Nederlands met een kleurtjeTekst: Jacques Arends - 26/01/04Is het toeval dat Oscar Fernald, Rotterdammer van Surinaamse afkomst, het Groot Dictee wint? Het taalgezinnetje waarvan u en ik deel uitmaken is sinds 12 december 2003 namelijk een exotische telg rijker. Naast Nederland en Vlaanderen maakt nu ook Suriname deel uit van de Nederlandse Taalunie. Koen Jaspaert verklapt waarom, maar eerst legt Jacques Arends het Surinaams Nederlands onder de loep. Suriname herbergt ongeveer twintig verschillende talen Sinds 12 december 2003 is Suriname lid van de Nederlandse Taalunie. Rijkelijk laat, als je bedenkt dat de Taalunie al twintig jaar bestaat én als je weet dat het Nederlands al sinds eeuwen de officiële taal van Suriname is. Maar 'officiële taal' betekent nog niet 'meest gebruikte taal' of 'belangrijkste taal'. Die rol is weggelegd voor het Sranan, de taal van de plantages, die in de loop der tijd tot lingua franca voor heel Suriname is uitgegroeid. Als dagelijkse omgangstaal is het Sranan belangrijker dan het Nederlands. Behalve de moedertaal van de Creolen, is het Sranan ook hét communicatiemiddel tussen de verschillende etnische groepen in het land, die ieder hun eigen taal hebben. Dat neemt niet weg dat het Nederlands wel degelijk een belangrijke rol speelt in Suriname, zeker in de meer formele domeinen, zoals onderwijs, overheid, en media. Europees NederlandsOf het Surinaams Nederlands hetzelfde is als het Nederlands van Nederland en Vlaanderen (het 'Europees Nederlands')? Natuurlijk niet. In de loop van bijna 350 jaar van gescheiden ontwikkeling is het Nederlands in Suriname zijn eigen weg gegaan, hoewel het voor ons in Europa nog steeds goed verstaanbaar is. Je zou de verhouding van het Surinaams Nederlands tot het Europees Nederlands kunnen vergelijken met die van het Caribbean English tot het Engels of het Québécois tot het Frans. Hoe het zo ver is gekomen, is een les geschiedenis. Wereldtaal geruildIn 1667 verovert een Zeeuws eskader Suriname op de Engelsen. Een jaar later komt de kolonie bij de Vrede van Breda (1668) officieel in handen van de Republiek. 'In ruil voor New York', zoals de geschiedenisboekjes ons - historisch niet helemaal juist - leren, met daaraan soms toegevoegd de - waarschijnlijk nog minder juiste - verzuchting 'Als dat niet was gebeurd, was het Nederlands nu een wereldtaal geweest�'. Het Engels blijft tot in de achttiende eeuw in Suriname aanwezig. De Europese bevolking van Suriname had vanaf de Zeeuwse overname een uitgesproken internationaal karakter, met als gevolg dat er behalve Hollands en Zeeuws ook Portugees, Duits en Frans gesproken werd. Tot in de negentiende eeuw vormen Nederlandssprekenden zelfs een minderheid binnen de Europese bevolking. De koloniale overheid moet er bij herhaling op wijzen dat officiële teksten in het Nederlands gesteld moesten worden. Toch weet het Nederlands zich, anders dan bijvoorbeeld op de Bovenwindse Antillen, in Suriname te handhaven. Maar niet zonder slag of stoot. SlaventaalNiet alleen de andere Europese talen zijn concurrenten voor het Nederlands in het zeventiende-eeuwse Suriname, ook het op papier zo verfoeide Sranan, de taal van de slaven, speelt een belangrijke rol binnen de blanke gemeenschap. Voorts vindt ook het onderwijs aan zwarten geheel plaats in het Sranan. Het is pas na de invoering van de leerplicht, in 1876, dat het roer wordt omgegooid en het Nederlands verplicht wordt. Dr. Jacques Arends: "Veel Surinaamse leerlingen kennen te weinig Nederlands om daarin les te kunnen krijgen." Maar zoals wel vaker loopt de theorie voor op de praktijk. Het Nederlands vindt maar moeilijk zijn weg naar de klaslokalen. De eerste inspecteur voor het onderwijs, Dr. Benjamins, stimuleert het gebruik van het Nederlands dan ook met een felle anti-Sranan campagne, die tot op de dag van vandaag haar sporen heeft achtergelaten. De kreet 'Ga je mond wassen voor je...', gezegd tot een kind dat het verfoeide Sranan sprak in plaats van het gewenste Nederlands, is in Suriname een gevleugelde uitdrukking geworden. ExamentaalMet de dekolonisatie en de onafhankelijkheid van Suriname komt er meer evenwicht tussen tussen het Nederlands en het Sranan. Enerzijds laat het Sranan zich niet verdringen als belangrijkste lingua franca, maar anderzijds gaat het Nederlands, dankzij het toenemend belang van onderwijs, wetenschap en techniek, een steeds belangrijkere rol opeisen. Zo is het hele Surinaamse onderwijs, van basisschool tot universiteit, Nederlandstalig. In theorie althans, alweer. In de praktijk wordt, zeker in de eerste leerjaren, ook de moedertaal van de leerlingen als instructietaal gebruikt. De reden daarvoor is simpel: de leerlingen kennen te weinig Nederlands om daarin les te kunnen krijgen. Willen ze echter een diploma halen, dan zullen ze toch uiteindelijk behoorlijk Nederlands moeten spreken, want Nederlands is ook de examentaal. Deze discrepantie tussen thuistaal en onderwijstaal verklaart op zijn minst voor een deel de hoge uitval onder leerlingen die les krijgen in een andere taal dan die ze thuis gewoonlijk spreken. SurinamismenOscar Fernald, winnaar van het Groot dictee der Nederlandse Taal 2003: Rotterdammer van (deels) Surinaamse afkomst. Blijven de problemen beperkt tot het onderwijs? Jammer genoeg niet. Hoewel in Suriname Surinaams Nederlands wordt gesproken, hanteert men er nog steeds vaak het Europees Nederlands als norm. Het gevolg daarvan is dat men heel wat eigenaardigheden van het Surinaams Nederlands (de 'Surinamismen'), als fout aanmerkt. Ze voldoen namelijk niet aan de norm van het Europees Nederlands. Het spreekt voor zich dat een dergelijke houding alleen maar kan leiden tot een grote mate van taalkundige onzekerheid. Zou het niet verstandig zou zijn om het Surinaams Nederlands als aparte variëteit te erkennen, met haar eigen, van het Europees Nederlands gedeeltelijk afwijkende norm? Deze vraag wordt in de Engelse Caraïben, waar vergelijkbare problemen spelen, al langer gesteld - overigens zonder dat daar, tot nu toe, een bevredigend antwoord op gevonden is. Creatief met CairoEn hoe zit het met andere domeinen, zoals politiek en literatuur? Ook daar eist het Nederlands zijn plaats op. Nederlands is de taal van overheid en politiek, hoewel daar sinds de jaren '80 wel wat veranderd is. Zo wordt er in de politieke arena - tot in het parlement toe - naast Nederlands ook wel Sranan gebruikt en verschijnen veel overheidspublicaties, bijvoorbeeld over gezondheid en milieu, in het Nederlands én het Sranan. Edgar Cairo (1948-2000): een Surinaamse Guido Gezelle. In de literatuur verdelen het Nederlands en het Sranan de koek. Nederlands wordt vooral gebruikt voor proza en het Sranan voor poëzie. De bekendste schrijver van Surinaams Nederlands proza is Edgar Cairo, die de taal niet alleen als instrument gebruikt, maar er soms zo creatief mee omspringt dat het voor veel Surinamers niet meer als Surinaams Nederlands herkenbaar is. Niettemin heeft Cairo er meer dan enig ander voor gezorgd dat het Surinaams Nederlands in Nederland bekendheid (en erkenning?) heeft gekregen. VerontwaardigdWat maakt Surinaams Nederlands ten slotte zo anders? En zijn de verschillen echt zo groot? Net als naar het Antilliaans Nederlands, is naar het Surinaams Nederlands nauwelijks onderzoek gedaan (zie ook de reportage over Nederlands in Noord-Amerika in het Taalschriftnummer van november 2003). We moeten ons dus verlaten op de weinige publicaties die er over dit onderwerp verschenen zijn. De meest in het oog (en het oor) springende verschillen vinden we in de uitspraak en de woordenschat. Het meest bekend is waarschijnlijk de bilabiale /w/, in de jaren '70 geparodieerd in het liedje 'Wij willen WW'. In tegenstelling tot de Europees-Nederlandse labio-dentale /w/, die met behulp van onderlip en tanden geproduceerd wordt, is de Surinaams Nederlands /w/ bilabiaal. Ze gaat met andere woorden een beetje als een /b/ klinken. Voorts klinken de /z/ en de /v/ veeleer als /s/ en /f/, iets wat onder andere bij nieuwslezer Noraly Beyer waar te nemen is. En er is een merkwaardig verschil in intonatie. Waar de toon in het Europees Nederlands aan het einde van een mededelende zin daalt, gebeurt dat in het Surinaams Nederlands niet. Daardoor kan een neutrale mededeling in de oren van een Nederlander of Vlaming soms enigszins verontwaardigd of verongelijkt klinken. Kras is geilWat is bakkeljauw? Wat is een manja? Vind je het goed dat we voeteren? Het Surinaams heeft een groot assortiment eigen woorden, die in het Europees Nederlands niet voorkomen. Dat komt doordat het Surinaams Nederlands in een totaal andere omgeving gesproken wordt. Voor allerlei zaken die in Europa onbekend zijn, moesten woorden gevonden worden, bijvoorbeeld door ze te lenen uit een van de andere Surinaamse talen of door nieuwe woorden te maken. Zo is stanvaste de naam van een bloem, bakkeljauw is 'gedroogde kabeljauw', manja 'mango', korjaal 'uit een uitgeholde boomstam vervaardigde kano', en voeteren (klemtoon op de tweede lettergreep) 'te voet gaan'. Daarnaast zijn er ook een aantal woorden die wel Nederlands zijn, maar die in het Europees Nederlands (in elk geval in Nederland) inmiddels verouderd zijn. Denk maar aan valies voor 'koffer' en borstrok voor 'T-shirt'. Het laatste geval is niet alleen een voorbeeld van een archaïsme maar ook van betekenisverschuiving. Datzelfde verschijnsel treffen we aan bij woorden als zaal 'kamer' en kras 'geil'. Ook wat de zinsbouw betreft is er sprake van beïnvloeding van het Surinaams Nederlands door het Sranan (zie kader 3: Bobo's en kousebanden - sporen van Surinaams Nederlands in Europees Nederlands). Een eigen kleur, toch?Toch. Dat woord gebruiken Surinamers meer dan welk ander aan het eind van een zin. Het is een kenmerk dat meer op terrein van het taalgebruik (i.t.t. het taalsysteem) ligt. Met zijn eind-toch verzoekt de Surinamer om instemming. Hoewel het gebruik van dit woord ook in het Europees Nederlands aan verandering onderhevig is, mag 'ons' toch niet op één lijn gesteld worden met dat in het Surinaams Nederlands. Zo valt er bij ons vaak een korte pauze tussen de zin zelf en het woordje toch, dat daar als een soort 'gedachte achteraf' aan toegevoegd wordt, terwijl het Surinaamse toch één intonatie-eenheid vormt met de rest van de zin. Al deze voorbeelden laten zien dat het Surinaams Nederlands een heel eigen kleur heeft, die echt iets toevoegt aan het palet van het Nederlands zoals dat gesproken wordt in Nederland en Vlaanderen. Hopelijk zal die kleur ook na de toetreding van Suriname tot de Nederlandse Taalunie niet verbleken. » (Kadertekst 1:) "Het Nederlands reikt wel degelijk verder dan de Noordzee." Een vraaggesprek met Koen Jaspaert over de toetreding van Suriname tot de Nederlandse Taalunie.Waarom is Suriname opgenomen in de Nederlandse Taalunie? Of waarom nu pas? Taalschrift vraagt het aan Koen Jaspaert, algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie. » (Kadertekst 2:) Enkele cijfers over de talen in SurinameSuriname telde in 2000 ca. 435.000 inwoners. Ongeveer de helft daarvan woont in (Groot-)Paramaribo. Zeker 300 000 personen van Surinaamse afkomst wonen in Nederland. » (Kadertekst 3:) Bobo's en kousebanden. Sporen van Surinaams Nederlands in Europees NederlandsHoewel er te weinig onderzoek naar gedaan is om er veel met stelligheid over te kunnen zeggen, lijkt het Surinaams Nederlands wel wat sporen in het Europees Nederlands achtergelaten te hebben. In sommige gevallen gaat het om woorden die oorspronkelijk uit een van de andere Surinaamse talen afkomstig zijn, maar via het Surinaams Nederlands het Europees Nederlands binnen komen. Sommige daarvan zijn vrij recent, zoals het woord bobo, dat rond 1990 door Ruud Gullit werd geïntroduceerd als aanduiding van 'hotemetoten van de KNVB', ook wel 'bondsbonzen' genoemd. Hoewel de vorm van het woord bobo verklaard zou kunnen worden als een inkorting van 'bondsbons', is het zeer waarschijnlijk dat ook het Sranan-woord bobo, dat 'stomkop' betekent, hierin heeft meegespeeld. Literatuur» Bies, R. de (1994). Op weg naar standaardisatie van het Surinaams-Nederlands : Een lexicale beschrijving van vijftien jaar administratietaal van de Republiek Suriname. Diss., Universitaire Instelling Antwerpen. Weblinks» Info Nederlandse Taalunie over toetreding Suriname tot de Taalunie |
|