Veel buitenlanders leren Nederlands

Nora, Annamaria, Giannola, Mareike en Ben: vol vuur voor het Nederlands

Zomercursisten

Reportage
Jan T'Sas
Luc Daelemans

Het aantal buitenlanders dat Nederlands leert, zit al enkele jaren in de lift. Wereldwijd studeren in 40 landen zo’n 15 000 mensen Nederlands aan 180 universiteiten of talencentra. Ook de zomercursussen Nederlandse taal en cultuur  in zowel Nederland als Vlaanderen zijn bijzonder populair. “Al tien jaar lang moeten we de helft van de aanvragen weigeren”, zegt Rob Visser, die voor de Taalunie het secretariaat van de cursus in Zeist bemant. Wat maakt onze taal zo populair buiten onze grenzen?

“Elk jaar moeten we de helft weigeren” “Mijn vader is Nederlander”, vertelt Mareike Van Hoorn (23) uit Duitsland. Met vier andere cursisten blijft ze even na om Taalschrift te woord te staan. Het is pauze in het landelijke gelegen conferentiecentrum Woudschoten in Zeist. In de gangen van het grote congreshuis lopen voor een keer geen gsm-ende zakenlui in maatpak rond maar 140 jonge twintigers uit 30 verschillende landen. Drie weken lang krijgen ze hier een gevarieerd taalbad, maar ze leren vooral de Nederlandse en Vlaamse cultuur kennen.

Assertiever

Al drie jaar studeert Mareike Nederlands, in Bremen. “Ik leer de taal om mijn culturele wortels te vinden.” De Hongaarse Annamaria Kalit (22) knikt. “Mij boeit de geschiedenis van de Lage Landen. Nederland en Vlaanderen hebben wel wat gemeen met Hongarije. De Habsburgse geschiedenis en cultuur bijvoorbeeld, daar wil ik meer over weten. Ik was ook al in Gent. Vlamingen zijn heel anders dan Nederlanders. De Nederlanders lijken me assertiever.”

Vriendin

Culturele of familiale wortels terugvinden is een van de vaakst genoemde redenen waarom buitenlanders Nederlands leren. Maar het is niet de enige. Sommigen hebben een vriend of vriendin die Nederlands spreekt. Anderen denken aan een baan bij de Europese Unie en overwegen zich in Brussel te vestigen. Zoals Hugo. Sinds twee jaar studeert de Fransman Nederlands in Lyon. “Misschien ga ik later werken in een Vlaams of Nederlands bedrijf.” En dan zijn er nog mensen zoals Ben Frey (27) uit Wisconsin in de Verenigde Staten. “Ik ben gewoon heel geïnteresseerd in de taal. Op mijn veertiende heb ik op school Duits geleerd. Dat kun je niet in elke Amerikaanse highschool. Het Nederlands ligt voor mij tussen het Engels en het Duits.”

Indonesië

Als man zijn Ben en Hugo in de minderheid in Zeist. “De jaarlijkse Zomercursus van de Nederlandse Taalunie, de 55ste al, lokt vooral jonge vrouwen”, verklaart cursusleider Gerard Elshout (65). Elshout is neerlandicus met onderwijservaring, die hij onder meer in Indonesië verwierf. Al acht jaar coördineert hij de cursus inhoudelijk, voordien was hij zelf docent. “De cursisten komen af op de reclame die hun docenten en de Taalunie daarvoor maken. De meeste krijgen een beurs van de Taalunie, waardoor ze enkel hun reiskosten moeten betalen. Wie toch zelf de drie weken verblijf en opleiding moet vergoeden, is daar enkele honderden euro’s aan kwijt. Maar eigenlijk is ook dat nog niet te veel. Het aantal kandidaten is makkelijk dubbel zo groot als het aantal dat wordt toegelaten. De Taalunie zoekt in haar selectie een evenwicht tussen landen en onderwijsinstellingen.”

Twaalf niveaus

De eerste dag van de drie weken durende cursus is de meest zenuwslopende. Alle cursisten doen dan een schriftelijke toets en een kort interview. Op basis daarvan worden ze in niveaugroepen ingedeeld. “Het gebeurt wel dat een cursist zijn niveau te moeilijk of te gemakkelijk vindt”, weet Elshout. “Dan veranderen ze van groep. Jaarlijks tellen we op die manier vijf à tien ‘mutaties’, weinig toch als je rekening houdt met zoveel cursisten en twaalf verschillende niveaus.”

Nederlandse humor

Gerard: “Het moeilijkst is de eerste dag:
dan moeten we de cursisten indelen in twaalf niveaus.”

Gerard Elshout stelt het programma van de zomercursus samen. Hij zoekt lesgevers en engageert sprekers. “De cursus moet een mix zijn van taal, literatuur en samenleving”, vertelt hij. “We bieden de cursisten een variëteit aan van workshops, lezingen en excursies. De sprekers hebben het over Van Gogh, de Nederlandse humor, jeugdliteratuur... Voor de laagste niveaus neemt een docent de lezing op zich. Hij of zij brengt dan een eenvoudiger versie. Daarnaast gaan de cursisten op uitstap: Delft, Rotterdam, Leiden, Den Haag… Eén weekend zijn ze vrij.”

Geïsoleerd

60 rijwielen telt de fietsenstalling van Woudschoten. Daarvan kunnen de cursisten er een lenen om op en neer naar Utrecht te rijden.” Het roept meteen de vraag op: vinden jonge mensen het wel  prettig om drie weken door te brengen in een deze landelijke omgeving waar weinig te beleven valt? Elshout: “Het nadeel is dat ze zich soms wat geïsoleerd voelen. Jonge mensen willen het stedelijke leven induiken. Maar mochten we de zomercursus bijvoorbeeld midden in Utrecht of Amsterdam organiseren, dan zouden we elke avond wel een aantal cursisten een tijdje uit het oog verliezen en dat is nu ook weer niet de bedoeling.”

De rollende ‘r’

“Die rollende ‘r’ is echt lastig”Of buitenlanders Nederlands moeilijk vinden? De cursisten vinden het woordaccent, de uitspraak en verwarring met het Duits de grootste struikelblokken. Aan de Italiaanse Giannola Cimenti (22) vragen we wat zij lastig vindt: “De woordvolgorde”, antwoordt ze. “Zeker als je vanuit een Romaanse taal redeneert. In plaats van ‘Ik kijk hem aan’ heb ik de neiging om te zeggen: ‘Ik aankijk hem’.” Ben Frey hoeft evenmin lang na te denken: “Die rollende ‘r’, voor ik die onder de knie had…” Voor Hugo Pottiez uit Lyon zit het venijn vooral in de Nederlandse grammatica: “De structuur van de zin en de plaatsing van de zinsdelen zijn niet gemakkelijk. Ook de plaats van het werkwoord, het ritme en de uitspraak zijn lastig.”

“Dat is slim!”

En wat vinden de cursisten zo leuk aan Nederlands leren? “De uitspraak”, vindt Giannola. Ben maakt zich vrolijk over de opeenstapelingen in onze taal, zoals ‘zou moeten hebben’. Annamaria is dan weer gecharmeerd door de vele verkleinwoorden, zeker in Vlaanderen (“In  de Hongaarse  taal hebben we dat ook”). De Oostenrijkse Nora Lehner (19) kijkt wat verder dan de taal zelf. “Ik vind het bijzonder dat Nederlands een grapje vertellen zonder een spier van hun gezicht te vertrekken.” Nora maakt voortdurend vergelijkingen met het Duits. “Op het eerste gezicht zijn beide talen dezelfde, dat is al een begin. Maar in de diepte verschillen ze sterk.” Mareike weet er alles van: “Door die verschillen ben ik al eens op mijn bek gegaan. In het Duits zeg je ‘schlimm’ en je bedoelt ‘erg’. In het Nederlands zeggen ze ‘slim’ als ze het over intelligentie hebben. Iemand vertelde met iets ergs en ik antwoordde: ‘Och, dat is slim.’…”

Vergrijzing

Buiten op het terras ontmoeten we Anita van der Hulst (48) en Christine van Baalen (47). Beiden zijn neerlandici. Anita: “Het is mijn tweede jaar in Zeist. Ik geef historische literatuur: de Rederijkers, Mariken Van Nieumeghen… Daarbij focus ik op de mentaliteitsgeschiedenis van toen tot nu, specifiek in de Nederlanden.” Christine: “Mijn cursus gaat over de Nederlandse demografie, geografie en infrastructuur. Daarnaast geef ik spreek- en luistervaardigheid. Grammatica houd ik beperkt, want dat krijgen de cursisten aan hun universiteit wel genoeg. Hier in Zeist wil ik vooral de kennis van de cursisten over Nederland vergroten: de vergrijzing van de bevolking vergeleken met de rest van Europa, de strategische ligging van Nederland…”

Internet

Zowat alle docenten van de zomercursus hebben ruime ervaring in het buitenland. Anita gaf  Nederlands in Belgrado, Christine deed dat jarenlang in Wenen. Maar tijdens de zomercursus is hun publiek veel internationaler en er zijn nog meer verschillen. “Studenten in het buitenland zijn afgesloten van het Nederlands”, stelt Christine vast. “Dat is het verschil met de zomercursus. Internet geeft wel veel mogelijkheden om passieve kennis te vergroten, maar qua interactie niet: ze missen spreekkansen.”

Passie

“We zitten hier niet op een eiland”Elke docent heeft zijn specialiteit, dat is duidelijk. “Toch zitten we niet op een eiland,” verzekert Anita ons .” We stemmen onze cursussen op elkaar af. Er is veel informeel leren, er worden heel wat blijvende contacten gelegd, je bouwt hier een netwerk neerlandistiek op.” Ook de relaxte sfeer, typisch voor de zomercursus, is een absoluut pluspunt voor de docenten. “Je bent voortdurend in flow”,  lacht Anita. Christine knikt: “Je staat hier met al je passie les te geven. De cursisten zijn sterk gemotiveerd, het is een en al liefde voor de taal, interesse, nieuwsgierigheid. En je eigen cultuur staat voortdurend in contrast met andere. Je moet wel van alle markten thuis zijn om hier te kunnen lesgeven.”

Ambassadeurs

Ulrich: “Ik spreek geen
woord Duits tijdens de
cursus, alleen Nederlands.
Ook met landgenoten.”

Als de drie weken in Zeist erop zitten, zwermen de cursisten weer uit. Maar voor ze de trein of het vliegtuig nemen, mogen ze aangeven wat ze van de cursus vonden. Gerard Elshout:  “Op basis daarvan stellen we de cursus bij: een stadsuitstap inkorten, omdat hij als te lang wordt ervaren, meer spreekvaardigheid trainen… De meeste cursisten zijn heel tevreden.” Zoals Hugo: “Alles was prima georganiseerd en de workshops vond ik erg boeiend. Vooral die over de stereotypen in Vlaanderen en Nederland.” Ook Ulrich blikt tevreden terug. “Je kunt veel Nederlands praten, je leert veel nieuwe dingen over de samenleving, je ontmoet mensen uit verschillende culturen.” En dat de cursisten in drie weken tijd grote vorderingen hebben gemaakt, daar kan Anita enkel heel tevreden over zijn: “Ze worden echt beter, spreekvaardiger. Deze jonge mensen worden de beste ambassadeurs van onze taal en cultuur.”

De zomercursus duurt drie weken en wordt georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse Taalunie. Hij is speciaal bedoeld voor buitenlandse studenten die in hun eigen land op universitair niveau Nederlands studeren.

 

Zie verder:

“In een andere taal klinkt een vloek altijd minder erg”

“Respect moet je ook kunnen doorbreken”

Reacties

Veel buitenlanders leren Nederlands

Baie interessante artikel!
Ek dink Afrikaanssprekendes (van Suid-Afrika) behoort Nederlands die maklikste te bemeester! 'n Mens dink die 2 tale is baie verwant, todat jy op Afrikaanse woorde afkom wat liefs nie in Nederland geuiter moet word nie en vice versa! Dit bly 2 verskillende tale alhoewel die woordeskat omtrent 90% ooreenkom. Groete

Bjuitenlanders leren Nederlands

Kan u mij zeggen aan welke universiteiten in het buitenland Nederlands wordt gedoceerd?

Graag een reactie.

Nederlanders voor buitenlanders

Geachte heer/mevrouw,

Meer informatie kunt u vinden op:
http://taalunieversum.org/neerlandistiek/

Met vriendelijke groet,

Rob Visser
Nederlandse Taalunie

hartelijk dank

hartelijk dank

Leuk

Leuke tekst, Jan!
En ook leuk om te leren dat onze heerlijke taal in de lift zit!
Het lijkt me wel boeiend om met dergelijke mensen te communiceren om hen te helpen bij hun lessen.