?

Als de literatuur (de canon?) in de zin van een reeks erkende meesterwerken een pedagogisch-didactisch hulpmiddel is en het debat over de canon inherent is aan de canon zelf, dan is de pedagogiek van een canon een uitnodiging tot tegenspraak, tot aanvulling. En als men leerlingen uitnodigt om hieraan deel te nemen, dan moet men rekening houden met het eigen referentiekader, de individuele ontwikkeling en de cultuur van die leerling-lezer.

Ik pleit dan ook voor een literatuuronderwijs waarbij men de literaire theorie en de canon verbindt met de praktijk van het lezen van de leerlingen. Dat kan men bereiken door ervoor te zorgen dat het thema of lesonderwerp relevant is vanuit drie perspectieven: vanuit de literatuur(geschiedenis), vanuit de openbaarheid (bv. media) en vanuit de leefwereld/school (bv. jeugdculturen).

archief

reacties


Christine Schoeters - 12/03/07

In andere "menswetenschappelijke" richtingen heeft men dit al eerder begrepen: het belang van de sociale context en het systeem waarbinnen mensen functioneren. Het schoolsysteem is geënt op diverse contexten; het is inderdaad van belang om hierbij aansluiting te vinden. Literatuur en leefwereld van de schoolgaande jeugd hoeven zeker geen tegenstelling te vormen, integendeel.
Hoogtijd voor onze taalleerkrachten om de oude, degelijke verplichte literatuurlijstjes eens los te laten en op zoek te gaan naar nieuwe literaire pareltjes. en deze te benaderen vanuit de leeservaring ipv op de literaire kwaliteiten of systemen.
Geef leerlingen keuzemogelijkheden, en laat ze niet naar de openbare bibliotheek komen met dezelfde beperkte opdracht.
dat vraagt soepelheid (loslaten)en de bereidheid om leerlingen te begeleiden in hun zoektocht tussen het reuze-aanbod!


Armand De Meyer - 12/03/07

Laat het ons omkeren: literatuuronderwijs dat niet aansluit bij de leefwereld van de kinderen bevordert in het beste geval alleen een vluchtig vasthouden van leerstof waarmee ze naar het examen trekken, in het slechtste geval een blijvende tegenzin tegen boeken. Goed onderwijs is echter onderwijs dat niet alleen aansluit bij de leefwereld van de kinderen, maar aanzet tot een verbreding, een verdieping ervan.
Dat kon vroeger voor enkele leerlingen ook wel door louter kennisgericht onderwijs. Er is een boutade die zegt dat het belangrijkste van (taal)onderwijs is wat er gebeurt tussen de lessen (soms tegen de lessen in). Maar dat geldt enkel voor leerlingen die gretig zijn, die de inhoud van wat ze krijgen willen invullen met hun eigen ervaringen, een vaak onderschatte rol van snobisme. Maar dit was en is een minderheid, die wellicht door eigen lectuur er ook wel geraakt.


ed van der meulen - 12/03/07

Hoera.

Als iemand wat leert dan kan het alleen maar geleerd worden als er al een beginnetje van is. Dan wordt al iets herkent en daar kan aan toegevoegd worden. Dus voor mij moet je zeker uitgaan van de voorstellingswereld van het kind.

Alleen daar is het leren niet mee afgelopen. Is er al een goede taalbasis dan komt er ook vaak niewsgierigheid naar meer. Het was in het verleden al fijn om te doen en nu nog feestelijker.

En zo kan het verder uitgebouwd worden.

Zeker het begin dat is uitgaan wvan wat er al is. En dat is de voorstellingswereld van het kind.

Anders blijft het geisoleerde kennis en taal is verweven met ons zelf

En het moeten in leren in taal is antiproductief. Kinderwen moeten er voor aangestoken worden. Dat is ook voor rekenen en zelf tekenenen zo.

Was het vroeger ook niet zo dat echte doven ook stom werden: doofstom. Nu sluiten mensen aan bij hun leefwereld en gaat het een stuk beter.

Ik zou niet weten hoe het anders kan. Maar ook, is dit bijzonder?

vriendelijke groeten

ed


margreet - 13/03/07

Is dit niet wat populair gedacht? "De leefwereld van het kind" wordt vooral geconstrueerd door zijn sociale omgeving; voor een groot deel (dus) ook door taal. Literatuuronderwijs maakt van beide onderdeel uit en is dus een "vormgever", ongeacht de manier waarop het gegeven wordt. Voor "de leefwereld van het kind" hoeven we niet te buigen, alsof het een of andere vaststaande entiteit is. We moeten juist proberen het op een verstandige en begripvolle manier te helpen vormgeven.

Inderdaad, dat is bevoogdend. En dat lijkt me gepast, want we praten over kinderen! Als piepjong volwassene vind ik het erg jammer dat het literatuuronderwijs zo wordt afgebroken.

In het kader van de zgn. Tweede Fase in Nederland hoefde ik maar een klein aantal romans te lezen. Giphart was ook prima. Samenvattingen haalde je van scholieren.com, waar je ook lekker kon chatten. Ik zou willen dat m'n toenmalige leraar zijn klasje pubers met enige dwang richting Mulisch en Hermans kunnen duwen, en op die manier onze "leefwereld" wat groter had kunnen maken.


robert - 14/03/07

"Ik zou willen dat m'n toenmalige leraar zijn klasje pubers met enige dwang richting Mulisch en Hermans kunnen duwen, en op die manier onze "leefwereld" wat groter had kunnen maken."

'Heeft de leraar door gebrek aan kunnen (kunde) het klasje pubers zonder enige dwang hun leefwereld verkleind', zo vraag ik mij af.

En is het niet zo dat - zoals uit sociologisch onderzoek blijkt - dat de wereld; het leven, van een puber voor een groot deel onbekend is bij ouders en leraren en leraressen omdat, het leven van een puber voor 80% zich afspeelt op straat, en daarover nog geen roman geschreven is.

Zijn de meeste goede boeken niet geschreven door schrijvers die zelf niets of weinig hebben meegemaakt.

En vergelijk Mulisch niet met Hermans in dit geval. Die twee hadden al helemaal niet de zelfde leefwereld als kind.

‘Als de leraar toen Margreet met enige dwang richting..., *had* geduwd, was haar *leefwereld* n dagroter geworden’, zo vraag ik mij af? Ik ken pubers die géén boek lezen. Je krijgt het ze niet door de strot geduwd. Ben bang als je het wel doet, dat hun *leefwereld* recalcitrant wordt en dat ze de straat meer gaan opzoeken.

Kan iemand mij vertellen dat in de bovenstaande zin van Margreet *had* moeten staan!

Dank



Johan Nijhof - 16/03/07

De reactie van Margreet is mij uit het hart gegrepen. Het is absurd om van de jeugd niets te verwachten, de hangplek als hun natuurlijke habitat te zien, en hun geestelijk voedsel domweg te onthouden. Daarmee haalt men kennelijk oorzaak en gevolg door elkaar.
De film “Renaissance Man”. waarin Danny De Vito begrip wekt voor Shakespeare bij niet echt snuggere recruten, moge nogal overdreven optimistisch zijn, dit is echt het andere uiterste.
Nog gekker wordt het, als we volkomen onnozele lectuur (b.v. de griezelverhalen van Paul van Loon) met prijzen gaan belonen.
De uiterste consequentie van deze houding zag ik vandaag in een stadskrantje:
“Kinderen vanaf zeven jaar kunnen op 18 maart in de Centrale Bibliotheek voor één keer krassen en kleuren in boeken. Dit doen ze samen met kunstenaars van BarioK.”
(Misschien een leuk idee om er met een clubje 17-jarigen heen te gaan?)
Toegang gratis, ja, dat hadden de boekverbrandingen in de vorige eeuw ook al als lokkertje. Maar een opgelegd algemeen analfabetisme is uiteraard nog veel effectiever.


(anoniem) - 19/03/07

Ik ben het met Margreet en Johan Nijhof eens. Onderwijs heeft ook als taak de kinderen te vormen. Ik denk bijvoorbeeld graag terug aan mijn oude leraar Duits. Hij liet ons Kafka, Mann en Fontane lezen. Ik vond het fantastisch. Ik ben blij dat hij mij toen met zijn enthousiasme voor de Duitse literatuur heeft kunnen aansteken. De wereld van Buddenbrooks en Effi Briest past in eerste instantie niet bij de leefwereld van een puber, maar onze leraar kon fantastisch voorlezen en maakte deze literatuur voor ons springlevend. Is het relevant voor het literatuuronderwijs om te weten "hoe er gelezen wordt en [] wat een lezer er zou kunnen meedoen", of ze "andere werkelijkheidsvoorstellingen" en een "ander taalgebruik" ontwikkelen? Ik denk dat zulke vragen op meta-niveau iets zijn voor een wetenschappelijk onderzoek, maar in principe niet voor het literatuuronderwijs.


Margreet 2 - 21/03/07

Een nogal ouderwetse reacties die, smeuïg gelardeerd zijn met Van Loon griezel kabinet als: boekverbranding, mijn oude leraar..., toen-en-nu-zou, zou het nu kunnen, het zou moeten, en met daarboven op anoniem surfen op de ‘metawetenschap’.

Ik was 18 toen ik de Duitse klassieken las. Nietzsche en Kant. En al begreep ik er niets van dan toch,... dan toch was er iets dat *doorlezen* zei. Ik las de Franse en de Hollanders alsof het pulp was en hing elke dag op de Dam rond. Ik leek gevangen in de taal en verlangde naar ...meer...! Dat was er niet. Beeldende kunst was de oplossing. Precies. En zonder dat iemand mij ooit heeft moeten uitleggen dat al die dingen belangrijk zijn.

Ik denk dat *anoniem en Nijhof* een probleem hebben: ze hebben het niet uit hun zelf gehaald…(…)

Nu, ...dat weten kinderen, hangzwijntjes en pubers die belletje trekken maar al té goed. Het is allemaal gemaakt zonder eigen smoelwerk. Gek dat Van Loon zo populair is?

Meneer Nijhof uw reactie is ouderwets flauw. Ik ken jongeren die vanuit hun hangplek prachtige dichtregels geschreven hebben. Aan u, om via het Meta Google er achter te komen of mijn opmerking klopt.

Een leraar die weet hoe een kinderwereld in elkaar zit zal echt niet met een canon aankomen. Hooguit zal zij of hij het leuk weten te vertellen dat vroeger alles anders was.

(Misschien had Nietzsche wel gelijk toen hij schreef dat sinds Plato de wereld verpest is...)


ed van dr meulen - 21/03/07

Dag anoniem. Hoe gaat het er mee. U heeft ook gelijk. De leerkracht die je aansteekt, enthousiast maakt. Dat is de goede leerkracht. Die de leerling een geschenk geeft.

Die nablijft om verder te praten. Die de leerlingen met rode oortjes weg laat gaan. En honger naar meer is er ineens. Dan gaan mensen in het verleden ook leven. Het zijn dezelfde mensen als wij. Dan dunne laagje extra maakt niet veel uit.

Zo brandt het vlammetje voor taal en maakt je warm.

Dan is het oude boek even waardevol als het nieuwe. En de oude zijn al boven komen drijven. Lezen is ook horen en dat gaat voor normaal praten.

En wat is hier tegen?

vriendelijke groeten

ed


Johan Nijhof - 22/03/07

Een paar vragen aan Margreet:
1) Zoals je het brengt, lijkt het alsof je de Dam als hangplek een positieve functie toedicht in je geestelijke groei. Toegegeven, er zijn niet veel hangplekken die ook nog gezegend zijn met een dichtregel van een dichter uit de canon, maar niettemin... Is dat echt wat je bedoelde en wil je dat echt staande houden?
Ik heb geen ervaring met hangplekken, die waren door mijn generatie nog niet uitgevonden, en ook was er nog niet de functie van een televisie met een Talpa-achtig programma om ons het ouderlijk huis uit te jagen. Nog voor mijn 14e jaar had ik de dorpsbibliotheek volledig uitgelezen, en verhuisde ons gezin gelukkig naar een grotere stad met nieuwe mogelijkheden.
Maar ook mijn oudste (23), heeft nooit op een hangplek gestaan en studeert nu toch met vrucht filosofie. Mist hij iets, denk je?

2) Zou je het echt afkeuren als ik een canon voor kinderen voorstel, waarin Jip en Janneke hoge ogen gooit, Pippi Langkous en ook The Wind in the Willows en Winnie the Pooh, veel werk van Roald Dahl (met My Uncle Oswald liever nog even wachten), en dan bijvoorbeeld voor de iets ouderen weer Astrid Lindgren met "Ronja Röverdotter", “Bröderna Leonhjärta”?
“Le petit prince” kan er ook in.
Ik ben niet zo voor een canon, maar vind wel dat technische kwaliteit van de verteller nooit weg is, en er ook aan de boodschap enige eisen gesteld kunnen worden.
En, ja, ik ben erg gebeten op Paul van Loon, omdat die op een andere manier griezelig is dan hij bedoelt te zijn. Boeh!

3) Waar haal je het recht vandaan, te zeggen dat de gedichten, die ikzelf begon te schrijven met 13 jaar, niet uit mijzelf kwamen? Ik had toen nog niet zoveel dichters gelezen hoor! Waarom zou het slechter zijn geworden na kennismaking met Homerus? Als onkundigheid van de bestaande literatuur een voorwaarde is voor originaliteit, dan maar geen originaliteit.
Ik heb er niets tegen als er een leuke haiku ontstaat op een hangplek, maar ik vrees dat men zich daar toch meestal bezondigt aan het zwaar overschatte en zeker niet erg originele rappen.
Als we toekomstige generaties cultuur gunnen, zullen we die door moeten durven geven. Telkens bij 0 beginnen werkt niet.

4) Keur je de agressie tegen boeken, die de Haagse kunstenaars van BarioK blijkbaar op wilden roepen goed? (Ik bestrijd niet dat ze hun best doen om de creativiteit bij kinderen te stimuleren hoor, maar ze slaan op dit punt door en verraden een eigen aversie tegen lezen.) Er van uit gaan dat kinderen in boeken wíllen krassen, veronderstelt immers dat pedagogen hun het lezen al tegen gemaakt hebben?
Of vind je mijn reactie op een ander punt als "ouderwets flauw” te kwalificeren? Is ouderwets flauw een specifieke graad van flauw?


Gooitske Hornstra Moedt - 22/03/07

Was vergeten mijn naam te vermelden, ik ben dus anoniem. Margreet, ben jij dezelfde Margreet? Zo ja, dan begrijp ik niets van jouw tweede reactie. En ik heb echt geen probleem, hoor. Ik ben blij dat ik een goede leraar had die níet van mening was dat het literatuuronderwijs vooral op de wereld van de jongeren moet aansluiten, maar die onze ogen opende voor een andere wereld. En dat je alles "uit jezelf" moet halen, is natuurlijk flauwe studiehuis-kul. Kant en Nietzsche heb ik nooit gelezen, hoewel ik dat tijdens mijn studie Duits misschien wel had moeten doen, maar mijn "ik" had er iets op tegen...


ed van der meulen - 26/03/07

Dag anonieme Gooitke Hornstra Moedt. Wat keuvelen. Over taalbergen heen.

Een sprankelende naam. Tuurlijk komt niet alles uit jezelf. Dan was er geen school nodig. Proeven zijner genoeg gedaan met geisoleerde baby's. Dat werd niks. je leert altijd aan de buitenkant. Zonder buiten kant gaat de biologische cel ook dood. Maar je verteert ook je eten voordat je het weer uitpoept.

Dus uit de buitenwereld komt het. In de binnenwereld verteerd hewt (integreert het met de rest) en dan naar buitenbrengen.

Plato is de grootse filosoof. Kijk een hoe hij over kunst schreef. Als nieuw. Socrates kwam ook en veel meer filosofen. Kant was groots maar ook niet heilig. Nietzsche alleen in het begin over de wil. Maar later werd hij ziek en werd verzorgd door zijn zuster dacht ik. Anderen kunnen me verbeteren. En wordt meer een hater.

Als je alles uit jezelf moet halen moet je telkens bij af beginnen. Dan mag je scholen en universiteiten ook wel opheffen. Gewoon onzin.

groeten

met vroege zomersproeten

ed


Margreet2 - 28/03/07

Nijhof, u schreef en dit zijn mijn antwoorden:
1) Hangplek uit 1963,
2) Uw canon voor kinderen deel ik niet,
3) Ik had het over 'eigen smoelwerk' wat ik mis bij de opmerkingen die u maakt. Dit begrip 'eigen smoelwerk' komt uit de jaren 70 en is nog steeds van toepassing op (...)
4) Agressie tegen boeken is volgens mij toegestaan en niet bij de wet verboden. Of het met Kunst te maken heeft? Denk van wel. Uitgaande dat kunst onzin is heb ik er géén moeite mee,
5) Het woordje 'ik' is een verzamelnaam waaronder allerlei begrippen vallen. Hersen gebeurtenissen en fysische, biologische stoelgang; zingende neuronen tot keuvelende taal haspelen; spaghetti denken tot het verzinnen van mooie namen als Gooitske Hornstra Moedt. Het, of, de 'ik' bestaat alleen in de taal. Een soort centraal punt waar alles om schijnt te draaien.

Nu, (spreektaal) het ik bestaat niet! Vraag dat maar eens aan een moderne wetenschapper of neuro-filosoof.

Ik kom tot mijn slot zinnen: Geef een kind niet alleen de boeken die jij mooi vind, of, geef een kind niet allen de onzin die jij prefereerd boven(...) en, dwing een kunstenaar niet te doen wat jij vind dat er aan kunst onzin gedaan moet worden.

Zoek naar een definitie van 'onzin' in de Van Dale. Waarschijnlijk is die er niet.


Margreet 2 - 31/03/07

Sorrie maar ik zie nu wel een aantal 'tikfouten'...misschien kunnen jullie er even over heen lezen.

Dank


Gooitske Hornstra Moedt - 31/03/07

Margreet2, dit is toch echt mijn eigen naam, en geen verzinsel. Heb je een beetje moeite met spellen gekregen, Margreet2? Of ben je toch een andere Margreet dan Margreet (kan de redactie dat even nagaan?).

---
Reactie redactie/moderator:
Margreet2 en Margreet geven zelf verschillende e-mailadressen op. De kans is daarom groot dat zij verschillende personen zijn.


Johan Nijhof - 31/03/07

Mooi, dat is duidelijk zo Margreet2. Misschien ben ik wat preuts wat betreft agressie tegen boeken. (Dan dooft het licht, weet je nog?) Dat is ook wat ik bedoelde met mijn eerdere opmerking dat bij elke generatie bij nul beginnen niet dienstig is voor cultuurbehoud.
De vroege christenen begonnen ook met het vernietigen van de werken van de klassieke filosofen en legden daarmee de bijl aan de wortel van de boom.


ed van dr meulen - 1/04/07

Grappig Margreet.

Ik besta niet alleen in taal,

Wie was het ook al weer., die zei;: Ik denk dus IK BESTA.

Wanner ik pijn heb dan heb IK pijn in werklijkheid en niemand kan dat voor mij ontkennen.

Dus u staat ver van mij af dat IK niet inde werkelijkheid bestaat.

Zogezegd en daar gelaten, opgestegen en verlaten.

Groet ik u en spoed ik me naar de warme zon toe waar IK van geniet. Noet te lang weant dan kan IK verbranden en dat doet pijn.

Dus mijn IK is ook in de wekelijkheid. Misschien de uwe niet. Wat makt het uit dat ik hhet niet precies kan aangeven. Kan u precies aan geven wat uw darmen zijn?

Bewegen darmen als armen omstrengeld. Wie hengelt precies. Jij bent een engel als je dat kan. Zwengel maar weer verder. De herderin Margreet.

Waar referen al die gedichten met IK aan. Als ze alleen in taal blijven dan raken ze ons niet eens. Is er ook semantiek? Of zit de geest echt in de machine. Of heb ik het mis.

Ik wens u Margreet een heerlijke zonnige dag. Verschil mag er wezen. Verschil is zo fijn.

---
Reactie moderator:
Heer Van der Meulen, kunt u iets minder poëtische, dromerige, reacties geven, die meer met het discussie-onderwerp te maken hebben? Misschien wilt u met uw reacties de internetwereld tonen hoe gevoelig u bent en hoe mooi u taal vindt. Maar dit is een discussieforum!


hietbrink - 4/04/07

Werd geboren op 9-8-1943 te Utrecht, met de keizersnede gehaald. Moeder zwervende, Vader gestorven voor zijn zoon ter wereld kwam. Kwamen moeder en kind dien tengevolgen in het St.Anna Klooster te Heel nabij Roermond terecht. Tot mijn 8e jaar met goed gevolg 2 klassen B.L.O. Verhuisde met 60 jongens naar St. Ludwig; Duits Klooster in Vlodrop aan de oostkant van Roermond. 1 jaar asmatisch ziek, school verzuim... en verhuisde met z'n allen een jaar later naar Huize Mariawaard tussen Meerssen en Maastricht. Werd terug gezet naar de 1e klas lagere school. Lekenpersoonelesbestand werd van de ene dag op de andere voor de helft ontslagen... waren met z'n allen als pedofielen op de wervings advertentie's afgekomen.
Hietbrink werd overgeplaatst naar het strengste opvoedingsgesticht der Nederlanden n.l. Huize st. Jozef Heer, thans Maastricht. Het eerste jaar kreeg ik daar elke dag honkbalknuppel slaag, hoofdzakelijk wegens beddenplassen. Weer terug naar de eerste klas B.L.O. was toen 11 jaar. Verder alle klassen zitten blijven, Lager school niet afgemaakt. Poging L.T.S Timmervak aan te leren. Zitten blijven ook het tweede jaar. Werd daarna in een te-huis (Meerssenhoven) voor werkende jongeren geplaatst. Na een jaar opgeheven wegens pedofiele broederschap en priesters. Kwam op 17 jarige leeftijd in een gewoon kosthuis te Meerssen en werd te werk gesteld op een houthandel boomzagenrij, alwaar door goede omstandigheden mjn leven een normale wending nam.
10 jaren Meerssen alwaar ik de hoofdrol speelde als de organisator van groots publiekelijke evenementen, met als hoogte punt; het binnen halen van de wielerklasieker "de Amstel Goldrace." (1964)
In Limburg maakte ik mij in de kortste keren alle dialekten eigen. Later ook het Duits, het Waals,en Vlaams. Spreek eigelijk vele talen zonder moeite doch foutloos schrijven? ho maar!
1967/70 op wereldreis hoofdzakelijk de arabisch landen.
Omdat ik geen visum voor Libanon had en van Israel kwam, werd ik voor 6 maanden in Libanon gevangen gezet. (80 Arabieren in een cel)
De jaren 70 tot en met 90 brachten mij in de kunstwereld van Amsterdam. 1980 begonnen als "duizenddichter" in een poewieziewinkel waar alleen gedichten en proza niet verkocht.. Verder in allerlei zaken mislukt. 1990 tot 2006 terug naar Limburg alwaar ik mijn hele leven toch niet los van gemaakt. Gevestigd als ongeaksepteerd kunstenaar en vooral taalkunstenaar... zie Google Kalkerie Apstrakt etc...
Mijn leven lang; meer dan 100 interviejoes gegeven, radio T.V. Optredens... lezingen en voordrachten, waarvan de laatste in de Texelse courant... (13-01-2007) Texel; alwaar ik mij vanaf het volgende jaar (mijn 65e) voorgoed zou willen vestigen. Mijn levenswerk in een eind rusch; op dit eiland in alle alle rust eindelijk voltooien wil.
Levens lijfspreuk van de duizenddichter: "eerlijkheid duurt mij te lang "

Berend Willem Hietbrink/ De Duizenddichter.


robert - 7/04/07

Kom even tevoren terug van een processie Setmana Santa te Girona Catalunya...en surf naar Taalschrift. Op de site Taalschrift lees ik Hietbrink's zijn persoonlijke geschiedenis alsof het uit de lucht komt vallen...pardoes...niets met het onderwerp te maken hebben...en...denk: Man Bijt Hond.

Ik herinner mij de taalfouten in Man Bijt Hond op het schoolbord...van Willem...het spuigen en zijn grijns die nooit uit mijn geheugen zal verdwijnen.

Ik hoop dat Taalschrift geen Babbelbox wordt maar...de redactie wil ik wel bedanken met het toelaten...voor deze keer...van het opbergen van Willem zijn verhaal. Voor dat je het weet is ie er niet meer...en was er nu even ruimte...

Willem zet hem op...

---
Moderator: ja, er was even ruimte, voor deze ene keer... Ik krijg af en toe heel boze mailtjes van mensen van wie de bijdragen niet geplaatst worden. Die bijdragen worden in het algemeen niet geplaatst omdat ze niets met het discussieonderwerp te maken hebben. Het moet hier inderdaad geen babbelbox worden.


margreet2 - 11/04/07

Beeldspraak en memorie in Jan Ruusbroecs "Dat rijcke der ghelieve
("Wij zelen met onsen inwindighen oghen aensien den spiegel der wijsheit Gods",zo schreef Jan van Ruusbroec in Brabantsch Dietsch over de weg die naar de ontmoeting met God zou leiden. Hoewel Ruusbroecs brieven en traktaten vaak om hun (godsdienstige) inhoud worden bewonderd, verdient zijn gebruik van mnemotechnische middelen om zijn betogen te structureren misschien wel meer bewondering. Hilde Noë laat zien hoe deze structurerende vaardigheden werken en waarom Ruusbroec de inwindighen oghen van zijn publiek werkelijk een spiegel voor kon houden.)

Kan iemand mij vertellen wat Brabantsch Dietsch is?

dank


ramona - 11/12/07

Leerstofgericht of leerlinggericht? Is kennis belangrijker dan vaardigheden? Ik denk dat de middenweg de beste oplossing biedt. Het is wel zo dat er minder(in aantal)verplichte boeken moeten gelezen worden in het literatuuronderwijs, het is wel zo dat jongeren aanzienlijk minder (en minder graag)lezen dan een generatie terug. Dit heeft te maken met gebrek aan aanmoediging enerzijds vanuit het onderwijs en anderzijds vanuit het gezin. Wat de beste oplossing zou zijn om het lezen te bevorderen is een voldoende literatuurkennis verschaffen aan leerlingen, teksten klassikaal bespreken, zelfs de canon bespreken, maar hen toch vrij laten (mits begeleiding) in de keuze van het verplicht aantal te lezen boeken. Wanneer men leerlingen gaat begeleiden met enkel die literaire canon of met wat op dat moment als echte literatuur beschouwd wordt, dan gaan zij er ook van uit dat dit de enige literatuur is. En men studeert toch om zijn horizon te leren verbreden. Zou het niet beter zijn leerlingen zelf te leren ontdekken, zelf te leren denken? Er is immers heel wat geschreven dat de moeite waard is buiten wat er in de literaire canon staat. Daarnaast kun je wel onderscheid maken tussen het canon en populaire cultuur, maar anderzijds kun je ze ook vergelijken: in deze zin dat de canon is vastgelegd, dat deze wordt bepaald door een culturele elite en dat de populaire cultuur wordt bepaald door een elitaire media. Er is toch nog een andere cultuur buiten deze twee vastgestelden? De jeugd zou de 'kans' moeten 'krijgen' om die te ontdekken.


fred van der wal - 2/04/08

De schok van de herkenning wat betreft de literatuur was hevig toen ik het verhaal "Dominee met strooien hoed" van Jan Wolkers las rond 1963 en besefte dat literatuur een overweldigende zeggingskracht had voor mijn generatie van jonge mensen in de jaren zestig.
Ik ben er van overtuigd dat het lezen van toegankelijke literatuur van auteurs als Brusselmans, Giphart, Cremer de weg kan openen naar auteurs met een breder blikveld op de werkelijkheid, net zoals een tiener kan beginnen bij Rock en evolueren naar Barok Muziek en dan nog; waarom zou de ene richting de andere uitsluiten?
Tieners opzadelen met de negentiende eeuwse Multatuli of de Camera Obscura, hetzij Louis Couperus is een misdaad en de beste remedie om nooit meer een literair boek in te kijken. Vrijwel geen auteur van voor de Tweede Wereldoorlog is nog de moeite waard om kennis van te nemen. Uitzonderingen Bordewijk, Nescio en Elsschot.
Als juist het literatuur onderwijs niet aansluit bij de bele vingswereld van de jongere generatie faalt de leerkacht.
Het verwarde Ego Trip betoog van Willem Hietbrink op deze site heeft met het onderwerp niets te maken en is totaal misplaatst.







print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot

     
recente reacties

fred van der wal:
"De schok van de herkenning wat betreft de literatuur was..."

ramona:
"Leerstofgericht of leerlinggericht? Is kennis belangrijker dan vaardigheden? Ik denk..."

margreet2:
"Beeldspraak en memorie in Jan Ruusbroecs "Dat rijcke der ghelieve..."

robert:
"Kom even tevoren terug van een processie Setmana Santa te..."

hietbrink:
"Werd geboren op 9-8-1943 te Utrecht, met de keizersnede gehaald...."

ed van dr meulen:
"Grappig Margreet. Ik besta niet alleen in taal, Wie was..."