
Meer dan twintig talen in één land
Tekst: Gaby De Moor -  5/03/07
Bijna iedereen van de 435 000 inwoners van Suriname spreekt meer dan één taal. Samen hebben ze meer dan twintig verschillende talen met een eigen woordenschat en grammatica. In Suriname is het Sranan de algemene omgangstaal, terwijl het Nederlands er de officiële taal is. Voor haar afstudeerscriptie peilde Laura Fierens de houding  van Surinaamse jongeren tegenover het Nederlands. Die blijkt heel positief. De meesten zijn het bijvoorbeeld eens met de stelling dat het Nederlands de belangrijkste taal van Suriname is.
 
 "Ik  wou graag iets ‘avontuurlijks’ doen om mijn studie te beëindigen", vertelt  Laura Fierens. "Toen mijn professor sociolinguïstiek, prof. dr. Koen  Jaspaert, me het onderwerp 'Taalattitudes van Surinaamse jongeren ten opzichte  van het Nederlands' voorstelde, was ik dan ook meteen geïnteresseerd. Ik wilde  me graag in de Surinaamse cultuur verdiepen en dan vooral uitzoeken welke  plaats taal daarin vervult."

Laura Fierens: "Als een kind vroeger tegen ouderen Sranan sprak, was dat heel ongepast."
Suriname dus. Sinds december 2004 is Suriname lid van de Nederlandse Taalunie. Volgens een recent onderzoek beschouwt in Nederland 96 procent van de ondervraagden Nederlands als hun moedertaal. In Vlaanderen is dat 97 procent, in Suriname 62 procent. Ze zijn ook trots op hun moedertaal. In Nederland en Vlaanderen geldt dat voor ruim 90 procent van de ondervraagden. In Suriname 80 procent. Nederlanders en Vlamingen vinden eensgezind dat het zo'n mooie taal is. Surinamers zijn er vooral trots op omdat het nu eenmaal de taal is waarmee ze zijn opgegroeid. Ze vinden het ook de taal waarin zij zich het beste kunnen uitdrukken, met een grote woordenschat en veel nuances.
Waarom is de  taalsituatie in Suriname uniek?
Laura Fierens: "Omdat ze in één land meer dan twintig talen spreken.  Het gaat hier niet om verschillende dialecten van eenzelfde taal, zoals dat in Vlaanderen en Nederland het geval is, maar echt om twintig verschillende talen  met een eigen woordenschat en grammatica. Deze meertalige situatie is ontstaan door de koloniale geschiedenis van Suriname. Mensen uit allerlei werelddelen met heel verschillende culturen, talen en godsdiensten vestigden zich blijvend  in één en hetzelfde land, Suriname. Deze mensen zochten naar manieren om met  elkaar te praten. Ze deden dat soms in een zelf uitgevonden taal. Het Sranan, de algemene omgangstaal in Suriname, is ontstaan uit een 'pidgin'. Pidgin is een contacttaal die ontstaat als twee of meer verschillende talen spontaan samensmelten, zodat de sprekers van die verschillende talen met elkaar kunnen communiceren. Aanvankelijk was het Sranan de contacttaal tussen de slaven en de blanken op de  plantages, een hulpmiddel voor mensen die elkaars taal niet spreken."

Zo'n 68 procent van de Surinaamse jongeren wil zijn kinderen later in het Nederlands opvoeden.
Twintig verschillende talen en toch is  Nederlands de officiële taal. Een verklaring?
Laura  Fierens: "Dat al die talen blijven bestaan, is bijzonder merkwaardig. Toen  ik jonger was, vond ik de Belgische taalsituatie al uniek, drie verschillende  talen op zo een kleine oppervlakte! Wel, in Suriname deden ze er nog een  schepje bovenop. Nederlands is er inderdaad de officiële taal. Dat komt door de  kolonisatie. Van 1667 tot 1975 - met uitzondering van de perioden 1799-1802 en 1804-1806,  toen het gebied door Engeland bestuurd werd - was Suriname een Nederlandse  kolonie. In 1876 werd het Nederlands als enige schooltaal ingevoerd om de  Surinaamse bevolking te vernederlandsen. Na de onafhankelijkheid in 1975 bleef  Suriname die taal als officiële taal behouden."
Wat is Surinaams-Nederlands? En hoe heten al  die andere talen?
Laura  Fierens: "In Suriname ontwikkelde zich een eigen variant van het  Nederlands, het Surinaams-Nederlands. Het verschilt evenveel van het  Nederlands-Nederlands zoals het Vlaams-Nederlands ervan verschilt. In Suriname  gebruikt men bijvoorbeeld het woord 'mokoforanti'  voor het roddelcircuit of een (mondelinge) manier om boodschappen of nieuws door te geven. Men kan ergens iets kopen, omdat men het heeft van de mofokoranti; het bericht verspreidt zich dan van mond tot mond. Ook grammaticaal zijn er verschillen.

Het Nederlands is de offici�le taal en het Sranan de informele omgangstaal.
Naast het  Surinaams-Nederlands zijn ook het Sarnami en het Surinaams-Javaans van belang  in de Surinaamse maatschappij. Men onderscheidt vier groepen van talen:  Indiaanse, creoolse, Aziatische en Europese talen. De Indiaanse of inheemse  talen vallen taalkundig gezien uiteen in twee groepen, de Caraïbische en de  Arowakse. Tot de Creooltalen behoren het Sranan, het Aucaans of Ndyuka, het  Paramaccaans, het Boni of Aluku, het Saramaccaans en het Matawai. De derde  groep, de Aziatische, omvat het Sarnami, het Surinaams-Javaans, het Hakka – een  Zuid-Chinese taal - en het Libanees. Van de vierde groep talen is vandaag enkel  het Nederlands nog van belang."
Hoe bekijkt u de meertalige Surinaamse  samenleving?
Laura  Fierens: "Ik denk dat Suriname een goede manier gevonden heeft om met  meertaligheid om te gaan. De taalverhoudingen zijn op dit moment vrij stabiel. De  verschillende talen hebben verschillende functies binnen de maatschappij en  vullen elkaar op die manier aan. De groepstalen functioneren vandaag  voornamelijk als uitdrukkingsmiddel van de verschillende groepen. Jongeren  vinden het wel belangrijk dat deSurinaamse groepstalen blijven bestaan. Ze  voelen zich goed in hun meertalige samenleving."
Volgens onderzoek van de Nederlandse Taalunie  is 85 procent van de Surinaamse ondervraagden fier op zijn moedertaal. Of 80  procent voor moedertaal Nederlands en 96 procent voor moedertaal Sranan.  Vanwaar dit verschil?

Laura Fierens: "Surinamers die het Sranan als hun moedertaal beschouwen, zijn trotser op  hun taal dan zij die het Nederlands als hun moedertaal zien."
Surinamers die het Sranan als hun moedertaal beschouwen, zijn trotser op  hun taal dan zij die het Nederlands als hun moedertaal zien. Vanuit deze  vaststelling ontstond mijn scriptieonderwerp. Naar aanleiding van deze cijfers  vroeg ik me af hoe het dan precies met het Nederlands in Suriname zit, hoe in  het bijzonder jongeren die taal waarderen.
Het Sranan  en het Nederlands staan dicht naast elkaar in de Surinaamse samenleving. Het  Nederlands is de officiële taal en het Sranan de informele omgangstaal. Er is geen concurrentiestrijd tussen beide talen. De Surinaamse bevolking heeft vrede met de posities van beide talen.”
Heeft het Sranan veel met het Nederlands  gemeen?
Laura  Fierens: "Nee, het zijn twee totaal verschillende talen. Het Sranan is een  creooltaal die op de plantages gevormd is en die vooral gebaseerd is op het  Engels en op Afrikaanse talen. Het Nederlands daarentegen is een taal die al  bestond en die de kolonisators aan de Surinaamse bevolking oplegden. Maar omdat  het Nederlands en het Sranan zo dicht naast elkaar gebruikt worden, beïnvloeden  ze elkaar wel. Zo sluipen er wel eens woorden van de ene taal in de andere door  en ook grammaticaal nemen beide talen soms iets van elkaar over. Specifieke  kenmerken van het Surinaams-Nederlands kun je in veel gevallen in verband  brengen met het Sranan."
Ervaren Surinaamse  jongeren het Nederlands als een opgelegde taal?
Laura Fierens: "Uit de resultaten van mijn  onderzoek concludeer ik dat de Surinaamse jongeren uit de laatste twee klassen  van het VOS (Voortgezet Onderwijs voor  Senioren = algemeen vormende opleidingen – 15-16 jaar) over het algemeen  positief staan tegenover het Nederlands. Ze gebruiken deze taal zowel in  formele als in informele situaties. Uit de reacties van de respondenten is  nergens gebleken dat zij het Nederlands als een opgelegde taal ervaren. Op de  stelling, ‘Het Nederlands roept negatieve herinneringen aan ons koloniale  verleden op’, antwoorden de meeste jongeren (64 % van de proefgroep) negatief,  19 procent is het evenveel eens als oneens met deze stelling, en slechts 16  procent ervaart het Nederlands wel als een opgelegde taal. Uit mijn onderzoek blijkt  ook dat 90 procent van de proefpersonen er trots op is het Nederlands te beheersen.  Daaruit blijkt dat de meeste studenten positieve gevoelens ten opzichte van  deze taal koesteren."

Laura Fierens: "Jongeren vinden het belangrijk dat de Surinaamse groepstalen blijven bestaan."
Waarom werd het  Nederlands destijds als enige schooltaal ingevoerd? Enkel om de Surinaamse  samenleving te vernederlandsen?
Laura Fierens: "Als iemand vroeger Sranan sprak, toen nog Negerengels genoemd, vond men dat niet netjes. Men zag het als een mindere taal. Het was vroeger echt ongepast om Sranan tegen oudere mensen te spreken. Een kind dat Sranan sprak kreeg dan ook wel eens te horen dat het zijn mond moest gaan wassen omdat die vuil geworden was. Op school was Sranan helemaal verboden. Het Nederlands werd destijds door de  Nederlandse kolonisators als enige schooltaal ingevoerd om meer eenheid onder  de Surinaamse bevolking te creëren. Maar deze maatregel veroorzaakte een ander  effect. De uitsluiting van het Sranan en de andere talen uit het onderwijs  maakte de diglossie in Suriname niet kleiner. De bevolking ervoer deze  maatregel als de officiële degradatie van de volkstalen. Men startte dan ook  allerlei campagnes om de eigen taal te promoten."
Wat vindt u zelf de opmerkelijkste vaststellingen  in uw scriptie?
Laura  Fierens: "Bij de situatieschetsen (zie  kadertekst 2) vond ik de reacties op de stelling ‘Als iemand in een kantine  - café bij ons - Nederlands praat, doet dat wat vreemd aan’ erg verrassend. Ik  dacht, als het Sranan de informele omgangstaal is, dan zal men op café toch  zeker Sranan praten en zou het toch een beetje vreemd zijn om daar plots met  Nederlands uit te pakken. Maar dat blijkt dus niet het geval te zijn. 93  procent van de jongeren antwoordt dat Nederlands praten in een kantine nooit  vreemd aandoet."
Toch zou een mop minder grappig zijn in het  Nederlands, zegt 45 procent van de proefpersonen.
Laura  Fierens: "Ik had eigenlijk zelf verwacht dat nog meer proefpersonen het  volledig eens zouden zijn met deze stelling. We kunnen deze situatie  vergelijken met het verschil tussen dialect en Standaardnederlands in onze  samenleving. Een mop in het dialect vertellen, heeft ook bij ons vaak  een grappiger effect dan wanneer je ze in het Standaardnederlands vertelt."
Hoe staan de  ondervraagde scholieren tegenover andere talen, zoals het Engels?
Laura Fierens: "In het Nederlands kun je zaken vaak  beter uitdrukken dan in het Engels, vindt het merendeel van de proefgroep. Het Nederlands  heeft een grotere woordenschat en meer grammaticale mogelijkheden dan andere  talen in Suriname. De meeste proefpersonen – 68 procent – zijn het ermee eens  of zelfs volledig mee eens dat Nederlands de belangrijkste taal van Suriname  is. Zowat hetzelfde percentage zou zijn kinderen later in het Nederlands  opvoeden. Bijna drie vierde vindt trouwens dat je Nederlands moet kennen om  vooruit te komen in de Surinaamse samenleving."
Vinden de jongeren in uw onderzoek het  Nederlands ook een mooie taal?
Laura  Fierens: "78 procent vindt dat inderdaad. Ik ga ervan uit dat die meerderheid  het Surinaams-Nederlands bedoelt. Ook uit een onderzoek van de  Nederlandse Taalunie (2005) blijkt dat 71 procent van de Surinamers hun variant  van het Nederlands mooi vinden. De Surinamers ontwikkelden een eigen variant  van het Nederlands en die vinden ze zelf blijkbaar behoorlijk mooi."
-----
» Kadertekst 1: Surinaamse jongeren vinden het Nederlands een mooie taal
78 procent van de Surinaamse jongeren (15-16  jaar) vindt Nederlands een mooie taal.
  
    | beoordeling
 | percentage | 
  
    | volledig oneens | 3,1 % | 
  
    | oneens | 5,7 % | 
  
    | evenveel eens als    oneens | 13 % | 
  
    | eens | 47,4 % | 
  
    | volledig eens | 30,7 % | 
  
    | Totaal | 100 % | 
Uit een onderzoek  van de Nederlandse Taalunie (2005) blijkt dat 71 procent van de Surinamers hun  variant van het Nederlands mooi vindt. Dat is een hoger percentage dan in  Vlaanderen en Nederland. In Vlaanderen vindt 63 procent het Vlaams-Nederlands  mooi. Slechts 39 procent van de Nederlanders vindt Nederlands-Nederlands mooi.  De Surinamers staan dus erg positief tegenover het affectieve aspect van het  Nederlands.
  'Het is goed dat  Suriname lid geworden is van de Nederlandse Taalunie.' Zowat drie vierde van de  proefpersonen is het eens of volledig eens met deze stelling.
Bijna 90 procent van de Surinaamse jongeren  (15-16 jaar) is er trots op het Nederlands te beheersen.
  
    | beoordeling
 | percentage | 
  
    | volledig oneens | 2,1 % | 
  
    | oneens | 1 % | 
  
    | evenveel eens als    oneens | 6,3 % | 
  
    | eens | 38,5 % | 
  
    | volledig eens | 52,1 % | 
  
    | Totaal | 100 % | 
Zowat 90 procent van  de proefpersonen is er trots op het Nederlands te beheersen. Slechts 3 procent  is dat niet.
64 procent van de proefgroep vindt (helemaal)  niet dat het Nederlands negatieve herinneringen aan het koloniale verleden van  Suriname oproept.
  
    | Beoordeling
 | percentage | 
  
    | volledig oneens | 20,3 % | 
  
    | oneens | 43,8 % | 
  
    | evenveel eens als    oneens | 19,3 % | 
  
    | eens | 9,4 % | 
  
    | volledig eens | 6,8 % | 
  
    | ontbrekend | 0,5 % | 
  
    | Totaal | 100 % | 
64 procent van de  proefgroep vindt niet of helemaal niet dat het Nederlands negatieve  herinneringen aan het koloniale verleden van Suriname oproept. Slechts 16  procent heeft het gevoel dat het wel zo is.
» Kadertekst 2: Acht taalsituaties en hoe Surinaamse jongeren reageren
Aangezien Surinaamse  jongeren in een meertalige samenleving opgroeien, krijgen ze vaak ook een  meertalige opvoeding. Nederlands speelt een belangrijke rol als opvoedingstaal.  Maar liefst 79 procent van de proefgroep geeft aan dat ze in het Nederlands  grootgebracht worden. De tweede belangrijkste taal blijkt het Sarnami te zijn.  Bij 25 procent van de jongeren wordt deze taal tijdens de opvoeding gesproken.  Daarna volgt het Sranan (20 %) en het Surinaams-Javaans met 9 procent van  proefgroep. 16 procent van de jongeren verklaart dat ze in een andere taal  opgevoed worden. Engels en Aucaans blijken daarbij de populairste talen, maar  ook Saramaccaans, Hindi en een keer Chinees spelen een rol als opvoedingstaal.  Slechts 4 procent van de proefpersonen kent geen Nederlands.
Dit onderzoek peilt  in acht situatieschetsen naar de taalattitudes van Surinaamse jongeren. Het  onderwijs is de makkelijkste manier om de proefgroep, jongeren van 15 à 16  jaar, te bereiken. De vragenlijsten werden tijdens de les Nederlands voorgelegd  aan ongeveer 200 jongeren uit de laatste twee klassen van het secundair  onderwijs in Paramaribo.
1. "Als iemand me op straat de weg  vraagt, dan gebeurt dat in een andere taal dan het Nederlands." (onofficieel moment)
  » De weg vragen kan soms in een andere taal dan het Nederlands, met  andere woorden, het zou evengoed in het Nederlands als in een andere taal  kunnen gebeuren. Dit bekrachtigt de bevinding dat de weg vragen in Paramaribo  blijkbaar in verschillende talen mogelijk is.
2. "Als ik in contact zou komen met de  politie, dan zou ik Nederlands spreken." (officiële situatie)
  » De meeste Surinaamse jongeren zouden altijd Nederlands spreken in deze  situatie.
3. "Als iemand in een kantine Nederlands  spreekt, doet dat wat vreemd aan." (taalgebruik op café)
  » 93 procent van de jongeren is het erover eens dat de officiële status  van het Nederlands niet belet dat ze deze ook in erg informele omstandigheden  gebruiken.
4. "Buiten de lessen praat ik Nederlands  met mijn klasgenoten." (omgangstaal  onder leeftijdgenoten)
  » Deze stelling is interessant omdat ze een concurrentiepunt tussen het Sranan  en het Nederlands ter sprake brengt. Het Sranan is een belangrijke omgangstaal  in Suriname. De inwoners maken er vaak gebruik van in informele situaties.  Bijna de helft van de bevraagde jongeren beweert buiten de lessen vaak  Nederlands met klasgenoten te spreken. Slechts vier leerlingen zeggen dat nooit  te doen.
5. "In het sociale leven in mijn buurt  spreekt men Nederlands." (taalgebruik  in de lokale wijken)
  » Ongeveer de helft van de bevraagde jongeren is van mening dat er soms  Nederlands gesproken wordt. Meer dan een vierde denkt zelfs dat dit vaak  gebeurt. Het is niet ongewoon om in de lokale wijken van Paramaribo in het  Nederlands te communiceren. Het 'buurtleven' kan dus in het Nederlands  georganiseerd zijn, maar ook in een andere taal.
6."Als de persoon met wie ik in gesprek  ben Nederlands kent, dan zal het gesprek in het Nederlands verlopen." (welke taal meertalige gesprekspartners  kiezen: als beide personen bijvoorbeeld zowel het Nederlands als het Sranan  beheersen, in welke taal zullen ze dan communiceren?)
  » De meeste scholieren zijn van mening dat het gesprek in die  omstandigheden altijd in het Nederlands zal verlopen. Nederlands lijkt dus een  voorkeursbehandeling te krijgen in de Surinaamse samenleving. Als men in het  Nederlands kan communiceren, dan zal men dat in de meeste gevallen ook doen.
7. "Bij religieuze bijeenkomsten praten  we geen Nederlands." (taalgebruik  in religieuze zaken)
  » In het multiculturele land blijkt dat jongeren in deze omstandigheden  verschillende talen hanteren. De inwoners belijden er heel wat verschillende  godsdiensten en gebruiken daarvoor vaak hun eigen religieuze taal. Toch beweert  bijna een vierde van de bevraagde scholieren dat ze bij religieuze  bijeenkomsten vaak Nederlands praten, terwijl een vijfde zegt dat dit nooit  gebeurt. Nederlands neemt geen vaste positie in bij religieuze plechtigheden.  Andere talen krijgen in deze omstandigheden de voorkeur.
8."Een brood halen in de winkel gebeurt  in een andere taal dan het Nederlands." (alledaagse gebeurtenis)
  » Dit gebeurt in de meeste gevallen in een andere taal dan het  Nederlands.
Deze acht  situatieschetsen bevestigen dat Nederlands een belangrijke positie bekleedt in  de Surinaamse samenleving. Nederlands is niet langer de officiële taal die de  kolonisten oplegden. De inwoners gebruiken deze taal ook in erg informele  omstandigheden. Alleen in bepaalde situaties, zoals in religieuze zaken en een  brood halen, ligt andere talen gebruiken meer voor de hand.
» Kadertekst 3: Het Nederlands is geen opgelegde taal in Suriname.
Het Nederlands is  geen opgelegde taal in Suriname. Dat bewijzen zes onderzoeksresultaten:
1. Surinaamse  jongeren uit de laatste twee klassen van het secundair onderwijs (VOS =  Voortgezet Onderwijs voor Senioren = algemeen vormende opleidingen) staan over  het algemeen positief tegenover het Nederlands. Ze gebruiken deze taal zowel in  formele als informele situaties en staan positief tegenover het communicatieve  en affectieve aspect ervan.
2. Ze zijn van  mening dat Nederlands op sociaal vlak geen negatieve gevoelens oproept en dat  het een goede taal is om informatie uit te wisselen. Enkel op humoristisch vlak  geniet Nederlands niet de voorkeur. Een mop is minder grappig in het  Nederlands.
3. De jongeren vinden  het belangrijk dat de Surinaamse groepstalen blijven bestaan. Ze zijn tevreden  met de meertalige samenleving.
4. Meer scholieren  vinden het op dit moment zinvoller Engels te leren dan Nederlands. Toch zien ze  een rooskleurige toekomst voor het Nederlands. Ze vinden ook dat ze positiever  staan tegenover deze taal dan ouderen.
5. In de Surinaamse samenleving neemt het Nederlands  een erg belangrijke plaats in. Maar of deze taal ook de enige onderwijstaal zou  moeten blijven, daarover zijn de meningen verdeeld. Scholieren hebben geen  eensgezinde visie over welke taal de instructietaal zou moeten zijn.
6. De proefgroep van  jongeren ervaart het Nederlands niet als een opgelegde taal. Op de stelling  "Het Nederlands roept negatieve herinneringen op aan ons koloniaal  verleden" antwoorden de meeste jongeren (64 procent van de proefgroep)  negatief. Bijgevolg zijn ze het erover eens dat Nederlands in de nabije  toekomst de officiële taal zal blijven, omdat het van een opgelegde taal een  eigen taal geworden is en wel de Surinaamse variant ervan.
-----
Links
» 'Taalattitudes  van Surinaamse jongeren ten opzichte van het Nederlands' – Scriptie voorgelegd  tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Taal- en Letterkunde:  Germaanse Talen – Katholieke Universiteit Leuven - Academiejaar 2005-2006 –  Laura Fierens – www.scriptieprijs.be.
  » 'Ver weg of dichtbij?' Het Nederlands op Surinaamse scholen – korte  documentaire over het Nederlands op de scholen in Suriname.
  » Het onderwijssysteem in Suriname.
  » Surinaamse onderwijstermen verklaard.
  » Het Surinaamse taalbeleid.
  » Nederlands met een kleurtje, reportage Taalschrift januari 2004.
  » Suriname is geen koekoeksjong, reportage Taalschrift februari 2005.