Nederlands, taal tussen andere talen


Taaluniethema 2011

De Europese Unie wil dat haar burgers hun moedertaal plus twee andere talen kunnen spreken. Alleen zo kunnen ze functioneren in een meertalige omgeving en kan de rijkdom aan talen blijven bestaan. Dat is een ambitieuze doelstelling

In het Nederlandse taalgebied wonen al heel veel mensen die in hun dagelijkse leven meer talen gebruiken. De Taalunie besteedt daar dit jaar aandacht aan met enquêtes in Nederland, Vlaanderen en Suriname. De hamvraag is: Hoe is het om meertalige te (moeten) zijn?

Het hoofdartikel over Suriname in editie 81 van Taalschrift is het eerste in een serie stukken over dit onderwerp.

In september is er een themapagina over verschenen: Taalpeil+.

In november brengt de Taalunie onder de titel Nederlands, taal tussen andere talen de krant Taalpeil uit met de resultaten van de enquêtes, opiniestukken en wetenswaardigheden.

Op Taalschrift verschijnen uiteraard links naar al deze publicaties.

Reacties

Bewonderingswaardig initiatief, maar geen evidentie

De doelstelling om alle Europese burgers in staat te stellen hun moedertaal plus twee andere talen te kunnen spreken, lijkt me op het eerste gezicht grotendeels toegepast in het onderwijssysteem van België. Toch zie ik om me heen nog velen voor wie Frans, Engels of zelfs Nederlands praten, nog lang geen evidentie is.
In Europa bestaan er al langer projecten om meertaligheid en meertalig onderwijs te promoten. Nu, met het concrete streefdoel dat alle burgers naast hun moedertaal ook nog twee andere talen kunnen spreken, worden er verschillende initiatieven op poten gezet om meertaligheid te integreren in de maatschappij.
In Vlaanderen wordt er vanuit twee verschillende invalshoeken aan meertaligheid gewerkt. Langs de ene kant richtten sites zoals www.meertaligheid.be zich op anderstalige nieuwkomers. Ze organiseren projecten om anderstaligen te motiveren om Nederlands te leren en ze bekijken hoe meertaligheid ons kan verrijken. Langs de andere kant zie je duidelijk de behoefte van veel Vlamingen om kinderen meertalig op te voeden. Hierop reageert minister van onderwijs, Pascal Smet, met zijn talennota. Hij wil dat de Vlamingen niet twee-, maar drietalig zijn en dat kinderen veel vroeger in contact komen met vreemde talen.
Meertalig zijn is zeker een belangrijk voordeel. Een goede beheersing van meerdere talen, biedt veel meer kansen in de huidige maatschappij. In vele vacatures om werk te vinden, wordt er steeds gevraagd naar een basiskennis Nederlands, Frans, Engels en soms zelfs naar kennis van een vierde taal. Niet enkel op werkvlak biedt meertaligheid een voordeel. Uit onderzoek blijkt dat de cognitieve kennis, de motivatie en de leergierigheid van meertalige leerlingen hoger is dan deze van eentalige leerlingen. Ook zijn meertalige leerlingen vaak toleranter.
Toch is het geen evidentie om ervoor te zorgen dat alle Europese burgers drietalig worden. Dikwijls blijkt het zelfs niet eenvoudig om naast de eigen taal – moedertaal – ook nog de tweede standaardtaal op een vlotte manier te leren beheersen. In het onderwijs merk je vaak dat de motivatie om een tweede taal te leren ontbreekt. Ik heb zelf mijn stage gedaan op een TSO-school. Het was erg moeilijk om de leerlingen te motiveren zich in te zetten om een tweede taal te leren, omdat, zoals ze zelf zeiden, ze deze later toch niet zullen nodig hebben om hun werk uit te oefenen.
In Suriname zie je een vergelijkbare situatie. Daar worden er meer dan twintig talen gesproken. Ondanks het feit dat Nederlands de officiële taal is en dat een beheersing van het Nederlands nodig is om verder te studeren, kent slechts een klein deel van de inwoners Nederlands.
Streven naar een meertalige samenleving is ongetwijfeld een belangrijke beleidskeuze, gezien de voordelen en de noodzaak voor het samenleven in deze geglobaliseerde wereld. Ook in het onderwijs zal dit moeten worden waargemaakt. Een aandachtspunt hierbij blijft een goede beheersing van de eigen taal.

heel leuk, maar in NL lijkt

heel leuk, maar in NL lijkt het er op dat wij allemaal maar gefixeerd zijn op 1 enkele taal...... De 50 plussers spreken vaak naast redelijk Engels, Duits en Frans. Benijdenswaardig. Jammer dat we op talengebied een soort bananenreplubliek zijn geworden.