Exclusief: van aarsgewei tot zweefteef!

Reportage
Bert Vermeulen
Luc Daelemans

Zweefteef? Aarsgewei? Dit is het verhaal van het gloednieuwe Woordenboek van het Algemeen Onbeschaafd Nederlands. Ruim 7000 woorden en uitdrukkingen uit de spreektaal van de straat tot in de kroeg en het bordeel. Hier gaan we!

Schrijver Ronald Giphart is er fier op. Hij is opgenomen in het Woordenboek van het Algemeen Onbeschaafd Nederlands. Hij krijgt daarin het gezelschap van Wolkers, Reve, Van Kooten, Campert en vele andere erkende literaire goorlappen. Maar Giphart voelt zich nog om een andere reden trots: de interesse en het plezier in onbetamelijk taalgebruik blijkt namelijk van alle leeftijden te zijn. Getuige daarvan, schrijft hij, was hij op een leesavond in 2011 met de toen 82-jarige schrijver Remco Campert. Voor hun optreden aten ze een hapje in een eetcafé. Naast hun tafeltje zaten twee bevallige studentes aan een soepje.

Het woordenboek staat vol met
woorden die je vrijwel dagelijks hoort,
leest of misschien zelf zegt. Alleen
kun je ze niet altijd zomaar gebruiken.

'Fokking gruwelijk,' hoorden ze een van hen plotseling roepen.

'Echt fokking chill,' vulde de andere aan.

Wat was dat voor soep? Het duurde even tot ze doorhadden dat de meisjes met hun interjecties niets negatiefs hadden gezegd, maar juist uitdrukking gaven aan hun waardering voor het gerecht en de ambiance.

Die avond opende Campert zijn lezing met de constatering dat hij zijn roman Het leven is vurrukkulluk in de huidige tijd waarschijnlijk Het leven is gurruwulluk zou hebben genoemd. Toen de zaal was uitgelachen, zei hij droog: 'Fokking chill.' Waarmee hij voor iedereen aantoonde dat je nooit te oud bent voor onwelvoeglijk taalgenot.

Wie door het Woordenboek van het Algemeen Onbeschaafd Nederlands bladert, treft er vieze woorden aan. Onwelvoeglijk taalgenot naar believen, op elke bladzij. Genieten, zou Remco Campert ongetwijfeld zeggen. Maar anderen zullen het misschien ordinair of vulgair vinden. Maken de auteurs van het woordenboek, Pyter Wagenaar en Heidi Aalbrecht, zich daar zorgen over?

“Een ‘wijf’ was vroeger een gewone volksvrouw”

Pyter Wagenaar: “We hopen wel dat mensen zo reageren, maar het woordenboek is niet per se vulgair of ordinair. Het kan ook verhullend zijn, schertsend, geestig. Of bedoeld om een sfeer van 'ons kent ons' te creëren. Bovendien hangt het af van de persoon en van de context of een woord als plat wordt ervaren. Denk aan woorden die doorgaans een neutrale betekenis hebben, maar beledigend zijn als je er iemand mee omschrijft of aanspreekt, zoals eikel. Het woordenboek staat vol met woorden die je vrijwel dagelijks hoort, leest of misschien zelf zegt. Alleen kun je ze niet altijd zomaar gebruiken, omdat ze niet door iedereen, in elk gezelschap of in elke situatie worden geaccepteerd. Woorden zijn van zichzelf niet vies of beledigend, dat worden ze pas in een bepaalde context.”

U kiest voor Algemeen Onbeschaafd Nederlands (AON) in de titel van uw woordenboek. Een knipoog naar het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Wat is onbeschaafd Nederlands?

Woorden zijn van zichzelf niet vies of
beledigend, dat worden ze pas in een
bepaalde context.

Heidi Aalbrecht: “Dat is taal die je niet altijd zomaar kunt gebruiken, omdat mensen die als plat kunnen ervaren. Veel hangt af van de emoties en associaties die een woord bij iemand oproept. Zo hebt u misschien een afkeer van het woord mokkel, terwijl een ander het juist gebruikt als liefkozende benaming of compliment. Woorden waarvan je twijfelt of je ze openlijk kunt gebruiken, zijn meestal taboewoorden rond seks, uiterlijk, ziekte en dood, maar ook beledigingen, scheldwoorden en verwensingen. En wat ‘onbeschaafd’ is, verandert ook nog eens in de tijd. Woorden die vroeger als plat werden ervaren, zoals meid, worden nu algemeen gebruikt. Het omgekeerde is ook waar, zoals bij wijf: dat was vroeger een gewoon woord voor een vrouw uit het volk.”

Dat zijn al oudere woorden. Kunnen hedendaagse woorden ook plots onbeschaafd worden? Of omgekeerd?

Heidi Aalbrecht: “Zeker. Zo speelt 'politieke correctheid' een belangrijke rol bij (het vermijden van) woorden als neger en gastarbeider. In Vlaanderen was er onlangs een oproep om het woord allochtoon niet meer te gebruiken en in de stad Amsterdam moeten ambtenaren het woord vermijden. Maar de vraag is of dat zin heeft. Beschaafd of onbeschaafd is vooral een kwestie van hoe je een woord ervaart.”

In het woordenboek hebt u ruim 7000 woorden en uitdrukkingen opgenomen. Op basis van welke criteria hebt u die geselecteerd?

Pyter Wagenaar: “Het belangrijkste criterium is dat je de woorden niet in alle gevallen, overal en in alle gezelschappen kunt gebruiken. Daarnaast moeten ze voorkomen in het algemeen Nederlands dat in Nederland, België en Suriname wordt gesproken. Van de jongerentaal, die doorgaans tamelijk kort meegaat, hebben alleen die woorden een plaatsje gekregen die je ook in de media of literatuur tegenkomt. No span bijvoorbeeld komt uit het Sranan en betekent 'maak je niet druk'.  Of peeps voor ‘mensen', afgeleid van people. Bovendien moet het gaan om hedendaagse taal, waarmee we zo ongeveer de laatste vijftig jaar bedoelen. Maar woorden moeten wel ten minste al een aantal jaren in gebruik zijn. En omdat je bijna alles wel als scheldwoord kunt gebruiken, hebben we alleen scheldwoorden en verwensingen opgenomen die een 'reputatie' als belediging hebben, zoals foorwijf en hond.”

Bij rammen staat een citaat van Carmiggelt en een van Wolkers: 'Ik naaide de ene meid na de andere. Ik sleepte ze naar mijn hol en rukte ze de kleren van het lijf en ramde me een ongeluk. Dan werkte ik ze de deur uit na een haastig glas drank.' Vanwaar die keuze voor citaten?

Heidi Aalbrecht: “We wilden vooral het gebruik van trefwoorden illustreren met een bij voorkeur geestige of smeuïge context. De citaten zijn dus niet uitsluitend bedoeld om bewijsplaatsen van woorden te geven, dus om de betekenis wetenschappelijk te onderbouwen. Dit is toch een woordenboek waarin je niet alleen platte woorden of hun betekenissen opzoekt, maar waarin je ook lekker moet kunnen lezen en grasduinen. Met citaten hebben we dat nog aantrekkelijker gemaakt, maar ook met kaderteksten.”

Behalve citaten bevat het woordenboek inderdaad heel wat kaderteksten en thematische verzamelingen.

400 woorden voor het geslachtsdeel

Pyter Wagenaar: “Ja, soms was het ondoenlijk om alle synoniemen bij een trefwoord op te sommen, omdat er veel te veel van zijn – en bij welk synoniem zouden we ze dan moet plaatsen? Denk bijvoorbeeld aan alle woorden voor het mannelijke of vrouwelijke geslachtsdeel. Daarvan hebben we er respectievelijk zo’n 250 en 150 geselecteerd. Genoeg om er thematische verzameling van te maken. Dergelijke verzamelingen staan achteraan in het woordenboek. We ontdekten ook dat er verbanden bestaan tussen synoniemen, en die verbanden hebben we in de vorm van columns beschreven. Dat zijn de kaderteksten. Je leest er bijvoorbeeld welke soorten beeldspraak er ten grondslag liggen aan platte woorden die met dronkenschap te maken hebben.” 

In een televisieprogramma gingen twee bekende Vlamingen aanbellen in Vlaanderen en Nederland met de vraag of ze even mochten poepen. Dat leverde hilarische reacties op, maar in het woordenboek geeft u duidelijk het verschil in betekenis aan in Nederland (zich ontlasten) en in Vlaanderen (neuken). Hoe groot of klein is het verschil in betekenis van woorden?

Pyter Wagenaar: “Heel klein. Vrijwel alle woorden in het AON worden zowel in Nederland als in Vlaanderen in dezelfde betekenis gebruikt. Misschien dat u met poepen een van de weinige onbeschaafde woorden hebt gevonden met een betekenisverschil – en dan is het opmerkelijk dat beide betekenissen plat zijn. Natuurlijk zijn er platte woorden die alleen in Nederland of alleen in Vlaanderen voorkomen, maar die zijn in de minderheid. Een voorbeeld: in Nederland komen woorden als loezen of seut niet voor, en in Vlaanderen zijn woorden als geouwehoer en tochtlat  niet gekend. Aan het verzamelen van de Vlaamse woorden hebben trouwens Vlamingen meegeholpen: zij stuurden ons onbeschaafd Vlaams na een oproep in Vlaamse media.”

Wat waren de reacties toen het woordenboek op de markt kwam? Knipoog en glimlach of zure oprispingen?

Woorden waarvan je twijfelt of je ze
openlijk kunt gebruiken, zijn meestal
taboewoorden rond seks, uiterlijk,
ziekte en dood, maar ook beledigingen,
scheldwoorden en verwensingen.

Heidi Aalbrecht: “We hebben alleen positieve reacties gekregen. Het zou ons ook verbazen als het anders was. Het is een ontzettend leuk en smeuïg woordenboek, waarin je alles te weten komt over taal die de meeste mensen verborgen proberen te houden en waarvan het grootste deel niet in andere woordenboeken te vinden is. En toch is het taal die we allemaal gebruiken, op een of ander moment.”

Heidi Aalbrecht en Pyter Wagenaar, ‘Woordenboek van het Algemeen Onbeschaafd Nederlands, van aarsgewei tot zweefteef.’ Prisma woordenboek. De auteurs zijn lexicograaf en actief bij tekstbureau De Taalwerkplaats in Amsterdam. Ze werkten eerder bij het Instituut voor Nederlandse Lexicologie en bij Van Dale. Zie ook: www.onbeschaafdnederlands.nl. Eerder verscheen van dezelfde auteurs 100 woorden waarmee je intelligent klinkt - BBNC uitgevers - Amersfoort - 2013.


» Vijfmaal absoluut(ON)BESCHAAFD

Hoe ziet een lemma in het woordenboek van onbeschaafd Nederlands eruit? Zoals in een gewoon woordenboek, maar het leest misschien net iets lekkerder. Vijf voorbeelden.

  1. aarsgewei (het, -en) {van aars en gewei} brede, geometrische tatoeage op de onderrug, vooral bij vrouwen; synoniem: trampstamp
  2. negerzweet (het, g.mv.) {naar de huidskleur} koffie
  3. smossen (smoste, h. gesmost) {Vlaams, oorspr. 'met vuil, nat werk bezig zijn, morsen'}tongzoenen□
  4. toiletslaaf (de, -slaven) {van toilet en slaaf1} iemand die zich in een bdsm- of sm-relatie als object laat gebruiken om urine of poep in of op te lozen □ rol
  5. woprelatie (de, -s) {van wop 'wippen, ontbijten, pleite' en relatie) relatie waarbij de partners alleen samenkomen om seks te hebben

Reacties

woordenboek Onbeschaafd Nederlands

Waorom niet? Er zullen altijd gegadigden zijn. Ik zal niet de eerste lezer ervan zijn, maar ik zou het toch graag eens inkijken en dan... als het echt interessant blijkt te zijn, misschien wel aanschaffen.

Onbeschaafd "Vlaams" ???

Verbazingwekkend dat er nog géén reactie op kwam. Ik zal me ertoe beperken te stellen dat deze Ruud zelf niet weet wat Nederlands in zijn totaliteit is en hoe ruim het valt. Hij is hier duidelijk zelf aan het ouwehoeren! Van de pot gerukt !

Algemeen "Onbeschaafd" Nederlands

Ik heb niets tegen slang of onwelvoeglijke woorden. Zelf zal ik ze nooit gebruiken, maar dat is mijn eigen keuze. Ik ben geen moraalridder, maar ik ben ook niet meer zo jong. Ik begrijp geen snars meer van wat jongeren uitkramen, en het interesseert me ook niet meer.

Wat me ergert is dat dit weer eens iets met Vlamingen is. "Algemeen Onbeschaafd Nederlands" roept bij me herinneringen op aan het "ABN", dat Belgen zonodig in de jaren 60 moesten introduceren bij een bevolking die vertaald Frans praatte. "Zeg niet.., zeg wel...!" Vijftig jaar later wordt in Vlaanderen slechter Nederlands gepraat dan ooit tevoren. "Onbeschaafd" klinkt misschien grappig, een knipoog naar die goeie oude tijd, maar die term - zonder "on-" - doet me kotsen. Alle letters van een woord uitspreken ("h" in "het", onbeklemtoond, zoals in de aankondiging "Hhhh-et nieuws!", elke dag op het uur op Vlaamse radiozenders en 's avonds op de televisie; "VlamingeN woneN in huizeN - niet op straat zoals MarokkaneN"); Franse leenwoorden vernederlandsen ("experten eten desserten terwijl ze praten over transferten"); Franse leenwoorden op zijn Nederlands uitspreken (een "dossier" rijmt op "dier"); Engelse leenwoorden idem ("tram", "tank", "caravan", "flat", "plannen", allemaal uitgesproken met de "a" van "kam" of "kat"). Leuk.

"Schrijver Ronald Giphart is er fier op." Nice. "Je bent "trots op iets", of "fier". Ik begin pas te lezen en ik merk al dat dit een Vlaams artikel is. Niet dat Nederlanders zoveel beter zijn. Ze aten een "hapje" aan een "tafeltje" en die studentes zaten aan hun "soepje". We beseffen hier wel dat we klein zijn en weinig te zeggen hebben, maar moeten we daarom al die idiote verkleinwoorden gebruiken?

Ik heb dat bewuste televisieprogramma toevallig gezien (of toch de samenvatting ervan). Twee onnozele Vlamingen gaan aan Belgische villa's aanbellen met de vraag of ze daar even mogen "poepen". Hilarisch! Dit is precies wat het Vlaamse televisiepubliek verwacht. Heel grappig! Iedereen slaat de deur voor hun stomme neus dicht. In Holland - of beter, net over de grens (Sas-van-Gent, Roosendaal, Venlo), denkt een jonge kerel even na, en laat hij hen uiteindelijk maar binnen, omdat ze er wel debiel maar niet gevaarlijk uitzien (een mannetje en een wijfje). Ha, ha, ha! Hoe komisch! Het rare was dat die twee Vlamingen in België plat Antwerps praatten, zoals ze dat gewoon zijn op de VRT, en plots in Nederland Nederlands. "Mogemewij efkens bij u poepen?" in Vlaanderen klinkt wel anders dan "Mogen we even bij u poepen?" in Nederland. Haw, haw, haw! Ik kwam niet meer bij.

Een gespecialiseerd woordenboek als dit is wel leuk, maar niet bepaald iets waar ik naar uitzie. In datzelfde Vlaamse programma over taal had een literatuurgod - ik ben zijn naam vergeten - uit West-Vlaanderen het over een West-Vlaams woord dat volgens hem correct Nederlands moest zijn omdat het in de Van Dale stond. Nee, maar! Dat Vladimir - of hoe hij ook heette - eerst eens weer naar school gaat en daar Nederlands leert. Oeps! Dat kun je niet in België. Je onderwijzers praten zelf geen Nederlands.

Die woorden in dit woordenboek bestaan al vijftig jaar, zoals de makers zeggen. Een "wiprelatie" komt van "wippen, opstaan en wegwezen". Een "bomvrouw" is een "bewust ongehuwde moeder". Zo'n woordenboek zou ik meteen kopen. Maar waarom moeten daar al die Belgische woorden bij kruipen? Zet ze eventueel in een appendix achteraan. Ik ben ervan overtuigd dat ook Belgen "ouwehoeren" zeggen, onder invloed van het "Hollands". Anderzijds - met hun mentaliteit... Misschien ook niet.