“In een andere taal klinkt een vloek altijd minder erg”

Reportage
Jan T'Sas

“In een andere taal klinkt een vloek altijd minder erg”

De docenten in Zeist worden aangeworven op basis van hun ervaring in onderwijs Nederlands als vreemde  taal . Een van hen is Michel Dingenouts. Al 24 jaar woont hij op een appartement in Milaan. Hij geeft er les aan de universiteit. Sinds twee jaar is hij betrokken bij de zomercursus. Zijn stokpaardje? De taal van vloeken onder meer.

Elke docent in de Zomercursus heeft zijn eigen specialiteit. Wat is de jouwe?

Michel: “Als je in Indonesië een meisje ten huwelijk vraagt
en de familie schotelt je een banaan met thee voor,
dan betekent dit dat het huwelijk niet doorgaat.
Zo’n dingen kom ik enkel hier te weten.”

Michel Dingenouts“Ik heb zoals elke docent een eigen groep waar ik ’s morgens les aan geef, maar daarnaast geef ik keuzevakken die vooral te maken hebben met cultuurverschillen en hoe je die via taal al of niet aanvoelt. Het leukste voorbeeld daarvan is vloeken. Iedereen vindt vloeken in een andere taal minder erg klinken dan in zijn eigen taal. Het duurt jaren voor je de onderliggende emotie correct kunt inschatten. Zelfs na 24 jaar wonen in Italië flap ik er nog wel eens een Italiaanse vloek tussen waarvan mensen opkijken: ‘Hè, wat zegt hij nou?’”

Wat is het verschil tussen Nederlands geven tijdens de zomercursus en Nederlands geven in Milaan?

Michel Dingenouts: “Hier heb je meer diverse nationaliteiten. Ik leer hier ook heel veel uit de input die de cursisten geven. Toen de Spanjaarden voor de wedstrijd Manchester United-Barcelona dure tickets in de zon kregen, waren ze beledigd. Zoiets doe je in hun land toch niet! Als je in Indonesië een meisje ten huwelijk vraagt en de familie schotelt je een banaan met thee voor, dan betekent dit dat het huwelijk niet doorgaat… Kijk, die dingen leer ik niet Milaan.”

Hoe is het niveau van de cursisten?

Michel Dingenouts: “Ik geef les aan het de hoogste groep, dan is het niveau sowieso goed. Wel heb ik de indruk dat het vorig jaar hoger lag, maar goed. We hebben dit jaar veel meer cursisten op gemiddeld niveau. Een andere vaststelling is dat er dit jaar heel veel culturele belangstelling is; ze komen niet alleen voor de gezelligheid.”

Wat is volgens jou de meerwaarde van de zomercursus?

Michel Dingenouts: “Deze manier om taal en cultuur aan te bieden is volgens mij echt uniek. Grote instellingen zoals het Goethe Instituut of The British Council hebben dat merkwaardig genoeg niet in hun programma staan. De waardering voor de zomercursus is sterk, ik hoor dat ook persoonlijk van mijn eigen studenten. Ten slotte is er de variëteit van activiteiten. Je ziet cursisten scrabble spelen, schaken, er is een tafeltennistoernooi… Dat brengt veel informeel leren met zich mee en dat zie je in Italië niet. Elke docent speelt trouwens taalpolitie. We letten er allemaal op dat er alleen Nederlands wordt gesproken. We doen sowieso ons best om de nationaliteiten uit elkaar te houden, maar toch.”

Dit interview hoort bij:
Veel buitenlanders leren Nederlands