home > reportage > Wie is trots op het Nederlands?

reportage

Wie is trots op het Nederlands?

Tekst: Ewoud Sanders, taalhistoricus en columnist; cartoons: Dirk Vercampt - 7/09/05

Negen van de tien Vlamingen en Nederlanders zijn trots op hun taal. Van de Surinamers is dat 85 procent. De drie taalgroepen vinden Nederlands een mooie taal. Bovendien vindt een meerderheid de dialecten heel belangrijk. En zowel Nederlanders, Vlamingen als Surinamers geloven niet dat het Nederlands gauw plaats zal maken voor het Engels, tenzij misschien in grote bedrijven. Dit blijkt uit ‘Taalpeil’, een exclusief taalonderzoek van de Nederlandse Taalunie. De belangrijkste conclusies.

Zijn de Nederlanders trots op hun taal? En hoe ligt dat voor de Vlamingen? Zijn er wat dit betreft grote verschillen tussen Nederlanders en Vlamingen? En hoe zit het met de inwoners van Suriname? Ook heel wat Surinamers hebben het Nederlands immers als moedertaal.

Een algemene opvatting is: nee, veel Nederlanders vinden dat zij in een kikkerlandje wonen, met bijbehorende kikkertaal. We mogen dan een grote mond hebben (‘Nederland waarschuwt China voor de laatste keer’), in feite tellen we op het wereldtoneel nauwelijks mee. Het Nederlands mag dan door 22 miljoen mensen worden gesproken, in vergelijking met het Chinees, het Engels en het Spaans is dat echt niet veel. Dat er jaarlijks honderden buitenlanders hiernaartoe komen om Nederlands te leren, is iets wat veel Nederlanders verbaast. En als wij dan door zo’n leergierige buitenlander in het Nederlands worden aangesproken, zo wil een bekend verhaal, dan schakelen wij autochtonen automatisch over op het Engels – of we dit nu goed beheersen of niet. Zo wordt het voor veel buitenlanders wel erg lastig om hun Nederlands te oefenen (en voor veel allochtonen moeilijk om in te burgeren).

Taalspelletjes

Over de Vlamingen bestaan vergelijkbare vooronderstellingen. Zij zouden wél trots zijn op hun taal. Dat komt, lees je altijd, omdat zij voor hun taal hebben moeten ‘strijden’ (tegen de Fransen en tegen de Franssprekende Vlaamse elite). Desondanks zouden zij onzeker zijn over hun taalgebruik en daarom juist zo goed in taalspelletjes; ze oefenen als het ware de hele dag op hun Nederlands. Een groot verschil dus, zo lijkt het, tussen de trots die Nederlanders en Vlamingen voor hun taal voelen. Of er ook van dit soort opvattingen leven over het Nederlands in Suriname is mij niet bekend.

Trendbox

Zijn die verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders nu werkelijk zo groot? Kloppen deze vastgeroeste ideeën wel? Dat is nu – bij mijn weten voor het eerst – onderzocht door de Taalunie. In opdracht van de Taalunie legde het Amsterdamse bureau Trendbox aan 550 Nederlanders, 300 Vlamingen en 250 Surinamers ruim vijftig vragen voor over hun taalgebruik. Een van die vragen betrof de trots die sommige mensen voelen voor hun moedertaal.

Grote woordenschat

Twee kinderen met mobiele telefoon

Of sms'en schadelijk is voor het Nederlands? Jongeren vinden van niet.

Wat blijkt uit het onderzoek? Binnen het officiële Nederlandse taalgebied beschouwt 95 procent van de ondervraagden het Nederlands als hun moedertaal. In Nederland is dat 96 procent, in Vlaanderen 97 procent, en in Suriname 62 procent. In Suriname is Sranantongo met 20 procent de belangrijke tweede taal.

In algemene zin is men trots op zijn moedertaal. In Nederland en Vlaanderen geldt dat voor ruim negen op de tien ondervraagden, in Suriname voor 85 procent van de ondervraagden. Bij uitsplitsing blijkt overigens dat de Surinamers die het Sranantongo als hun moedertaal beschouwen, veel trotser zijn op hun taal dan zij die het Nederlands als hun moedertaal zien.Waarom is men trots op zijn moedertaal? Omdat het zo’n mooie taal is, zeggen evenveel Nederlanders als Vlamingen. Verder zegt men onder meer: omdat het de taal is waarin ik mij het beste kan uitdrukken, met een grote woordenschat en veel nuances.

Braziliaans meisje

Er zijn meer interessante uitkomsten, maar eerst nog even dit. Ben ik zélf trots op mijn moedertaal? Niet echt. Ik bedoel: ‘trots’ is niet het goede woord. Ik ben heel erg ‘gehecht’ aan het Nederlands. Ik spreek een aardig mondje Engels, maar er is geen taal waarin ik mij zo goed en zo genuanceerd kan uitdrukken als in het Nederlands. Daarom zou ik het erg vervelend vinden als ik die taal – om welke reden dan ook – opeens niet meer zou kunnen spreken. Ik zou mij daardoor erg gehandicapt voelen. Maar dat alles wil nog niet zeggen dat ik ‘trots’ ben op mijn taal. De meeste mensen zijn trots op iets dat ze zelf tot stand hebben gebracht – alleen of met anderen. Dat is niet van toepassing op een taal.

Het is ook niet zo dat ik het Nederlands de mooiste taal van het heelal vind. Ik vind de Braziliaanse variant van het Portugees erg mooi, maar dat komt doordat ik ooit – op mijn achttiende – erg verliefd ben geweest op een betoverend mooi meisje uit Brazilië. En ook wel een beetje omdat het zo’n zangerige taal is. Maar eigenlijk geloof ik allang niet meer dat de ene taal veel mooier is dan de ander – dus ook het Nederlands niet.

Engels op school

Terug naar het Taalunieonderzoek. Je bent geneigd er snel overheen te lezen, maar in feite is het opmerkelijk dat Suriname sinds 2004 lid is van de Taalunie, nu blijkt dat 62 procent van de Surinamers het Nederlands als hun moedertaal beschouwt. Bijna veertig procent denkt hier dus kennelijk anders over. Bij nader inzien is 62 procent echter geen geringe hoeveelheid als je je realiseert dat er in Suriname meer dan twintig andere talen worden gesproken. Ik ben benieuwd hoe lang het Nederlands in Suriname zal standhouden. Elders in het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat eenderde van de Surinamers niet uitsluit dat straks het Engels de instructietaal op school wordt, in plaats van het Nederlands.

Meer tweetalig onderwijs

Heeft ‘Taalpeil’, zoals dit onderzoek is gedoopt, meer interessante uitkomsten opgeleverd? Zeker. Het onderzoek is samengevat in een taalkrant die deze maand op grote schaal wordt verspreid. Naast de uitkomsten van het onderzoek bevat dit krantje allerlei lezenswaardige taalfeiten. Zo zijn er, bij mijn weten andermaal voor het eerst, gegevens in te vinden over het tweetalig onderwijs in Nederland en Vlaanderen.

In Nederland, zo blijkt, zijn er een paar proefprojecten met tweetalig onderwijs op basisscholen. In het voortgezet onderwijs bieden 65 van de bijna zevenhonderd scholen tweetalig onderwijs aan. Op 64 scholen wordt het onderwijs aangeboden in het Nederlands en Engels, op één in het Duits en Engels. Naar verwachting zal dat aantal de komende twee jaar stijgen tot 80. In deze scholen mag maximaal vijftig procent van het totale aantal lessen in een vreemde taal worden gegeven.

Officieel mag er in Vlaanderen in het kleuter-, basis- en secundair onderwijs geen tweetalig onderwijs worden gegeven. Maar de Onderwijstaalwet sluit niet uit dat er privé-scholen worden opgericht waar het taalgebruik volledig vrij is. Daarnaast zijn er ook scholen waarvoor afwijkende regels bestaan, bijvoorbeeld internationale scholen. In Vlaanderen biedt geen van de meer dan duizend door de overheid erkende middelbare scholen momenteel tweetalig onderwijs aan. In een aantal basisscholen lopen er wel experimenten waarbij vreemde talen bij bepaalde activiteiten worden aangeboden.

Bedreiging

Nogal wat mensen hebben zich de afgelopen jaren zorgen gemaakt over de gevolgen van het tweetalige onderwijs. Spreken we hier – in Nederland en Vlaanderen – straks allemaal Engels?

Dat het Nederlands als voertaal over vijftig jaar zal zijn vervangen door het Engels, zo blijkt uit het onderzoek van Trendbox, beschouwen maar weinigen als een realistisch scenario. In zowel Nederland als Vlaanderen verwachten acht op de tien respondenten dat dit niet zal gebeuren; in Vlaanderen is men daarover nog stelliger dan in Nederland. Zeven op de tien Nederlanders verwachten niet dat het Engels het Nederlands op school zal vervangen, maar drie op de tien weten dat nog niet zo zeker. In Vlaanderen bestaat meer vertrouwen in de toekomst van het Nederlands als voertaal op school: acht op de tien Vlamingen verwachten dat dit niet zal veranderen.

Kort samengevat: het Engels op de scholen rukt op, maar de Nederlanders en Vlamingen zien dit niet als een grote bedreiging. Kennelijk zijn de meeste mensen niet van plan om zelf binnenkort thuis op het Engels over te schakelen.

Interessant zijn ook de uitkomsten over het Engels als instructietaal in het wetenschappelijk onderwijs: in Nederland wordt met enig begrip gereageerd op een situatie waarin op universiteiten primair Engels zou worden gesproken. Hoewel een ruime minderheid van zo’n veertig procent dat toch jammer zou vinden, beschouwt een kwart dat nu al als een goede zaak. De meeste Vlamingen zouden dit echter betreuren. De Surinaamse ondervraagden zijn in meerderheid al vóór invoering van het Engels aan hun universiteit.

Leenwoorden

Er zijn meer interessante uitkomsten, bijvoorbeeld over de waardering van – met name Engelse – leenwoorden. Zoals bekend zijn er veel mensen die zich groen en geel ergeren aan het overdadige gebruik van Engelse woorden in advertenties. Het Taalunieonderzoek bevestigt dat die ergernis leeftijdsgebonden is. In Nederland en Vlaanderen beschouwt 30 procent van de ondervraagden de toevoeging van leenwoorden aan de Nederlandse taal als een verrijking, maar voor een andere groep van 30 procent is het juist een verarming. De ‘rekkelijken’ zijn in Nederland vooral te vinden onder jongeren tot 25 jaar: exact de helft van hen beschouwt leenwoorden als een verrijking. De ‘preciezen’ treffen we omgekeerd vooral aan bij vijftigplussers: 45 procent van hen ziet in leenwoorden juist een vorm van taalverarming.

Internet en sms

Er is meer, veel meer zelfs, maar ik wil u hier niet overvoeren met cijfers. Uit ‘Taalpeil’, dat verschijnt ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Taalunie, blijkt onder meer hoe Nederlanders, Vlamingen en Surinamers denken over het Nederlands in de media en op internet – en ook hier zien we (vanzelfsprekend) significante verschillen tussen jongeren en ouderen. Trendbox heeft de mening gepeild over sms’en – een onderwerp dat de laatste tijd erg veel aandacht heeft gekregen. Er is aandacht besteed aan het Nederlands op de werkvloer – in Nederland en Suriname is het Engels, in Vlaanderen het Frans verreweg de meest gebruikte en belangrijkste vreemde taal – en er worden gegevens gepresenteerd over het lees- en schrijfgedrag in het Nederlandse taalgebied.

Premier

Alles bij elkaar is het te veel om hier kort samen te vatten, maar gelukkig is de complete tekst van het onderzoek te downloaden en is de krant (‘Taalpeil’) gratis verkrijgbaar. (De bijbehorende links staan aan het eind van dit artikel.) Als toetje nog één opmerkelijke uitkomst: over de vraag welke taal de premier zou moeten gebruiken als hij moet spreken bij openbare gelegenheden in een ander Europees land, zijn Nederlanders en Vlamingen het volkomen oneens. Nederlanders vinden vooral dat hij zich in het Engels moet uitdrukken; Vlamingen zijn van mening dat hun premier toch in de eerste plaats Nederlands moet spreken, met een tolk ernaast. Duidt dit dan toch op een verschil in taaltrots?


» Kadertekst 1: Bent u trots op uw moedertaal?

Vraag aan 550 Nederlanders, 300 Vlamingen en 250 Surinamers:
Bent u trots op uw moedertaal?

JaNee
Nederland918
Vlaanderen926
Suriname Nederlands*8020
Suriname Sranan**964
Allen928

* moedertaal Nederlands (62% van de steekproef); ** moedertaal Sranan (20%)

» Kadertekst 2: Spreken Vlamingen het mooiste Nederlands?

Vraag aan 550 Nederlanders, 300 Vlamingen en 250 Surinamers:
Mooi of lelijk: hoe vindt u dat ze hun taal spreken?

Opinie NederlandersOpinie VlamingenOpinie Surinamers
Nederlanders spreken hun Nederlands:
(heel) mooi39%46%18%
mooi noch lelijk51%28%43%
(heel) lelijk10%22%35%
geen mening1%5%5%
Vlamingen spreken hun Nederlands:
(heel) mooi57%63%10%
mooi noch lelijk29%24%18%
(heel) lelijk12%10%31%
geen mening2%3%41%
Surinamers spreken hun Nederlands:
(heel) mooi21%27%71%
mooi noch lelijk42%34%25%
(heel) lelijk33%15%2%
geen mening4%24%2%

(basis allen, n=1.139), bron Trendbox bv

» Kadertekst 3: Spreken we straks enkel nog Engels?

Vraag aan 550 Nederlanders en 300 Vlamingen:
Zal het Nederlands over 50 jaar vervangen zijn door het Engels?

zekerwaarschijnlijkmisschienwaarschijnlijk nietzeker niet
op school1%5%20%32%42%
in grote internationale bedrijven10%28%34%17%10%
bij overheidsdiensten1%8%19%35%38%
aan universiteiten8%23%33%19%16%

Links

archief





print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot