Taal is een glijmiddel

Column
Chris Van Camp

“Die zou van mij ook burgemeester mogen worden, dat is geen echte Marokkaan, hij is beter ter taal dan Janssens!”  Het statement kwam uit de met felroze lipstick bewerkte mond van een Antwerpse autochtone die je niet levend op een Suikerfeest treft. Die avond in de Bourlaschouwburg kwam de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb duidelijk als overwinnaar uit het debat, een organisatie van deBuren.eu rond stedelijke politiek. Niet zo’n heldendaad, want van charme of gladde babbel kan je zijn Antwerpse evenknie Patrick Janssens niet verdenken.

Toen Aboutaleb er met de nodige bombarie mee uitpakte dat hij Marokko pas als tiener had  verruild voor Nederland, steeg er zowaar een applaus op. Zo goed Nederlands spreken dat hij kon! Vlotter dan Baantjer vroeg hij de Antwerpse burgervader waarom er niet meer politici van andere origine in het gemeentebestuur zetelden. “Omdat onze allochtonen er nog niet klaar voor zijn”, durfde de SPA’er luidop te denken. In het oogverblindende licht van Ahmeds taalvirtuositeit interpreteerde de hele zaal dit alsof ‘onze’ politici met Turkse of Marokkaanse roots nog wat langer in een taalbad moesten dobberen. Aboutaleb was in het vierde kabinet Balkenende Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en eerder PvdA-wethouder in Amsterdam. En dat is waaraan het ‘onze allochtone politici’ ontbreekt: ervaring en een palmares om u tegen te zeggen. Maar zou Ahmed Aboutaleb het zo ver geschopt hebben zonder zijn vlekkeloos Nederlands?

Wiens taal men spreekt, diens oor men heeft. Daarom bleef de voorbije paus Johannes-Paulus, de dementie voorbij, nog steeds in 60 talen zijn ‘zalik pasén’ afdreunen. Geen volk ontkomt aan die gevoeligheid. We zijn gecharmeerd als iemand zich de moeite getroost zich onze taal eigen te maken. Omgekeerd ervaren we het als onwil en afwijzing wanneer iemand na jaren verblijf geen woord in de landstaal spreekt. Geen wonder, want als oud-kolonialen weten we hoe je macht installeert: je eigen taal tot voertaal uitroepen en net genoeg passieve kennis van de inheemse taal aan de dag leggen om je niet te laten bedonderen.

Taal bepaalt de pikorde. In België zagen we, rechtevenredig met de economische bloei van Vlaanderen, het Nederlands in de bedrijfswereld het Frans verdringen. Wanneer Angela Merkel op de noodzaak wijst voor allochtonen om zich te integreren en benadrukt dat het leren van de Duitse taal hiertoe het middel bij uitstek is, beveiligt ze hiermee de dominantie van de Duitse cultuur. Maar waarom treedt  Abdullah Gül, de president van Turkije, haar dan bij? Waarom raadt deze conservatieve moslim in Duitsland verblijvende Turken aan om accentloos Duits te leren spreken? Terwijl we in een verslag van zijn staatsbezoek aan Kenia, waar Turkije blijkbaar zwaar aan ontwikkelingshulp doet, vernemen dat hij vooral heil ziet in het oprichten van scholen waar Turks wordt aangeleerd. In Kenia? Omdat de kaarten daar anders liggen dan in Duitsland. In Kenia aanvaardt de hulpontvangende bevolking in ruil voor steun de taal en de godsdienst van de weldoener.

In de katholieke missies in Afrika ging het er precies zo aan toe. In het geval van Duitsland, waar het Turkse immigranten betreft - voor Gül ook vertegenwoordigers van de islam - kan het verwerven van eloquentie ook een glijmiddel zijn om door te dringen tot politieke ambten. Een paard van Troje wordt het pas wanneer die taal ook de drager blijkt van een religieuze overtuiging. Hoe dan ook ziet het er naar uit dat iedereen het erover eens is dat de slag om Duitsland in puntgaaf Duits zal worden gevoerd. De vraag is of we gecharmeerd blijven door zo’n  taaloffensief als we plots een andere boodschap te horen krijgen. Of geloven we dat taal de doorslaggevende factor is in onze identiteit? Belgen zouden alleszins uit ervaring moeten weten dat het complexer is dan dat…

Chris Van Camp schrijft columns, theater en zo meer.

Reacties

Taal en succes

Ook ik deel de mening van de auteur. Een optimale beheersing van de landstaal opent deuren, zoals voor Ahmed Aboutaleb. Vaak vinden (geschoolde) allochtonen geen gelijkwaardige job omwille van hun taal. Dat allochtonen die de landstaal spreken wel een geschikte job vinden, lijkt me daarom niet vreemd. In dit opzicht vind ik taalhulp voor anderstaligen uiterst efficiënt. Dit alternatief helpt allochtonen niet alleen op economisch vlak, maar ook op sociaal vlak een stap vooruit. De taal helemaal niet machtig zijn, leidt tot economische en sociale degradatie. Hoe zijn we zelf? Willen wij een burgemeester of minister die onze belangen verdedigd in gebrekkig Nederlands?
Toch heeft deze situatie ook een andere kant, zoals ook W. Vranken aangeeft. Sluiten we allochtonen die de landstaal in mindere mate beheersen niet uit als we hen enkel beoordelen op hun taal? Spelen andere talenten geen rol? Wellicht beschikt Ahmed Aboutaleb naast kennis van de taal ook over andere bekwaamheden die van hem een succesvolle politieker maken.
Maatschappelijke betrokkenheid, sociale integratie en kennis van de landstaal: het zijn factoren die volgens mij allemaal een belangrijke rol spelen!

In de huidige multiculturele

In de huidige multiculturele samenleving staan wij zeer kritisch tegenover onze medemens van buitenaf. Wanneer iemand moeite doet om zich op het niveau van onze taal te stellen, voelen we ons verwant. Dit lijkt een maatstaf voor wederzijds respect. Zo blijkt ook tijdens het debat in de Bourlaschouwburg met Ahmed Aboutaleb. De Rotterdamse burgemeester ruilde pas in zijn tienerjaren Marokko in voor Nederland en spreekt reeds vloeiend Nederlands.

“Omdat onze allochtonen er nog niet klaar voor zijn”. Bewijst Patrick Janssens, burgemeester van het multiculturele Antwerpen, hier wat xenofobisch te staan tegenover allochtonen in het politieke leven? Naar mijn mening maakt het niet uit of een politicus Nederlands, Frans, Engels, Arabisch, Marokkaans of gelijk welke taal praat, als hij maar een goede politicus is en kennis heeft van het land.

Aboutaleb bewijst dat het perfect mogelijk is om je in een land te integreren en zelfs deel uit te maken van het bestuur van dat land. Uiteraard zal zijn kennis van de taal hierbij geholpen hebben, maar voor mij is dat geen criterium om een behoorlijk politicus te zijn.
In de middeleeuwen sprak men van ‘Wiens brood men eet, diens woord men spreekt’. Misschien moeten we toch even terugblikken op deze periode?

‘Taal opent deuren’ of ‘taal

‘Taal opent deuren’ of ‘taal is een glijmiddel’, beide uitspraken verkondigen dezelfde waarheid. Iemand die zich inspant om een taal te spreken, kan vaak op meer sympathie rekenen dan iemand die weigert zijn taal aan te passen. Daarbij heb ik het niet enkel over anderstalige nieuwkomers die zich willen integreren in de maatschappij, maar ook over autochtone taalgebruikers.
In het taalonderwijs wordt steeds meer aandacht besteed aan vaardigheden. Het doel van dit taalvaardigheidsonderwijs is dat leerlingen in natuurlijke situaties vlot en efficiënt in het Nederlands kunnen communiceren (1). Aan leerlingen wordt geleerd een gepast taalregister te hanteren. We verwachten van hen dat ze kunnen nagaan in welke situatie ze Standaardnederlands moeten gebruiken en wanneer een andere taalvariëteit (zoals tussentaal) aanvaard wordt (2). Iemand die een sollicitatiegesprek voert in het dialect zal waarschijnlijk minder succes kennen dan iemand die Standaardtaal hanteert, of toch een zichtbare inspanning levert om zijn taal te verzorgen. In die situatie is taal een glijmiddel op sociaaleconomisch vlak. Daarenboven kan taal in het onderwijs zelf ook deuren openen. Nederlands is immers een substraatvak, een vak dat vaardigheden aanbrengt die het leren voor andere vakken bevordert (3). Leesvaardigheid, het vermogen om de essentie uit een tekst te halen of gewoon instructies op een correcte manier interpreteren, zijn van groot belang in alle andere vakken. Taal opent hier een symbolische deur naar andere kennisdomeinen.
Chris van Kamp stelt in zijn artikel een interessante vraag. Zou Ahmed Aboutaleb het zover geschopt hebben zonder zijn vlekkeloos Nederlands? Een perfecte beheersing van het Nederlands is niet zaligmakend. Iemand heeft tal van andere kwaliteiten nodig om een succesvolle politieke carrière uit te bouwen. Volgens mij heeft het zeker een rol gespeeld. Het is zoals de schrijver van dit artikel zegt: “Wiens taal men spreekt, diens oor men heeft.”

(1) Secundair onderwijs, eerste graad A-stroom: uitgangspunten Nederlands. (http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/secundair/1stegraad/a-stroom/uitgangspu...), geraadpleegd op zaterdag 9 april.
(2) Leerplan secundair onderwijs: Nederlands eerste graad A-stroom, VVKSO - Brussel D/2010/7841/016.
(3) Een Taalbeleid op school, (http://www.magazinesindeklas.be/articles/index.jsp?siteID=11&sectionID=1...), geraadpleegd op zaterdag 9 april 2011.

‘Wiens taal men spreekt,

‘Wiens taal men spreekt, diens oor men heeft.’ ‘We zijn gecharmeerd als iemand zich de moeite getroost zich onze taal eigen te maken. Omgekeerd ervaren we het als onwil en afwijzing wanneer iemand na jaren verblijf geen woord in de landstaal spreekt.’ Toen ik dit las, dacht ik daar zit een grote brok waarheid in.

Tegenwoordig zijn we heel kritisch tegenover allochtonen. We willen dat men zich zo snel mogelijk aanpast aan ons land, onze cultuur, onze gewoontes en uiteraard en vaak in de eerste plaats aan onze taal. Waarom eigenlijk? Voelen we ons anders bedreigd door “de vreemde man in de straat die we niet verstaan”? Ik denk dat taal onontbeerlijk de sleutel is tot aanvaarding.

Ten eerste, van de Vlamingen wordt altijd gezegd dat zij zich, bij een bezoek aan een ander land, met een andere taal, heel snel zullen aanpassen en zullen proberen de taal te gebruiken. (Engels, Frans, Duits, Spaans, …) We doen ons best om ons uit te drukken. En dat is iets waar we alleen maar trots op kunnen zijn! Toch heeft Iedereen wel al ondervonden dat wanneer je in een discussie verwikkeld bent en je beheerst de taal onvoldoende, dan geraak je er niet. Je kunt je boodschap niet overbrengen en je mening gaat verloren. Jammer.

Ten tweede, denk ook maar eens aan een gesprek onder Vlamingen in Standaardtaal. Hoe snel verbeteren we de andere niet wanneer die een fout maakt? We zijn getraind in het detecteren van tussentaal, taalzuiverheidsfouten en dergelijke. Ik ben een toekomstige leerkracht en ik wordt gedrild in het signaleren van tussentaal in een formeel gesprek.

Daarom deel ik de mening van Chris Van Camp: taal is een glijmiddel. Het helpt je op weg om aanvaard te worden in de maatschappij én het kan deuren openen als je politieke, economische, … ambities hebt.

Tijd dus om er meer aandacht aan te schenken in het aanleren van vreemde talen in het onderwijs!

Taal is een glijmiddel – Chris Van Kamp

Is het machtig zijn van een landstaal een voorwaarde voor integratie in de samenleving? Dit is een van de vragen die Chris Van Kamp centraal stelt in zijn artikel. Aan de hand van verschillende reële situaties toont hij aan dat het belangrijk is om de landstaal te beheersen indien je goed wilt functioneren in de maatschappij.
Een eerste voorbeeld is dat van Ahmed Aboutaleb, de burgemeester van Rotterdam. Aboutaleb is van Marokkaanse origine, maar hij spreekt vlekkeloos Nederlands. Doordat hij het Nederlands zo goed onder de knie heeft, is hij burgemeester kunnen worden. De kans dat hij deze functie zou uitoefenen als hij niet goed Nederlands zou spreken, is miniem.
Een tweede situatie die in het artikel wordt aangehaald is de cultuuroverdracht via de landstaal. Wanneer de allochtone bevolking de landstaal aanleert, zal ze automatisch ook een deel van de dominante cultuur in het land overnemen. Hierdoor zal het integratieproces vlotter verlopen en zullen de allochtonen makkelijker kunnen functioneren in de maatschappij.
Met deze argumenten heeft Chris Van Kamp mij overtuigd zijn mening te delen. Ik denk dat het inderdaad noodzakelijk is om de taal goed te beheersen, indien je maximaal wilt functioneren in de maatschappij. De taal niet beheersen, legt je heel wat beperkingen op en het zal leiden tot een isolement.
Samengevat: de landstaal meester zijn, is een glijmiddel voor integratie in de maatschappij en brengt je naar de top!

taalver(w)erving

Taal is een middel om te communiceren, om zich uit te drukken. Het beheersen ervan is een pluspunt om zowel in je eigen land als in het buitenland je mannetje te staan. Zowel de kennis van de landstaal als het beheersen van vreemde talen zorgt ervoor dat je gemakkelijk geïntegreerd geraakt in de maatschappij waarin je vertoeft. Net omwille van deze reden besteedt het onderwijs in België heel wat aandacht aan taalvaardigheid. Helaas slagen we er niet in om iedereen hiervoor warm te maken. Communicatie blijft vaak stroef verlopen omwille van taalarmoede of het niet beheersen van de landstaal. Vooral allochtonen hebben vaak geen of een gebrekkige kennis van de landstaal. Dit kan leiden tot vervelende en gênante situaties. Het lijkt mij onaanvaardbaar dat een allochtoon geen moeite doet om de taal te leren van het land waarin hij verblijft. Ik vraag mij af hoe een allochtoon een waardige plaats kan veroveren in de maatschappij als hij de landstaal niet begrijpt of spreekt? Hoe kan deze persoon zich uitdrukken en laten zien wie hij is?

Persoonlijk vind ik dat inburgering meer inhoudt dan enkel het spreken van de landstaal. Ook respect hebben voor de cultuur, de gewoontes, de politieke situatie, … van het land waarin je wil integreren maken daar deel van uit. Echter betekent dit volgens mij niet dat de allochtoon zijn identiteit moet verliezen. Maar om zich te manifesteren in een nieuwe maatschappij is het belangrijk de landstaal te spreken.

Dit vergt een grote inspanning en veel tijd. Die tijd moeten we allochtonen gunnen. Het spreekt voor zich, indien de aanpassing vlot verloopt, de persoon in kwestie snel opgenomen wordt in de maatschappij. Hij/zij toont namelijk bereidwilligheid tot het accepteren van elementen die onze eigenheid weerspiegelen.

Allochtonen die zich politiek, cultureel of maatschappelijk engageren in het land van integratie hebben zich meestal vlot aangepast, maar hoeven daarom hun oorspronkelijke afkomst niet te verloochenen. Onbewust creëren we een soort sympathie voor deze mensen. We vinden het fijn dat er, ondanks bepaalde vooroordelen, ook allochtonen zijn die hun steentje willen bijdragen aan hun nieuwe thuisland.

We kunnen ons echter de vraag stellen of we die sympathie nog zullen voelen indien de allochtoon onze taal zou gebruiken voor het uitdragen van boodschappen in hun eigen belang? Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan het islamitisch geloof. Dit stemt tot nadenken.

Taal als glijmiddel

In het artikel beweert Chris Van Camp dat beheersing van een landstaal een zeer grote bijdrage levert aan de acceptatie in de maatschappij. Hij toont dit aan met de Rotterdamse burgemeester, Ahmed Aboutaleb, die perfect Nederlands spreekt. De burgmeester beweert dat hij zonder een perfecte beheersing van de Nederlandse taal, nooit zo ver geraakt zou zijn in de politiek. In België zelf zijn er nog steeds weinig allochtone politica. Dit komt volgens Patrick Janssens, burgemeester van Antwerpen, omdat de meeste allochtonen de standaardtaal nog te weinig onder de knie hebben.
Ik volg de mening van de auteur. Volgens mij heeft taal een grote invloed op de acceptatie van een persoon in de samenleving. Wanneer je de taal van een land niet beheerst, bestaat de kans dat je geïsoleerd raakt of misschien zelfs uitgesloten wordt uit de maatschappij. Als je als allochtone de standaardtaal van een land leert en moeite doet om de taal zo goed mogelijk te spreken, zal dat zeker gewaardeerd worden, zal je op meer sympathie kunnen rekenen en zal je sneller geholpen worden door anderen. Dankzij een goede beheersing van de taal, kunnen mensen actief deel uitmaken van de maatschappij en zullen ze sneller geïntegreerd raken.
Kortom, het beheersen van de standaardtaal is de sleutel om optimaal te functioneren.

correcties

@Roger en @Marc,
Dank voor uw oplettendheid. De foutjes zijn er bij de redactie helaas doorheen geglipt. Ze zijn inmiddels hersteld.

Ho! @Correctoren altegader:

Ho!

@Correctoren altegader: Door de fouten de inhoud van een tekst niet meer kunnen bevatten is zoiets als door de bomen het bos niet meer zien... toegegeven: fouten zijn struikelblokken, maar wie erin slaagt de hindernissen te nemen, treft hier wel een interessant standpunt aan.

@Chris Van Camp, u hebt blijkbaar de eerste in plaats van de gecorrigeerde versie van uw tekst doorgestuurd.

Zich een taal eigen maken

Hello,
"We zijn gecharmeerd als iemand zich de moeite getroost onze taal eigen te maken."
Heb ik het mis voor door te denken dat in die zin een fout staat ?
Ik zou schrijven :
"We zijn gecharmeerd als iemand zich de moeite getroost ZICH onze taal eigen te maken".
Met vriendelijke groeten,
Roger, gepensioneerde

Bourlaschouwburg

"Bourlaschouwburg" schrijf je in één woord.

Ik heb al geen zin meer om verder te lezen, na zo'n fout.

Nederlands leren

"We zijn gecharmeerd als iemand zich de moeite getroost onze taal eigen te maken. Omgekeerd ervaren we het als onwil en afwijzing wanneer iemand na jaren verblijf geen woord in de landstaal spreekt. ", schrijft Chris van Camp. Ik weet niet hoe het in België is, maar in Nederland gaat dat verhaal allerminst op. Nederlanders etaleren graag en gretig hun grote spreekvaardigheid in het Engels. Het is als westerse allochtoon verrekt lastig in Nederland Nederlands te leren. Mijn Amerikaanse buurman leeft al meer dan 20 jaar in Nederland, maar zijn Nederlands is slechter dan van een vierjarig Marokkaanse jochie van vier hier in Amsterdam. Veel van mijn buurtgenoten praten Engels met hem. Mijn buurman had een keer ruzie met een vuilnisman. Toen die merkte dat mijn buurman een sterk Amerikaans accent had, ging hij, die domme vuilnisman, over in zijn versie van het Engels. Ooit hekelde een hoogleraar Nederlands van een Schotse universiteit die rare mentaliteit van Nederlanders. Hij ging regelmatig naar Nederland om zijn Nederlands op peil te houden. Echt, je kon niet horen, het was een radiogesprek, dat de man geen Nederlander was. Hij moest alleen niet vertellen dat ie uit Schotland kwam. Dan stapten zijn Nederlandse gesprekspartners onmiddellijk over op het Engels. Hij zei dan meestal ook maar, als daar naar gevraagd werd, dat hij uit Finland kwam. Tot dat ook op een dag ook fout ging... Gecharmeerd dat buitenlanders onze taal leren? Liever niet.

re: Nederlands leren

Leuk stukje. '...een vierjarig Marokkaans jochie van vier...'?

Arno, Dat is inderdaad heel

Arno,

Dat is inderdaad heel anders in Nederland. Maar wat ik schrijf over Vlaanderen, gaat werkelijk op. Probeer in België het Engels als regeringstaal te slijten om zo Franstaligen en Nederlandstaligen in dezelfde taalpositie te zetten, en je stuit op protest.

Anderstaligen tegemoet komen

Chris, je moet de positie en het gebruik van het Engels in Nederland niet vergelijken met Engels in Vlaanderen, maar met Frans. Veel Vlamingen uit de middenstand in heel Vlaanderen, maar zeker aan de kust en andere toeristische gebieden, hebben al altijd Franstalige landgenoten, zelfs als die moeite doen om Nederlands te spreken, in het Frans proberen te woord te staan. Met als resultaat wat ik onlangs op tv hoorde van een Franstalige die zich aan de kust vestigde: 'ik hoef hier geen Nederlands te leren, ze spreken hier toch Frans' (in het Frans uiteraard). Zet dat tegenover de ervaring die ik heb met Parijzenaars, Russen, Tsjechen, Indiërs enz. die (in Leuven) op enkele maanden tijd praktisch foutloos Nederlands spreken (alhoewel ze in een - universitaire - omgeving werken waar het Engels zowat de tweede taal is).

Edwin, Het Frans is één van

Edwin,
Het Frans is één van onze landstalen. En laat ons zeggen dat ik deze dagen meer franstaligen ken die behoorlijk Nederlands spreken, dan Vlamingen die er nog iets van bakken in het Frans. Heel spijtig, want met Frans kom je verder dan Brussel toch?

Dat het Frans een van onze

Dat het Frans een van onze landstalen is, is precies wat ik bedoelde als ik schreef dat je onze taalpositie niet moet vergelijken met die in Nederland en het Engels. En dat er meer Franstaligen Nederlands spreken dan andersom, klopt dat wel? Waarom worden regeringsonderhandelingen in ons land dan hoofdzakelijk in het Frans gevoerd? En als je het ruimer bekijkt: waarom is het beeld van België in het buitenland dan zéér Franstalig gekleurd? Is het beeld van Nederland soms Engels gekleurd? enz.