Een toneeltekst sterft (bijna) nooit

Reportage
Alexandra De Laet
Gert Swinnen

Wordt er vandaag de dag nog veel toneel geschreven? Zo ja, door wie? En hoe anders is dat dan een roman ter wereld brengen? “Telkens wanneer een toneeltekst gespeeld wordt, krijgt hij een nieuw leven”, antwoordt de Vlaming Stijn Devillé. Hij won de Taalunie Toneelschrijfprijs 2009, voor Peter De Graef en Johan Heldenbergh. Alle drie gunnen ze ons een blik in hun schrijfkamer.

Stijn Devillé: “Ik probeer
geen fouten te maken tegen
het Nederlands. Tenzij ik het echt
nodig vind iets aan
mijn laars te lappen.”

De lichten gaan aan, het doek valt en de voorstelling zit erop. Morgen een ander publiek, misschien zelfs een andere stad. Na afloop blijven hoogstens een programmaboekje, de tekst en misschien wat decor over. Theater is vluchtig, maar dat deert de drie toneelschrijvers niet.

“Misschien heb ik mezelf dat aangeleerd, maar voor mij is dat het mooie aan theater”, zegt Johan Heldenbergh. Peter De Graef nuanceert: “Mensen spreken me vaak aan over een voorstelling die ze soms jaren geleden gezien hebben. Dat theater na de voorstelling ‘weg’ is, is relatief. Soms wordt het mooier dan het geweest is.”

“Een goede tekst blijft inderdaad hangen op een manier dat een film nooit zal kunnen”, zegt ook Heldenbergh, “precies omdat je het niet meer kan toetsen aan de realiteit.” Want terwijl je een film opnieuw kan bekijken op dvd, leeft een toneelvoorstelling alleen voort in je herinnering.

Natuurlijk zijn niet alle stukken even memorabel. Stijn Devillé: “Die vluchtigheid heeft schoonheid, want dat geldt eveneens voor mislukte voorstellingen.” Hij vergelijkt met architectuur: een ‘mislukt’ gebouw herinnert daar nog elke dag aan. Toneel is hier en nu, beklemtoont de schrijver. “Dat is niet zoals een muziekplaat die je opnieuw kan beluisteren of een beeldhouwwerk, maar dat stoort me niet. Zelf heb ik als tekstschrijver nog wel de tekst die overblijft. Die kan een nieuw leven krijgen door een andere opvoering. Dat moet de bedoeling zijn van een toneeltekst: dat hij gespeeld wordt en een nieuw leven krijgt.”

“Als ik schrijf, ben ik onuitstaanbaar”

"Toneel is als muziek: dat lees je niet"Leven krijgt een toneeltekst pas als een acteur - al of niet de schrijver zelf - zich erover ontfermt. “Op dat moment voeg je letterlijk de daad bij het woord”, zegt Devillé. “Dan wordt het plots groepswerk. Want schrijven is toch wel een eenzame bezigheid. Je sluit je op in je schrijfkamer. Na mijn research heb ik een heel zwaar hoofd. Het is als een druipende spons. Maar er is ook de schrik dat je het niet op de gewenste manier weer opgevangen krijgt zodra je begint te schrijven.”

Peter De Graef: “Er zijn mensen
die toneel lezen, die 's avonds
in de zetel zitten met
Shakespeare. Ik kan dat niet.”

“Het gaat erom de werkelijkheid te vatten”, zegt De Graef. “Wij proberen allemaal hetzelfde, slagen daar niet in en dan per ongeluk wel. Soms heb ik het gevoel dat ik alleen maar een radertje ben, de laatste schakel in een reeks knappe koppen achter mij. Ik ben enkel degene die fysiek het pennetje vasthoudt. Je probeert een vorm te vinden voor iets wat je voelt. Met woorden, zodat ertussen te voorschijn komt wat je voelt. We willen zo graag vertellen.”

”Het schone aan taal is proberen het onbenoembare zo dicht mogelijk te benaderen. Dat is het spel. Ik schrijf van a tot z, tot ik vastzit. Dan denk ik een tijdje over na en ben ik weer vertrokken”, vertelt Heldenbergh. “Maar als je vastzit”, zegt De Graef, “ben je slecht gezind?” Het is meer een vaststelling dan een vraag. “Soms wel”, geeft de eerste toe, “maar niet heel erg.” Devillé beaamt evenwel: “Ik ben onuitstaanbaar in de weken van het echte schrijfwerk. Het is dat belachelijke clichébeeld van de getormenteerde schrijver, maar zo gaat het dus.”

“Ook theaterstukken hebben een houdbaarheidsdatum”

Wat dan als zo’n toneeltekst in een lade blijft liggen en nooit wordt gespeeld? “Dan ligt hij te beschimmelen”, reageert De Graef meteen. “Toneel is als muziek: dat lees je niet. Zelfs ik ben daar niet goed in. Er zijn mensen die toneel lezen, die ’s avonds in de zetel zitten met Shakespeare. Ik kan dat niet. Als ik een toneeltekst lees, moet ik me er doorheen zwoegen. Pas bij de vierde of vijfde lezing wil een tekst zich prijsgeven. Toneel is weerbarstig.”

Heldenbergh zegt nog dat er meestal wel een reden is waarom een tekst de planken niet haalt. ”Meestal heb ik het zelf gemaakt en is het niet goed genoeg. Soms wordt een toneelstuk niet gespeeld wegens het tijdsgewricht waarin het thema zich afspeelt. Zo werden Dario Fo en Shakespeare in de jaren tachtig overal gespeeld. Nu zie je dat niet meer, maar waarschijnlijk komt er over vijf jaar weer een Shakespeare-‘boom’. Andersom zijn er theaterstukken met een houdbaarheidsdatum, die je niet meer kan opvoeren omdat de context veranderd is.”

“Ik schrijf altijd met mezelf in het achterhoofd”

Devillé’s bekroonde tekst is uitgevoerd door andere acteurs. De andere twee hebben zelf geacteerd: Heldenbergh samen met coauteur Mieke Dobbels en De Graef met een monoloog. Terwijl De Graef droomt van enkel nog schrijven, schrijft Heldenbergh om op de planken te kunnen staan.

Johan Heldenbergh: “Ik schrijf
van a tot z, tot ik vastzit.”

“Ik ben geen schrijver”, zegt hij daarover. “Schrijven is voor mij een techniek om een voorstelling te maken. Ik heb ‘goesting’ om dingen te maken en een voorliefde voor monologen. Ik schrijf altijd met mezelf in het achterhoofd. Ik speel alle rollen terwijl ik schrijf.” De Graef daarentegen zegt dat hij blijft ijveren voor een ‘shelter’. “Maar ik ver–wortel nergens. Ik zou niets liever hebben dan een pool acteurs om voor te schrijven. Ik vind mezelf niet zo geweldig op toneel.” Devillé heeft dan weer gekozen voor schrijven en regisseren, eerder dan acteren. “Ik vind mezelf een betere schrijver/regisseur dan acteur”, zegt hij daarover.

“Soms gebruik ik een Vlaams woord, dat klinkt plastischer”

Alle drie kaarten ze de wisselwerking met andere acteurs aan, en hun ergernis wanneer die suggereren de tekst aan te passen. “Ik luister wel naar hun opmerkingen maar probeer toch altijd langzaam terug te keren naar het origineel”, zegt Heldenbergh. Ook De Graef benadrukt dat hij – in tegenstelling tot wanneer hij voor zichzelf schrijft – de tekst in een zo definitief mogelijke vorm giet vooraleer hij hem aan een acteur voorlegt.

"Ik gebruik woorden als 'crapuul'"Elk woord is daarbij van belang. Devillé: “Ik kan het absoluut niet verdragen als een speler zomaar een synoniem gebruikt. Want wellicht heb ik dat woord tijdens het schrijven in overweging genomen en toch niet gekozen. Omwille van de klankkleur, het register of de ritmiek: die bepalen de melodie van een zin. Als schrijver én regisseur ben je voor de spelers heel aanspreekbaar. Dan moet je echt grenzen trekken. Daarom probeer ik meestal met een volledig afgewerkte tekst naar de spelers te gaan. Al doen ze met hun frisse blik geregeld suggesties die me aan het denken zetten.”

Bij dat schrijven hanteren ze elk het taalgebruik dat hen het meest aanspreekt. “Ik schrijf in mijn eigen taal”, zegt Heldenbergh daarover. “Ik schrijf zoals ik weet dat ik het ga uitspreken. Ik wil de luisteraar poëzie bieden. Ik gebruik woorden als ‘crapuul’, Gents dialect en veel Franse werkwoorden. Ik zal sneller ‘reclameren’ schrijven dan ‘onder de voeten geven’. Zoiets geeft personages kleur en daar hou ik van. Ik kan geen Algemeen Nederlands spreken. Ik heb daarvoor zelfs een jaar moeten overzitten. Daarna heb ik beloofd dat ik nooit nog met de ‘r’ zou spreken. Dat heeft me al veel ruzie opgeleverd met producten en regisseurs, maar ik doe het niet.”

Ook Devillé heeft het over “zijn taal” maar die ziet er anders uit: “Ik probeer in principe algemeen Nederlands te schrijven. Ik schrijf wel in de ge/gij-vorm, omdat dat mijn taal is. Maar ik probeer zeker geen fouten te maken tegen het Nederlands. Tenzij ik het echt nodig vind iets aan mijn laars te lappen. Omdat het wringt, of omdat ik het niet mooi vind. Bijvoorbeeld ‘wanneer’ in een tijdsbepaling. Dat wordt bij mij ‘als je aan de beurt komt’ eerder dan ‘wanneer je aan de beurt komt’. Die ‘wanneer’ is me te formeel: dat genereert een betekenis die niet in zo’n gesproken zin zit. Soms gebruik ik een Vlaams woord omdat ik dat plastischer vind. Zo heb ik ‘doodgenepen’ geschreven in plaats van ‘doodgeknepen’. Als je schrijft, ben je je bewust van ieder woord.”

“Een volle zaal geeft een goed gevoel”

Voor wie schrijven ze eigenlijk? In de eerste plaats voor zichzelf? Heldenbergh ontkent: “Als er geen publiek was, zou het werk totaal nutteloos zijn. Publiek is het belangrijkste. Een volle zaal geeft een goed gevoel. Ik schrijf zeker niet om te behagen of louter gezellig te zijn. Maar ik hou wel rekening met het publiek en hoop dat de mensen komen kijken. Ik heb geen zin om voor drie man en een paardenkop te spelen. Iets kan goed zijn en commercieel tegelijk. Het gaat er net om ‘gewone’ mensen in de zalen te krijgen.”

"Het is toch een beetje toverij"“Het is toch een beetje toverij”, zegt De Graef nog. Heldenbergh knikt: “Soms werkt het op een niveau dat je niet voorziet.” Maar of je aan een winnend stuk schrijft, weet je niet, zeggen ze. “Je doet je best en dan houdt het op”, vat De Graef samen. “Het is als kinderen grootbrengen. Een tekst gaat een eigen leven leiden. Als je klaar bent, neemt het lot over. Dat heb je er totaal geen vat meer op.”

“Wat je vooraf wel heel goed weet, is wanneer er iets niet snor zit”, vult Heldenbergh aan. “Andersom zijn er ook dingen waarop ik de rest van mijn leven trots blijf, ongeacht wat mensen ervan vinden. Hoe het publiek zal reageren, weet je pas bij de eerste try-out. Dan merk je of de mayonaise ‘pakt’ en je verhaal werkt of niet.”

 


» Kadertekst 1: 65 inzendingen, één prijs

Linde van den Bosch, secretaris van de Nederlandse Taalunie, overhandigt de Taalunie Toneelschrijfprijs 2009 aan Stijn Devillé.

Stijn Devillé wint met Hitler is dood de Taalunie Toneelschrijfprijs 2009 en het prijzengeld van 10.000 euro. Johan Heldenbergh en Mieke Dobbels gingen voor The Broken Circle Breakdown featuring The Cover-ups of Alabama aan de haal met de prijs van de studenten.

Hitler is dood is een productie van het muziektheatergezelschap Braakland/ZheBilding en theatergezelschap ’t Arsenaal. Het speelt zich af in het stukgeschoten Berlijn van 1945 en verwijst naar het proces van Neurenberg.

“Het is knap hoe Devillé op basis van intensief bronnenonderzoek een helder en toegankelijk stuk heeft weten te schrijven, dat historisch inzicht geeft in een van de belangrijkste processen van de 20ste eeuw en vraagtekens zet bij het zwart-witdenken”, aldus de jury. “Het stuk kan de kijker onbehaaglijk maken, maar het is noodzakelijk theater dat ons geïmponeerd en geraakt heeft.”

Peter De Graef was genomineerd met zijn monoloog Zoals de dingen gaan…. Johan Heldenbergh en Mieke Dobbels dongen mee naar de prijs met The Broken Circle Breakdown featuring The Cover-ups of Alabama. Hun theatertekst droeg de voorkeur weg van de studenten van de theateropleidingen aan de Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent en Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Zij brachten dit jaar voor het eerst hun stem uit over de genomineerde teksten.

Met de Toneelschrijfprijs wil de Nederlandse Taalunie de Nederlandstalige toneelschrijfkunst en de opvoering van Nederlandstalig toneel stimuleren. De prijs bekroont de schrijver(s) van een oorspronkelijk Nederlandstalig toneelstuk dat in het voorafgaande seizoen voor het eerst is opgevoerd.

De Taalunie Toneelschrijfprijs wordt jaarlijks uitgereikt, afwisselend in Nederland en Vlaanderen. Dit jaar vond de prijsuitreiking plaats in het Antwerpse stadhuis. Er waren meer dan 65 teksten ingezonden. De Nederlands-Vlaamse jury bestond uit dramaturg en redacteur Cecile Brommer, actrice Chris Thys en regisseur Erik Whien.

Taalunie Toneelschrijfprijs: http://taalunieversum.org/literatuur/taalunie_toneelschrijfprijs

» Kadertekst 2: “Mijn stuk is een monster”

Stijn Devillé, Johan Heldenbergh en Peter De Graef vormen samen het podium van de Taalunie Toneelschrijfprijs 2009. Devillé won met Hitler is dood. “Ik had het niet verwacht”, zegt hij, “want het stuk is een monster.”

Stijn Devillé was in de wolken met de bekroning van Hitler is dood. Hij zei blij te zijn dat de jury geraakt was door zijn theatertekst en dat de Toneelschrijfprijs hem ‘goesting’ geeft om opnieuw te schrijven”. “De Toneelschrijfprijs winnen is een heel fijn fenomeen”, zegt hij nog. “Ik ben vooral aangenaam verrast door wat het teweegbrengt. Plots is daar die appreciatie. Ik krijg veel reacties uit onverwachte hoek.”

Devillé looft ook de jury: “Het doet deugd dat ze niet alleen de intellectuele maar ook de emotionele kant zien. Een collega heeft over mijn werk ooit geschreven dat het ‘morele ontroering’ bracht. Dat is precies wat ik probeer te doen door iets wat op het eerste zich intellectueel werk lijkt.” Nochtans schatte hij zijn kansen niet hoog in: “Het stuk is een monster: het duurt bijna drie uur, het is taai om te lezen, de vraagstelling veronderstelt nog wel wat intellectueel werk over verantwoordelijkheid en over ethische en morele problemen, er zijn heel veel personages... De thematiek en de problemen erin boeien natuurlijk wel. Ik vermoedde daarom dat de jury het een nominatie waard had gevonden, maar niet meer dan dat.”

Mogelijk volgt in 2011 een nieuwe tournee. “Ik heb het gevoel dat ik hiermee nog niet uitverteld ben en dat mensen het ook nog wel willen horen”, besluit Devillé.

Johan Heldenbergh over de Taalunie Toneelschrijfprijs Studentenprijs:

Johan Heldenbergh en Mieke Dobbels waren zeer blij toen ze hoorden dat de studenten hun werk hadden uitgeroepen tot winnaar van de studentenprijs. “Super” noemde Heldenbergh het en ook Dobbels was enthousiast.

“Dat we de jeugd en een bende aankomende schrijvers kunnen bekoren, zegt toch echt wel iets”, meent Heldenbergh. “Ik ben heel verbaasd en heel blij. Onze avond kon al niet meer stuk toen we dat hoorden.”

“Ik had me al jaren neergelegd bij het feit dat ik nooit een prijs zou winnen”, zegt hij nog. “Het is al moeilijk genoeg om voorstellingen te maken zonder compromis. Bij The Broken Circle Breakdown featuring The Cover-ups of Alabama is dat gelukt. Ik ben apetrots op die voorstelling. Genomineerd zijn voor de Toneelschrijfprijs is in dat opzicht bijzaak, maar het is wel zéér fijn. Ik was echt geschrokken toen ik het hoorde. Ik beschouw mezelf niet als een schrijver. Ik schrijf om voorstellingen te kunnen maken. En plots sta je dan tussen mensen die je zelf wel als schrijver beschouwt…”

Peter De Graef over zijn nominatie voor de Taalunie Toneelschrijfprijs:

“Ik heb vroeger heel wat prijzen gekregen”, brengt Peter De Graef in herinnering. Hij is al jaren een bekende naam in Vlaanderen en Nederland. “Ik moet dat dan ook relativeren. Maar de jaren na die bekroningen doe je uiteraard voort. Je hebt het gevoel dat je groeit en beter bent geworden, maar men reageert daar niet meer op. Daarom was ik deze keer zo blij en verrast. Omdat de nominatie voor Zoals de dingen gaan… me het gevoel gaf nog eens te worden opgemerkt.”

“Je schrijft niet met een trofee in het achterhoofd”, zegt De Graef nog. “Het is een spin-off van je werk. Het is al moeilijk genoeg om een goed stuk te maken. Je bent al reuzeblij als een stuk een beetje beantwoordt aan wat je voor ogen had. Dan hoop je nog dat de mensen komen kijken. En als je dan genomineerd bent voor een prijs, is dat helemaal prachtig.”

» Kadertekst 3: De onzichtbare hand van de dramaturg

“In een theatervoorstelling is de concrete bijdrage van de dramaturg misschien wel het meest onzichtbaar van alle artistieke medewerkers.” Het is een uitspraak van Jeroen Versteele, dramaturg bij NTGent en de acteursgroep Wunderbaum die zijn uitvalsbasis heeft in Rotterdam.

Volgens de woordenboeken is een dramaturg degene die theaterspel bestudeert en beschrijft en die kennis en ervaring vervolgens toepast bij het maken van een toneelspel. De dramaturg begeleidt een toneelgroep, adviseert over de keuze van toneelstukken of over de manier waarop ze moeten worden opgevoerd. Zijn precieze rol varieert naargelang de invulling die elke dramaturg daar persoonlijk aan geeft, zijn positie in een gezelschap en de relatie met de regisseur en de acteurs.

De rol van een dramaturg is afhankelijk van het project dat wordt opgezet en de plaats waar hij werkt, zegt Versteele nog. Zo zette hij voor Wunderbaum een voorstelling op met auteur Annelies Verbeeke die met ‘Rail Gourmet’ een tekst heeft uitgewerkt voor het gezelschap. “Ik ben met haar gaan praten en heb de evolutie van de tekst van nabij gevolgd”, zegt hij daarover. “Die is ontstaan in samenwerking met Wunderbaum, op een heel intense manier. Samen met de acteurs heb ik met de schrijfster gepraat: over stijl, concept, personages… Het is de eerste keer dat we zo werken.”

Bij het NT Gent gaat het er wat anders aan toe, vertelt Versteele. Het project bepaalt het schrijfproces. Versteele: “Soms zoek je een auteur op basis van een idee voor een voorstelling. Soms verloopt de samenwerking met een auteur op initiatief van de regisseur. Soms maken we zelf een bewerking van een roman of een tekst.”

“Zelf beschrijf ik mijn activiteiten bij NTGent en Wunderbaum graag als die van een ‘redacteur’: iemand die bezig is met inhoudelijke keuzes op lange en korte termijn, vergelijkbaar met die van medewerkers aan televisieprogramma's of literaire uitgeverijen”, liet Versteele eerder optekenen. “Welk materiaal is boeiend om te ensceneren, hoe help je voor elk project een groep artistieke medewerkers samen te stellen die juist aanvoelt, hoe bewerk je het bronmateriaal tot stof waarmee die groep kan werken, hoe geef je feedback op repetities en hoe omkaderen en communiceer je de uiteindelijke voorstelling?”

http://www.ntgent.be
http://www.wunderbaum.nl

-----

Links

» Taalunie Toneelschrijfprijs: http://taalunieversum.org/literatuur/taalunie_toneelschrijfprijs/
» Schrijverspodium met blog over Toneelschrijfprijs: http://www.schrijverspodium.be/blog/p/categorie/taalunie-toneelschrijfprijs
» Braakland/ZheBilding en ‘t Arsenaal (Stijn Devillé e.a.): http://www.braakland.be, http://www.tarsenaal.be
» Hitler is dood: http://www.braakland.be/bzb0607/content/view/134/119/, http://www.tarsenaal.be/documents/seizoen-0910/hitler/hitler-inhoud.xml?lang=nl
» Compagnie Cecilia (Johan Heldenbergh e.a.): http://www.compagnie-cecilia.be/
» The Broken Circle Breakdown featuring The Cover-ups of Alabama: http://www.compagnie-cecilia.be/producties.php?ID=10
» Dwama (Peter De Graef): http://www.dwama.be
» Zoals de dingen gaan: http://www.dwama.be/index.php?option=com_content&task=view&id=140&Itemid=88888894
» LIRA theaterteksten: http://www.liratheaterteksten.nl
» ‘Wat is dat, dramaturgie?’ (door Jeroen Versteele, met een recensie van ‘Een voortdurend gesprek. De dialoog van de theaterdramaturg’ door Bart Dieho): http://dramagent.be/dramaturgie/