home > reportage > Spreken we door YouTube straks allemaal Cités?

reportage

Spreken we door YouTube straks allemaal Cités?

Tekst en foto’s: Wim De Jonge - 11/01/09

Zeggen we straks allemaal ‘Jo, wa maken?’ in plaats van ‘Hallo, hoe gaat het?’ en ‘een bom van een auto’ in plaats van ‘een fantastische auto’? “Nieuwe media zoals YouTube zorgen ervoor dat de Citétaal uit de muren van de traditionele steenkoolcités breekt”, zegt onderzoeker Stefania Marzo. Groeit de mijntaal uit het Belgisch-Limburgse Genk uit tot een meer algemene jongerentaal in Vlaanderen?

Stefania Marzo: “Na W.O. II kwamen Italianen, Marokkanen, Turken etc. in de Limburgse mijnen werken. Om onderling te communiceren behielpen ze zich met een smeltkroestaal, het latere Cités

Stefania Marzo: “Na W.O. II kwamen Italianen, Marokkanen, etc. in de Limburgse mijnen werken. Om te communiceren behielpen ze zich met een smeltkroestaal, het latere Cités.”

Cités is geen Chinees. Maar wie begrijpt de volgende reclamezinnetjes voor Media Markt op de Genkse lijnbussen?
“Mi jo, wat een stijle keuze - vies veel”
“Mi jo, wat een sjikke prijzen - vies weinig”
De zinnetjes in het Cités komen uit de creatieve hoed van Peter Fransen, marketingmanager bij Media Markt. “Iedereen die in de regio Genk woont, weet dat er vooral bij de Genkse jongeren een taalvariant leeft die zijzelf het Cités of de Citétaal noemen en die onderzoekers Algemeen Cités noemen,” zegt hij. “Ik ben wat gaan zoeken op het web en onder andere via Wikipedia vond ik inspiratie voor de reclamezinnetjes.”

Mijnwerkers

Als reclamejongens en Wikipedia al Algemeen Cités oppikken, betekent dit dan dat de status en functie van die jongerentaal verandert? Stefania Marzo, een sociolinguïst verbonden aan de Hogeschool Gent en de K.U.Leuven, vertaalt de reclamezinnetjes probleemloos: “Amai zeg, wat een ruime keuze - erg veel” en “Amai zeg, wat een schone prijzen - erg weinig.” Waarbij ‘Amai’ in Nederland ‘Nou’ wordt en ‘schone prijzen’ ‘lage prijzen’. Haar onderzoek richt zich op de verspreiding van het Algemeen Cités. Ze begeleidt drie studenten aan het departement Vertaalkunde van de Hogeschool Gent die hun masterproef over het Algemeen Cités maken.

Stefania Marzo woonde haar hele jeugd in Genk. Daar hoorde ze het Algemeen Cités op straat: “Niet alleen de jongeren van wijken met een mijnwerkersverleden als de Limburgse gemeentens Winterslag, Waterschei en Zwartberg spreken tegenwoordig het zogenaamde ’Algemeen Cités’. Ook autochtone jongeren spreken de Citétaal.”

Smeltkroestaal

Wat is de Citétaal? Om die taal te begrijpen moet je een stukje Limburgs steenkoolverleden opdelven. Stefania Marzo: “Na de Tweede Wereldoorlog zaten de Belgische steenkoolmijnen met een gigantisch gebrek aan werkkrachten. De Belgische overheid sloot in 1946 een bilateraal akkoord met de Italiaanse. Vanaf toen kwamen veel Italiaanse arbeiders naar hier. Hun arbeidershuisjes rond de mijn vormden de ‘cités’, kleine woongemeenschappen dus. Later kwamen Marokkanen, Turken, Grieken en andere nationaliteiten. Om onderling te communiceren behielpen ze zich met een smelkroestaal. Die taal groeide uit tot het Cités.”

Vooral jongeren spreken deze smeltkroestaal. Als basis heeft ze het Nederlands, maar ze vertoont heel wat Italiaanse, Turkse en Arabische invloeden. Enkele van de opvallendste kenmerken zijn dat de /s/ altijd wordt uitgesproken als /sj/, bijvoorbeeld /stijl/ wordt /sjtijl/, en de veralgemening van het lidwoord ‘de’, bijvoorbeeld ‘de meisje’.” (Kadertekst 1 bevat links en nadere informatie over het Cités.)

Cités in reclame op een bus. Wie gaat er in mee? (Reclameopschrift: 'Mi jo, wat een sjikke prijzen!')

Cités in reclame op een bus. Wie gaat er in mee?

Turkenduits

Of Citétaal een uniek fenomeen is in Europa? Stefania Marzo: “In Antwerpen heb je het zogenaamde illegaal spreken van de Marokkaanse jongeren (zie Taalschrift, april 2008), in Nederland de straattaal (zie Taalschrift, maart 2004), in Duitsland het Türkendeutsch en in Zweden het Rinkebysvenska.”

Uit een steekproef van Stefania Marzo blijkt dat bijna één op de drie autochtone jongeren in Genk het Cités vaak of altijd spreekt. “Het Cités blijft zeker niet beperkt tot de migrantenjongeren. Voor de autochtone jongeren is het gekleurde karakter van de taal geen issue. Als ze Cités spreken, dan doen ze dat naar eigen zeggen vooral omdat het een gewoonte is geworden en ook omdat ze het grappig vinden. Het Cités is van een etnotaal geëvolueerd naar een omgangstaal.”

Opmateriaal

In jeugdhuis Eldorado in de cité van Winterslag ontmoeten we Durmus (18) en Caner (16). Ze switchen zonder probleem van vlot Nederlands met ons, naar Cités onder elkaar. Mogen we enkele woordjes Citétaal van hen leren? Durmus: “Zeker, opmateriaal.” Ze lachen beiden. Opmateriaal blijkt zoveel als sukkel te betekenen. Caner: “Citétaal spreken we enkel met vrienden, thuis niet. Mijn vader woont hier al twintig jaar, maar hij heeft nog moeite met Nederlands. Ik help hem vaak.” Het is een misverstand dat wie Citétaal spreekt, geen Algemeen Nederlands zou kennen: “Ik verdraag het niet als iemand slecht Nederlands spreekt en bijvoorbeeld zegt: ‘ik heb dat boek aan je gegoven’. Ik verbeter hem meteen en zeg: ‘het moet gegeven zijn’.”

Mondhoeken naar beneden

Als Durmus en Caner Citétaal spreken, dansen hun schouders op het staccatoritme van hun taaltje. Citétaal moet je horen én zien. Ward Ramaekers, die waarschijnlijk als eerste het Cités bestudeerde, omschreef de taal in 1998 als volgt: “Het Cités klinkt vurig en zangerig - met de bergen en dalen, het krimpen en rekken van het Italiaans - maar tegelijkertijd wordt het uitgesproken met de mondhoeken naar beneden, en velen klinkt het brutaal, macho of bedreigend in de oren.” Daaraan kan je nog toevoegen dat je op YouTube vaak filmpjes vindt van hiphopgroepen die het Cités hanteren.

Gekscheren

Is Citétaal dus de taal van de stoere jongens? Stefania Marzo ontkent dat met klem: “Ik zou absoluut niet willen dat de Citétaal als een manier van stoer doen wordt beschouwd. Via enquêtes op Genkse scholen heb ik jongeren gevraagd waarom ze Citétaal gebruiken. Het meest voorkomende antwoord is: omdat ze het leuk vinden, maar ook simpelweg uit gewoonte. In plaats van stoer te doen, gebruiken ze de taal veel liever om te gekscheren. De Citétaal spreken is echt een gewoonte worden, het is hun omgangstaal. De Citétaal geeft hun een groepsgevoel.”

Als Durmus (links) en Caner (rechts) Citétaal spreken, dansen hun schouders op het staccatoritme van hun taaltje.

Als Durmus (links) en Caner (rechts) Citétaal spreken, dansen hun schouders op het staccatoritme van hun taaltje.

Mijntaal

Jongeren gaan op een heel bewuste manier met hun Citétaal om weet Gert Philippeth, cultuurmedewerker van de stad Genk: “Ze weten perfect waar, wanneer en met wie ze Cités kunnen gebruiken en wanneer ze zich met een algemenere vorm van Nederlands moeten behelpen.”Scholen gaan meestal op een afwijzende manier met de Citétaal om. Volgens Philippeth zorgt de taal nochtans net als het erfgoed van de mijn voor een sterke identiteitsvormende band. De vroegere mijntaal wordt voor hen echt ‘mijn taal’.

YouTube

Wat voor effect heeft de verspreiding van de Citétaal via hiphop, YouTube en reclame op de bus? Stefania Marzo: “Tien jaar geleden was de Citétaal waarschijnlijk veel stabieler. Nu wordt ze door een grotere en meer verscheiden groep gebruikt en zal ze sneller veranderen. Misschien krijg je in de toekomst twee soorten Citétaal. Eentje waarmee je naar buiten komt. Die variant zal minder hermetisch zijn. Een tweede variant zal binnen de kleine kring van vrienden blijven bestaan. Die blijft een beetje meer een geheimtaal.”

Gekleurd

Stefania Marzo wil graag onderzoeken hoe ver de Citétaal buiten de grenzen van de vroegere cités zal breken. Ze vermoedt niet dat de verspreiding ooit voorbij de Limburgse provinciegrens zal reiken. “Maar je kunt dat natuurlijk nooit met zekerheid voorspellen,” voegt ze toe. “Misschien is de invloed of verspreidingskracht van YouTube bijvoorbeeld groter dan ik op dit moment inschat.” Het simpele feit dat Citétaal zich verspreidt en aanvaard wordt, heeft hoe dan ook wél maatschappelijke waarde. Marzo: “Taal weerspiegelt altijd wat leeft in de maatschappij. Jongeren nemen de Citétaal over zonder dat ze zich echt bewust zijn van de gekleurde origine van de taal. Op die manier is de Citétaal een mooie uiting van de veranderde realiteit van de multiculturele maatschappij.” Of hoe een reclamezinnetje op de bus veel vertelt over de mensen in die bus.

-----

» Kadertekst 1: Taalles op YouTube

Rode streamertekst: Citétaal moet je horen én zien

Wie Citétaal wil horen spreken, hoeft niet naar Genk of andere Belgisch-Limburgse steden te reizen: Limburgse jongeren plaatsen namelijk regelmatig filmpjes met soms koldereske scènes in Citétaal op YouTube. Via http://nl.youtube.com/watch?v=ShSFvqjfA7Y krijg je taalles over woorden als:

- Begwa = Zwijg, stop
- Bordel = Chaos
- Dit dat = Enzovoort, zus en zo
- Fa fa joh = Wauw, prachtig
- Gans fataal (bijv.: Die jongen is gans fataal) = Knettergek
- Hou op enzo = Hou op, stop ermee
- Opmateriaal = Sukkel
- Spijt = Wat een schande
- Toepellen = vallen, struikelen
- Vies op (zijt ge) = Je bent hopeloos, stom!
- Vies weinig/veel = Heel weinig/veel
- Wa make? = Hoe gaat het? Wat ben je aan het doen?
- Wa zijt ge bezig (of: Wasge bezig!) = Wat ben je toch aan het doen? (Uitroep van ergernis of verontwaardiging)

Zie verder de Taalschrifttaalclip van deze maand (januari 2009): een leuke YouTube-clip over Vespa Club Paesani in Genk (de "Vespisti"): http://nl.youtube.com/watch?v=je3UgvFnbew. In dit lied van Don Luca, de zanger in de clip, wordt het Algemeen Nederlands gecombineerd met stukjes Citétaal.

Wie meer wil weten over Citétaal, moet Ramaekers 1998 lezen: zie http://www.meertens.knaw.nl/profielwerkstukken/cites.pdf. Ook Wikipedia bevat interessante (maar niet altijd correcte) informatie over Algemeen Cités: http://nl.Wikipedia.org/wiki/Algemeen_Cit%C3%A9s. Tevens biedt kadertekst 4 van Zijlmans 2004 voorbeelden van Cités: http://taalschrift.org/reportage/000485.html.


» Kadertekst 2: ‘De stijl is 3600’: hiphop geeft Citétaal een boost

Cités op een bus in Genk: 'Vies veel', wat 'Heel veel' betekent

“Mogen we een cd met hiphopsongs opnemen?” Cultuurmedewerker Gert Philippeth van de stad Genk kreeg die directe vraag van enkele jongeren van hiphopcafé Termien. “Natuurlijk mochten ze dat. We hebben iedereen die hier met hiphop bezig is bij elkaar gebracht en de cd is uitgegroeid tot een staalkaart van de Genkse hiphop. Ter promotie van de cd en een optreden lieten we massa’s stickers met de baseline ‘de stijl is 3600’ (3600 is de postcode van Genk) drukken. De hiphopgroepen mochten zelf voor de verspreiding zorgen.” Het effect was overweldigend: de stickers zag je letterlijk overal in het straatbeeld opduiken. “Lokale media pikten de slogan op, Facebook en websites deden hun werk. De hiphopsongs vonden hun weg naar YouTube.” Waar Cités vroeger enkel in de wijk of op school klonk, maakt de taal nu een reis door cyberspace op hiphoptonen.

Voor een goed voorbeeld van hiphop in Citétaal check:
http://www.youtube.com/watch?v=37VWE6Azhi8.

 


» Kadertekst 3: Citétaal ook in opkomst in Nederlands Zuid-Limburg?

Ben Salemans, docent Nederlands van de Sophianum scholengemeenschap in Gulpen (plm. 15 km ten oosten van Maastricht in het zuiden van Nederlands Limburg), heeft aanwijzingen dat het Cités wellicht - laten we voorzichtig blijven! - ook in Nederlands Zuid-Limburg aan het doordringen is.

Salemans: “Begin januari 2009 hoorde ik twee leerlingen van een 4 havoklas, Babs en Maartje (beiden 16 jaar oud), ‘vreemde’ woorden gebruiken die ik nog niet eerder op school had gehoord. Ik kon mijn oren niet geloven: ik hoorde Citéwoorden. Desgevraagd noemden Babs en Maartje dat ‘gewone straattaalwoorden’. Nee, in Belgisch Limburg kwamen ze nooit en daar hadden ze ook geen familie of vrienden wonen. En, nee, van de term Cités of Citétaal hadden ze nog nooit gehoord. Ik besloot om te testen of ze Citéwoorden en -uitdrukkingen uit Kadertekst 1 en Ramaekers 1998 kenden. Welnu, de meeste kenden ze niet. Maar enkele Citéwoorden of -uitdrukkingen wél: bordel (= chaos, troep, ellende), fataal (= knettergek), hou op en zo (= hou op), nigger (= jongen, man, vriend, makker); pata (let wel: zonder t aan het eind en uitgesproken als ‘patta’; betekenis van pata: aantrekkelijk, mooi), vies veel/weinig (= heel weinig/veel), zetten (= geven). Ook woorden en uitdrukkingen als sjik (= fijn, prettig) en we zien ons (= tot ziens, de groeten) kenden Babs en Maartje. Maar dat is niet zo vreemd, omdat die woorden en uitdrukkingen ook in hun eigen Limburgse dialecten voorkomen.”

Salemans vervolgt: “Het is natuurlijk nog veel te vroeg om op de wankele basis van een paar vage observaties te stellen dat de Citétaal de grens is overgestoken naar Zuid-Limburg in Nederland, wat overigens ook een ex-mijngebied is. Toch is het op zijn minst opmerkelijk te noemen dat Babs en Maartje een paar Citéwoorden en -uitdrukkingen kennen. Dat schreeuwt om nader en beter onderzoek. Ik denk trouwens dat dit ook een mooi onderwerp kan zijn voor een profielwerkstuk van eindexamenleerlingen havo of vwo in (Nederlands) Zuid-Limburg: een onderzoek naar het voorkomen van Citéwoorden en -uitdrukkingen in Nederlands Zuid-Limburg, of een stad of dorp of school in die regio.”

-----

Literatuur en links:

» René Appel & Rob Schoonen. 2005. Street language. A multilingual youth register in the Netherlands. In: Journal of multilingual and multicultural development, 26(2). 85-117.
» Alexandra De Laet. 2008. “Met taal zetten ze de klas op stelten”. In: Taalschrift, april 2008: http://taalschrift.org/reportage/001767.html. (Deze Taalschriftreportage gaat over het onderzoek van Jürgen Jaspers naar de taal - het zgn. illegaal spreken - van Marokkaanse jongeren in Antwerpen.)
» Jürgen Jaspers. 2005. Tegenwerken, belachelijk doen: talige sabotage van Marokkaanse jongens op een Antwerpse middelbare school. Brussel: VUB press. (Zie i.v.m. deze publicatie ook De Laet 2008.)
» Stefania Marzo. 2006. Parlano diverso ... L'italiano parlato in Limburgo: uno studio variazionale e corpus based. Dissertatie KU Leuven, 2006. (Zie: http://www.kuleuven.be/nieuws/berichten/2006/pb12_07_2006.html.)
» Ward Ramaekers. 1998. Mi, maak me geen eiers! Het Algemeen Cités. In: Onze Taal, april 1998: http://www.meertens.knaw.nl/profielwerkstukken/cites.pdf.
» Wikipedia over Algemeen Cités: http://nl.Wikipedia.org/wiki/Algemeen_Cit%C3%A9s.
» Mieke Zijlmans. 2004 Straattaal lonkt naar Groene Boekje. In: Taalschrift, maart 2004: http://taalschrift.org/reportage/000485.html.

archief





print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot