Veters strikken in het Engels? Waarom niet?

Reportage
Maarten Dessing
Maarten Dessing, Camp

Heeft het voordelen als leerlingen bijvoorbeeld aardrijkskunde krijgen in een of meer andere talen dan het Nederlands? En zo ja, op welke leeftijd begin je daar dan mee? Hoogleraren Piet van Avemaet en Kees de Bot antwoorden.

Wat is het toch heerlijk om te zien hoe kinderen een tweede taal leren. Zes jaar lang gaf Clair Mulder-Haan in het Engels les aan kinderen van vier en vijf jaar oud. Puur genieten noemt ze dat op de site van het Foreign Language in Primary School Project (FLiPP). Kinderen leren geen taal, omdat ze denken dat het handig of goed voor hen is, maar omdat ze merken dat ze het nodig hebben. Om de les in het Engels te kunnen volgen bijvoorbeeld. En dan gaat het eigenlijk vanzelf. ”Na vijf minuten merken ze al niet meer dat ik geen Nederlands met ze praat”, zegt Mulder-Haan. ”Het gebeurt zelfs dat ze na een uur vragen: gaan we ook nog Engels doen?”

Liedjes zingen

Waaraan denkt u als u over ’tweetalig onderwijs’ hoort spreken? Blijkbaar stelt iedereen zich daar iets anders bij voor, weet Piet van Avermaet, professor Taalkunde aan de Universiteit Gent. Hij onderscheidt drie niveaus van meertalig onderwijs. Klassiek tweetalig onderwijs is wanneer een deel van de leerstof in een andere taal wordt gegeven. Daarnaast heb je ’talensensibilisering’, wanneer bijvoorbeeld af en toe een liedje in een andere taal wordt gezongen. Hier is het doel de kinderen gevoelig te maken voor meertaligheid en ze er een positieve gevoel bij te geven. Tussen tweetalig onderwijs en talensensibilisering ligt ’functioneel veeltalig leren’. De leerkracht maakt daarbij handig gebruik van de meertalige realiteit van de klas – het feit dat er meerdere talen in een klas worden gesproken. Dat vind je in steeds meer scholen terug. ”Al die vormen van meertalig onderwijs hebben positieve effecten op de cognitieve vermogens en/of het emotionele welbevinden van leerlingen,” zegt Van Avermaet.

Piet Van Avermaet: "Kinderen jonger
dan vier maken geen onderscheid tussen
talen, ze vinden het normaal om ze door
elkaar te gebruiken. "

 

Goed voor het zelfbeeld

Onderwijs in twee of meer talen heeft dus onmiskenbare voordelen. ”In Nederlandse middelbare scholen scoren leerlingen die tweetalig onderwijs kregen, op hun eindexamen een vol punt hoger voor Engels dan andere leerlingen”, vertelt Kees de Bot, hoogleraar Toegepaste Taalwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. ”Ook heeft het geen negatief effect op hun score voor het vak Nederlands of voor vakken die in het Engels worden gegeven, zoals aardrijkskunde en wiskunde.” ”Niet alleen presteren de leerlingen beter”, vult Van Avermaet aan. ”Meertalig onderwijs is heel positief voor de identiteit van kinderen, hun zelfbeeld, welbevinden, motivatie ... ” Ook andere cognitieve taken zoals leren rekenen zouden baat hebben bij tweetalig onderwijs. De Bot is op dat punt bewust voorzichtig. ”Onderzoek uit Canada wijst in die richting. Maar de situatie in Canada is totaal anders dan in Nederland.”

Hoe jonger, hoe beter

Hoe vroeger kinderen beginnen met een tweede taal, hoe beter. De redenering achter die gekende stelling is dat kinderen dan meer oefenen in die taal. Maar op welke leeftijd kunnen ze daar het beste mee beginnen? ”Dat is moeilijk te onderzoeken,” legt De Bot uit. ”Je kunt geen experiment opzetten waarin je kinderen van vier, acht en twaalf jaar vanaf nul laat beginnen en vervolgens evenveel lesuren Engels geeft, terwijl je een andere groep dat niet laat doen. Spaans onderzoek suggereert wel dat het misschien effectiever is als kinderen beginnen rond hun achtste. Maar kinderen die vroeger beginnen, eindigen wél op een hoger niveau.”

 

Vreemde talen: ook in crèches en peuterspeelzalen

Taalruimte

Als kinderen van acht er al baat bij hebben dat ze vroeg les krijgen in een vreemde taal, waarom er dan niet nog vroeger mee beginnen, bijvoorbeeld in crèches en peuterspeelzalen? Van Avermaet ziet wel wat in dit voorstel. ”Kinderen jonger dan vier maken geen onderscheid tussen diverse talen, ze vinden het normaal om ze door elkaar te gebruiken. Daar hebben ze later profijt van. Onderwijs in andere talen organiseren, is misschien praktisch moeilijk, maar kinderen meer taalruimte bieden is best doenbaar. Hoe meer kans ze krijgen om interactief te zijn, hoe positiever het is voor de taalverwerving in het algemeen. Een voorbeeld: neem een groep kinderen in de kleuterklas die bij een werkje Turks met elkaar praten. Als een leerkracht dat verbiedt, hoe goedbedoeld ook, dan valt de interactie vaak stil, zo weten we uit klasobservatie. Dan werkt ieder in stilte aan zijn taak. Dat is funest. Want zoals ik al zei, is interactie – ongeacht in welke taal – de motor voor taalverwerving.”

Native speaker voor de klas

Is tweetalig onderwijs dan in alle gevallen goed? Zo ver wil De Bot niet gaan. ”De onderzoeken in Nederland zijn gedaan met het Engels als tweede taal. Je kunt niet automatisch zeggen: met het Turks krijg je dezelfde resultaten. Ook kun je niet zeggen: als iemand thuis Turks praat en op school Nederlands én Engels leert, is dat goed voor de verwerving van beide talen. Daar weten we gewoon te weinig van.”

En zo is er nog meer niet onderzocht. Over het tweetalig onderwijs in het Nederlandse middelbaar onderwijs is veel bekend, niet bij het basisonderwijs. Dat moet het FliPP-project gaan uitwijzen.De Bot: ”Daarin proberen we wel op zo veel mogelijk onderdelen een vergelijking te maken. Het effect op andere cognitieve taken noemde ik al. Maar ook: beginnen bij vierjarigen of tienjarigen? Met een native speaker voor de klas of een oorspronkelijk Nederlandstalige. Een, twee of drie uur Engels per week.”

 

Hoogopgeleide migranten

Volgens sommige critici is tweetalig onderwijs slecht voor leerlingen die op school komen zonder enige kennis van het Nederlands. Of met gebrekkige kennis van hun moedertaal. De Bot en Van Avermaet vinden van niet. Het is zeker waar dat veel kinderen van migranten de school verlaten met een achterstand. Maar komt dat door de taal? ”Deze kinderen komen vaak ook uit een laag sociaal milieu”, zegt De Bot. ”Wat is dan de oorzaak van de achterstand? Je kunt milieu en taal niet uit elkaar halen.”

Van Avermaet vult aan: ”Kinderen van hoogopgeleide migranten die thuis systematisch hun moedertaal spreken, behalen toch even goede resultaten op school als autochtone leerlingen. Er zijn bovendien aanwijzingen dat het goed is om bijvoorbeeld Turkse kinderen eerst te leren lezen en schrijven in het Turks. Op korte termijn is er inderdaad wat achterstand , maar op middellange en lange termijn leren ze beter Nederlands dan Turkse kinderen die vanaf het begin alleen leren lezen en schrijven in het Nederlands.”

Staartdelen in het Engels

En wat denken de politici? Voor de Europese Unie staan de voordelen van meertalig onderwijs als een paal boven water. In alle lidstaten stimuleert de EU lessen in vreemde talen vanaf een zo vroeg mogelijk leeftijd. Maar in Nederland aarzelen politici. Sommige politici huiveren om onderwijs in een andere taal dan het Nederlands te promoten. Als het bijvoorbeeld aan de Partij voor de Vrijheid (PVV) ligt, komt er zo snel mogelijk een eind aan les in een andere taal dan het Nederlands. "Veters strikken in het Engels, de handstand in het Engels en wellicht staartdelen in het Engels”, zo omschreef Tweede Kamerlid Martin Bosma (PVV) tweetalig onderwijs badinerend. Voor hem en zijn partij degradeer je daarmee het Nederlands en zeker op school is dat not done.

Toch hoeft de PVV, mocht dat de ware aard zijn van het verzet van die partij tegen lessen in het Engels, niet bang te zijn dat er in Nederland binnenkort les in niet-westerse talen wordt gegeven. ”Twintig jaar geleden was dat een issue,” zegt De Bot. ”Nu niet meer. Kijk maar naar de aantallen leerlingen die eindexamen willen doen in het keuzevak Turks. Minimaal. Ouders van Turkse afkomst willen dat hun kinderen Nederlands leren.”

Betaald door ambassades

In Vlaanderen beperkt de taalwetgeving de mogelijkheden voor  immersie-onderwijs. Daarbij is er vooral aarzeling bij onderwijs in talen van niet-westerse immigranten. Niettemin ziet Van Avermaet er de laatste tijd een opener houding ontstaan. ”Niet zozeer voor  tweetalig onderwijs in de talen van immigranten, maar wel voor talensensibilisering en functioneel veeltalig leren. Politici hebben ook vastgesteld dat jarenlang investeren in alleen Nederlands en andere talen verbieden toch niet de snelle resultaten hebben opgeleverd als gedacht, integendeel. Daarbij hebben zij een genuanceerder beeld gekregen van wat meertalig onderwijs is. Vroeger dachten zij daarbij aan: alle lessen in een andere taal, met leerkrachten die worden betaald door ambassades, die maar een paar jaar hier waren en soms een andere pedagogische achtergrond hadden. Nu zien ze in dat de realiteit wel even anders is.”

 

Meer weten?

Reacties

Vreemde taal is niet alleen Engels

Ook in dit artikel wordt weer de denkfout gemaakt dat als er "vreemde taal" staat dat dit dan per definitie Engels betekent. Ook het idee van de EU voor meertalig onderwijs wordt in NL bijna altijd vertaald in: er moet in het Engels les worden gegeven.
Het geeft nog eens aan hoe verarmd Nederland is geworden waar het vreemde talen en taligheid betreft.
Zoals tegenwoordig ook de term "internationaal" in Nederland wordt vetaald met Engels. Ja, zelfs wordt gebruikt om de verdringing van het Nederlands te rechtvaardigen.
Zoals Den Haag, "internationale stad van vrede en recht", het vervangen van het Nederlands door het Engels motiveert.
Day of peace i.p.v. Dag van de Vrede.
Wat is daar twee- of meertalig aan?

wat is dat toch met dat

wat is dat toch met dat ge-´native speaker´. Is er iets mis met moedertaalspreker?

Engels is er al genoeg in Nederland. De gemiddelde Nederlander, spreekt van mijn generatie (jonge dertigers) puik Engels. Afijn niet zo perfect als een, komt ie, moedertaalspreker, maar goed genoeg om zich meer dan te redden. Wij hebben allemaal een Nederlandstalige opleiding genoten en het Engels opgepikt op de werkvloer op teevee op internet op de radio, weet ik veel waar. Waarom doordrijven? Je moet wel erg grote oogkleppen op hebben als je niet ziet dat onze taal ongelovelijk aan het verengelsen is. Niet alleen onze taal maar ook ons straatbeeld. Gaan we er dan nog een schep bovenop doen en onze kinderen fijn onderdompelen in het Engels? Komaan! Dat is ons erfgoed bij het vuil zetten en volstrekt onnodig. Leer onze koters weer gewoon goed Nederlands, dan op latere leeftijd Engels en Duits of Frans.

Wat is de aard van de Taalunie?

Is de Taalunie nu een organisatie voor bevordering of afbraak van de Nederlandse taal?!!

Dat de Taalunie een keer iemand aan het woord laat die voor verengelsing van onze taal is, is tot daar aan toe. Het loopt echter ronduit de spuitgaten uit. Taalschrift wordt zo onderhand een platform voor vengelsing van de Nederlandse taal. In de discussie die altijd ontstaat onder dit soort artikelen wordt meer, meer dan voldoende tegengas gegeven, maar vraag niet de Taalunie eens een ander geluid te laten horen. De anglofielen krijgen niet ruim baan, maar de volledige baan.

Het zijn ook altijd de zelfde namen die terugkomen: Piet Van de Craen en Kees de Bot behoren tot de grootste anglofielen in deze materie. Zij maken beiden misbruik van hun wetenschappelijke positie en publiceren "wetenschappelijke" studies die het woord wetenschap amper waard zijn. Door de behendigheid waarmee zij deze "wetenschappelijke" conclusies in de politieke discussie in te brengen behoren beide heren tot de gebaarlijkste vijanden van onze taal.

Ik ben het beu!

Nota van de redactie:

Taalschrift wordt uitgegeven door de Nederlandse Taalunie, maar de redactie beslist autonoom welke onderwerpen er worden behandeld. Zij kiest daarbij voor variatie en actualiteit, en respecteert daarbij de algemene regels van de journalistiek, bijvoorbeeld door geïnterviewden (correct) te citeren. Het is dus niet omdat een deskundige in een reportage een bepaalde stelling inneemt, dat dit automatisch ook de stelling van de Taalunie is. Alle meningen zijn welkom (tenminste voor zover ze de elementaire discussieregels worden gerespecteerd). Precies om die reden is er een forum aan elk artikel gekoppeld. Ten slotte wordt elke lezer van harte uitgenodigd om voorstellen te doen voor reportages.

Enige ideeën

Het is mij volkomen duidelijk dat de stellingen die geïnterviewden innemen niet die van de Taalunie zijn. Vergelijk het met een krant: Een krant die een opiniestuk met een bepaalde politieke insteek plaatst, staat niet automatisch achter de insteek van het artikel. Het geheel van artikelen en opiniestukken van een krant over een langere periode zegt echter wel degelijk iets over de politieke kleur van de krant.

Op dezelfde manier constateer ik dat Taalschrift een politieke kleur begint te krijgen die, gezien de missie van de Taalunie voor de bevordering van de Nederlandse taal, erg merkwaardig is.

Ik ben het met u eens dat de artikelen op Taalschrift een zekere journalistieke kwaliteit hebben. Mijn kritiek ligt bij de kwaliteit van de wetenschappers erachter. Die voldoen dikwijls niet aan de wetenschappelijke kwaliteitseisen. Zo heb ik de heer De Bot meerdere malen betrapt op het verkeerd toepassen van de statistiek, waardoor hij tot conclusies komt die hij niet had mogen trekken. Deze fouten zouden bij het wetenschappelijke principe collegiale toetsing onmiddelijk gezien worden, doch de artikelen van dhr. De Bot zijn nooit collegiaal getoetst. Er is op Taalschrift dus met enige regelmaat een artikel gepubliceerd dat op zich journalistiek prima in orde is, maar wetenschappelijke conclusies echo't die wetenschappelijk niet in orde zijn.

Misschien dat ik inderdaad aan wat ideeën voor onderwerpen kan helpen:

- In de politiek is een discussie ontstaan over hoe gewenst het is als we op straat Nederlands kunnen spreken, maar het in het Engels moet als het officieel is:
http://www.trouw.nl/tr/nl/4500/Politiek/article/detail/3104517/2012/01/0...

De Volkskrant plaatste een opiniestuk waarin taalkundige Rik Smits opriep buitenlandse studenten Nederlands te leren i.p.v. de rare mentaliteit onzelf te verengelsen:
- http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3096817/2011/1...

Beide zijn recente artikelen waar ik niet lang naar hoefde te zoeken. Er zijn meer dan genoeg taalkundigen en politici die tegengeluiden laten horen. Ze lijken hier alleen niet aan het woord te komen.

immersie

Over native speakers

Als Nederlandstalige leraar in een vreemde taal iets uitlegt, begrijp ik dat bijna allemaal. Als een native speaker datzelfde doet is dat niet zo.

Als ik (Nederlandstalige) bv. Spaans spreek, begrijpt mijn vrouw (die geen Spaans leerde) mij goed. Als een Spanjaard of Argentijnse met haar Spaans spreekt, dan is er weinig communicatie.

Zonder dat te kunnen staven met een onderzoek, blijkt het toch binnen mijn kennissenkring algemeen te gelden.

De conclusie zou kunnen zijn dat (alvast voor een eerste fase) Nederlandstalige leraren aangewezen zijn. Taal is liefst een 'facilitator' eerder dan een drempel, vooral bij moeilijke leerstof.