Mogen we ‘hun hebben’ zeggen of jeukt dat bij u?

Discussie
Ludo Permentier

‘Onverschilligheid is de grootste vijand van onze taal’, zegt Ludo Permentier, ooit taaladviseur bij de Vlaamse kwaliteitskrant De Standaard. Toch verwondert hij zich erover hoe geërgerd mensen reageren op (vermeende?) taalfouten, zoals ‘hun hebben dat gewild’ of ‘hoe heeft hem dat geflikt?’ Is door het rood licht lopen of de verkeerde ingrediënten in een gerecht mengen misschien niet erger? Graag uw mening.

Hebt u ook meegedaan met de mediadiscussie over ‘hun hebben het gedaan’? En is volgens u hun als onderwerp een verrijking van onze taal? Of zegt u dat niet elke slordigheid zomaar kan worden toegevoegd aan de spraakkunst van het Nederlands? Welke mening u ook hebt, u behoort tot dezelfde partij in het debat: die van de mensen die niet onverschillig zijn voor wat er met hun moedertaal gebeurt. En het is maar de vraag of die wint of verliest.

Laat me u geruststellen: die partij is sterk en laat van zich horen. Stapels boze lezersbrieven heb ik mogen openmaken bij de krant waar ik werkte als taaladviseur. Als een collega die alles afwist van de beurs of van buitenlandse politiek omdat schreef waar iemand anders doordat zou gebruiken, dan was het zover. Als de paus een kerkvader werd genoemd, of er werd weer eens richting Frankrijk gereden, of Amsterdam kwam in nieuws met haar grachtengordel of - het ergste van alles - er stond een dt-fout in de krant, dan steeg er een klaagzang op. Kan dat tegenwoordig allemaal in een kwaliteitskrant?

Hoe meer ergernis van anderen er over mijn bureau vloeide, des te minder reden ikzelf nog zag om ongelukkig te worden van schoonheidsfouten in onze krant. Spelfouten maakt iedereen, merkte ik al gauw. Vaak vond ik ze in brieven van mensen die zelf aan het klagen waren over slecht gespelde stukken. Ook redacteuren die zorgvuldig werken en al meer dan één woordenboek hebben versleten, schrijven wel eens geld waar geldt moet staan. Dat komt natuurlijk niet door een gebrek aan vakkennis, wel door haast, werkdruk of verstrooidheid. Iets minder geldt (!) dat voor andere taalfouten, maar om die te vermijden heeft de krant eindredacteuren in dienst. Die staan natuurlijk ook onder hoge werkdruk en kennen ook momenten van verstrooidheid.

Niet het feit dát er fouten in de dagelijkse krant komen, verbaast mij dus, en ik geloof niet dat de betrouwbaarheid van die krant daaronder lijdt. Wel stond ik ervan te kijken hoe sommige lezers op taalfouten reageren. De sociale druk om te spreken en te schrijven volgens de regels van de kunst, is hoog in de media. Het taalgebruik daar is voor sommige lezers en kijkers een onuitputtelijke bron van ergernis. Als ze iets hebben opgemerkt wat in strijd is met hun eigen taalgevoel, dan gaat er iets jeuken, en dan helpt alleen zo'n brief aan de redactie.

Zouden ze van élk ‘fout’ gedrag van anderen zo ongemakkelijk worden, vroeg ik me soms af. Protesteren ze ook als ze op straat iemand zien lopen met een hoed niet past bij het jasje? Spreken ze ook over taalverloedering als een dichter zijn woorden bij elkaar plaatst alsof ze door een betonmolen waren neergekwakt? Als een kok ingrediënten mengt die in het kookboek met reden honderd bladzijden uit elkaar worden gehouden? Natuurlijk niet. Over de grenzen gaan op zich wordt getolereerd en vaak zelfs gewaardeerd.

Maar als het om taal gaat, speelt er toch ook iets anders. Het besef dat het Nederlands op elk ogenblik door ons allen samen gemaakt wordt, en dat dat ook een verantwoordelijkheid inhoudt. Onverschilligheid is de grootste vijand van onze taal.

Reacties

Slordig Nederlands

'Hun hebben dat gewild’ of ‘hoe heeft hem dat geflikt' zijn uit den boze!!!