“Respect moet je ook kunnen doorbreken”
We volgen Michel Dingenouts in een vrije workshop over de emotionele connotaties die woorden in verschillende culturen oproepen. “Ik geef die cursus omdat buitenlanders vaak nog een heel verouderd beeld hebben van Nederlanders”, vertelt hij. “Sommigen koppelen ons meteen aan kolonialisme en zelfs apartheid.”
In een eerste oefening vraagt Michel aan de cursisten om in hun eigen taal te noteren wat hun woord voor ‘vriendschap’ is en met welke andere woorden ze het associëren. Ben, die uit het Amerikaanse Wisconsin komt, koppelt ‘vriendschap’ meteen aan eten, koffie en drankjes. De Duitse Mareike heeft het over samen iets doen, vertrouwen en vrienden. ‘Liefde en solidariteit’, voegt haar landgenoot Ulrich daar aan toe. Michel legt hun bevindingen naast de woorden die 55 Vlamingen en Nederlanders het meest genoemd hebben bij een kleine bevraging. “Zowel Nederlanders als Vlamingen noemen woorden als vertrouwen, belangrijk, vrienden, maar er zijn ook grote verschillen: zo verbinden Vlamingen vriendschap met liefde en lol maken, terwijl de Nederlanders dat helemaal niet doen.” Er ontspint zich een gesprek over de link tussen liefde en vriendschap. Als Michel dat verschil peilt in de hele groep, blijken de meningen verdeeld. “Het hangt van de cultuur af, van de mentaliteit van een volk”, zegt Mareike nog.

er is een tafeltennistoernooi… Dat brengt veel informeel leren
met zich mee en dat zie je in Italië niet.”
Op dezelfde manier reflecteren de cursisten over ‘werk’ en ‘tijd’. Het duurt niet lang of een bekende zegswijze doet de groep lachen: Duitsers leven om te werken, Fransen werken om te leven... Met enkele Vlamingen wordt de werksfeer geanalyseerd: formeler in Vlaanderen (“Als je de baas wilt spreken, maak je minstens vooraf een afspraak”), amicaler in Nederland (“Het is de normaalste zaak ter wereld dat collega’s elkaar een kaartje sturen als ze met vakantie zijn”). En in de associaties rond ‘tijd’ komt een allegaartje van woorden boven: getijde, krant, horloge, tempo en zelfs het weer. “Dit is voor mij de aanleiding om te wijzen op de typisch Nederlandse volksaard: tijd betekent bij ons ‘plannen’. De Nederlandse agenda staat ingedeeld per kwartier en je loopt nooit ongevraagd bij een Nederlander binnen tijdens de maaltijd.”
De cultuurverschillen komen het sterkst tot uiting als de cursisten bij woorden als ‘respect’, ‘ouder worden’, ‘agressie’, ‘ambitie’, ‘erbij horen’… een cijfer moeten geven: van heel negatief naar heel positief. “
· Ouder worden: ‘Je hoeft niet zo onzeker meer te zijn’ tegenover: ‘Je kunt veel minder.’
· Respect: ‘Respect moet je ook kunnen doorbreken, zeggen Nederlanders. Iets lelijks zeggen over de koningin? Moet kunnen’
· Agressie: ‘Kan toch ook positief zijn’, zegt Ulricht. ‘Zonder agressie was de Franse Revolutie er nooit gekomen.’
· Erbij horen: ‘Pesten is in Nederland een hot topic, terwijl dat in Italië helemaal niet zo is; daar zijn vriendengroepen veel opener.’
Als de bel gaat, blijven de cursisten nog even doorgaan. Voor emoties komen ze woorden te kort.
Dit interview hoort bij:
Veel buitenlanders leren Nederlands