Straattaal lonkt naar Groene BoekjeTekst: Mieke Zijlmans; foto's: Ben Salemans - 19/03/04'Te gek' en 'onwijs gaaf' hebben afgedaan. Wie een beetje bij is, zegt nu 'cool' en 'flex'. Jongeren spreken Murks, Bijlmers, Algemeen Cit�s of Verlan. In hun straattaal vervangen ze Nederlandse woorden door zegswijzen uit immigrantentalen en uit het Amerikaanse slang. Pessimisten vrezen dat de jongerentaal het Algemeen Nederlands op de lange duur zal besmetten. Mieke Zijlmans meet de praat van de straat. 'Wie ons niet begrijpt, is een buitenstaander.' Drie jongens van een jaar of 17 staan in de Amsterdamse metro. Een zwarte jongen, een Noord-Afrikaan en een blanke. Ze staan tegen elkaar op te scheppen, zoveel is duidelijk, al zijn ze nauwelijks te verstaan. Ze spreken een soort Nederlands, maar dan met een brij van onverstaanbare woorden er doorheen gehusseld. Nu en dan herhaalt een van de drie een duister woord een paar keer luidkeels: duidelijk is dat een van de anderen de gebruikte term dan niet kent. Ze staan een beetje tegen elkaar aan te duwen, ze meppen elkaar op de rug, hun schouders raken elkaar. Al met al komt het drietal nogal luidruchtig en hardhandig over. Effect: alle andere reizigers in de metro blijven op veilige afstand. En dat is zo te zien ook precies de bedoeling. Niet alleen hun lichaamstaal zegt: 'Blijf uit de buurt', maar ook hun onverstaanbare taalgebruik zondert hen af van hun omgeving. Deze drie Amsterdamse jongens praten 'straattaal' of 'jongerentaal'. Althans: ze spreken een locale variant van straattaal, want de kans is re�el dat hun gesprek voor leeftijdgenoten in Rotterdam of Den Haag niet of niet helemaal te volgen is. Tatoeages en piercingsJongeren vinden straattaal stoer en gebruiken het als een soort geheimtaal. Waarom jongeren een eigen taal spreken? Om hun groep te defini�ren: wie ons taalgebruik begrijpt en liefst spreekt, hoort erbij; wie het niet begrijpt, is dus een buitenstaander. Zo ondersteunt taal een identiteit, in het verlengde van groepskenmerken zoals kleren, muziekkeuze en lichaamsversiering in de trant van haardracht, make-up, tatoeages of piercings. Taal dient in die context ook om je af te zetten tegen de rest van de wereld, vooral tegen autoriteiten en ouders. Jongeren gebruiken de straattaal om zich te onderscheiden, omdat ze straattaal stoer vinden en ze er een zekere status in hun eigen groep aan ontlenen. En de steeds veranderende woordenschat dient in een moeite door als geheimtaal om te kunnen praten over niet-nette of verboden onderwerpen. Ze spreken MurksDe taalkundige wereld begint meer en meer belangstelling te krijgen voor het fenomeen straattaal. Op 27 februari 2004 verzamelden straattaalonderzoekers zich op het Amsterdamse Meertens Instituut voor het Symposium Jongeren- en Straattaal, waar men zich boog over jeugdtaal in binnen- en buitenland. Het serieuze taalkundige onderzoek naar jongeren- en straattaal staat in het Nederlandse taalgebied nog in de kinderschoenen. Ren� Appel legde in 1998 de basis met zijn beschouwingen over straattaal in Amsterdam. In 2001 deed hij een uitgebreider onderzoek aan acht middelbare scholen in de Randstad en in Groningen, samen met Rob Schoonen. Jacomine Nortier boekstaafde in 2001 Utrechtse straattaal en het Murks, een jongerentaal die wordt gesproken door Nederlandse scholieren in de stad Utrecht, waar veel Marokkanen en Turken wonen. Ze onderzocht het Murks in het kader van het TCULT-project, een driejarig onderzoek naar Talen en Culturen in het Utrechtse Lombok en Transvaal. En momenteel loopt Eva van Lier aan het Meertens Instituut zich warm voor een promotieonderzoek naar straattaal in het algemeen. Ward Ramaekers ten slotte deed in 1998 een kleinschalig onderzoek naar straattaal in Belgisch Limburg. In Vlaanderen is het verschijnsel straattaal veel minder wijd verbreid dan in Nederland, melden Belgische taalkundigen. » (Kadertekst 1:) De uitspraak van het Murks uit UtrechtJacomine Nortier publiceerde in 2001 'Murks en straattaal. Vriendschap en taalgebruik onder jongeren', over straattaal tussen Nederlandse jongeren in de stad Utrecht. Behalve de woordenschat, is de uitspraak van het Murks opvallend:
Het nieuwe NederlandsMeestal spreken ze een mix van Nederlands met allochtone en Amerikaanse slang. 'Die bakra is weri hoor, ennuh, misschien ga ik 'm doodvermoorden.' ('Die Nederlander is vervelend...') Zo begint de Amsterdamse journalist Frans van Deijl op 24 december 1997 zijn artikel in het Parool over de hedendaagse jongerentaal. Hij signaleert dat er onder Amsterdamse jongeren, zowel onder blanke als onder allochtonen, een nogal grove straattaal is ontstaan. Daarin worden allerlei Nederlandse woorden vervangen door Amerikaanse slang, door termen uit het Sranan Tongo (Surinaams), uit het Marokkaans-Arabisch, en in mindere mate uit het Turks. En de zinsbouw strookt niet met correct Nederlands. Hij vraagt aan leerkrachten wat ze vinden van dit taalgebruik, en luidt vervolgens de alarmklok: die jongeren beheersen het normale Nederlands feitelijk niet, met zo'n taalachterstand zullen ze het nooit ver schoppen. (Brits onderzoek uit 2004 heeft zelfs al uitgewezen dat jongeren wier taal besmet is door straattaal, steeds moeilijker aan een job komen.) En, zo vraagt Van Deijl zich af: is dit brabbeltaaltje de voorloper van het toekomstige offici�le Nederlands? » (Kadertekst 2:) De woordenschat van de Amsterdamse straattaalEen kleine greep uit de Amsterdams straattaal, met voornamelijk Surinaamse (Sranan Tongo) woorden: (Bron: Jacomine Nortier) (Luister ook naar een geluidsfragment met straattaal van een 13-jarige jongen: http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/rnw/kids/straattaal1.rm) Vals alarmRen� Appel: 'Straattaal is niet dodelijk voor het Nederlands!' 'Verwar jongeren- of straattaal niet met een geringe taalvaardigheid', waarschuwt Ren� Appel. Appel is de eerste taalkundige die zich in Nederland serieus heeft beziggehouden met straattaal. Hij is hoogleraar Nederlands als tweede taal; vandaag de dag is hij met emeritaat. 'Om zo creatief en effectief buitenlandse woorden door het Nederlands te kunnen mengen, moet je het Nederlands juist bijzonder goed beheersen', verklaart Appel. 'Allochtone jongeren die slecht Nederlands spreken, behoren dan ook niet tot de groep van straattaalsprekers. En zeker: er zal op den duur vast wel een woord of wat van die straattaal doordringen in het standaard-Nederlands. Niets om je druk over te maken, want de invloed zal klein zijn en niet bepaald dodelijk voor het Nederlands.' Seks en geldSinds de jaren zestig bloeit de jongerentaal, zo benadrukken alle betrokken taalkundigen. Leonie Cornips, onderzoeker aan het Meertens Instituut, wijst erop dat jongerenwoorden zoals 'mieters', 'te gek', 'wreed' of 'vet' stuk voor stuk verwijzen naar een bepaalde periode in de geschiedenis, waarin ze in zwang waren. Jongerentaal is dan ook geen vastliggende grootheid, het taalgebruik verschuift met de tijd, met dien verstande dat de veranderingen tegenwoordig omvangrijker zijn, en elkaar ook sneller opvolgen. Straattaal is geen exclusief Nederlands of Vlaams verschijnsel. De voorlopers in jongerengroepen bedenken steeds nieuwe woorden, en laten woorden vallen die te zeer door buitenstaanders geaccepteerd en overgenomen worden. Jacomine Nortier: 'Veel woorden in straattaal hebben te maken met geld, roken, seks en schelden.' Wat de hedendaagse straattaal, zowel in Nederland als ook lokaal in Vlaanderen, onderscheidt van aloude jongerentaal, is het opnemen van allochtone en - in mindere mate - van Amerikaanse slangwoorden en -uitdrukkingen. 'In landen waar recent de meertaligheid is toegenomen, neemt dit soort straattaal een hoge vlucht', schrijven Ren� Appel en Rob Schoonen over straattaal in hun nog niet gepubliceerde artikel 'Street language, A multilingual youth register in the Netherlands' uit 2001. Straattaal wordt dan ook voornamelijk gesproken in grote steden en streken waar relatief veel allochtonen wonen. In Nederland is dat vooral de Randstad, in Vlaanderen Belgisch Limburg en steden zoals Brussel en Antwerpen. Onder straattaal verstaan taalkundigen dus niet: de taal die allochtone jongeren van gelijke komaf gewoon onder elkaar praten, want die spreken vooral de taal van hun ouders. » (Kadertekst 3:) 'Heel erg goed' in verschillende Nederlandse straattalenSynoniemen voor 'heel erg goed'. Verspreid over Nederland opgetekend door Ren� Appel en Rob Schoonen: bombe, chill, cool, da, dope, flex (het tegenovergestelde is frox), gru, gruwelijk, kapot goed, lauw, master, masterlijk, relaxt, span, spin, standaard, strak, tof, tranga, vet, wreed, wijs. MijnwerkerstaalDe belangrijkste Vlaamse variant wordt geen straattaal genoemd, maar Algemeen Cit�s: de taal die jonge trendsetters spreken. De sprekers ervan zijn te vinden in de mijnbouwstreken in Belgisch Limburg. In hun taal zijn vooral Italiaanse, Griekse, Spaanse en Amerikaanse invloeden te vinden, naast wat verdwaalde Marokkaanse en Turkse termen. De Antwerpse taalkundige Ward Ramaekers nam het Algemeen Cit�s in 1998 onder de loep. Nadien bleef hij nieuwe woorden die hem ter ore kwamen noteren. » (Kadertekst 4:) Het Algemeen Cit�s uit Belgisch LimburgStraattaalwoorden in Maasmechelen en Genk: 'Not in front of the kids'In grote Nederlandse steden spreekt tachtig procent van de scholieren straattaal. Tachtig procent van de scholieren in grote Nederlandse steden zegt de met buitenlandse woorden doorspekte straattaal te spreken. Jongens doen dat ietsje meer dan meisjes. Het taalgebruik van de jongens is bovendien grover dan dat van de meisjes. De ondervraagde scholieren zijn zestien en zeventien jaar oud. En vrijwel allemaal zeggen ze zo niet meer te zullen spreken als ze volwassen worden, een baan gaan zoeken en kinderen krijgen, want hun taal is voor hen gebonden aan de groep waarin ze nu functioneren. Dit stellen Ren� Appel en Rob Schoonen vast. Zij bekeken het taalgebruik van tegen de 300 jongeren op acht onderling sterk verschillende scholen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Mijdrecht en Groningen. Bovendien varieert een deel van de woordenschat per stad, constateren ze. 'De huis'Spreken alleen jongens ruige jongerentaal? Heeft straattaal ook een eigen spraakkunst? Leonie Cornips attendeert op de neiging om in zo veel mogelijk zinnen het hulpwerkwoord 'gaan' te gebruiken, een Surinaams klinkende gewoonte: 'Ik ga je bellen', in plaats van: 'Ik bel je.' 'De poes gaat slapen', in plaats van: 'De poes slaapt'. Zowel Cornips als Nortier signaleren een aantal opmerkelijke grammaticale eigenaardigheden in straattaal. Verandering van 'de'-woorden in 'het'-woorden: 'deze bandje', 'de huis', 'de zwembad'. Daarmee veranderen ook de aanwijzende voornaamwoorden die met het lidwoord samenhangen: 'Ik leg de boek die ik gekregen heb op tafel.' Nog zo een. Als het lidwoord voorafgaand aan een zelfstandig naamwoord 'een' is, veranderen onzijdige woorden, 'het-woorden', in 'de-woorden'. Gevolg daarvan is dat het bijvoeglijk naamwoord een uitgangs-e kan krijgen: een mooie boek, een goeie diploma, een bepaalde moment, een mooie mes. BreienStraattaal is geen exclusief Nederlands of Vlaams verschijnsel. Jacomine Nortier somt op: Duitse jongeren breien Turks in hun taal, en Zweedse Turks en Arabisch. Franse jongeren spreken een soort geheimtaal waarin ze woorden omdraaien: 'Le verlan', afgeleid van 'l'envers', dat 'achterstevoren' betekent. Bovendien gebruiken ook zij Arabische en Amerikaanse woorden. Britse jongeren mengen Creoolse en Jamaicaanse woorden door hun taal. De rode draad in alle stratentalen is dus het mengen van woorden uit voornamelijk immigrantentalen met de eigen moedertaal. En wie dat het beste beheerst, is de stoerste. Bronnen: » Jacomine Nortier: 'Murks en straattaal. Vriendschap en
taalgebruik onder jongeren.' 2001 Prometheus, Amsterdam,
ISBN 90-5333-944-2.
Weblinks (door de redactie/BS bijgewerkt in oktober 2007):
» Op 24 september 2006 zond de Nederlandse omroep BNN het anderhalf uur
durend programma 'De avond van
de straat' over straatcultuur en straattaal. Het hele
programma is te bekijken via het archief van de Nederlandse publieke omroep.
(Link naar: http://player.omroep.nl/?aflID=3328708.)
----- Download |
|