home > reportage > Kinder- en jeugdboeken: meer dan ooit, beter dan ooit |
Kinder- en jeugdboeken: meer dan ooit, beter dan ooitTekst: Mieke Zijlmans; foto’s: Mieke Zijlmans en Ben Salemans - 7/10/08Jaarlijks lenen Nederlandse kinderen en jongeren bij bibliotheken meer dan 55 miljoen boeken. Dat aantal neemt de laatste jaren almaar toe. Ook het aanbod van kinder- en jeugdboeken is nog nooit zo groot geweest als nu. De winkels liggen er vol van. “Kinderen zijn nochtans geen gemakkelijke doelgroep”, weet de Vlaamse schrijfster Marita de Sterck. Waarom zit het jeugdboek zo in de lift? En hoe goed zijn die boeken eigenlijk? “Jeugdliteratuur heeft een hogere status dan vroeger.” “Je moet je lezers altijd serieus nemen. Dat is het belangrijkste principe als je schrijft voor adolescenten. Je moet ze toespreken als volwassenen. Ze hebben een haarscherpe fake-detector: als ze zich te kinderlijk behandeld voelen, prikken ze daar meteen doorheen en leggen ze het boek weg.” Felle ogen in een vriendelijk gezicht. De Vlaamse auteur Marita de Sterck heeft een lange lijst publicaties op haar naam staan. Ze schreef alles, van prentenboeken voor kleuters tot non-fictie voor volwassenen. Nieuw meisje Marita de Sterck neemt plaats aan een grote ronde tafel in een vriendelijk bruin café in Antwerpen. Ze heeft het druk, ze is bezig met een aantal projecten tegelijkertijd. Zo heeft ze toevallig de drukproeven bij zich van de catalogus voor Het feest van het Nieuwe Meisje. Dat is een tentoonstelling over een vrouwelijk initiatieritueel bij de Tinuca-indianen die van oktober tot maart in het Etnografisch Museum Antwerpen loopt. De Sterck, van huis uit antropoloog, schreef het bijhorende boek; een groot aantal foto’s die zij ter plekke maakte zijn erin opgenomen. Een half jaar geleden kwam haar verzamelbundel van erotische Vlaamse liedjes uit, getiteld En rijen is plezant. Er ligt een nieuw prentenboek voor jonge kinderen, Koekeloeren. En er zit alweer een volgend adolescentenboek in de pijplijn, De hondeneters, over een jongen in 1917, een stervenskoude winter tijdens La Grande Guerre. “Hoe dacht en voelde een jongvolwassen man in die tijd?” De Sterck is een duizendpoot met elk ogenblik nieuwe ijzers in het vuur. Zij is een van de auteurs die de jeugdliteratuur voortdurend aanvult met nieuw werk. Kenners Gaat het goed of slecht met de Nederlandstalige jeugd- en adolescentenliteratuur? De Kinderboekenweek is een mooie aanleiding om de vraag voor te leggen aan drie kenners: naast auteur Marita de Sterck zijn dat prof. Helma van Lierop, hoogleraar jeugdliteratuur aan de universiteiten van Leiden en Tilburg, en prof. Rita Ghesquière, hoogleraar geschiedenis van de Europese literatuur aan de Leuvense universiteit. Jeugdliteratuur is haar onderzoeksgebied.
Het gaat goed met de jeugdliteratuur! Daarover zijn de drie het roerend eens. Het genre is de afgelopen dertig jaar tot wasdom gekomen. Er zijn heel veel jeugdboeken op de markt, en daar zit behoorlijk veel kwaliteit tussen. Rita Ghesquière: “Er was vroeger wel het een en ander, natuurlijk: het verschijnsel jeugdliteratuur is niet nieuw. Maar de doelgroep wordt nu veel beter bediend, er is een aanbod van boeken vanaf de wieg. Dat komt doordat de wereld complexer is geworden: er zijn tegenwoordig veel meer onderwerpen waarover je kunt schrijven. Van een stabiele, eenduidige maatschappij, is de wereld veranderd in een dynamische, pluriforme samenleving. Die wereld vraagt van de mensen flexibiliteit en openheid, een ander niveau van communiceren. Er ontstaan - kortom - complexere boeken in antwoord op een complexere samenleving. Jeugdliteratuur heeft bovendien een hogere status dan vroeger. Daarom schrijven meer goede auteurs nu ook voor die doelgroep.” Helma van Lierop: “Kinderen presteren beter op school als ze veel gelezen hebben, want dat vergroot hun woordenschat.” Seks en drugs Is de huidige jeugd- en adolescentenliteratuur anders dan die van vroeger? Helma van Lierop vindt van wel. Ze heeft een leerstoel in zowel Tilburg als Leiden. In haar Leidse werkkamer is ze letterlijk omgeven door jeugdliteratuur. Mensen die hun oude kinderboeken kwijt willen, sturen die met dozen vol naar haar op. Ze verontschuldigt zich omdat daardoor vooralsnog alle genres kriskras door elkaar staan. Helma van Lierop: “Het omslagpunt in de jeugdliteratuur ligt in de jaren zestig en zeventig. Tot dat moment was ze gericht op wat je noemt ‘blanke middenklasse-kinderen uit volledige gezinnen’. Dat werd in die tijd steeds minder de alledaagse werkelijkheid voor kinderen. Er veranderde veel in de samenleving. Door de secularisering verkleinde het aandeel van de religie. Door de emancipatie veranderde de rol van meisjes en vrouwen. Seks, geslachtsziekten en drugs gingen behoren tot de realiteit. Toen heeft het realistische jeugdboek een impuls gekregen. Die onderwerpen begonnen een rol te spelen in de jeugdliteratuur. Dat is heel vruchtbaar geweest voor de ontwikkeling van die literatuur.” Marita de Sterck: “Als ze zich te kinderlijk behandeld voelen, prikken ze daar doorheen en leggen ze het boek weg.”
Kanker Zijn er andere redenen waarom er nu meer en betere kinder- en jeugdboeken zijn? Het dagelijks leven van kinderen is veranderd, weet Rita Ghesquière: “De muurtjes tussen kinderen en volwassenen waren vroeger veel hoger. De televisie, met beelden van geweld en seks, heeft een bres geslagen in die muur. Je kunt de wereld van de volwassenen niet meer wegsluiten voor kinderen. Vroeger werd er ook gemoord en gebrand, maar dat was toch verder van je bed dan nu. Er wordt opeens wel gepraat over ernstige ziektes zoals kanker. Al die ellende is niet meer stil te houden voor kinderen. Er wordt in de basisschool gepraat over het milieu, over geweld, over problemen in de samenleving. Dat alles maakt de wereld voor kinderen bedreigend, complex, pijnlijk.” Wie ben ik? Hoewel jongeren door alle tijden heen met dezelfde vragen worstelen, is de literatuur in die veranderde samenleving veel explicieter geworden. Rita Ghesquière: “Veel onderwerpen komen onomwonden aan bod: volwassen worden, relaties, ontluikende seksualiteit, omgaan met ouders, omgaan met verdriet, keuzes maken, afscheid nemen. Maar ook meer existentiële vragen: ‘Wie ben ik? Waar sta ik in de groep? Wie wil ik worden? Wil ik in het spoor lopen van mijn ouders, of doe ik er beter aan mijn eigen weg te vinden?’ Bovendien wachten jongeren langer met volwassen worden, met een job nemen en gevestigd raken. Ze blijven daardoor veel langer adolescentenliteratuur lezen dan vroeger. Daardoor is het aantal lezers van die literatuur duidelijk toegenomen. Bovendien zijn er ook volwassenen die deze boeken fascinerend vinden. Al met al zijn de samenleving en de lezers sterk veranderd, de afgelopen decennia. Daardoor is er veel meer aandacht voor jeugdliteratuur.” Rita Ghesquière: “Vroeger was de zondebok de televisie, nu is het internet.” Gek op tasjes De veranderde samenleving is een terugkerend thema in het omvangrijke oeuvre van Marita de Sterck. In veel van haar jeugdboeken speelt bijvoorbeeld multiculturaliteit een belangrijke rol. Kinderen uit verschillende culturen spelen samen, vertellen elkaar verhalen, koken samen eten, nemen kennis van elkaars gewoontes en gebruiken. Dat element kwam in vroeger jaren feitelijk niet in Nederlandstalige jeugdliteratuur voor? Marita de Sterck: “Die thematiek hoort bij mij. Ik ben ook nog antropoloog, moet je niet vergeten. De multi-culturele samenleving vind ik van een grote rijkdom. Die is niet problematisch, integendeel: doe er iets mee. Ik vind het boeiend om dat bij heel jonge kinderen aan te kaarten. Zo heb ik een kinderboek gemaakt over een zwart kind dat gek is op tasjes. In de loop van het verhaal kom je er achter dat de moeder wit is, en dat er sprake is van adoptatie. Zo laat je spelenderwijs thema’s zien waarmee kinderen in hun dagelijks leven te maken krijgen.” “Er is een aanbod van boeken vanaf de wieg.” Geronimo Stilton Vroeger was er over de brede linie een duidelijk onderscheid tussen jongens- en meisjesboeken. Bestaat dat verschil nog? Rita Ghesquière: “Op het eerste gezicht is dat onderscheid vervaagd. Desondanks: prinsessenboeken voor meisjes hou je altijd. Sommige boeken liggen nou eenmaal meer in de lijn van jongens, andere in de lijn van meisjes. Maar het verschil is veel minder scherp dan vroeger. Neem de Fantasia-reeks over Geronimo Stilton. Dat is een mannetjesmuis, maar die boeken worden verslonden door jongens en meisjes. Zelfs volwassenen lezen ze. De reeks heeft een mooie, uitgekiende lay-out, en een volwassen problematiek. Het werd in maart 2008 door de lezers gekozen tot het mooiste Kinderboek Aller Tijden. Zoiets kan dus bij beide seksen aanslaan.” Poëtische taal Aan welke criteria moet een goed jeugdboek voldoen? Er zijn kasten en nog eens kasten vol boeken te koop. Maar wanneer is zo’n boek een goed boek? Rita Ghesquière: “Die criteria zijn hetzelfde als voor een volwassen roman. Maar taal en structuur moeten aangepast zijn aan de doelgroep. Desondanks moet de plot knap in elkaar zitten, niet te simpel zijn. Opbouw, structuur, originaliteit zijn belangrijk, net als het spelen met taal. Taalvondsten, poëtische taal, een goede discours verrijken een boek.” “Jongeren blijven veel langer adolescentenliteratuur lezen dan vroeger.” Interessante mensen “Ik wil in een boek authentieke, intrigerende mensen ontmoeten”, zegt Marita de Sterck. “De auteur moet hun eigen stem weergeven. Het effect moet zijn dat ik de personages zie bewegen, hoor praten. Het personage moet tot leven komen, boeien. Tenslotte moet ik daar tweehonderd bladzijden bij blijven, dus het moeten wel interessante mensen zijn. De eerste pagina betekent voor de lezer een beslismoment. Pakt die eerste bladzijde niet, dan leg ik het boek opzij. Ik wil als lezer au sérieux genomen worden. Zelf neem ik mijn lezers ook heel serieus. Personages moeten niet al helemaal ingevuld, ingekleurd, uitgetekend zijn. De lezer wil zelf kunnen ontdekken hoe een personage in elkaar zit; er mag wel wat puzzelwerk zijn. Jonge lezers zoeken daarom naar auteurs die slim genoeg zijn om met hen mee te gaan, zonder dat ze het hoofd voelbaar neerbuigen om het niveau aan te passen aan een jonge doelgroep. De puberteit is een belangrijke periode, ook in de literatuur: je kunt de lezer uitdagen zelf de leemtes in te vullen, hun leren dingen te vermoeden. Ze moeten niet alles op een presenteerblaadje krijgen; dan verliezen ze snel hun interesse.” Groeispurt Wat is het grootste misverstand over jeugd- en adolescentenliteratuur? Rita Ghesquière: “Dat jeugdliteratuur simpel zou zijn. Dat is een grote misvatting. En jeugdliteratuur is ook niet makkelijker te analyseren dan volwassen literatuur.” “De eerste pagina is een beslismoment. Pakt die eerste bladzijde niet, dan leg je het boek opzij.” Marita de Sterck knikt: “Het grootste misverstand is dat jeugdliteratuur eenduidig zou zijn, eenvoudig. Dat die beperkter zou zijn in zijn stijlregister dan volwassen literatuur. O ja: en dat literatuur voor kinderen en adolescenten makkelijk te schrijven zou zijn. Niets is minder waar: jeugdige lezers haken bij een slecht geschreven boek evenzeer af als volwassen lezers. Kinderen zijn geen makkelijke doelgroep. Ze zijn boeiend, het zijn geen simpele mensen. Er beweegt veel, ze pikken veel op. En als je hun aandacht eenmaal hebt weten te trekken, dan heb je die ook voor de volle honderd procent. Maar om het zover te krijgen, zul je hard je best moeten doen. Kinderen zijn een interessant publiek om voor te schrijven. Er zitten in een kinderleven allerlei scharniermomenten, groeispurten, emotionele schakelpunten. Daarin zit heel veel stof om over te schrijven. Het is een boeiende doelgroep. Hedendaagse adolescenten lezen alles door elkaar heen, ze lezen rustig eerst een jeugdboek en dan een volwassen roman een dan weer een jeugdboek.” Computergames Ouders en leerkrachten maken zich geregeld zorgen over de tijd die jongeren doorbrengen achter internet en computergames. Omdat daar zo veel tijd in gaat zitten, zou internet ten koste gaan van het lezen van papieren boeken. Is die angst terecht? Helma van Lierop: “Er is weinig onderzoek gedaan naar de relatie tussen internetgebruik en boeken lezen. Wel naar die tussen televisie kijken en boeken lezen: tv blijkt het lezen inderdaad in de weg te zitten. Overigens wordt er ook op internet ontzettend veel gelezen. Je leert er andere dingen door, zoals multi-tasking, en dat is ook een heel nuttige vaardigheid.” Rita Ghesquière: “Internet kan het lezen ook steunen en stimuleren. Op internet kun je de titels vinden van boeken waarvan je maar half weet hoe ze heten, met een paar woorden kun je het hele boek opsporen. Natuurlijk is het wel zo dat jongeren de tijd die ze doorbrengen met chatten, niet kunnen gebruiken om te lezen. Maar ach: vroeger was de zondebok de televisie, nu is het internet. Het is de realiteit, die kun je beter onder ogen zien dan bestrijden.” “Kinderen zijn geen simpele mensen.” Concurrentie Marita de Sterck is juist dol op internet. Ze heeft er als auteur alleen maar baat bij: “De communicatie met mijn lezers wordt er heel direct door. Ze mailen me hun kritiek, hun gevoelens over mijn boeken. Ze schrijven me wat ze hebben meegemaakt tijdens het lezen. Ze vinden geregeld dat het verhaal anders moet aflopen, om te zorgen dat het alsnog een feel-good boek wordt, in plaats van een boek met een droevig einde. Het is heel interessant om te lezen met wat voor alternatieve eindes ze komen. Ik krijg via internet feedback van heel verschillende soorten mensen. Nee, ik heb van concurrentie van internet geen last. Als je echt in het verhaal wilt ‘zitten’, kies je toch voor een papieren drager. Lezen op papier is een comfortabeler, tactieler ervaring dan op scherm.” Beter op school Lezen op papier is comfortabeler dan op beeldscherm, zegt auteur Marita de Sterck. Wat vinden de literatuurwetenschappers ervan? Helma van Lierop: “Er zijn verschillende redenen om liever een boek te lezen dan een beeldscherm. Een pragmatische reden is dat de ouders ook meelezen als er een tastbaar boek ligt. Bovendien presteren kinderen en jongeren beter op school als ze veel gelezen hebben, want hun woordenschat gaat erdoor vooruit. De structuur van een internetpagina is ook anders dan die van een boekenbladzijde: voor een boek is een ander soort begrip nodig dan voor internet, of voor een game. Boeken lezen leidt tot persoonlijke verrijking: ze leren er de wereld en zichzelf beter door kennen. Een boek is als een wereldje op zich, je kunt erin opgaan. De concentratie die je nodig hebt om een boek te lezen, geeft je ook rust. En uiteraard: boeken zijn heel belangrijk voor het ontwikkelen van de leesvaardigheid.”
“Lezen is een intellectuele oefening”, vult Rita Ghesquière aan. “Je oefent taal. Je moet de samenhang doorzien tussen de verhaallijnen. Voordeel aan een echt boek is dat je makkelijk kunt terugbladeren. Je kunt het altijd en overal mee naartoe nemen. Een mooi boek kan een hebbeding zijn. Een boek kun je ook als geschenk geven; dat gaat slecht met een internetbestand.”
----- Download » Dit artikel als PDF (0.7 MB) ----- » Kadertekst 1: 55 miljoen boekenBibliotheken en boekenwinkels hebben er kastenvol van in huis: jeugd- en adolescentenliteratuur. Hoeveel er op jaarbasis wordt verkocht, dat willen de uitgevers uit concurrentieoverwegingen niet vertellen. Het CPNB (de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, een samenwerkingsverband van boekverkopers, uitgevers en bibliotheken), geeft wel een indicatie, maar geen exacte cijfers (zie kadertekst 3). De Vereniging van Openbare Bibliotheken in Den Haag houdt bij hoeveel boeken worden uitgeleend door alle bibliotheken in Nederland. In de leeftijdscategorie tot achttien jaar waren dat er in 2006 ruim 55 miljoen, en dat is meer dan ooit tevoren. Er is maar één conclusie mogelijk: de Nederlandstalige jeugdliteratuur zit stevig in het zadel.
» Kadertekst 2: Mijn favoriete schrijvers
Op de vraag wat hun favoriete jeugdboeken zijn, en welke kinderen daarom absoluut moeten lezen, reageren Helma van Lierop, Rita Ghesquièere en Marita de Sterck alle drie huiverig. Het is lastig daarop stellig te antwoorden. Ze noemen allemaal een stortvloed van schijvers op, veelal dezelfde. Van Lierop en Ghesquière antwoorden uiteindelijk met een aantal titels voor kinderen tot en met achttien jaar, De Sterck noemt haar favoriete auteurs. Helma van Lierop, in volgorde van jong naar ouder:
Rita Ghesquière: Marita de Sterck: » Kadertekst 3: De best verkochte kinderboekenVerkoopcijfers Jeugdliteratuur 2007 In 2007 zijn verkocht:
Top 10 van best verkochte kinderboeken in 2007 De CPNB kent de verkoopcijfers van elk afzonderlijk boek. De exacte cijfers per titel zijn echter niet openbaar, de uitgevers houden die getallen uit concurrentieoverwegingen liever onder de pet. Wel publiceert het CPNB elk jaar een Top-100 van meest verkochte boeken. Het best verkochte boek is van een exact verkoopcijfer voorzien; de overige alleen van een grove indicatie. In 2007 was het laatste deel in de Harry Potter-reeks het best verkochte boek in de Top 100, het ging ook vaker over de toonbank dan welk ‘volwassen’ boek ook. Opmerkelijk in deze Top-10 is de aanwezigheid van kleuterboek ‘Rupsje Nooitgenoeg’ van Eric Carle. Dat boek dateert namelijk uit 1969.
Bron: CPNB Top-100 2007 ----- Sites / links: » http://users.telenet.be/marita.de.sterck/marita_de_sterck_boeken.htm: boeken van Marita de Sterck
----- |
|