Woorden stigmatiseren geen mensen, ménsen stigmatiseren mensen

Column
Tom Naegels

Het vervelende aan multiculturaliteit is dat je er niet over kunt praten. Dat klinkt ironisch maar toch is het zo: letterlijk ieder woord dat met het onderwerp te maken heeft, schiet tekort. U moet er eens op letten hoe vaak mensen gaan grimassen als ze het erover hebben – of verontschuldigend grijnzen, of met de schouders dansen, of aanhalingstekens plaatsen met hun vingers rond een tekstballon: ‘Ik gebruik dit woord nu wel, maar we weten allemaal dat ik dat doe in de betekenis van “de zogenaamde X, een term waar wij allen het problematische van inzien”.’

Neem ‘allochtoon’. Niemand weet wat dat woord betekent, niemand. Iedereen dénkt dat-ie het weet, waardoor iedereen er zomaar wat op los praat. Een Griek is geen allochtoon, dat is zeker, maar is een Rus er één? Een Chileen? Een Congolees? Mij komt dat gek over, omdat ik de term haast exclusief associeer met Vlamingen van Turkse of Marokkaanse origine (VTMO). Maar dan nog: een VTMO die gestudeerd heeft aan de ModeAcademie, die eruitziet alsof hij gestudeerd heeft aan de ModeAcademie en die praat alsof ie gestudeerd heeft aan de ModeAcademie – is dat een allochtoon? Mij komt dat opnieuw gek over, omdat ik de term associeer met te korte sportbroekjes, een op de kruin balancerend petje, een bepaald accent, een zekere attitude op zijn Engels, een laag opleidingsniveau en, uiteraard, met de islam. Die associatie is zo sterk dat ik een van geboorte volkomen autochtone Vlaamse vrouw, die zich als volwassene tot de islam had bekeerd en sindsdien een hoofddoek droeg, onlangs nog ‘allochtone’ noemde. Dat was schrikken. Ook voor mij.

Zou ‘allochtoon’ dan eigenlijk, niet in de woordenboekdefinitie maar in de praatpraktijk van alledag, een woord kunnen zijn dat verwijst naar een bepaalde stijl? Naar een subcultuur, meer dan naar een afkomst? Iets als ‘gabber’, ‘goth’ of ‘punk’? Of is het een listiger woord, een woord als een fuik, dat eerst ruimhartig, schijnbaar neutraal alle Vlamingen met buitenlandse achtergrond omvat, om ze vervolgens, dieper in de fuik, toch nog te herleiden tot het cliché van het bontkraagje?

Da’s nu één voorbeeld, maar alle woorden uit het veld kampen met hetzelfde probleem. Het zijn er ook zulke abstracte! ‘Diversiteit’, ‘pluralisme’, ‘integratie’, ‘inburgering’, ‘islamofobie’, ‘racisme’, ‘tolerantie’, ‘onze vrijheden’ of ‘de islam’: stuk voor stuk lijken ze uit graniet gehouwen, maar observeer hoe ze in de praktijk van een doorsnee debatje ingezet worden, en ze dekken zoveel ladingen dat een mens zich gaat afvragen of we, signifiant en signifié nog aan toe, niet net zo goed het woord ‘tafel’ kunnen gebruiken voor ‘moslim’ en ‘het behang’ voor ‘onze beschaving’? ‘Die tafels moeten zich aanpassen aan ons behang!’ Het klinkt meteen een pak concreter.

Een en ander zorgt ervoor dat velen de woorden zouden willen afschaffen. Ook al omdat ze een realiteit in stand lijken te houden die men het liefst ziet verdwijnen. Praten over allochtonen creëert allochtonen, één solide categorie mensen die er niet bij hoort – terwijl iedereen met ogen in zijn kop toch ziet dat die niet bestaat?

Ik begrijp dat streven, ik begrijp het heel goed. Ook ik loop soms razend op tegen de muren van mijn taal. Maar elke taalkundige weet waar zo’n streven toe leidt: een betekenisinflatie waardoor telkens mooiere neologismen worden gemunt, die almaar sneller dezelfde negatieve betekenis opzuigen. Om de wapenlobby te parafraseren: woorden stigmatiseren geen mensen. Ménsen stigmatiseren mensen.

Reacties

In het leven en in de taal zijn nuances alles.

Ik ben het helemaal eens met de uitspraken van meneer Naegels in bovenstaande column. Het wordt inderdaad alsmaar moeilijker om bepaalde concepten concreet te definiëren maar moeten we daarom de schuld doorschuiven naar de Nederlandse taal? Taal is een organisch medium dat voortdurend aan verandering onderhevig is. We zouden die kwaliteit teniet doen, mochten we telkens woorden afschaffen omwille van hun negatieve(re) bijklank.Ik wil de waarheid van meneer Naegels’ woorden bevestigen aan de hand van het communicatiemodel van Jakobson. De woorden “allochtoon, racisme en integratie” kunnen puur semantisch geïnterpreteerd worden en de boodschap beperkt zich dan tot de denotaties die we in woordenboeken vinden. De conotatie van woorden daarentegen baseert zich vooral op niveaus die door de maatschappij en de cultuur bepaald worden, zoals waardering en perceptie. De taal drukt uit wat er in onze maatschappij leeft en we moeten derhalve onze waarden en normen veranderen vooraleer we bepaalde woorden kunnen veranderen en/of schrappen. Mochten we allemaal wat meer respect tonen en openstaan voor andere culturen, dan kunnen we die onbestaande realiteit van soorten en etiketten afschaffen. Leer mensen niet hoe ze elkaar moeten stigmatiseren maar leer mensen hoe ze elkaar moeten stimuleren. Leer mensen niet hoe ze nuances moeten beklemtonen maar leer mensen hoe ze ermee moeten omgaan. Het is zoals Louis Couperus ooit zei: “In het leven en in de taal zijn nuances alles”. – Ilse Deceuninck -

Bron: http://www.citaten.net/search.asp?search=taal&page=2

Het klopt dat het de mensen

Het klopt dat het de mensen zijn die elkaar stigmatiseren, woorden is de code die mensen gebruiken om zijn boodschap om te zetten.

Ik had nooit eerder stilgestaan bij het woord ‘allochtoon’ maar uw omschrijving klopt helemaal, ik gebruik het ook op die manier en bij een Griek of een Spanjaard zal ik nooit aan het woord allochtoon denken, maar gewoon aan ‘een buitenlander’. Het is opmerkelijk dat het woord allochtoon een negatieve bijklank heeft gekregen de laatste jaren. De oorzaak hiervan kan de inburgering zijn van vele Oost-Europese families en mensen uit Midden-Afrika.

Over de andere voorbeelden ben ik het niet eens met u. Deze woorden worden meer en meer gebruikt in de alledaagse samenleving waarbij de mensen wel degelijk weten over wat ze praten. Ik denk dat je het fenomeen gaat veralgemenen waar dit niet nodig is.
Het idee van woorden af te schaffen vind ik eerder absurd. Woorden die reeds ingeburgerd zijn, zullen de mensen blijven gebruiken. Je kunt niet zeggen van de ene dag op de andere: ‘Je mag dit woord niet meer gebruiken omdat het een negatieve betekenis heeft dezer dagen.’ De mensen sensibiliseren over het gebruik van het woord en zijn definitie lijkt me nuttiger. Door dit de doen gaan de mensen nadenken over deze woorden en ze pas gebruiken in een gepaste situatie. Ik denk dat het onze taak is, als leerkrachten, om jongeren wakker te maken over dit fenomeen en ze te waarschuwen over de woorden die een pejoratief aan het worden zijn.

Allochtoon: voor mij buitenlander, voor jou Marokkaan

Ik vind het woord ‘allochtoon’ helemaal niet denigrerend klinken. Jammer dat ik het zelf nooit gebruik, want ik vind het wel een mooi woord. Zoals ik al zei, gebruik ik het woord niet en wel om die reden dat ik geen situatie kan bedenken waarin ik mezelf het woord ‘allochtoon’ hoor gebruiken. Het woordenboek wist mij te zeggen dat dit de oorspronkelijke betekenis is van het woord ‘allochtoon’: ‘iemand die geboren is in het buitenland of buitenlandse ouders heeft’, maar dan vond ik tussen haakjes de volgende zin: ‘het woord wordt meestal gebruikt voor mensen met een Turkse of Marokkaanse afkomst’. Ik stel mezelf nu de vraag waarom we dit woord inderdaad niet (meer) gebruiken voor bijvoorbeeld Russische mensen die hier komen wonen zijn. Waarschijnlijk valt het woord ‘allochtoon’ samen met de vooroordelen die zorgen voor het verzieken van de maatschappij. Zo komen we bij een ander woord terecht, namelijk ‘racisme’. Wat is racisme precies? Ik wist het niet, dus ik zocht het op in een woordenboek. Racisme is discriminatie om iemands ras, de opvatting dat je eigen ras beter is dan een ander. Wat verstaat men dan onder ras? Volgens het woordenboek is een ras een groep waarin mensen op basis van verschillende eigenschappen verdeeld worden. Maar ik vind dat je mensen in duizenden verschillende groepen kan indelen op basis van eigenschappen.
Woorden zoals allochtoon, racisme … worden onduidelijk omdat de betekenis doorheen de tijd veranderd is. Ik geef er mijn eigen betekenis aan en ik durf te wedden dat vrienden, collega’s… van mij nog andere betekenissen geven aan deze woorden. Het zijn wij, mensen, die de inhoud van woorden veranderen en we durven ze veel sneller een negatieve bijklank geven. Ik vind het jammer dat onze (negatieve) betekenis opgenomen wordt in een woordenboek, zoals de zin die ik tussen haakjes vond bij het woord ‘allochtoon’.
De woorden afschaffen wordt een ander probleem. Mensen hebben deze woorden nodig om hen over zaken als racisme te laten discussiëren. Andere woorden lossen het probleem niet op, mensen hebben gewoon nood aan woorden die ze een negatieve bijklank kunnen geven. Het kan hen helpen om gevoelens te uiten en meningen te ondersteunen. Voor mij is het zeker: het zijn de mensen die mensen stigmatiseren, maar daarom ga ik nog niet akkoord met de negatieve bijklanken die mensen aan woorden geven.

Alles staat of valt met het referentiekader van communicatie

Zoals ‘allochtoon’ zijn er inderdaad meer woorden die door de maatschappij verschillend worden geïnterpreteerd. Is het al zover geraakt dat wanneer we een woord gebruiken, er de betekenis bij moeten zeggen!? Als er zoveel verschillende betekenissen worden gegeven aan een en hetzelfde woord, ja, dan zijn er woorden te kort in onze, toch rijke en mooie Nederlandse taal.

Spraakverwarring is er echter niet alleen wanneer mensen abstracte begrippen gebruiken zoals in het artikel vermeld, maar ook gewoon wanneer mensen zich proberen uit te drukken. Ook dan zijn er vaak woorden tekort om te zeggen hoe je je voelt of om te zeggen wat je bedoelt.
Zo sprak ik vorige week met een vriendin over een ruzie tussen een gemeenschappelijk koppel vrienden. Ze sprak over wat ze van de hele situatie vond, maar kon niet uit haar woorden geraken en zei: “Je begrijpt wel wat ik bedoel.”. Ik begreep wat ze bedoelde omdat we dezelfde normen en waarden hebben omdat we met elkaar zijn opgegroeid.
Gisteren kwam ik per toeval iemand tegen die het ruziënde koppel ook kent en daar een andere mening over had. Normaalgezien kan ik me heel goed inleven in de gedachten van iemand anders, maar toen deze persoon zei: “Je snapt wel wat ik bedoel.”, toen ze de juiste woorden niet vond om zich uit te drukken, begreep ik het totaal niet.

De Groningse hoogleraar communicatie Gisela Redeker hanteert de volgende definitie van communicatie die in mijn ogen heel juist is: “Communicatie is het scheppen van gemeenschappelijke betekenis.”. (http://www.communicatiemodel.nl, geraadpleegd op 8 april 2011) Dit gaat dus niet over de woorden die we tegen elkaar zeggen, maar over hoe we die woorden interpreteren.

Naar mijn idee heeft dit alles te maken met de manier waarop ieder op zijn eigen manier informatie verwerkt. Daar speelt de achtergrond (multiculturaliteit!) van een persoon natuurlijk een grote rol. Dit bepaalt de normen en waarden en hoe een persoon tegen bepaalde situaties aankijkt.

Dit ‘referentiekader’ verklaart waarom ik mijn vriendin wel begreep en een vreemde persoon niet. Deze uitleg toont ook waarom woorden te kort schieten en er af en toe wat meer verduidelijking moet worden gegeven.

Mensen stigmatiseren mensen

Ik ga akkoord met de reactie van B. Mouton. Als ik persoonlijk het woord allochtoon hoor, vormt er zich een beeld in mijn hoofd dat verscheidene mensen zullen hebben. Nochtans klopt dit niet, want volgens de woordenboekverklaring, die hierboven al aangehaald is, is een Nederlander of een Fransman ook een allochtoon. Qua uiterlijk lijken zij natuurlijk op ons, maar dat maakt hen theoretisch niet minder allochtoon.

Jammer genoeg zit dit bij vele mensen verkeerd in hun hoofd. Denk maar aan een opsporingsbericht van de politie, als men daar vermeldt dat de dader een allochtoon is, zullen niet veel mensen een Fransman voor de geest halen. Vaak worden verscheidene termen ook negatief gebruikt, zoals de term allochtoon of integratie. Het is echter moeilijk om dit beeld uit mensen hun hoofden te doen verdwijnen.
Ik ben niet akkoord met het deel dat de term allochtoon als een subcultuur aanschouwd zou moeten worden. Een subcultuur ontstaat volgens mij door een groep mensen die uit de massa springen en hun eigenheid ten toon stellen waar vervolgens een benaming aan gegeven wordt. Ik vind niet omdat vele mensen een verkeerd beeld bij de term allochtoon verkrijgen, dat de term daarom uitgeroepen moet worden tot een subcultuur. Het zou beter zijn om eens duidelijk de puntjes op de i te zetten omtrent de begrippen waar mensen onmiddellijk een bepaald beeld bij vormen.

Ten slotte kan het misschien helpen om de termen in positieve berichten in de media te laten opduiken, zo kan men de negatieve bijklank misschien deels laten verdwijnen. Volgens mij kunnen de media een belangrijke rol spelen in het weghelpen van de welbepaalde beelden.

Het vinden van de juiste woorden

Ik ben het volledig eens met uw stelling dat woorden geen mensen stigmatiseren, maar dat mensen dat doen. Toch ben ik het niet eens met alles wat u zegt.

Enerzijds ben ik het niet eens met uw mening dat men niet over multiculturaliteit kan praten. Er is inderdaad een probleem met het vinden van de correcte woordenschat, maar er wordt wel over het onderwerp gepraat. Het feit dat er een probleem is, bewijst dit. Er wordt niets verzwegen, multiculturaliteit is geen taboe. We hebben alleen een probleem met het vinden van de juiste woorden, en als er discussies ontstaan op het vlak van semantiek en lexicon, is dat absoluut geen probleem voor mij want de boodschap komt wel over. Natuurlijk gaan woordenschat en communicatie hand in hand, laat daar geen twijfel over bestaan, maar als de boodschap overkomt is het doel van de communicatie bereikt, en dat vind ik het belangrijkste in discussies rond multiculturaliteit.

Anderzijds ben ik het er wel eens met uw stelling dat vele abstracte woorden vaak fout ingevuld worden door mensen die de juiste betekenis van het woord niet kennen. Als mensen geen gepast woord vinden voor wat ze willen zeggen, dan gebruiken ze het woord dat het dichtst bij de betekenis van het bedoelde woord ligt. Ik ben ook overtuigd dat deze abstracte woorden niet afgeschaft moeten worden. Andere woorden zouden inderdaad de plaats innemen, en de (negatieve) connotaties zouden blijven. Laat binnen een begrip ruimte voor verschillende betekenissen en vertrouw op de context en verduidelijking van de spreker.

Ten slotte moeten we ook stilstaan bij de gedachte dat taal een dynamisch iets is. De spelling en betekenis van woorden veranderen voortdurend. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het ook van groot belang dat we moeten streven naar een correcte definitie en vooral dat de mensen bewust worden van die correcte betekenis, maar de praktijk leert ons dat dit niet zo vanzelfsprekend is.

Met vriendelijke groeten
Jonas Vanbelleghem

PS Zelfs de openbare omroep (VRT) heeft soms problemen met het vinden van de juiste woorden. Als u op de volgende link klikt, krijgt u een artikel over het gebruik van het woord ‘allochtoon’.
Hendrickx, R. (2002). Allochtoon Anders. Geraadpleegd op 08/04/2011, op http://vrttaal.net/taaldatabanken_master/juist/021212.shtml

Bang voor woorden?

Het lijkt soms of mensen bang zijn om bepaalde woorden te gebruiken. Onze taal is een (weliswaar niet perfecte) manier om dingen te benoemen of uit te leggen. We hebben woorden bedacht omdat we het gemakkelijk vinden om met een woord een heel begrip aan te duiden. Omschrijvingen als “een Belg die hier niet geboren is” voor “buitenlander” klinkt op het eerste gezicht wel respectvoller, maar het lijkt me erg omslachtig om groepen mensen altijd op deze manier te moeten aanduiden.

Ik vind dat we met zijn allen zouden moeten beslissen om dingen te benoemen zoals ze zijn. Een neger is een neger, een homo is een homo, een allochtoon is een allochtoon. Nieuwe woorden creëren is helemaal geen oplossing, zoals blijkt uit de reacties op dit artikel. Iemand noemde al de verschuiving van gastarbeider naar buitenlander, van buitenlander naar immigrant … De woorden worden vager, maar de negatieve connotatie blijft.

Die negatieve bijklank van woorden zal denk ik vanzelf minder worden als we deze “taboewoorden” vaker zouden gebruiken, als gewone woorden, als woorden die simpelweg een bepaald kenmerk aanduiden. Door woorden angstvallig te vermijden, creëer je alleen een groter taboe op een woord. Woorden die met seks te maken hadden, gebruiken we nu bv. zonder schroom, in tegenstelling tot enkele decennia geleden. Dit moet ook kunnen met woorden als allochtoon, gehandicapte, mongooltje ... De media zou hierbij een belangrijke rol kunnen spelen door bv. ook eens te titelen “Allochtone jongeren redden 65-jarige man” of “18-jarig moslimmeisje favoriet bij Idool”. De juiste betekenis van deze woorden kan volgens mij zowel in het onderwijs als in de media uitgelegd worden.

Etiketten opplakken

Allochtoon, gehandicapte, homo... Het blijven allemaal stuk voor stuk woorden die velen nog steeds niet vanzelfsprekend vinden om zomaar te gebruiken, omdat ze vaak een negatieve bijklank hebben.
We leven nu in een maatschappij waarin we de neiging hebben om in 'hokjes' denken. We voelen snel de drang om te categoriseren. Dit helpt ons om de vele en complexe informatie die we krijgen te versimpelen. Dit doen we dus ook voor allochtonen. Ze zijn soms wel van origine Belg, maar ze lijken niet helemaal op ons, dus zijn ze toch nog net iets anders en moeten we ze dus wel in een andere categorie onderbrengen.
Het probleem is dat als we dit teveel bij mensen gaan doen, we hen gaan beperken in wie ze zijn.
Als we mensen een etiket gaan opplakken, gaan de mensen zich daar naar gedragen. Waarom spreken we niet in plaats van over 'een buitenlander', over een Belg die niet hier geboren is of over een autist, iemand die moeite heeft met sociale contacten. Als we zeggen je BENT een gehandicapte, een allochtoon, een autist, dan stigmatiseren we iemand voor de rest van zijn/haar leven.
Als we praten over iemand die problemen heeft om zich te concentreren in plaats van over een ADHD'er, dan stigmatiseren we deze persoon veel minder. Dan stoppen we hem niet in een hokje, maar zien hem/haar als een normaal iemand met aparte eigenschappen

De media veroorzaakt een self-fulfilling prophecy

De definitie van een allochtoon volgens Van Dale is de volgende: “Een niet-oorspronkelijke bewoner”.
Je zou dus kunnen zeggen dat ‘allochtoon’ steeds gezien wordt als ‘een invloed van buitenaf’ en autochtoon steeds als ‘België’. Een belangrijk aspect waarmee rekening gehouden moet worden is de voortdurende verandering die ons land ondergaat. De invloeden in België veranderen doorheen de tijd en ook in de toekomst zullen nieuwe invloeden komen en daarmee ook nieuwe ‘allochtonen’. Zo geeft socio-linguiste Jacomine Nortier in haar taalonderzoek over de afgelopen tien jaar een voorbeeld over Nederland die dit argument bevestigt: 40 jaar geleden werden Molukkers als allochtonen gezien, 20 jaar geleden de Surinamers en nu de Marokkanen. De invloed van de Islam is nog heel recent en actueel. Dat is ook zo in België en dat wordt enorm uitgespeeld door de media.

Televisie, radio, magazines voeden ons voortdurend beelden waarin moslims een negatieve rol spelen (denk maar aan oorlogen, terroristische aanslagen, geweldplegingen, diefstal...). Altijd weer wordt de nationaliteit van de dader(s) benadrukt. Dat zorgt ervoor dat wij een vertekend beeld krijgen van hun hele cultuur. De media bouwt in zekere zin mee aan een self-fulfilling prophecy. Het woord allochtoon heeft volgens Van Dale een neutrale betekenis. De media geeft een andere dimensie aan die betekenis. Als iedereen – onder invloed van de media – een negatieve connotatie geeft aan het woord allochtoon, heeft dat een invloed op het gedrag van allochtonen. Hoe meer wij spreken over hen in een negatieve context, hoe meer ze zich daarnaar zullen gedragen. Zoals de titel van dit artikel zegt: praten over allochtonen creëert allochtonen.
Ik ben leraar in wording en tijdens mijn stage in een bso-school hoorde ik de leerkrachten in de leraarskamer voortdurend klagen over moslimleerlingen en hoe ‘Mohammed zijn taak weer niet mee zal hebben’ en hoe ‘Fatima een herkansing krijgt voor een test maar toch weer niet zal slagen’. Leerlingen voelen dit, met als gevolg dat ze zich automatisch naar deze verwachtingen zullen gedragen.
Om de vooroordelen over maatschappelijke groeperingen te nuanceren doen wij in België aan taalpolitiek. We creëren een neutraal woord voor een bevolkingsgroep. Dat woord krijgt in de volksmond een negatieve bijklank (het woord wordt een pejoratief). Er wordt gezocht naar een alternatief: een politiek correctere en respectvollere term. De nieuwe term wordt ingevoerd, maar krijgt na verloop van tijd opnieuw een negatieve connotatie. Denk maar aan het vroegere ‘nikker’ dat later evolueerde naar ‘neger’ en nog later naar ‘zwarte’. Hetzelfde geldt voor gehandicapte en mindervalide. Dergelijke taalpolitiek voeren zorgt enkel voor deze vicieuze cirkel en brengt helemaal geen oplossing voor het probleem. Het is niet omdat een nieuw woord gekozen wordt dat de maatschappelijke opvatting omtrent de aangeduide groep automatisch meeverandert.
Ik vind het persoonlijk een uiterst slecht idee om de zogenaamde pejoratieven telkens te vervangen door neologismen. Ons taalbeleid moet eerder energie stoppen in eufemisering van de pejoratieven. Dit kunnen ze enkel doen met behulp van de media. De media moet serieus aan zelfreflectie doen en – samen met het volk dat zomaar alles slikt – inzien dat je een volledige cultuur niet kan veralgemenen.

meervoud

Zeker op een website als deze, en zeker van iemand die termen bezigt als pejoratief en neologisme zou je verwachten dat men weet wanneer er sprake is van meervoud en wanneer er sprake is van enkelvoud.
Voor de goede orde: de media veroorzaken (meervoud) en het medium veroorzaakt (enkelvoud).
Is er overigens geen redacteur die dit soort storende fouten kan corrigeren

Redactie

Geachte heer Schieman,
Voor publicatie worden reacties slechts beoordeeld op relevantie (zie colofon). Redactie op vorm en inhoud is beperkt tot de artikelen zelf.

Vriendelijke groeten,

Redactie Taalschrift

De media als stigmatisator.

‘Allochtoon’, het is een woord dat ik heb leren kennen toen ik 13 jaar was. Ik speelde toen bij de knapen van VC Zevergem Sportief, een Oost-Vlaams ploegje uit het 4de provinciale. (Voor de mensen die niks van voetbal kennen: het 4de provinciale is de laagste afdeling van het voetbal). Onze ploeg werd vaak spottend ‘FC Turkije’ genoemd. Onze ploeg bestond namelijk uit kinderen met Algerijnse-, Marokkaanse-, Turkse-, Oezbeekse-, Tunesische- en, niet te vergeten, ook Belgische roots. We hadden een heel erg sterke ploeg. We wonnen quasi elke wedstrijd wat vaak tot grote frustratie leidde van de ‘fans’ van de tegenpartij. Zij riepen meermaals scheldwoorden naar mijn vrienden. Ook ‘allochtoon’ met een daarbij horend kwetsend adjectief. Sinds die dag dacht ik dat ‘allochtoon’ een scheldwoord was.

Het is gek dat ik als 13-jarige absoluut geen probleem had met mijn Belgische vrienden (met een ander kleurtje). We wisten dat er een aantal dingen waren die zij, de allochtonen, liever niet hadden. Zo hielden ze bij het douchen steeds hun ondergoed aan. Wij stelden daar gewoon geen vragen bij! Ik kan nog steeds de Arabische feestliederen meezingen die we steeds na elke gewonnen wedstrijd zongen. Was dit storend? Neen! Integendeel!

Op 24 maart 2011 las ik in Het Nieuwsblad dat (blanke) Belgische jongeren Arabische woorden overnemen (zie http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=GND37VMT3). Dit sluit aan bij jouw (T. Naegels) idee dat het allochtoon zijn een subcultuur aan het worden is. Hier komen heel veel verontwaardigde reacties bij kijken. Wat men echter vergeet is dat de derde generatie allochtonen nu perfect gemixt zijn met hun leeftijdsgenoten. Dat jongeren met dezelfde origine enkel met elkaar omgaan is achterhaald. Dat blanke jongeren Arabische woorden overnemen is voor mij een prachtig voorbeeld hoe de derde-generatiejongeren geïntegreerd worden in onze maatschappij. Wij kunnen nog heel veel leren van deze jongeren.

We mogen absoluut geen schrik hebben om het woord ‘allochtoon’ te gebruiken anders krijg je het fenomeen als uit de Harry Potter-boeken waar men de naam van de boosdoener Voldemort niet mag uitspreken. Uit angst noemen ze Voldemort dan maar ‘Hij-die-niet-genoemd-mag-worden’. Laatst zag ik de documentaire ‘Bowling for Columbine’ van Michael Moore. In deze documentaire wordt duidelijk dat angst een uiterst belangrijke factor is van racisme en haat. De negatieve connotatie rond het woord ‘allochtoon’ is gecreëerd door de media. Bij misdrijven spreekt men steeds over ‘de 35-jarige allochtoon’ en niet ‘de 35-jarige Belg’. Het woord ‘allochtoon’ wordt amper in één adem uitgesproken met positief nieuws.

We moeten snel in dialoog treden met de media. Zij zorgen voor een ongezonde spanning tussen de autochtone en de allochtone gemeenschap. Laten we met plezier samenleven en van elkaar bijleren, ook op taalkundig vlak. WOLLAH !

Nicolas De Lobel

Waarom verbloemen?

De trend van het pejorativeren (het geven van een negatieve bijklank) van woorden die oorspronkelijk als nieuwe eufemismen ter wereld werden geroepen, ook wel ‘de tredmolen van het eufemisme’ genoemd, is zeker geen nieuw verschijnsel. In de context van het woord allochtoon, kunnen we de volgende tredmolen omschrijven: ‘gastarbeider’ werd ‘buitenlander’, ‘buitenlander’ werd ‘immigrant’, ‘immigrant’ werd ‘allochtoon’ en ‘allochtoon’ werd ‘nieuwe Belg’. Zorgt men er door hopeloos nieuwe woorden in te lassen, niet voor dat mensen net zullen geloven dat er aan een woord als ‘allochtoon’ een luchtje hangt? Er wordt immers een vervanger voor gezocht, dus het zal wel niet deugen. Heel begrijpelijk is dat een woord als ‘gastarbeider’ niet echt goeddunkend klinkt. Maar waarom zou een woord als ‘buitenlander’ een negatieve bijklank in zich dragen?

We zouden het kind beter bij de naam noemen. Mensen die in een ander land zijn geboren, daar eventueel een deel van hun leven hebben doorgebracht en om gelijk welke redenen naar België trekken, ZIJN toch ook gewoon ‘buiten-landers’? Daar is niets mis mee. Neurologisch gezien delen mensen anderen sowieso (onbewust) op in een hokje. Op het eerste gezicht gebeurt dat meestal op basis van uiterlijke kenmerken. Het is dan ook niet onlogisch dat wij iemand met gitzwarte haren en smalle oogleden sneller als buitenlander gaan categoriseren dan pakweg een Serviër met het uiterlijk dat wij in België als inheems beschouwen. Volgens mij heeft dat helemaal niet meer met vooroordelen te maken, maar met het puur biologische aspect van de mens. Met mijn lengte van 1m83 wordt mij bijvoorbeeld ook erg vaak gevraagd of ik basketbal speel, en of ik aan modellenwerk doe: iedereen heeft stereotype ideeën in zijn hoofd opgeslagen over allerlei zaken, waarbij een geheel van mensen vaak over dezelfde kan wordt gescheerd. Is het zo veel erger om van iemand met een zwarte huidskleur te denken dat hij een buitenlander/immigrant/allochtoon/nieuwe Belg is, dan van iemand met dreadlocks te denken dat hij een groot hart heeft voor de natuur? Volgens mij niet.

Het gaat er tenslotte toch helemaal niet om welke bijklank een woord bij de mensen heeft, maar welk gedrag de personen in kwestie bij dat woord vertonen? Het steeds opnieuw voor de dag komen met neologismen die verbloemender zouden zijn, werken volgens mij net averechts. Mensen worden lichtgeraakt en alle meningen moeten met een zijden doek worden omsponnen. Zoals het geposte artikel hierboven omschrijft: het is niet het woord in se dat ervoor zorgt dat mensen een slecht beeld vormen van allochtonen, maar de enkelingen die ook hun gedrag aanpassen aan dat negatieve gevoel, die wrevel veroorzaken.

Bronnen:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Allochtoon_(persoon)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Eufemisme#Woordverandering

verschillende betekenissen?

Woorden stigmatiseren geen mensen, mensen stigmatiseren mensen. Ik las dit artikel omdat de titel mij aansprak. De titel maakt me benieuwd naar wat u daar precies met bedoelt en welke argumenten je gebruikt om je standpunt aan te duiden. Om eerlijk te zijn, ik ga akkoord met je standpunt.

Niet veel mensen staan stil bij het gebruik van bepaalde woorden. Het woord ‘allochtoon’ is daar zeker een goed voorbeeld van. In het artikel staat vermeld dat een allochtoon volgens u een Vlaming van Turkse of Marokkaanse origine is. Dat is ook mijn beeld van het woord. De mensen vullen zelf de betekenis van het woord in, waardoor er verschillende definities zullen ontstaan. Dat wil niet zeggen dat iedereen het eens is met die invulling. Net zoals ik het niet eens ben met de betekenis van ‘een allochtoon als een subcultuur of stijl’, want niet iedereen heeft hetzelfde beeld van een allochtoon.

Ik heb vooral gesproken over het woord allochtoon, maar er zijn natuurlijk nog meerdere woorden waarvan de mens de woordenboekdefinitie niet kent. Het is inderdaad zo dat mensen bepaalde woorden gebruiken met de gedachte te weten wat het woord betekent. Ik denk dat de mensen dat doen omdat ze anders niet weten hoe ze het moeten zeggen. Ze komen woorden te kort om te zeggen wat ze bedoelen en geven daarom verschillende betekenissen aan 1 woord.