Ooit spraken Nederlanders en Vlamingen dezelfde taal

Reportage
Alexandra De Laet
Gert Swinnen

Honderd jaar geleden kon je het verschil tussen een Nederlander en een Vlaming nauwelijks horen. Nu wel. Wat is er in die tijd gebeurd? Om welke uitspraakverschillen gaat het en hoe evolueren ze? Taalschrift vraagt het aan twee taalkundigen: een uit elk taalgebied.

Probeer het thuis even uit: een van uw gezinsleden zet het televisiejournaal op, u luistert met de ogen dicht. Hoe snel hoort u of er een Vlaamse of een Nederlandse nieuwslezer aan het woord is? “Heel snel”, zeggen Dirk Geeraerts en Hans Van de Velde in koor. Geeraerts is hoogleraar algemene taalkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hans Van de Velde is docent-onderzoeker sociolinguïstiek aan de Universiteit Utrecht. “Sinds de 20ste eeuw zijn de uitspraakverschillen tussen Nederland en België steeds groter geworden. Toch ging het aanvankelijk de andere richting uit. Qua uitspraak van de standaardtaal leken beide landen eerst zelfs naar elkaar toe te groeien.”

Jojo-effect

Hoe komt het dat het A.N. zo verschillend klinkt in Nederland en Vlaanderen? Daarvoor moeten we meer dan honderd jaar terug in de tijd. Eind 19de eeuw besluiten Vlaamse neerlandici de uitspraak van het noorden over te nemen. Die evolutie vindt in de jaren dertig zijn hoogtepunt, maar dan stokt het proces. Vlaanderen volgt de veranderingen in Nederland niet meer. De uitspraak van het A.N. gaat van dan af zelfs steeds meer verschillen.

Dirk Geeraerts: “Sinds de 20ste eeuw zijn de
uitspraakverschillen tussen Nederland en België steeds
groter geworden. Toch ging het aanvankelijk de andere
richting uit.”

Voor woordenschat zien we hetzelfde jojo-effect. Vanaf de jaren vijftig gaat het Belgisch-Nederlands almaar meer bij het Nederlands-Nederlands aanleunen. "Kijk bijvoorbeeld hoe ‘leuk’ in het Belgisch-Nederlands is terechtgekomen”, illustreert Geeraerts. “Aanvankelijk beschouwen de Belgen dat als ‘Hollands’, maar dat verandert in de jaren zeventig. Veel Vlamingen beginnen dan naar Nederlandse tv-zenders te kijken. En nu maakt het gewoon deel uit van het Belgisch-Nederlandse taalgebruik."

Rooie rakkers

Qua uitspraak en woordenschat heeft zich dus een vergelijkbaar proces van toenadering en afstoting voorgedaan, maar met een tijdsverschil. Op een bepaald moment zijn de overeenkomsten in de standaardtaal in beide gebieden heel groot. Maar nog voor de gelijkenissen de overhand krijgen, loopt de standaardtaal in België en Nederland toch weer uiteen. Zo gaan de Nederlanders vanaf de jaren zestig veel minder formeel met hun standaardtaal om. Uitspraken uit de gesproken omgangstaal in de Randstad vinden hun weg naar het Standaardnederlands: rode wordt bijvoorbeeld ‘rooie’. In België volgt men die trend niet; daar blijft men strak vasthouden aan het 'Algemeen Nederlands'. Het gevolg laat zich raden: beide taalgebieden drijven weer uit elkaar. Bovendien wordt Vlaanderen een eigen standaardtaalgemeenschap, met een eigen interne dynamiek.

Nederlanders spreken de ‘r’ op 20 verschillende manieren uit

Beejt en boowt

Valt het verschil in uitspraak tussen Belgisch en Nederlands A.N. meteen op zodra je de grens oversteekt? Dat kun je niet zomaar stellen, benadrukken Geeraerts en Van de Velde. “Je kunt niet zeggen dat Belgen enkel de zachte g gebruiken en Nederlanders uitsluitend de harde g”, zegt Van de Velde. “Het zuidelijke deel van Nederland hanteert ook een zachte g.”

Al zijn er natuurlijk voldoende verschillen. We horen immers allemaal meestal meteen of we naar een Belg of een Nederlander luisteren. Andere klanken spelen ook mee. Denk maar aan de ee of de oo: Nederlanders zeggen al gauw ‘beejt’ (beet) en ‘boowt’ (boot), Belgen zeggen ‘beet’ en ‘boot’. Voorts is er de r – al kun je ook daarvoor niet zomaar een lijn trekken tussen België en Nederland.

Twintig r’en

“In Nederland onderscheiden we niet minder dan een twintigtal r’en”, weet Van de Velde. “Daarmee bedoel ik manieren waarop de r wordt uitgesproken. In Vlaanderen zijn er dat een twaalftal. In Vlaanderen is de huig-r of zogenaamde Franse r enorm in opmars. In Nederland komt ze ook voor: in Limburg en elders. Het oude gebied van die huig-r breidt uit. Een deel van de huig-r in Vlaanderen komt trouwens vermoedelijk uit Nederland. Zo is er een ‘haard’ in de buurt van Hoogstraten: dat moet bijna zeker met migratie vanuit Nederland te maken hebben.”

Spellinguitspraak

Wat zegt u: ‘Ik ga zwemme’ of ‘ik ga zwemmen’? Ook hier verschillen beide gemeenschappen. In spontane spraak spreken Vlamingen de slot-n van een werkwoord meer uit dan Nederlanders. Toch zijn er in beide landen gebieden waarin de slot-n meer of minder wordt uitgesproken. “De uitspraak van de slot-n is geen noordzuidverschil, het is ook een factor van stijl”, aldus Geeraerts. “Wie formeler wil spreken, zegt eerder de –n”, beaamt Van de Velde. “We zeggen trouwens altijd dat Vlamingen aan spellinguitspraak doen, maar bij het voorlezen van een woordenlijst zijn het dan weer precies de Nederlanders die de slot-n heel sterk uitspreken.”

Leenwoorden vertellen of je Belg of Nederlander bent

Leenwoorden

Zijn er woorden die het verschil tussen een Nederlander en een Belg meteen duidelijk maken? “Als je op zoek wil naar uitspraakverschillen tussen België en Nederland, moet je leenwoorden onderzoeken”, knikt Van de Velde. Woorden die vanuit andere talen in het Nederlands terechtkomen dus. Woorden als restaurant, tandem, scanner en goal. “Leenwoorden zijn vreemd materiaal dat niet in het gebruikelijke, fonologisch systeem past”, verklaart de onderzoeker. “Zo wordt restaurant in Vlaanderen meer op zijn Frans uitgesproken, terwijl men in Nederland de -ant uitspreekt op het einde van het woord. Kijk ook naar goal of drugs: die klank uit het Engels hebben we niet en je kunt er twee kanten mee uit: naar de g of naar de k. In Belgisch-Nederlands hoor je vaker het eerste, in Nederlands-Nederlands eerder het tweede. Met leenwoorden  kun je laten zien of je Belg of Nederlander bent.”

Voet wordt foet

De Belg zegt ‘voet’, de Nederlander zegt ‘foet’. Tenminste, zo klinkt het ons al jaren in de oren. Toch komt ook daar beweging in. “Dat weten we”, zo zegt Van de Velde, “dankzij nieuwe technologie. Die maakt het onderzoekers vandaag de dag mogelijk om uitspraak veel nauwkeuriger te analyseren dan twintig jaar geleden.”

Zo stelde Van de Velde vast dat zowel in Nederland als in Vlaanderen de v in de uitspraak evolueert naar een f-klank, terwijl dat nauwelijks hoorbaar is. “Op zestig jaar tijd is er Nederland op dat vlak sterk geëvolueerd. Je merkt het trouwens in beide landen steeds sterker. Natuurlijk worden niet alle v’s intussen uitgesproken als een f. Dat zal wellicht nooit gebeuren. Opvallend is bovendien dat de v ondanks die evolutie herkenbaar blijft, omdat de overgang naar de rest van het woord op een andere manier gebeurt dan bij een f: de stemloze v-klank blijft kort, terwijl een f langer is. Bijna niemand merkt daardoor op dat de v stemloos wordt. Maar we kunnen het wel vaststellen met onze apparatuur. Articulatorisch – hoe je van v naar f evolueert – werkt het mechanisme in België bovendien anders. Het eindresultaat zou hetzelfde kunnen zijn over honderden jaren, maar toch zijn het twee fenomenen die niets met elkaar te maken hebben.”

Nieuwe trends

En hoe zal het A.N. over honderd jaar klinken in Nederland en in Vlaanderen? Kunnen we nu al trends voorspellen? Aan dergelijke speculaties wagen beide onderzoekers zich niet. “Hoe de uitspraak van het Nederlands zich in het algemeen gaat ontwikkelen, is ‘koffiedik kijken’”, zegt Geeraerts. “Daarbij moeten we bovendien rekening houden met de internationale context. Veel belangrijker dan kijken wat er ín het Nederlands gebeurt, is wát er met het Nederlands gebeurt.”

Dat Standaardnederlands niet overal hetzelfde klinkt, hoor je onder meer op DWVDNT.

Reacties

Welke taal?

Het huwelijk van de taal van 'Kinderen voor Kinderen' en de taal van Johan Cruyff heeft een bastaard opgeleverd die niet mijn gesproken en geschreven taal kan en mag zijn. Dan is er nog de taal van de Nederlandse commerciële omroepen, god beware ons daarvoor, het is al erg genoeg dat er Vlaamse gewestelijke zenders zijn. Graag zou ik ook zien dat de spelling van de sterke en onregelmatige werkwoorden behouden blijft zoals ik ze op school heb geleerd en niet, zoals alles in de maatschappij geniveleerd wordt (en dat is altijd naar beneden).
Misschien een tip aan taalschrift, verbeter eerst de taalfouten en tikfouten uit de reacties, het staat zo lullig voor de auteur.
In de reactie van Lommaert staat bijvoorbeeld eigentaal en nederlands, in de reactie van Lomme Tammer komen we binneland tegen, en bij Arno Schrauwers staat er slechts wanneer het slecht moet zijn.

Foutenkritiek

Allemaal goed en wel, maar zo tekeergaan tegen taal- en tikfouten van anderen en zelf "geniveleerd" schrijven i.p.v. "genivelleerd"...
Het haalt de kritiek wat onderuit, toch?

Hiermee is het bewijs

Hiermee is het bewijs geleverd!

Reacties per ongeluk verwijderd

Vorige week (tussen 4 en 7 juli) zijn enkele reacties op bovenstaand artikel per abuis verwijderd in plaats van gepubliceerd. De redactie zal proberen de verdwenen teksten weer boven water te halen, maar de kans is groot dat dit niet meer lukt. Excuses voor het ongemak!

Taal leeft en evolueert, daar

Taal leeft en evolueert, daar kan je niet rond.
Dat ze in twee landen anders evolueert , daar kan je niet rond.
En toch vind ik het spijtig dat daardoor onze cultuur na een tijd niet meer leesbaar is. Teksten uit 1200 tot 1600 of later zijn op de duur niet meer leesbaar. Een klein beetje trots op de eigentaal en behoud van woordenschat, spelling en uitspraak moet niet gezien worden als stroef of conservatief maar als een teken van eigenwaarde. Nieuwigheden zijn goed zolang de oude daardoor niet overboord hoeven gegooid. Taalrijkdom is toch ook mooi. Een toevoeging aan tekstverwerkers die verschillende spellingen van het nederlands zouden kunnen omzetten zou anders wel de spellingsdrempel verlagen.

Bewijzen

**Honderd jaar geleden kon je het verschil tussen een Nederlander en een Vlaming nauwelijks horen. Nu wel.**

Daar geloof ik geen snars van zonder heel ernstige bewijzen te zien, en voor zover ik weet, wijzen die bewijzen in de tegenovergestelde richting, namelijk dat er wel degelijk heel veel uitspraakverschillen waren in het verleden.

Vlamingen hebben -schijnbaar dan toch- een tijdlang de Nederlanders nageaapt, onder druk van een generatie paternalistische taaldespoten die het "goed voor hadden" met de Vlamingen. Ik zal Heidbuchel nooit vergeten, of Paardekooper, of -O gruwel!- het ABN-krantje van André Desiere.

"Wij Vlamingen hebben geen taal," heette het toen, "alleen een verwerpelijk dialect". Ondanks -en allerminst dankzij- België is Vlaanderen er in geslaagd zich op te werken tot een welvarende regio. Daarmee is het zelfvertrouwen van de Vlamingen toegenomen, en slikken ze de neerbuigende en paternalistische prietpraat van vroeger niet meer en verwijnt ook de bereidheid om de 'Ollanders na te apen.

Zo simpel is dat, denk ik. Ik kan verkeerd zijn. Mijn mening kan veranderen. Maar voor dat gebeurt, zal ik harde bewijzen moeten zien, geen verzinsels.

De toenemende taaldivergentie

De toenemende taaldivergentie ontstaat mede doordat een groot deel van het Nederlandse medialandschap (de commerciele omroepen) in Vlaanderen niet doorgegeven mag worden door de kabelaars.
Voorts is er in Nederland een buitengewoon levendig en zeer uitgebreid Nederlandstalig muziekgebeuren opgekomen, terwijl de Vlaamse media in hoofdzaak gericht blijven op de Engelstalige producten uit buiten -en binneland.

Taaldivergentie

Ik ken niet veel klankopnamen van honderd jaar geleden, maar tussen de theorie van sommige taalgeleerden van meer dan een eeuw geleden ("Eind 19de eeuw besluiten Vlaamse neerlandici de uitspraak van het noorden over te nemen") en de praktijk van de brede massa zal wel een wereld van verschil hebben bestaan, vrees ik.

Taaldivergentie

Ik geloof er helemaal niets van dat de taal van Nederlanders en Vlamingen 100 jaar geleden meer op elkaar leek dan nu. Honderd jaar geleden leidde het Nederlands in Vlaanderen een onderdrukt bestaan. De Groote Oorlog moest nog uitbreken met de grote taalopstand (zie het IJzermonument in Diksmuide) die daar direct uit volgde. In grote delen van Vlaanderen werd in de hogere en niet eens zo hoge kringen Frans gesproken en het moedertaalonderwijs was er slechts. Elsschot (1882), mocht op het schoolplein in, ik dacht, Antwerpen gaan Vloms praten. In België waren Frans en Nederland in theorie gelijkwaardig, maar werd het Nederlands in het openbaar leven weinig gebruikt.
Het kan best zijn dat een kleine groep Nederlandiganten probeerde Nederland in uitspraak en woordgebruik te volgen, maar het grootste deel van de Vlamingen sprak honderd jaar geleden zwaar dialect of, als ze dat machtig waren, Frans.