home > reportage > Waarom een yankee (g)een Nederlander is... |
Waarom een yankee (g)een Nederlander is...Tekst en foto’s: Ben Salemans - 1/09/09Dit jaar is het precies vierhonderd jaar geleden dat Nederlanders voet aan wal zetten op het eiland Manhattan, waar zij het latere New York stichtten. Het Nederlands werd een invloedrijke taal in de VS. Zelfs indianen namen Nederlandse woorden over. Wist u dat tegenwoordig niet minder dan 130.000 Amerikanen nog onze taal spreken? In haar boek Yankees, Cookies en Dollars gaat woorddeskundige Nicoline van der Sijs op zoek naar de Nederlandse roots van woorden in de VS: van ‘bed-pan’ en ‘dope’ tot ‘yankee’ en ‘sea bass’. Herkent u ze? Vijf miljoen Amerikanen zijn er trots op dat ze van Nederlanders afstammen. Er zijn Vlamingen en Nederlanders die menen te weten dat het Nederlands haast de officiële taal van de VS was geworden, een wereldtaal… Maar klopt dat?
Maar waar komt dan dat verhaal van het Nederlands vandaan?
In uw boek beschrijft u de vele sporen die het Nederlands heeft nagelaten in de Verenigde Staten. Hoe zijn die sporen er gekomen?
Nicoline van der Sijs: “De eerste Nederlanders in de VS vormden een machtige elite.” “Nieuw-Nederland telde rond 1660 in totaal ongeveer 10.000 inwoners. Daarvan woonden er ongeveer 1.500 in Nieuw-Amsterdam. In de kolonie vestigden zich mensen uit alle windstreken met een heel scala aan moedertalen: naast Nederlands onder andere Hoog- en Nederduits, Fries, Frans, Engels, Noors, Zweeds, Deens en allerlei indianentalen. De Nederlandssprekende kolonisten vormden geen meerderheid in Nieuw-Nederland. Wel in Nieuw-Amsterdam. De kolonie zelf heeft nog geen zestig jaar bestaan, want die werd in 1664 door de Engelsen overgenomen van de Nederlanders.” Nieuw-Nederland was dus al bij al geen dichtbevolkte kolonie en heeft niet lang bestaan. Hoe kan het dan dat het Nederlands zoveel invloed had in de VS?
Nieuw-Nederland omvatte grofweg de huidige staten Connecticut, New York, New Jersey, Pennsylvania en Delaware. “In het laatste kwart van de 18e eeuw, ruim een eeuw nadat de Engelsen de kolonie Nieuw-Nederland hadden overgenomen, was het aantal Nederlandssprekenden aan de Amerikaanse oostkust waarschijnlijk het hoogst. In de staten New York en New Jersey spraken in 1790 ongeveer 100.000 mensen Nederlands; een derde van de bevolking van de stad New York beheerste het Nederlands. Na de Amerikaanse onafhankelijkheid nam de Nederlandse invloed af. De Nederlanders gingen toen namelijk samen met de overige Amerikanen werken aan de opbouw van de nieuwe natie, en zetten daarbij het eigenbelang en de eigen taal en cultuur opzij.” En toen begon het Nederlands in de VS langzaam uit te sterven?
Hoeveel Amerikanen spreken tegenwoordig dan nog Nederlands?
De Amerikanen namen vooral namen van gebak en zoetigheden over. In ‘cookie’ herkennen we gemakkelijk het Nederlandse woord ‘koekje’. Welke sporen heeft het Nederlands in de VS nagelaten?
Welke Nederlandse leenwoorden vinden we zoal in het Amerikaans-Engels?
‘Dope’ is afgeleid van ‘doop’. In de 17e en 18e eeuw was dat een heel gewoon Nederlands woord voor ‘saus’ of ‘jus’. Is ‘dope’ dan een Nederlands woord? Hoezo?
Maar de Amerikanen namen toch ook wel andere woorden over dan voedingstermen?
“Dat de Nederlanders veel namen voor dieren en planten hebben geleverd, is niet zo vreemd. De Nederlandse kolonisten werden in Amerika namelijk geconfronteerd met allerlei planten en dieren die ze niet kenden en waar ze dus geen woorden voor hadden. Daarvoor bedachten ze nieuwe woorden (samenstellingen of afleidingen) of ze gebruikten een bestaande naam van een Europese soort die leek op de onbekende Amerikaanse soort. Zo gebruikten ze het bestaande Nederlandse woord ‘zeebaars’ voor een Amerikaanse vis die op de zeebaars leek die in de Lage Landen rondzwom: sea bass.” Waar het woord ‘yankees’ vandaan komt? Wat dacht u van de Nederlandse naam ‘Jan-Kees’ … “Een ander voorbeeld is fetticus. Dat is de gewone Amerikaans-Engelse naam voor ‘veldsla’. In de 17e eeuw was ‘vettekost’ of ‘vettekous’ een populaire volksnaam in het Nederlands voor veldsla. Die naam dankte de plant aan het feit dat zijn blaadjes nogal vettig aanvoelen. ‘Vettekost’ of ‘vettekous’ werd verbasterd tot fetticus. Bij huisraad en gebruiksvoorwerpen heb je boodle, bake-oven, bake-pan, bed-pan (‘bedpan’ of ‘beddenpan’, een toestel om bedden te verwarmen), dobber en fyke (‘net’, ‘fuik’). De Nederlandse bron van deze woorden is nog gemakkelijk te herkennen.” Hoeveel woorden hebben de Amerikanen uit het Nederlands overgenomen?
De naam van de Amerikaanse ‘dollar’ is afgeleid van een Nederlandse woord: ‘daalder’. Kunt u wat voorbeelden geven van die algemeen gebruikte woorden?
“En geef toe, de Amerikaanse spreektaal zou toch erg verarmd zijn zonder Nederlandse woorden als ass(ing) around (‘rondlummelen’, afgeleid van het werkwoord ‘aarzelen’), dumbhead (letterlijke vertaling van ‘domkop’), mijn lievelingswoord poppycock (‘onzin’, afgeleid van ‘poppestront’/’poppekak’; zie Kadertekst 3), the whole boodle (letterlijke vertaling van ‘de hele boe(de)l’) en shooting off one’s bazoo (‘overdreven en opschepperig praten’; bazoo betekent ‘mond’ of ‘muil’ en is een verbasterde vorm van het Nederlandse woord ‘bazuin’, een soort trompet). Boss is trouwens ook nog een voorbeeld een woord dat de Amerikanen heel algemeen gebruiken. In het Brits-Engels gebruikt men het woord master.” Waarom gebruiken de Amerikanen ‘boss’? Waarom niet ‘master’?
Feest! Op 10 en 11 september viert New York het Hudsonjaar 2009, met optredens van o.a. Spinvis en Sarah Bettens. (Zie Kadertekst 7.) Die 246 woorden die het Amerikaans-Engels van ons heeft overgenomen, zijn die voornamelijk afkomstig uit de 17e en 18e eeuw?
“In totaal trokken tussen 1820 en 1949 ruim 265.000 Nederlanders en Friezen naar de VS. Dat ze toch maar weinig invloed hadden, komt waarschijnlijk doordat ze (aanvankelijk) niet echt in de Amerikaanse maatschappij integreerden en ze, vaak uit geloofsredenen, kort op elkaar bleven wonen zonder economische macht en aanzien te verwerven. Dat Nederlands van die tweede stroom van enkele honderdduizenden Nederlandssprekende immigranten had geen prestige meer, terwijl dat van de 17e-eeuwse kolonisten, zoals gezegd, nog lange tijd veel prestige bezat.” Hebben de indianen ook woorden uit het Nederlands overgenomen?
Welke Nederlandse woorden namen de indianen zoal over?
‘Yankees, Cookies en Dollars. De invloed van het Nederlands op de Noord-Amerikaanse talen’ wordt op 10 september 2009, op ‘De dag van het Nederlands’, in New York gepresenteerd (zie Kadertekst 7). ----- Kaderteksten (klik op de titel van de kadertekst om die zichtbaar te maken): » Kadertekst 1: Nederlandse straten en wijken/stadsdelen in New YorkVerschillende namen van straten en wijken in de stad New York herinneren nog aan de Nederlandse aanwezigheid in de 17e eeuw. Straatnamen die teruggaan op een Nederlandse naam zijn onder andere: Diverse Nederlandse nederzettingen die in de zeventiende eeuw buiten de stad lagen, zijn inmiddels, inclusief hun naam, opgeslokt door New York en ‘gedegradeerd’ tot wijk/stadsdeel van deze stad. Veel van die nederzettingen waren door de Nederlandse kolonisten vernoemd naar een stad of dorp in Nederland. Toen de nederzettingen wijken of stadsdelen van New York werden, behielden ze vaak min of meer hun oude Nederlandse naam: Sommige wijken/stadsdelen van New York zijn vernoemd naar Nederlandse kolonisten, bijvoorbeeld The Bronx en Yonkers.
Nederlandse namen liggen ook ten grondslag aan de namen van enkele eilanden in New York:
Nadere informatie (naast het boek van Van der Sijs, waaruit het grootste deel van bovenstaande informatie is geput), ook over Nederlandse en Vlaamse plaatsnamen buiten New York: http://en.wikipedia.org/wiki/Toponymy_of_New_Netherland. » Kadertekst 2: Van ‘Sinterklaas’ naar ‘Santa Claus’Nicoline van der Sijs: “Sint Nicolaas of Sinterklaas is de goedheiligman die op de avond van 5 december, de dag voor zijn verjaardag, cadeautjes stopt in schoenen of kousen die kinderen bij de schoorsteen hebben geplaatst. In de Lage Landen wordt het Sint Nicolaasfeest al eeuwen gevierd. In de loop van de 16e eeuw kreeg de Reformatie steeds meer voet aan de grond in de Lage Landen. De katholieke heiligen, onder wie Sint Nicolaas, werden door de Reformatie afgezworen. In de 17e eeuw verboden zelfs enkele gemeenten het vieren van Sinterklaas. Desondanks bleef het feest zeer populair bij jong en oud. De Nieuw-Nederlanders hebben hun geliefde Sinterklaasfeest uit de Lage Landen meegenomen naar Amerika. Dat blijkt onder andere uit 17e-eeuwse rekeningen van kolonisten waaruit kan worden opgemaakt dat zij ‘sinterklaesgoed’ hadden gekocht. Zijn naam Sinterklaas veranderde in New York al snel in Santa Claus.” “Zowel in Nederland en Vlaanderen als in de VS werd de mythe van Sinterklaas in de 19e eeuw uitgebouwd tot zijn huidige vorm, en dat gebeurde onafhankelijk en verschillend van elkaar. De belangrijkste stap in de VS werd gedaan op 23 december 1823 toen het nog steeds beroemde gedicht van Clement Clarke Moore werd gepubliceerd, getiteld ‘Twas the Night Before Christmas’. Hierin krijgt Santa Claus de meeste van zijn attributen. Bovendien werd het feest verschoven van 5 december naar 24 december. In 1863 tekende Thomas Nast voor Harper's Weekly een illustratie van Santa die bepalend is geweest voor zijn beeldvorming: een zeer gezette man met een witte baard en gekleed in een rood-wit pak. Dit pak werd in de jaren dertig van de twintigste eeuw overgenomen in reclames van Coca Cola, en vanaf dat moment werd het een onafscheidelijk onderdeel van Santa's outfit. Het moderne Nederlandse beeld van Sinterklaas is goeddeels het werk van Jan Schenkman, die omstreeks 1850 het vele malen herdrukte prentenboek ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ publiceerde, met de beginregels ‘Zie, ginds komt de stoomboot / Uit Spanje weer aan!’. Dat Sinterklaas per stoomboot komt, is een uitvinding van Schenkman. Ook was dit het eerste lied waarin de zwarte knecht van Sinterklaas voorkwam. En zo gingen in de loop van de 20e eeuw Sinterklaas en Santa Claus ieder hun eigen weg.” “Sinterklaas en Santa Claus waren oorspronkelijk dus een en dezelfde figuur. Maar na verloop van tijd, vanaf de 19e eeuw, gingen zij zich los van elkaar verder ontwikkelen en kregen ze verschillende eigenschappen en attributen. Zo gaat het trouwens ook vaak met woorden, als die door een taal worden geleend van een andere taal. Aanvankelijk hebben de woorden in beide talen meestal dezelfde betekenis. Maar al vlug krijgen sommige geleende en/of sommige oorspronkelijke woorden nieuwe betekenissen, die de oorspronkelijke woorden niet hadden. Dan groeien de oorspronkelijke woorden en de leenwoorden dus uit elkaar.” » Kadertekst 3: Het leukste woord: ‘poppycock’Nicoline van der Sijs: “Wat mijn favoriete woord is dat de Amerikanen van ons geleend hebben? Dat is moeilijk kiezen, want de meeste woorden hebben wel een interessante geschiedenis. Maar wat ik een heel leuk woord vind, is poppycock ‘onzin’ - dat gaat terug op het Nederlandse poppekak, letterlijk ‘kak, stront van een pop’. Dat woord is in het Nederlands heel onbekend en ongebruikelijk, maar iedereen kent de variant poppestront en de uitdrukking zo fijn als gemalen poppestront, waarmee een streng gelovig iemand wordt bedoeld. In het Fries zegt men: hy is sa fyn as poppestront ‘hij is poepvroom, ultra-orthodox en een tikkeltje schijnheilig’. Poppestront komt in Nederlandse dialecten ook voor met de betekenis ‘nodeloze drukte, overdreven vriendelijkheid’; die betekenis heeft bijvoorbeeld het Limburgse póppesjtróntj. Wat een poppestront! betekent dan ‘wat een ophef!’, en de stap naar ‘wat een onzin!’ is dan snel gemaakt.” » Kadertekst 4: ‘Dutch’: zuinig, onbeleefd en lafIs Tiger Woods zuinig, onbeleefd en laf? Er stroomt volgens Wikipedia wel voor 1/8 deel Nederlands bloed door zijn lijf… Nicoline van der Sijs: “Uit de uitdrukkingen met het woord ‘Dutch’ komt een scherp beeld naar voren dat veel Amerikanen van Nederlanders hebben: dat is helaas een negatief beeld. Nu waren de Nederlanders bij de Britten al niet geliefd, vanwege de vele oorlogen tussen Nederland en Groot-Brittannië in de 17e eeuw. Maar de Amerikanen blijken ook zo de nodige vooroordelen over de Nederlanders te bezitten. Voor de Amerikanen blijkt de opvallendste eigenschap van de Nederlanders hun zuinigheid. In Amerika zijn dan ook de veelzeggende uitdrukkingen Dutch party, Dutch supper, Dutch treat ontstaan en to go Dutch, regionaal to Dutch it, die allemaal betekenen dat iedereen opdraait voor zijn eigen kosten.” “Een tweede karakteristieke eigenschap van de Nederlanders is hun onbeleefdheid: ze zeggen onverbloemd wat bij hen opkomt (they talk like a Dutch uncle), en dat doen ze vaak ook nog in een onbegrijpelijk taaltje (that’s all Dutch to me). Ze maken enorme herrie (in het Amerikaanse slang: een Dutch concert of Dutch medley), ze praten onzin (in het slang: to talk Dutch), ze geven een standje (in het slang: een Dutch blessing), of ze barsten uit in woede (in het slang: een Dutch fit).” “Ook worden lafheid en schande geassocieerd met Nederlanders: to take Dutch leave of to do the Dutch (act) is synoniem aan deserteren, waarbij to do the Dutch ook wordt gebruikt voor de ultieme ontsnapping, namelijk die aan het leven. To get in Dutch wil zeggen ‘in ongenade of uit de gunst raken’, in het slang ook ‘in de problemen raken’. Daarentegen zijn Nederlanders kennelijk niet snel van hun stuk te brengen, volgens de Amerikanen althans, want zij zeggen to beat the Dutch als iets heel verbazingwekkend, verrassend of extreem is.”
» Kadertekst 5: Het westelijk gekleurde Nederlands (‘Leeg Duits’) in de VS in de 17e en 18e eeuwFragment van de kaart ‘Novi Belgii Novaeque Angliae’ (Novi Belgii = Nieuw-Nederland) van Nicolaes Visscher uit plm. 1685. Nicoline van der Sijs: “De meeste kolonisten die in de 17de eeuw vanuit Nederland naar de oostkust van Amerika trokken, waren afkomstig uit de provincies Noord-Holland en Utrecht. In die provincies woonden trouwens ook veel Vlamingen, die vanaf het eind van de 16e eeuw waren gevlucht voor de Spanjaarden. In de VS (en misschien ook al in de noordelijke Nederlandse steden waar de kolonisten vandaan kwamen) vond toen een sterke dialectnivellering op. Dat wil zeggen dat de sprekers van die verschillende Nederlandse dialecten hun taalgebruik aan elkaar aanpasten om beter met elkaar te kunnen communiceren. Hierdoor verdwenen de opvallendste kenmerken van de afzonderlijke dialecten. De taal bevat veel kenmerken uit het Hollands-Utrechts stadsdialect, vooral het Amsterdams. Die overzeese variëteit van het Nederlands aan de oostkust van Amerika, op zo’n 6.000 km van Nederland, werd na verloop van tijd Leeg Duits, Laag Duits of Low Dutch genoemd.” “De Hollands-Utrechtse dominantie in het Nederlands van de Amerikaanse oostkust blijkt bijvoorbeeld uit het gegeven dat de klank aa enigszins oo-achtig werd uitgesproken. Dat verklaart waarom een aantal Nederlandse leenwoorden die in het tegenwoordige Standaardnederlands worden geschreven met -a(a)-, in het Amerikaans-Engels als -o- of -aw- zijn overgenomen. Dat zie je in woorden als boss (van ‘baas’) en coleslaw (van ‘koolsla’). Veel mensen denken trouwens dat coleslaw typisch Amerikaans is, maar dat klopt dus niet. De invloed van het Hollands-Utrechts, en dan vooral van het Amsterdams, vind je ook terug in de persoonlijk voornaamwoorden. In de 17e eeuw circuleerden in het Nederlandse taalgebied veel vormen van de tweede persoon enkelvoud en de derde persoon meervoud. Maar in het Nederlands van de oostkust van de VS werden jij/je en hullie (‘zij’) gebruikt en die zijn afkomstig uit Hollands-Utrechtse dialecten.” Fragment van een afbeelding van een deel van Nieuw-Amsterdam / New York op het zuidelijke puntje van Manhattan in 1673, gepubliceerd in de atlas ‘Hecatompolis’ van Peter Schenk uit 1702. “We kennen wel wat woorden, maar hoe het Leeg Duits er als complete taal uitzag, weten we niet. Het Leeg Duits is namelijk ongeveer een halve eeuw geleden uitgestorven. Toen de taal nog bestond, is er weinig wetenschappelijk onderzoek naar verricht en daarom weten we eigenlijk heel weinig van het Leeg Duits. Charles Gehring, directeur van het New Netherlands Institute in New York, heeft zijn dissertatie uit 1973 gewijd aan het Nederlands dat in 17e- en 18e-eeuwse documenten werd gebruikt aan de bovenloop van de Hudson en de benedenloop van de Mohawk. Maar dat gaat dus om geschreven (documenten-)Nederlands en niet om gesproken Leeg Duits.” “Maar er is hoop! Die is gevestigd op een Notebook dat is geschreven door een zekere Walter Hill. Tussen 1870 en 1890 verzamelde deze schoolmeester gegevens over het Leeg Duits tijdens gesprekken met sprekers van die taal. Zijn Notebook omvat ongeveer honderd pagina’s met aantekeningen en is het omvangrijkste overgeleverde document van het Leeg Duits. Maar er is een probleem met dit Notebook. Het werd door Lawrence van Loon, kleinzoon van Walter Hill, geschonken aan de New York State Historical Association. Deze Van Loon was zeer geïnteresseerd in de overblijfselen van het Nederlands en de Nederlanders aan de Amerikaanse Oostkust, en hij deed daarover verschillende publicaties het licht zien. Eind jaren tachtig toonden Charles Gerhing en anderen echter aan dat een aantal van deze publicaties vervalst waren. Daarmee werd het door Van Loon geschonken Notebook van Hill natuurlijk ook verdacht. (Noot van de redactie: taalkundige Jaap van Marle stelt in Taalschrift van november 2003, http://taalschrift.org/reportage/000303.html, dat het Notebook een vervalsing is.) Momenteel doet de historicus Van Cleaf Bachman in Amerika onderzoek naar de authenticiteit van het Notebook, en het lijkt erop, als ik het goed begrepen heb, dat het Notebook geen
vervalsing is! Dus wie weet komen we toch nog meer te weten over het Leeg Duits.” » Kadertekst 6: Het oostelijk en centraal gekleurde Nederlands in de VS in de 19e en 20e eeuwHoe donkerder een gebied, des te hoger het percentage van Nederlandse Amerikanen. Bron van het (ongesplitste) kaartje: valpo.edu In tweeën gesplitst kaartje van de VS uit de Census 2000, dat toont waar Amerikanen wonen die claimen dat ze een Nederlandse afkomst hebben. Nicoline van der Sijs: “Hoe het Nederlands uitzag van die tweede stroom immigranten vanaf de 19e eeuw? Zij spraken thuis dialect en kenden het Standaardnederlands vaak alleen via de kerk. En ook bij hen trad dialectnivellering op. De immigranten uit de 19e eeuw, die in het Middenwesten van Amerika nieuwe plaatsen stichtten onder Nederlandse namen zoals ‘Holland’, ‘Zeeland’, ‘Groningen’ en ‘Drenthe’, waren vooral afkomstig uit het midden en noordoosten van Nederland - terwijl die uit de 17e eeuw, zoals we al zagen, uit het westen van Nederland kwamen. De 19-eeuwse immigranten spraken vooral (plattelands)dialecten uit het Gelders-Utrechts-Zuid-Hollandse dialect en dialecten uit (noord)oost-Nederland. Het genivelleerde Nederlands dat zij spraken was, grof gezegd, oostelijk of centraal gekleurd.” “Ook waren de beweegredenen om naar Amerika te immigreren verschillend. In de 19e en 20e eeuw trokken vele honderdduizenden mensen van Europa naar Amerika om verschillende redenen. Velen van hen wilden ontsnappen aan de bittere armoede en hongersnoden in Europa. Anderen voelden zich in hun land gehinderd in het beleven van hun geloof. Tussen 1820 en 1949 trokken ruim 265.000 Nederlanders en Friezen naar de VS. Een enorm aantal, vele malen omvangrijker dan in de 17e en 18e eeuw. Velen van hen gingen in kleine gemeenschappen samenwonen, verspreid over heel Amerika, doorgaans aanvankelijk zonder te willen integreren in de Amerikaanse maatschappij. Maar er waren ook wel immigranten die onmiddellijk integreerden en midden tussen Amerikanen gingen wonen.” “In de Nederlandse nederzettingen gaf men vaak het Nederlands nog enkele generaties door. Maar van begin af aan werd wel iedereen tweetalig, omdat het Engels in de VS de algemene omgangstaal was. Aanvankelijk was er een omvangrijke Nederlandstalige pers en werd er Nederlands op school gedoceerd. Maar vanaf ongeveer 1900 en vooral in de Eerste Wereldoorlog verloor het Nederlands steeds meer terrein, ook als thuistaal. Dat kwam onder andere doordat de Nederlanders steeds beter opgeleid werden en hogere posities gingen bekleden - waarvoor ze uiteraard goed Engels moesten kennen.” » Kadertekst 7: ‘Speed dating with the Low Countries’ (New York, 10 en 11 september 2009)Op 10 en 11 september 2009 organiseert de Nederlandse Taalunie samen met Columbia University en Flanders House twee culturele evenementen in New York: Speed Dating with the Low Countries - Cultural Encounters with Flanders and the Netherlands. Het doel is om het Amerikaanse publiek op een ludieke manier kennis te laten maken met de Nederlandse taal en de Nederlandstalige cultuur. Op 10 september kan het aanwezige publiek zijn eigen programma samenstellen. In verschillende ruimtes vinden verschillende culturele ‘speed dates’ plaats en het publiek kan drie sessies uitkiezen. Deze dag wordt ook het nieuwe boek gepresenteerd van historisch taalkundige Nicoline van der Sijs dat in dit Taalschriftnummer wordt voorgesteld: ‘Cookies, Coleslaw, and Stoops. The Influence of Dutch on the North-American Languages’. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft het boek cadeau aan alle aanwezigen. Nadere informatie over deze dag, inclusief het programma: http://taalunieversum.org/en/speed_dating. Op 11 september treden Spinvis (uit Nederland) en Sarah Bettens (uit Vlaanderen) op in een avondvullende muzikale theatershow. Die dag laten ook Stefan Brijs, Joke van Leeuwen (zie: http://taalschrift.org/reportage/004533.html), Jan Rosseel, Peter Schoenaerts en Tommy Wieringa zien wat Nederland en Vlaanderen literair en/of cultureel in hun mars hebben. Nadere informatie over deze dag, inclusief het programma en een korte beschrijving van de genoemde personen: http://taalunieversum.org/en/cultural_encounters. Extra links:
----- Bibliografie:
Overige literatuur en linksOverige literatuur:
Overige links:
----- De foto’s van het meisje met de vlaggetjes, van het boekomslag en van Nicoline van der Sijs, en de rode streamers met witte tekst erin zijn gemaakt door Ben Salemans. De foto van de poster van het feest ‘Speed dating with the low countries’ (zie Kadertekst 7) komt van de site www.ny400.org. Het kaartje van de Census 2000 in Kadertekst 6 staat o.a. op de website www.valpo.edu/geomet van Valparaiso University (Indiana - VS ). Andere foto's zijn overgenomen van de site flickr.com. ----- |
|