Lezen we straks beter dankzij het nieuws?

Reportage
Jan T'Sas
Luc Daelemans

De laatste jaren gebruiken Nederlandse en Vlaamse scholen steeds meer nieuwsteksten om kinderen te leren lezen.  En begrijpend lezen is plots meer dan vraagjes beantwoorden over een tekst uit een boek. Gaan we straks beter lezen dankzij het nieuws?

Hebt u al gehoord van Kidsweek, Klap en Kids? Of van Lezen in Beeld, Nieuwsbegrip en Overal tekst!? De eerste drie zijn kinder- en jongerenkranten. De volgende drie zijn leesmethodes die nadrukkelijk met nieuwsteksten werken.  Al deze initiatieven bestaan nog maar enkele jaren, maar ze hebben bijzonder veel succes in scholen.  Waar komt deze actualiteitsboost vandaan? En hoe komt het dat scholen er zo gretig mee aan de slag gaan?

“Ons leesonderwijs faalt”

Samenvatten: te moeilijk

Het Nederlandse en Vlaamse leesonderwijs heeft een probleem dat lange tijd verborgen is gebleven, maar waar men nu steeds beter zicht op krijgt. Zo kunnen kinderen en jongeren heel goed letterlijke informatie overnemen uit een tekst, maar dat verandert zodra ze moeilijker dingen met een tekst moeten doen: de tekst samenvatten of een kritische reactie schrijven bijvoorbeeld. Dan blijkt hun leesbegrip minder goed te zijn. Deze conclusies komen uit leesonderzoek in Nederland en in Vlaanderen. Zo blijkt uit Vlaamse officiële peilingen voor begrijpend lezen dat twaalfjarigen te laag scoren voor moeilijkere leesopdrachten. Nog alarmerender is dat die lage scores zich doorzetten bij achttienjarigen. Maar ze worden gecamoufleerd door goede scores voor makkelijker leesbegrip.In het hoger onderwijs valt die camouflage op pijnlijke wijze weg: ‘Instromers in het hoger onderwijs worstelen met hoofdlijnen aanduiden, verbanden interpreteren en volledig en gedetailleerd tekstbegrip’, zo blijkt uit drie verschillende onderzoeksrapporten van 2008, 2009 en 2010.

Inhoudsvragen volstaan niet

“Ons leesonderwijs faalt”, stelt schoolbegeleider Ernst Keijsers van de CED-Groep in Rotterdam. “Nog altijd beperken veel leraren het oefenen van leesbegrip tot inhoudsvragen stellen. Dat leerlingen op die manier teksten echt leren begrijpen, is een misvatting. Het gevolg is dat de leerlingen teksten onvoldoende leren begrijpen. Daardoor gaan ze bovendien minder graag lezen. Ten slotte verliezen ook de leraren hun motivatie om tekstbegrip aan te leren. Als leerlingen dan ook nog geconfronteerd worden met teksten die ze niet boeiend vinden, dan wordt het probleem nog groter.”

Te technisch

Keijsers alarmkreet sluit aan bij internationaal onderzoek (PISA, PEARLS 2011) over leesplezier en de link met leesvaardigheid. “Wie vaak voor het plezier leest, wordt een steeds vaardiger lezer, en gaat als gevolg daarvan weer vaker lezen”, zegt dat rapport. Een veelzeggend cijfer: Nederlandse 15-jarigen lezen in vergelijking met leeftijdsgenootjes uit andere landen weinig voor hun plezier in de vrije tijd. Bijna de helft geeft aan dit nooit te doen. Keijsers voegt nog dit toe: “Leerlingen leren wel lezen, maar in het basisonderwijs ligt de focus sterk op technisch lezen: de woorden en zinnen gelezen krijgen. In het secundair/voortgezet onderwijs ligt de focus dan weer  op het beantwoorden van inhoudsvragen.”

Kinder- en jongerenkranten

Hoe leren we kinderen beter begrijpend lezen? Wetenschappers zijn het erover eens dat goede begrijpend lezers vier dingen heel goed kunnen: ze kunnen vlot technisch lezen, ze hebben een goede woordenschat, ze beschikken over een brede achtergrondkennis en ze passen leesstrategieën toe. Een van de randvoorwaarden daarvoor is het gebruik van motiverende teksten. Dat hebben educatieve uitgeverijen intussen goed begrepen. Methodes als Lezen in Beeld , Overal tekst! en kinder- en jongerenkranten als Klap, Kids en Kidsweek, compleet met leshulp voor de leraar, trekken volop de kaart van de actualiteit, en met succes. Kidsweek wordt in een oplage van 70.000 exemplaren verspreid en bereikt 1.420 Nederlandse basisscholen. Lezen in Beeld vond in twee jaar tijd zijn weg naar 600 scholen. Overal tekst!  bestaat sinds 2009 en richt zich tot alle Nederlandse basisscholen.

Via internet

De grootste speler op de markt is op dit moment Nieuwsbegrip, een project van de Rotterdamse CED-Groep, dat zowel in Vlaanderen als in Nederland loopt. Scholen krijgen elke week via een speciale website nieuwsartikels die speciaal voor hun leerlingen geschreven zijn, op meerdere leesniveaus. De leerlingen krijgen er uiteenlopende leesopdrachten bij, de leraren een handleiding. Zes jaar na de start in Rotterdam werken niet minder dan 4.500 Nederlandse scholen met Nieuwsbegrip. Vlaanderen startte dit jaar pas; 100 scholen werken er nu mee. In beide taalgebieden hoor je hetzelfde: niet enkel lezen de leerlingen veel liever, ze doen het ook beter dan voordien.

Foto’s en kopjes

Hoe werken scholen dan concreet met actualiteit? De katholieke basisschool Liniedoorn in Breda telt 140 leerlingen van diverse culturen, waaronder veel leerlingen met taalachterstand. Brigitta (51) geeft les in groep vijf (in Vlaanderen het derde leerjaar). De les gaat over het afschaffen van het statiegeld op petflessen. “Het is in het nieuws geweest”, weet Brigitta. “Sommige leerlingen weten er al meer over dan ikzelf.”

Juf Brigitta: “Als het in het nieuws is geweest, dan weten
sommige leerlingen er al meer over dan ikzelf.”

De les is  net begonnen. Op het digitaal bord staat: ‘Wat leren we vandaag? Voorspellen.’ De leerlingen krijgen hun nieuwsartikel nog niet te lezen, eerst moeten ze ernaar kijken: foto’s, kopjes, de titel van het artikel … Vervolgens schrijven ze op wat ze al weten. Ze proberen te voorspellen waarover de tekst zal gaan. “Voor een buitenstaander klinkt dat vreemd”, zegt Ernst Keijsers. “Maar voorspellen is een goede strategie om een tekst beter te begrijpen. Velen onder ons doen het onbewust. In de klas moet je het koppelen aan andere leesstrategieën die goed werken: vragen stellen, onduidelijkheden ophelderen, relaties in de tekst ontdekken, woorden verklaren, samenvatten. Heel goede lezers hanteren deze strategieën spontaan, maar de meesten moeten ze leren.”

Politici

Brigitta deelt nu de tekst uit. Ze leest de eerste alinea voor en modelt het lezen. Modelen  wil zeggen: hardop uitdrukken wat je denkt: “Ik weet wat flessen zijn, maar wat zijn petflessen?” zegt ze bij het lezen. En wat later: “De winkels mogen stoppen met het vragen van statiegeld ... Ah, mógen. Het is dus niet verplicht.” Dan leest per kopje een leerling de tekst voor. Ditmaal moeten ze zelf hardop denken, modelen dus. “Met leesstrategieën hebben leerlingen het aanvankelijk moeilijk”, zegt Brigitta. “Ze zijn heel sterk gericht op het lezen zelf.” Dat blijkt: een leerling leest een zin met het woord ‘politici’ voor en blijft gewoon doorlezen. Juf Brigitta onderbreekt hem: “Vraag je je niet af wat politici zijn? Wie kent dat woord?”

Rida (9) heeft strategieën zoals voorspellen ook moeten leren: “Ik dacht eerst nog: hoe kunnen we nu voorspellen waarover het zal gaan als we de tekst nog niet hebben? Maar nu begrijp ik het: het is je eigen mening en niets is fout.”

Meester en gezel

“Het modelen was voor alle leraren nieuw”, weet Sacha Kauffeld, intern begeleider van de Liniedoorn. “Er waren twijfels. Het idee dat leerlingen dat op den duur zelf moeten kunnen, ontlokte reacties als ‘Dat kunnen ze gewoonweg niet’. Maar ging het leesniveau van alle leerlingen de hoogte in. De kritiek verstomde. Via nascholing leerden we dat modelen beter aanpakken.”

Ernst Keijsers noemt modelen een terugkeer naar het meester-gezelonderwijs van de middeleeuwen. “Toen deed de meester aan zijn gezel voor wat hij moest doen. Zo leerde men ambachtelijke beroepen. Bij begrijpend lezen is het voor leerlingen niet duidelijk of zichtbaar hoe de expert het lezen aanpakt. Veel speelt zich namelijk af in diens hoofd af. Door hardop te denken kan de expert duidelijk maken hoe hij een strategie toepast. Geleidelijk nemen leerlingen die rol zelf over in leesgroepjes.”

Yasmine: "Ik ontdekte dat kinderen met dyslexie toch
heel slim kunnen zijn."

Yasmine (11) is het hardop denken intussen gewend: “In het begin vond ik het wel vreemd. Maar zo ontdekte ik ook dat een leerling met dyslexie toch heel slim kan zijn.”

Ronde van Vlaanderen

Een van de eerste Vlaamse scholen die met Nieuwsbegrip aan de slag gingen, is basisschool Het Klepperke in Balen. Daar werkt men bijvoorbeeld met krantenartikels over de Ronde van Vlaanderen. “Een schot in de roos”, herinnert meester Raf zich. “Winnaar Tom Boonen komt uit Balen. Alle leerlingen kennen hem, ze wilden er allemaal meer over lezen.”

De leerlingen volgen de actualiteit volop. Op een van de tafels in de klas ligt een grote map met krantenknipsels en foto’s. “Die maken de nieuwsbewaarders”, legt Seppe (11) uit. “Zij krijgen artikels van de nieuwsvolgers.”

Nieuwsteksten zijn gewoon boeiender

Nieuwsbewaarders, nieuwsvinders, nieuwsvolgers … De rollen horen bij de leesmethode.  Elke week wijst Raf een groepje leerlingen aan om een van die drie functies op zich te nemen. Mira (12) kijkt terug op haar rol als nieuwsbewaarder: “Op het eind van het schooljaar kunnen we in de map zien wat er allemaal in het nieuws is geweest. Over de aardbeving in Japan hadden we het meest.”

Prins Friso

Of kinderen dankzij deze methode meer geïnteresseerd zijn in de actualiteit? “We krijgen heel wat positieve respons van de ouders”, knikt Daniëla (23) van de Liniedoorn. Ze is een collega van Brigitta en heeft groep zeven, het vijfde leerjaar. “De Nieuwsbegripteksten zijn gespreksonderwerp aan tafel. Je merkt dat de kinderen meer naar het Journaal kijken. Ze weten dingen over het onderwerp, praten erover, vullen elkaar aan. Vooral onderwerpen over dieren interesseren hen. Of een onderwerp als prins Friso, natuurlijk.” Kubra (11) en Julia (11) denken er ook zo over. “De thema’s vind ik leuk. Je leert iets over de wereld. En als opdracht mag je ook mindmaps maken”, zegt Kubra. De mindmaps horen bij de strategie visualiseren. “Vroeger moesten de leerlingen altijd dezelfde schema’s maken”, vertelt meester Raf. “Nu zit daar veel meer variatie in.”

Burgerschap

Actualiteit hoort niet alleen thuis in de taallessen. Daniëla en haar collega’s gebruiken het materiaal ook in andere lessen, zoals burgerschap. In Balen, 70 kilometer ten zuiden van Breda, klinkt eenzelfde verhaal. “Actualiteit hoort bij de leerstof van de tweede graad”, zegt Rafs collega Marco (36). “Actualiteitslessen worden leeslessen of omgekeerd. Daarmee slaan we twee vliegen in één klap.”

Meer informatie:

Reacties

nieuwsbegrip

Wat kan je doen bij nieuwsbegrip????? ????

Reageer op reactie | Taalschrift.org

Erg goede blog structuur! Hoe vaak post je per maand? Bij jou lijkt het bloggen heel simpel.
Het geheel van je site ziet er mooi uit en ook je content in interessant!

Nieuwsbegrip

Op de school van mijn bonuszoon wordt ook gewerkt met Nieuwsbegrip. Een goede zaak wat mij betreft, want voor de rest is hij (bijna) niet aan het lezen te krijgen. Zo zonde, ik heb zelf heel goede herinneringen aan de jeugdbibliotheek!

modelen

Dat modelen uit het artikel van Jan T'Sas lijkt me wel spannend om uit te proberen. Het is inderdaad ook voor mijn middelbare scholieren TSO een helse klus om van een tekst een goeie samenvatting te maken.

Begrijpend lezen

Met zijn tekst "Lezen we straks beter dankzij het nieuws?" heeft Jan T'Sas een hoofdvogel afgeschoten. Van harte proficiat.

Didacticus Jan T'Sas geeft hier een ruime en volwaardige inkijk in de aanpak van efficiënt begrijpend lezen zowel in Nederlandse als in Vlaamse basisscholen. De traditionele aanpak moet wijken voor doeltreffender didactische werkvormen, die meer leerrendement garanderen. Vooral het bijbrengen van leesstrategieën en het modelen, het hardop vertellen wat er bij de activiteit in je omgaat, vallen hier op.
Kinderen- en jongerenkranten en eigentijdse leesmethodes die gebruik maken van teksten uit de actualiteit waarborgen motivatie en prettig werken dat de effectiviteit van het leesonderwijs ten goede komt.

Meer van dergelijke artikels en ook veel lezers ervan gewenst.
Goed zo!

Ghislain Duchâteau,
vz. Netwerk Didactiek Nederlands (NDN)