Gebruik luistertaal en mensen begrijpen je

Reportage
Projectgroep Luistertaal
Projectgroep Luistertaal

Een Nederlander of Vlaming die vloeiend Duits spreekt, is misschien vrij zeldzaam, maar een die Duits verstaat niet. Je leert namelijk sneller een taal ‘luisteren’ dan spreken. Dat verschijnsel heeft nu pas een naam gekregen: luistertaal.

Lingua receptiva heet het met een mooi woord: communicatie tussen personen die elkaars taal niet spreken, maar er genoeg van kennen om elkaar tóch te kunnen verstaan. In het Nederlands wordt dit begrip vertaald als ‘luistertaal’. Er zijn veel situaties waarin het gebruik van luistertaal denkbaar is. Dat gaat van onderlinge gesprekjes binnen meertalige gezinnen tot besluitvorming op internationaal topniveau.

Hanzetijd

Is luistertaal een nieuw verschijnsel? Nee. “De naam luistertaal bestaat pas een jaar, maar het verschijnsel van deze meertaligheid is al zo oud als de mens”, verklaart dr. Jan ten Thije, universitair docent interculturele communicatie aan de Universiteit Utrecht. “Nederlandse handelaars die in de middeleeuwen en de hanzetijd naar buitenlandse gebieden trokken, konden zich uitstekend verstaanbaar maken met hun eigen taal. Dat weten we uit onderzoek. Achteraf moet je vaststellen dat ze dat met luistertaal gedaan hebben.” Geen nieuw concept dus, maar wel een nieuwe naam.

Jan Ten Thije: “Je kunt luistertaal zien als een
optimale vorm van beleefdheid, omdat ieder
de kans krijgt om zijn eigen taal te spreken.”

 

Kwestie van beleefdheid

Hoe komt het dat luistertaal weinig wordt gebruikt en dat weinig mensen de mogelijkheden ervan kennen? Ten Thije: “Niemand kent de term. Maar juist door het verschijnsel een naam te geven, word je je bewust van het bestaan, en dan kun je het ook makkelijker inzetten.” Zo kan luistertaal worden gebruikt in plaats van het Engels, waardoor een spreker die het Engels slecht beheerst, zich beter begrepen kan voelen.

Een ander positief effect ligt in het sociale aspect van luistertaal. Ten Thije geeft aan dat het kan worden gezien als een optimale vorm van beleefdheid, omdat ieder de kans krijgt om zijn of haar eigen taal te spreken. Ook Johan Häggman, coördinator Multilingualism and Translation Studies bij de Europese Commissie denkt er zo over. De Europese Commissie zou het gebruik van alle 23 officiële talen moeten promoten, vindt hij. Iedereen moet toch het gevoel hebben welkom te zijn in de EU. Hij stelt dan ook dat het gebruik van de eigen moedertaal erg belangrijk is voor iemands identiteit.

Een mooi alternatief voor het Engels.

Bedrijfstaal

Het lijkt moeilijk om luistertaal te gebruiken, maar dat is een misvatting. Bij luistertaal draait het om passieve, receptieve vaardigheden in de andere taal. Die kun je veel gemakkelijker en sneller leren dan actieve vaardigheden, zoals iedereen die weleens een vreemde taal heeft geleerd wel weet. De luisteraar moet de grammatica en woordenschat van de andere taal begrijpen, maar hoeft ze niet actief te kunnen reproduceren. Speciale lesprogramma’s die alleen gericht zijn op passieve kennis, kunnen dan ook tijd en geld uitsparen. En precies dat maakt luistertaal interessant voor bijvoorbeeld internationale bedrijven. Hoe groter de passieve kennis, hoe beter luistertaal werkt.

Meertalig

Er bestaat ook een verwant van luistertaal, namelijk ‘intercomprehension’. “Dat is een beperktere vorm van luistertaal”, aldus Ten Thije, “in die zin dat de combinatie beperkt is tot talen die dichter bij elkaar liggen.” Bij intercomprehension gaat het dus om verwante talen uit eenzelfde taalfamilie, bijvoorbeeld Italiaans en Spaans, of Zweeds en Deens. De Europese Commissie bekijkt momenteel wat de mogelijkheden van intercomprehension zijn.

Häggman, die eerder aan een onderzoek naar intercomprehension werkte, denkt dat het in de praktijk kan worden gebruikt. “Bij intercomprehension gaat het om passieve en receptieve vaardigheden. Maar mensen moeten bewust worden gemaakt van het feit dat intercomprehension werkt. Ik denk niet dat alle Spanjaarden weten dat ze Spaans kunnen spreken tegen Italianen en daarmee verstaan kunnen worden. Vaak schakelen ze meteen over op het Engels, omdat ze niet weten dat hun talen wederzijds verstaanbaar zijn.” Tegelijkertijd zouden juist de medewerkers van de Europese Commissie geen gebruik van het Engels hoeven te maken. Zo spreekt het overgrote deel van de medewerkers vloeiend meerdere talen; Häggman zelf spreekt er tien. Hoewel er op dit gebied dus mogelijkheden zijn voor luistertaal en intercomprehension, is het niet langer noodzakelijk wanneer men elkaars taal al kan spreken.

Vergaderingen

In sommige bedrijven wordt luistertaal al toegepast, zoals in Euregio Rijn-Waal in Kleve. Dat is een organisatie die samenwerking in het grensgebied Nederland-Duitsland bevordert. Daar komt veel meertalige communicatie bij kijken. Heidi de Ruiter van Euregio vertelt dat het zelfs onderdeel is van hun beleid. “Wij hanteren altijd het principe van ‘iedereen spreekt zijn eigen taal’. Dat betekent dat de Nederlanders bij een werkoverleg gewoon Nederlands spreken en de Duitsers het Duits gebruiken. En dat werkt eigenlijk heel goed.” De Ruiter geeft aan dat luistertaal zo veel mogelijk wordt gebruikt in vergaderingen. Maar, zo zegt ze ook: “Bij echt belangrijke vergaderingen hebben we er een tolk bij, voor mensen die de andere taal echt niet begrijpen.”
 

Financiële crisis

Europarlementariër Corien Wortmann komt in het dagelijks leven binnen het Europees Parlement in Brussel regelmatig tolken tegen. Hoewel ze aangeeft dat er af en toe luistertaal wordt gebruikt, vindt de meeste communicatie plaats via tolken of in een lingua franca. Het officiële beleid binnen het parlement is dat iedereen zijn eigen moedertaal moet kunnen spreken. Wortmann vindt dat belangrijk: “Iedere burger moet verkozen kunnen worden, ook als hij alleen maar zijn eigen taal spreekt.” Maar wie enkel zijn eigen taal spreekt, werpt automatisch barrières op, aldus Wortmann: “Als je hier echt invloedrijk wil zijn, moet je ook informeel met je collega’s in een van de hoofdtalen kunnen communiceren.”

Tolken kunnen echter niet bij alle communicatie tussen de Europarlementariërs aanwezig zijn. Dat zou ook heel duur zijn. Wortmann: “Vooral in deze tijd van financiële crisis, waarin we allemaal moeten bezuinigen, zijn wij ook aan het kijken hoe we kunnen besparen op de tolken.” Daarbij lijkt luistertaal een interessante mogelijkheid te worden. Wortmann merkt wel op dat ze het lastig vindt om de omschakeling te maken terwijl ze luistertaal gebruikt, en dat het verwarrend kan werken: “Bij specifieke onderwerpen, met vaktermen, moet je in twee talen denken als het ware. Dus meestal gaat het in dezelfde taal.” Vooralsnog spreken de leden van het Europees Parlement vooral met elkaar in een lingua franca.
 

Hoe groter je passieve kennis, hoe beter luistertaal werkt.

Kinderen

Ook over het gebruik van luistertaal in de familieomgeving zijn de meningen verdeeld. Prof. dr. Annick De Houwer is professor taalkunde aan de Universiteit Erfurt, en heeft veel onderzoek gedaan naar meertaligheid bij kinderen. Hoewel ze het gebruik van luistertaal op zakelijk gebied als een positieve ontwikkeling ziet, is ze eroptegen dat het gebruikt wordt binnen gezinnen. Volgens haar bevordert het in de relatie tussen ouders en kinderen niet de communicatie.

Ze verwijst hierbij naar een Amerikaans onderzoek onder adolescenten, waarbij de kinderen de schooltaal tegen hun ouders spreken, terwijl hun ouders in een andere taal tegen hen praten. Volgens De Houwer wijst het onderzoek op situaties “waar er heel veel meer problemen zijn tussen ouders en hun kinderen in de communicatie, waar adolescenten zich veel minder goed voelen bij hun ouders, waar ouders zichzelf veel minder begrepen voelen, waar ouders vinden dat ze geen autoriteit meer hebben over hun kinderen, omdat er dus iets zit in die communicatie [luistertaal] dat een afstand schept.” Ten Thije nuanceert dit. Volgens hem is luistertaal slechts een van de vele mogelijkheden op het gebied van meertaligheid; het kan simpelweg een optie zijn. “Als de mensen gelukkig zijn in de manier waarop ze hun taal gebruiken, is dat ook voor het kind het belangrijkste. Als ouders zich forceren om een bepaalde taal tegen het kind te spreken waar ze zich niet prettig bij voelen, dan zal dat kind het toch merken.”

Familie

Verder onderzoek moet nog uitwijzen wat de exacte gevolgen van luistertaal kunnen zijn op zowel zakelijk gebied als binnen de familieomgeving. Het mag duidelijk zijn dat het laatste nog niet is gezegd over dit fenomeen. Meer informatie is te zien in een documentaire die de projectgroep Luistertaal in opdracht van de Taalunie produceerde.

Deze reportage werd geschreven door de studenten van het project Luistertaal van het Honourscollege van de Faculteit Geesteswetenschappen aan de Universiteit Utrecht: Collin Gorissen (student Muziekwetenschap), Jolien van Hekke (studente Liberal Arts and Sciences), Tessa Mulkens (studente Wijsbegeerte), Heleen Oomen (studente Spaanse Taal en Cultuur) en Maaike Tol (studente Theater-, Film- en Televisiewetenschap)

Binnenkort verschijnt een documentaire over luistertaal. Bekijk hier een voorproefje:

Trailer Luistertaal (2012) from screenturner on Vimeo.

Radioprogramma Cappuccino besteedde op zaterdag 11 augustus aandacht aan luistertaal. Presentator Bert Haandrikman spreekt vanaf 1 uur  en 39 minuten  met Jan ten Thije. Beluister de uitzending.

Reacties

Luistertaal, passieve taal, intercomprehensie ...

Toch een beetje nieuwe naam voor oude wijn in nieuwe zakken? Lees dit artikel uit 2005 op De Taalsector Online: "Intercomprehensie: een utopie?" http://goo.gl/aYVP3

Umberto Eco (2000): Una Europa di poliglotti non è una Europa di persone che parlano correntemente molte lingue, ma nel migliore dei casi di persone che possono incontrarsi parlando ciascuno la propria lingua e intendendo quella dell‘altro, che pure non saprebbero parlare in modo fluente, e intendendola, sia pure a fatica, intendessero il 'genio‘, l‘universo culturale che ciascuno esprime parlando la lingua dei propri avi e della propria tradizione (Eco, U. 2000, La ricerca della lingua perfetta nella cultura europea. Rome).

Sterk citaat van Eco.

Sterk citaat van Eco. Luistertaal is inderdaad niet nieuw. Bij het lezen van de reportage schoot mij de splitsing te binnen die jaren geleden in het VO al gangbaar was bij talen als Frans en Duits. Frans1 en Duits1 bestonden uit de receptieve vaardigheden, waarnaast de leerlingen met Frans2 en Duits2 het programma konden uitbreiden met de productieve vaardigheden.

Dit bestaat al, zij het onder

Dit bestaat al, zij het onder een iets andere vorm, voor de Romaanse talen. Er zijn zelfs lessen "intercompréhension". Zo noemen ze dat in Frankrijk.

Intercomprehension

Dit wordt ook besproken in de reportage: intercomprehension is een vorm van luistertaal, maar niet exact hetzelfde. Bij intercomprehension gaat het om het gebruik van luistertaal binnen verwante taalfamilies, zoals Deens en Zweeds, en Duits en Nederlands.

luistertaal

Gaat toch alleen op voor sprekers/luisteraars van verwante talen. Verder geen nieuws of groot open-deurgehalte. Moest ook denken aan 's keizers kleren.

Gebruik luistertaal en mensen begrijpen je

Ik mis hier de wetenschappelijke inbreng en kennis van de antropologen!