Als we niet toleranter worden, verstaan we elkaar straks niet meer

Column
Marc van Oostendorp

“Tegenwoordig moet je zo kunnen schrijven dat je de aandacht trekt en dat de ander het snel tot zich kan nemen. Dat hoeft dan lang niet altijd correct te zijn. Maar als het gevolg is dat Vlaanderen en Nederland en elkaars tv-reeksen gaan ondertitelen en elkaar in het Engels aanspreken wegens ‘dat vreemde accent’, dan verstaan we elkaar straks niet meer.” Vindt u dat Marc Van Oostendorp gelijk heeft? Reageer nu!

Wat willen we eigenlijk met onze taal? Aan de ene kant hoor je beweren dat de mensen steeds minder aan correcte toepassing van de regels hechten. Aan de andere kant lijkt het wel alsof diezelfde mensen steeds minder tolerant worden voor variatie. Iedereen vindt dat je je best wat vrijheden mag veroorloven met de taal, maar dan alleen de eigen vrijheden.

Dat het gevoel voor correctheid verdwijnt, komt misschien doordat we anders zijn gaan schrijven. Vroeger schreven de meeste mensen alleen in situaties waarin ze beoordeeld werden op het geschrevene – bij een examen of in een sollicitatiebrief. Het is daarom niet zo gek dat de belangrijkste voorwaarde voor taal was: correct zijn, voldoen aan alle regels die iemand kon bedenken, op geen enkele manier afwijken van de norm.

Langzaam maar zeker verandert dat, doordat er aan de ene kant hulpmiddelen zijn die in geval van nood op sommige aspecten van de norm kunnen letten – spellingcorrectors – en aan de andere kant  heel veel mensen dankzij de computer ineens veel meer zijn gaan schrijven. Niet alleen in de vorm van tweets, chats, e-mails en andere internetcommunicatie; het is ook veel makkelijker geworden om rapporten, memo's, briefjes en dergelijke op te stellen die alleen bedoeld zijn voor intern gebruik.

Bij al dat soort schriftelijke communicatie wordt iets anders belangrijker dan correctheid: effectiviteit. Je moet zo kunnen schrijven dat je de aandacht trekt en dat de ander het snel tot zich kan nemen. Dat hoeft dan lang niet altijd correct te zijn, integendeel, al te strenge correctheid kan je daarbij in de weg zitten. Een bericht op Twitter mag niet langer zijn dan 140 lettertekens, dat haal je soms alleen door wat lidwoorden weg te laten die daar 'eigenlijk' wel horen te staan.

Hoe komt het dan dat we tegelijkertijd elkaar veel minder vrijheid gunnen? Eigenlijk zeg ik het verkeerd: we gunnen elkaar wel dat we anders praten, maar we doen niet ons best die ander dan ook te verstaan. Je ziet het overal: de Vlaamse en de Nederlandse tv die elkaar ondertitelen, de Vlamingen die in Nederlandse winkels in het Engels worden toegesproken omdat ze zo'n vreemd accent hebben, de boeken van nog maar een paar decennia geleden die 'hertaald' moeten worden omdat ze anders niet meer te begrijpen zouden zijn voor een modern publiek.

Ik ben ervan overtuigd dat dit de paradox is van de moderne mediarevolutie: omdat het aanbod zo gigantisch is, wordt de verleiding sterk om je alleen te richten op die mensen die je meteen verstaat. Iedereen die ook maar een beetje anders is dan jij, werpt een obstakel op en die negeer je zoals vroeger de personeelsfunctionaris naar verluidt de brief met spelfouten ongelezen terzijde legde.

Hoe nu? Teruggaan naar strenge normen is geen reële mogelijkheid; de samenleving beweegt zich steeds sneller af van het soort autoriteit dat daarvoor nodig zou zijn.

Ik zou er daarom voor zijn om dat ideaal op te geven. Tegelijkertijd is het nodig dat we elkaar wel blijven verstaan en begrijpen en liefst zonder 'hertalingen' en andere hulpmiddelen. En ik zie daar maar een uitweg voor: dat we elkaar, in het onderwijs en daarbuiten, erop trainen dat we wat toleranter worden voor een beetje variatie. Dat we kinderen leren dat iemand die een heel klein beetje anders spelt of een net iets ander woord gebruikt, misschien wel iets heel zinnigs te zeggen heeft.

We bewegen af van taalcorrectheid; laten we er het vermogen om met variatie om te gaan voor in de plaats stellen.

Reacties

Het is allemaal de schuld van...

Taal is in de eerste plaats een vorm van communicatie en wordt dan ook volgens bepaalde regels én geschreven én gesproken. De Taalunie zou hier op moeten toekijken en geen forum bieden aan diegenen die daaraan willen tornen. Ik wil niet de taal spreken van Femke Halsema, die blijkbaar is opgegroeid met de walgelijke keelklanken van 'Kinderen voor Kinderen'. Ik zie inderdaad met lede ogen aan dat de taal door jonge mensen wordt verwaarloosd, ze kennen wel alle spellen, maar spellen kunnen ze blijkbaar niet meer. Als Vlamingen en Nederlanders elkaar in de toekomst niet meer verstaan, waarom zouden we dan nog de leerstoelen Nederlands in het buitenland verder subsidiëren? Waarom een 'Woordenlijst', waarom geeft de Nederlandse Taalunie dan een boekje uit 'Buitenlandse aardrijkskundige namen in het Nederlands', waarom 'Van Dale: Groot Woordenboek der Nederlandse Taal'? Hoewel die laatste titel beter niet allemaal kapitalen zou mogen hebben, naar het Engelse voorbeeld!
Al in 1986 schreef ik in een brief aan het Nederlands Bibliotheek en Lectuur Centrum: "Taal is dus het uitgesproken middel tot verstandhouding. De taal stelt de leden van een taalgemeenschap in staat met elkaar in contact te treden over de verschijnselen van de wereld om hen heen en is tevens een middel om gedachten en gevoelens uit te drukken.
Het verzorgde, beschaafde taalgebruik zal de grondslag van dit contact zijn, al bedient men zich bij het schrijven ook, al naargelang de omstandigheden, van verschillende vormen, woorden en zinnen. Men schrijft in een bepaalde stijl. Er is een duidelijk verschil tussen een familiale brief, een zakenbrief of een verzoekschrift, een dichter schrijft niet dezelfde taal als de wetgever voor een wettekst.
Ook de plaats waar men woont heeft invloed op de taal."
Taal is een standaard waarachter iedere Vlaming en Nederlander zich zou moeten scharen.

Titel

De titel van deze column zou moeten zijn: 'Als we niet wat MINDER tolerant worden, verstaan we elkaar straks niet meer.' De tolerantie voor allerlei taalvariëteiten is al zo groot geworden, dat vrijwel niemand nog een inspanning doet om op een correcte en voor iedereen verstaanbare manier te schrijven en te spreken. Waarom is er zoiets als een standaardspelling of een standaardtaal uitgevonden? Toch wel om de communicatie te vergemakkelijken, dacht ik. Als we nog toleranter worden, zullen de afwijkingen van de standaardtaal en de standaardspelling nog toenemen. Uiteindelijk zullen we mekaar ook met onderschriften of andere hulpmiddelen niet meer verstaan. De enige mogelijke oplossing ligt al in het verschiet, namelijk dat we voor het Engels kiezen als algemeen communicatiemiddel in het Nederlandse taalgebied. Is het dat wat we willen?
Ik sluit me ook volkomen aan bij de volgende uitspraak uit de eerste reactie op deze column: 'Het valt mij trouwens op dat het artikel van Van Oostendorp het zoveelste is op deze internetlocatie van de Taalunie, dat het taal- en cultuurrelativisme verdedigt. Ik vraag mij werkelijk af of dat past bij de aan de Taalunie opgedragen taken.'

Geachte moderator, waarom

Geachte moderator, waarom staat mijn reactie onderaan in plaats van bovenaan?

volgorde reacties

Bij de reacties staat de nieuwste reactie doorgaans bovenaan. Maar als een reactie is geplaatst door te kiezen voor beantwoorden bij een bestaande reactie, wordt de reactie getoond onder de reactie waarop geantwoord wordt. De volgorde wordt niet handmatig bepaald. Zo zal dit antwoord onder uw reactie verschijnen. Hopelijk is uw vraag hiermee beantwoord.

toleranter

Ik ben het met Marc van Oostendorp eens. Ik zou er alleen aan toe willen voegen dat we jonge mensen ook kunnen helpen verstaanbaar te spreken en te schrijven, als we hen trainen om zich explicieter uit te drukken. Dat betekent dat ze denken aan hun luisteraar of hun lezer en dat ze het niet evident vinden dat die hen zomaar verstaat.

Elkaar (niet meer) verstaan

Ik ben een trouwe kijker van het programma (vroeger Paul Witteman) en nu Pauw en Witteman.

Wat opvalt is dat Paul een duidelijker Nederlands spreekt dan zijn collega Pauw, al zijn beiden meestal goed verstaanbaar. Dat kan echter niet altijd van hun gasten worden gezegd: hoe jonger, hoe minder goed verstaanbaar.
De verstaanbaarheid hangt echter niet altijd van de taal op zich af, maar wel van de articulatie. Een goed voorbeeld van een spreker met zeer slechte articulatie is die reporter Chabot, daar versta je haast niks van, en bovendien zit die man dan heen en weer en op en neer te wiebelen waardoor de verstaanbaarheid nog eens extra wordt gehinderd. Toen die man in 10 voor Taal opdook wist ik niet wat ik hoorde of zag, gewoon ellendig, en dat in een taalprogramma.
Zo zijn Vledder en de Cock (Baantjer), door een slordige uitspraak ook af en toe onverstaanbaar. Jammer dat de VRT de onderschriften heeft weggelaten. Maar soms ligt het in films en series vaak aan de klankregie!
Wie ook vaak slecht of helemaal niet meer verstaanbaar zijn, zijn de grappenmakers. Die wijken vaak te veel af van een voor ons Vlamingen en Brabanders (en misschien ook Limburgers) algemeen Nederlands.

Een inwoner uit Midden-Brabant=Antwerpen.

T888

De VRT ondertitelt Nederlandstalige fictiereeksen via teletekst. "Baantjer" is nog steeds ondertiteld via teletekstpagina 888.

Ruud Hendrickx
taaladviseur VRT

Nog altijd behoort een

Nog altijd behoort een ondertiteling van iemand die met een tongval van de andere kant van de grens verder prima Nederlands spreekt tot de dingen waar ik me het meest aan erger op televisiegebied. Dus nog altijd een prima zaak, meneer Hendrickx.

Maar het zijn wel teletekstondertitels met de blokkige letters van teletekst. De techniek staat niet stil, televisie digitaliseert. Tegenwoordig kunt je ook DVB-ondertitels meezenden, en daarbij heeft de zender meer invloed op de vormgeving van de ondertitels. DVB-ondertitels zijn doorgaans minstens zo mooi als ingebakken ondertitels. Wellicht iets om naar te kijken, voor degene die dan wel behoefte heeft aan ondertitels.

(Overigens heb ik een digitale ontvanger die blokkige teletekstondertitels om kan zetten in "mooie" ondertitels. Geen vervanging van DVB-ondertitels, maar wel een teken dat ontvangerfabrikanten de kwestie onderkennen...)

snap er geen bal van

We vervallen in een of ander provincialisme, de wereld wordt steeds kleiner en daardoor ons taalgebied steeds onbelangrijker (voor ons en de buitenwereld) en wat doen we? We gaan ipv samenspannen, verder uit elkaar! Onbegrijpelijk. Het lijkt wel het of we allemaal op onze eilandjes willen wonen en met elkaar willen communiceren in globish. Terwijl ´eendracht maakt macht´ het motto zou moeten zijn van ons taalgebied

Onbegrijpelijk dat dit getolereerd wordt. Dat er verschil is prima. In Spanje spreekt iemand uit Santander heel ander Spaans dan iemand uit Cadiz en denk maar niet dat er geen compleet andere woorden gebruikt worden voor exact dezelfde dingen. En denk maar niet dat iemand uit Zaragoza geen moeite heeft iemand te verstaan uit Murcia. Maar buiten het gedonder met Catalaans, Basks en Gallego spreekt iedereen Spaans en peinst er niet over om uit die boot te stappen. Gelukkig zijn ze niet zo keuterig daar.

In ons taalgebied, of moet en zal je één of ander dialect van onder de kerktoren spreken welke verdwijnt als het alleen staat, of een spreek je Hollands met oogkleppen op, onder het motto ´als je zo niet spreekt dan ben je een boer en snap ik je niet´.

Naast de tomeloze verengelsing nu de verdeeldheid. Doodzonde. Gaan we over 20 jaar zwijmelen over het Vlaams zoals we nu over het Afrikaans doen? Het antwoord weten we al. Eigenlijk Mark zou ik geen stuiver geven voor ons taalgebied. Laat het zijn gang gaan dan kunnen we straks mijmeren over de taal die we hadden of kunnen jullie onderzoeken en publiceren over alle schone dialecten in Nederland en Vlaanderen, en zal ons leefgebied Engels worden zoals het nu al bijna is.

Als we niet toleranter worden...

"We bewegen af van taalcorrectheid; laten we er het vermogen om met variatie om te gaan voor in de plaats stellen."
Leuke stelling, maar als ik een Vlaams woord niet ken en er in de context ook geen brood van kan bakken dan schiet ik met al mijn vermogen om met variatie om te gaan niet erg op.
Overigens ben ik van mening dat de stelling nogal merkwaardig beargumenteerd wordt.
Ik lees termen als 'vroeger', 'de meeste mensen', 'iedereen', 'modern publiek'. Dat is geen wetenschap maar onderbuik!
Is er eigenlijk een vergelijkbare discussie tussen Wallonië en Frankrijk, tussen Brazilië en Portugal of tussen Australië en 'Engeland'? Ik beheers Frans noch Portugees, daarentegen Engels op een behoorlijk niveau. Maar Australisch....?
Het gaat niet alleen over accenten maar om taal, om woorden in een taalgebied. En dat is geografisch soms een gebiedje.
Zie bv. het onvolprezen Woordenboek van de Overijsselse dialecten van Scholtmeijer.
Het lijkt mij sterk dat je, beiden in hun eigen taal, een Groninger en een Limburger gezellig samen keuvelend zult aantreffen. Zet er in het praatprogramma nog een Utrechter, een Zeeuw, een Tukker en een Zaanstadter bij en we hebben een Babylon revisited. Ondertiteling zeer gewenst!

Taal en tolerantie

Taal is in de eerste plaats een communicatiemiddel en de laatste jaren is ook de geschreven taal een steeds belangrijke communicatiemiddel geworden. Het is duidelijk dat de geschreven taal daarom ook steeds dichter bij de gesproken taal is komen te staan. En dat is ook goed zo. Gesproken taal is vaak moeilijker te volgen dan geschreven taal. In een face-to-face (hoe zeg je dat in het Nederlands?) communicatie kun je even vragen: „Wat zei je?“ oftewel „wèzèddegij?“ en in de geschreven taal lees je het zinnetje nog eens opnieuw. Als dat je tenminste verder helpt. Maar in dit laatste geval twijfel ik daar een beetje aan!
Maar wat wordt hier eigenlijk precies met „correctheid“ bedoeld? Gaat het om de waarheid? Moet het ook kloppen wat er gezegd of geschreven wordt? Of moeten in de tekst de grammaticale regeltjes gevolgd worden? Of moet de tekst „beleefd“ of „political correct“ zijn?
Misschien kunnen we het woordje „correct“ een nieuwe interpretatie geven: een gesproken of geschreven tekst is „correct“ als de spreker of de schrijver probeert er rekening mee te houden dat hij door de ander wordt verstaan of begrepen. En als ook de luisteraar of de lezer probeert zijn communicatiegenoot te verstaan of te begrijpen, handelt hij ook correct. Dan zouden we al een stuk verder zijn. Maar ook dan zullen we elkaar niet altijd verstaan of begrijpen.

Variatie of gewoon fout?

24 januari 2012 "De Ochtend" op VRT, een druk beluisterd en ook een "steengoed" programma. Mevrouw Imbo heeft het woord. En ze vraagt zich af of een of ander voorstel "een IN TE SLAGEN weg is". Een poosje later krijgt ene meneer Crombez, niet de staatssekretaris, het woord en hij vindt het maar niks dat iemand die "toon AANSLAAGT"
Er wordt de laatste tijd nogal wat afgesukkeld met vervoegde vormen van het werkwoord "slaan". Kan of moet men zich daarbij afvragen of er hier nog sprake is van een fout of is er iets aan het verschuiven in het taalgedrag van nederlandstalige Belgen?
Ik neem aan dat een meerderheid van taalgebruikers die vormen afkeurt. Maar hoe komt het toch? Ondermaatse aandacht op school voor het "aanleren van de hoofdtijden" of symptoom van een evolutie? Hoe moet het dan verder? Laten betijen of afstoppen? Maakt de tweede mogelijkheid nog een kans? Of vindt men al dat het niet uitmaakt dat men van de vervoeging van "slaan" en van "slagen" een pot nat maakt?

Ik heb het zelf meegemaakt:

Ik heb het zelf meegemaakt: je kunt in België leraar Nederlands worden zonder een voet in Nederland gezet te hebben, zonder ooit een Nederlandse krant gelezen te hebben enz. en je kunt vermoedelijk Vlamingen als exoten beschouwen als docent Nederlands in Nederland. Als we niet zo zelfgenoegzaam waren, zouden wij Vlamingen in elk geval moeten toegeven dat Prof. Paardekoper gelijk had: we zouden in de lerarenopleiding veel strengere eisen moeten stellen aan onze 'moedertaal' en taalstages in Nederland verplicht moeten maken. Heeft in dit verhaal van tolerantie en flexibiliteit en varianten eigenlijk iemand hier in Vlaanderen nog belangstelling voor de standaardvariant? De tijd dat de norm uitsluitend in het Noorden lag is overigens gelukkig wel voorbij.
Wat mij betreft mogen er ook een stuk of twee Jan Mulders in elke laatste Laatste Show; hij mag ook taalstages organiseren: ik schrijf me graag in.

overstaanbaar

Dat Baantjer in Vlaanderen wordt ondertiteld is logisch, want voor mij - als Nederlander! - was Piet Römer al niet te verstaan...

Door het wegvallen van

Door het wegvallen van taalnormen zijn Nederlanders en Vlamingen goed bezig terug te vallen in regionalistische taaltrekjes, waardoor het Engels stilaan gebruikt wordt als verbindingsmiddel. Droevig, toch? Hoe kunnen Walen, Duitsers, ... nog de moed opbrengen om een wegkwijnend Algemeen Nederlands aan te leren?

Ondertitels? Niet vanwege onverstaanbaarheid...

Dat noord en zuid elkaars programma's ondertitelen heeft niet zozeer met onverstaanbaarheid in het algemeen te maken. Dat gebeurde vroeger ook voor doven en slechthorenden (tegenwoordig kun je dat soort ondertitels aan- of uitzetten).
Tijdens het schrijven van mijn eindverhandeling (1995) kwam ik erachter dat er nog een belangrijk argument speelde, dat omroepen nooit bekendmaakten: met ondertitels lijkt een tv-serie voor de kijkers 'buitenlands' en dus prestigieuzer. Want wat bleek? Programma's met ondertitels haalden eind vorige eeuw hogere kijkcijfers dan programma's zonder ondertitels. En dus koos men begin jaren 90 voor ondertitels bij bijvoorbeeld de VRT-serie 'De Bossen van Vlaanderen' op de TROS. De VRT ging Nederlandse series als 'Baantjer' ook ondertitelen.
Soms gebeurde dat ondertitelen met het argument dat de geluidsbanden van over de grens van slechtere kwaliteit waren. ;-)
Dat had allemaal dus weinig met de verstaanbaarheid van het taalgebruik te maken.
Zo zie je maar dat je als taalkundige niet te snel in de val mag trappen van 'taalgerelateerde' redenen, die ondertitels hadden grotendeels een commerciële reden.

Prestige ondertitelde programma's

Ondertitelen vanwege prestige (en dus hogere kijkcijfers)? Ik geloof er niks van. Ondertitelen kost geld en, in ieder geval de publieke omroep, wordt niet (meteen) afgerekend op kijkcijfers. Ik zal laatst een kunstprogramma met Michiel Romeijn waar Panamarenko werd ondertiteld. Voor de kijkcijfers? Denk het niet. Botte randstedelijke luiheid om een ietwat afwijkend accent te verstaan. Ik weet niet of dat erg veel met het gekwetter en gekwinkeleer op internet te maken heeft, Marc. Dat er meer dan ooit schriftelijk geouwehoerd wordt, staat als een paal boven water. Volgens jou zou dat de onderlinge verstaanbaarheid aantasten?

nieuwsgierigheid

Marc je hebt gelijk en ik zou nog een stap verder gaan. We doen nog steeds of talen in principe vast staan, terwijl we heel goed weten dat ze juist de hele tijd blijven bewegen (net als de techniek en de mode en de muziek etc. etc.). Dát moeten we kinderen leren: het lijkt zus of zo te zijn want zo doet iedereen het nu, maar wees erop voorbereid, morgen zul je zien dat iemand het anders doet. Zet je oren open en houd je hersens flexibel, zodat je niet alleen nieuwe woorden en begrippen, maar ook nieuwe grammaticale en uitspraakvarianten in je actieve kennis van je taal kunt verwerken, en de vrijheid hebt om te kiezen of je een nieuwe variant ook gaat toepassen of niet.
Laat kinderen zien dat je hetzelfde op tien verschillende manieren kunt zeggen of schrijven.
We moeten ook beter leren (snappen, en toepassen) dat taalvarianten in de ene situatie heel effectief kunnen zijn en in een andere helemaal niet.
Kinderen moeten misschien ook nog veel meer met taal leren spelen. Laat ze er lol mee hebben en laat ze experimenteren met de sterke en zwakke kanten van communicatie via taal.
Helaas versterkt de spelling bij iedereen het idee dat taal wél vaststaat en ik ben bang dat ook de CITO-toetsen dat beeld bevestigen.

Het voorstel van Van

Het voorstel van Van Oostendorp is een slechte. Als het teruggaan naar strenge normen niet meer mogelijk is, waarom zou het toleranter worden voor variatie in en buiten het onderwijs dan wel mogelijk zijn? Het zal alleen maar tot nog meer verloedering leiden.
Het is van belang dat er een duidelijk taalnorm is. Dat betekent niet dat iedereen aan die taalnorm moet voldoen. Het is voldoende als iedereen naar vermogen streeft naar die taalnorm. Dat niet iedereen die taalnorm kan bereiken, vereist wel enige tolerantie.
Het is ook niet nodig om de taalnorm te laten varen. Als er in het onderwijs meer tijd en meer aandacht aan het Nederlands wordt gegeven, zal er sprake zijn van een aanzienlijke verbetering. Het zou wel helpen als deze actie gepaard gaat met meer aandacht voor de eigen cultuur. Taal is immers het belangrijkste onderdeel van de eigen cultuur.
Het valt mij trouwens op dat het artikel van Van Oostendorp het zoveelste is op deze internetlocatie van de Taalunie, dat het taal- en cultuurrelativisme verdedigt. Ik vraag mij werkelijk af of dat past bij de aan deTaalunie opgedragen taken.